Maandag 17 december 2007

Vergelijkbare documenten
7. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op 100% van de som van de verhaalbare uitgaven, verhoogd met de intresten.

besluit gemeenteraad maandag 14 december 2015

Verhaalbelasting op het aanleggen van voetpaden voor de aanslagjaren , met ingang van 01/07/2016

Belasting op onbebouwde percelen

Verhaalbelasting op het aanleggen van wegen voor de aanslagjaren ( )

Verhaalbelasting op het aanleggen van riolen voor de aanslagjaren , met ingang van 01/07/2016

Retributies en belastingen. Vaststellen van de verhaalbelasting op het aanleggen van riolen voor de aanslagjaren

Uittreksel uit de notulen van het college van burgemeester en schepenen van 25 mei 2016

VERHAALBELASTING OP HET AANLEGGEN VAN RIOLEN (goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 13 december 2013)

De werken worden uitgevoerd, hetzij door de stadsdiensten, hetzij door een openbare of private onderneming, op last van het stadsbestuur.

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD. ZITTING VAN: 18 december 2018

De werken worden uitgevoerd, hetzij door de stadsdiensten, hetzij door een openbare of private onderneming, op last van het stadsbestuur.

Uittreksel uit de notulen van het college van burgemeester en schepenen van 25 mei 2016

Gemeente Zandhoven Liersebaan Zandhoven. Technische Dienst

De kosten voor onderhouds-, herstellings- of vernieuwingswerken worden niet teruggevorderd.

11. BELASTING OP ONBEBOUWDE BOUWGRONDEN IN WOONGEBIED EN OP ONBEBOUWDE KAVELS (ACTIVERINGSHEFFING)

UITTREKSEL uit het register der beslissingen van de gemeenteraad gehouden te Deerlijk ZITTING van

besluit gemeenteraad maandag 18 december 2017

ONDERWERP: Algemeen reglement inzake al de gemeentelijke belastingen. Aanpassing vanaf DE GEMEENTERAAD,

Bekendmaking volgens art. 286, 287 en 288 van het decreet lokaal bestuur.


2. Kavel: het in een verkavelingsvergunning van een niet vervallen verkaveling afgebakende perceel.

ACTIVERINGSHEFFING OP ONBEBOUWDE BOUWGRONDEN EN KAVELS EN BELASTING OP BRAAKLIGGENDE INDUSTRIEGRONDEN

Aangifte aanslagjaar 2016 (toestand van t/m )

GOEDGEKEURD Besluit Zitting van 20 juni 2017 Dienst Financiën - Dienst Financiën

Reglement: algemene gemeentelijke heffing voor bedrijven

Reglement houdende het heffen van een belasting op niet-bebouwde gronden en percelen.

GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE DE ACTIVERINGSHEFFING OP ONBEBOUWDE GRONDEN EN KAVELS VOOR DE PERIODE

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD. OPENBARE ZITTING VAN DINSDAG 26 NOVEMBER 2013

2. Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen: a) een aangetekend schrijven; b) een afgifte tegen ontvangstbewijs.

MODELVERORDENING GEMEENTELIJKE ACTIVERINGSHEFFING

BELASTINGREGLEMENT OP DE ONBEBOUWDE KAVELS IN EEN NIET-VERVALLEN VERKAVELING

dienst financiën: Gemeentelijk belastingsreglement inzake de activeringsheffing op onbebouwde percelen en kavels ( )

Reglement. Gemeentebelasting op de vestiging van nietcommerciële. Vastgesteld door de gemeenteraad op 22 oktober 2015

dienst financiën: Gemeentebelastingen - Algemene gemeentebelasting juridisch kader

BELASTINGREGLEMENT AANGAANDE TWEEDE VERBLIJVEN

Belasting op de voor het publiek toegankelijke ruimten van commerciële vestigingen in het centrum van Kortrijk (2016/2020)

Belastingsreglement op het indienen of melden van omgevingsvergunningen en andere ruimtelijke attesten of vergunningen

GEMEENTEBELASTINGEN. INGEKOHIERDE BELASTING OP ONBEBOUWDE BOUWGRONDEN IN WOONGEBIED OF ONBEBOUWDE KAVELS OF ONBEBOUWDE GRONDEN IN INDUSTRIEGEBIED.

BELASTINGREGLEMENT OP DE ONBEBOUWDE KAVELS IN EEN NIET-VERVALLEN VERKAVELING

Algemeen reglement betreffende de vestiging en de invordering van gemeentebelastingen. Datum van de beraadslaging van de gemeenteraad: 26 juni 2014

BELASTINGREGLEMENT AANGAANDE DE INNAME VAN OPENBAAR DOMEIN

GEMEENTERAAD - ONTWERPBESLUIT

ACTIVERINGSHEFFING OP NIET BEBOUWDE PERCELEN GELEGEN IN NIET-VERVALLEN VERKAVELINGEN ALSOOK OP NIET BEBOUWDE GRONDEN GELEGEN IN EEN WOONGEBIED

Belasting op leegstaande gebouwen en woningen voor de periode

GEMEENTE SINT-GILLIS. BELASTING OP DE LEEGSTAANDE VERWAARLOOSDE OF ONAFGEWERKTE GEBOUWEN EN VERWAARLOOSDE GRONDEN. Hernieuwing DE GEMEENTERAAD,

Gemeenteopcentiemen op de belasting onroerende voorheffing dienstjaar 2009

Goedkeuring aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting voor het dienstjaar 2009

GEMEENTEBELASTINGEN. INGEKOHIERDE BELASTING OP ONBEBOUWDE BOUWGRONDEN IN WOONGEBIED OF ONBEBOUWDE KAVELS OF ONBEBOUWDE GRONDEN IN INDUSTRIEGEBIED.

Goedkeuring reglement heffing op leegstand van woningen en gebouwen voor het aanslagjaar 2017

Als oppervlakte geldt de oppervlakte die is vastgelegd in de kadastrale legger.

Taksreglement betreffende het gebruik van een woonplaats door een bewoner die niet in de bevolkingsregisters is ingeschreven.

INHOUD. Inleiding. 3. Vrijstellingen van activeringsheffing. a. Hoe kan ik een vrijstelling verkrijgen? 4. Meer informatie.

dienst financiën R E G L E M E N T

BELASTING VOOR PANDEN OPGENOMEN IN HET LEEGSTANDSREGISTER (goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 13 december 2013)

BELASTING OP WONINGEN DIE BESCHOUWD WORDEN ALS ONGESCHIKT OF ONBEWOONBAAR GECOÖRDINEERD REGLEMENT NA GOEDKEURING GR 30 maart 2017

Gelet op de nieuwe gemeentewet, meer bepaald artikel 117, alinea 1 en artikel 118, alinea 1 ;

AGENDA MET TOELICHTING GEMEENTERAAD

Voor de aanslagjaren 2015 tot en met 2019 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de vestigingen.

UITTREKSEL UIT HET REGISTER DER BERAADSLAGINGEN VAN DE GEMEENTERAAD ZITTING VAN 16 december 2013

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

Uittreksel uit de notulen van de gemeenteraad

Definitie bruto-vloeroppervlakte (BVO) van een woongelegenheid:

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

DOSSIER VOOR DE GEMEENTERAAD

AANGIFTEFORMULIER. Verspreiding niet-geadresseerde reclamedrukwerk of gelijkgestelde producten.

Ontwerpbesluit Zitting van 18 december 2017 ONDERSTEUNING

Uittreksel uit de notulen van de gemeenteraad Zitting van 16 december 2015

GOEDGEKEURD Besluit Zitting van 27 juni 2016 Wonen - Omgeving _GR_00086 Activeringsheffing - aanpassing - Ter beslissing

Belasting op het gebruik van privaat of publiek domein voor de uitoefening van ambulante activiteiten voor de dienstjaren

Belasting op vaste reclameinrichtingen. aanplakborden voor publieksdoeleinden

GOEDGEKEURD Besluit Zitting van 19 december 2016 Wonen - Woondienst _GR_00151 Reglement belasting op tweede verblijven - Ter beslissing

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de in vordering en de geschillenprocedure van provincie en gemeentebelastingen;

BELASTING OP LEEGSTAND EN VERWAARLOZING VAN BEDRIJFSRUIMTEN

DE GEMEENTERAAD, BESLUIT:

Gelet op artikel 117 van de Nieuwe Gemeentewet ;

BELASTINGREGLEMENT OP VASTE EN MOBIELE RECLAME, RECLAMESTANDS EN STEIGERDOEKRECLAME

Belasting op de leegstandsheffing op woningen en op gebouwen ( )

Belasting woon- en bedrijfsruimten Artikel 1: Voor de periode met ingang van 01/01/2013 en eindigend op 31/12/2018 wordt ten behoeve van de

Artikel 1: Algemene bepalingen

Belastingreglement op woningen die worden beschouwd als onbewoonbaar of ongeschikt voor de aanslagjaren

Infobrochure Activeringsheffing 2017

01. Goedkeuring verslag vorige vergadering De gemeenteraad van Vorselaar, Keurt eenparig het verslag van de raadszitting van 7 november 2016 goed.

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 22/02/2017 Referentienummer agendapunt: GR/2017/012

Belastingreglement van 30 december 2013 op de leegstand van gebouwen en woningen

UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK VAN DE

Voor de aanslagjaren 2015 tot en met 2019 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de inname van de openbare weg door:

Belasting op leegstand van woningen en gebouwen,

BELASTINGREGLEMENT OP VASTE EN MOBIELE RECLAME, RECLAMESTANDS EN STEIGERDOEKRECLAME

Retributiereglement van 30 december 2013 werken voor derden / kleine verkopen

Uittreksel uit de notulen van de gemeenteraad

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 22/02/2017 Referentienummer agendapunt: GR/2017/011

Voor de aanslagjaren 2017 tot en met 2019 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de inname van de openbare weg door:

BELASTINGREGLEMENT AANGAANDE RECLAMEDRUKWERK

Heffing op leegstand.

GEMEENTE LENDELEDE B E K E N D M A K I N G ====================

Gelet op artikel 117 van de Nieuwe Gemeentewet ;

GEMEENTE ANDERLECHT BELASTING OP DE TOERISTISCHE LOGIES. Artikel 1. Definities. In de zin van het huidig reglement, verstaat men onder :

Taksreglement op de bouwen, herbouwen, verbouwen en de plaatsing van reclameinrichtingen.

Transcriptie:

AGENDA MET TOELICHTING GEMEENTERAAD Maandag 17 december 2007 OPENBARE ZITTING 2.075.1.077 1. Gemeenteraad - Verslag zitting van 19 november 2007 - Goedkeuring. Het verslag van de zitting van 19 november 2007 wordt ter goedkeuring voorgelegd. Ingevolge de gemeenteraadsbeslissing van 26 maart 2007 houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad ontvangt elk gemeenteraadslid overeenkomstig artikel 31, 2 de lid van dit reglement een exemplaar van de ontwerpnotulen van de vorige vergadering samen met de oproepingsbrief voor de volgende vergadering. Raadsleden die er uitdrukkelijk om verzoeken, ontvangen de notulen enkel via e-mail. Gelet op artikel 33 van het Gemeentedecreet. Gelet op artikel 31, 2 de lid, van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, zoals goedgekeurd in zitting van 26 maart 2007. Gelet op het ontwerp van de notulen van de gemeenteraadszitting van 19 november 2007. Overwegende dat geen opmerkingen worden geformuleerd omtrent de notulen van de gemeenteraadszitting van 19 november 2007. Enig artikel - Het verslag van de gemeenteraadszitting van 19 november 2007 wordt goedgekeurd. 2.075.1.077 2. Gemeenteraad - Data van de zittingen voor het dienstjaar 2008 - Mededeling. Opdrachten : Dienst COM Opdracht Data zittingen publiceren op website, in De Malse Courant en op de lichtkranten. Gelet op de gemeenteraadsbeslissing d.d. 26 maart 2007 houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, meerbepaald artikel 1. Agenda met toelichting gemeenteraad 17 december 2007 pagina 1 van 58

Gelet op de collegebeslissing d.d. 12 november 2007 houdende voorstel aan de voorzitter van de gemeenteraad van de data van de gemeenteraadszittingen voor het dienstjaar 2008. Op voorstel van de voorzitter op advies van het schepencollege. Gelet op de toelichting verstrekt door Enig artikel Kennis te nemen van de mededeling van de voorzitter van de gemeenteraad inzake de data van de gemeenteraadszittingen voor het jaar 2008. Volgens deze mededeling vergadert de gemeenteraad in 2008 op navermelde data te 20.00 uur en zo dikwijls als de zaken, die tot zijn bevoegdheid behoren, het vereisen: Datum GR-zitting Verschil in Opmerkingen weken met vorige zitting maandag 28 januari 6 maandag 25 februari 4 maandag 31 maart 4 valt midden in de paasvakantie maandag 28 april 4 maandag 26 mei 4 maandag 30 juni 5 uitzonderlijk eerste dag van de zomervakantie maandag 25 augustus 8 maandag 29 september 5 maandag 27 oktober 4 eerste dag van het Allerheiligenverlof maandag 24 november 4 maandag 22 december 4 eerste dag van de kerstvakantie Artikel 2. - De in artikel 1 voornoemde data worden ter informatie opgenomen in de gemeentelijke website en in het gemeentelijk informatieblad. Daarnaast zal elke gemeenteraadszitting aangekondigd worden op de elektronische lichtkranten. 1.842.073.521 3. OCMW - Financieel beleid - Budget dienstjaar 2008 - Goedkeuring. Overwegende dat het budget voor het dienstjaar 2008 op 7 november 2007 werd goedgekeurd door de Raad van het OCMW. Gelet op de technische toelichting bij het OCMW-budget dienstjaar 2008 die in aanwezigheid van de voorzitter, de secretaris en de ontvanger van het OCMW-Malle werden verstrekt tijdens een bijeenkomst in het administratief centrum van het OCMW op 5 november 2007. Gehoord de toelichtingen bij dit OCMW-budget ter zitting verstrekt door mevrouw Maria Lauryssen, voorzitter van het OCMW, en mevrouw Carine Van Deun, ontvanger van het OCMW. Enig artikel Goedkeuring te hechten aan het budget van het OCMW van Malle voor het dienstjaar 2008 dat samengesteld is als volgt : - Exploitatiebudget: Kosten: 5.091.244 EUR Opbrengsten: 3.305.971 EUR Verschil: -1.785.273 EUR Agenda met toelichting gemeenteraad 17 december 2007 pagina 2 van 58

Berekening gemeentelijke bijdrage: Verschil: -1.785.273 EUR Aflossingen leningen: -150.967 EUR Verrekening afschrijvingen: 199.495 EUR Verrekening kapitaalsubsidie: -69.942 EUR Correctie Lokaal Opvanginitiatief: -41.215 EUR Gemeentelijke bijdrage in exploitatie: 1.847.902 EUR - Investeringsbudget 2008 en overgedragen: 12.306.119,59 EUR Financiering: Gemeentelijke bijdrage in investeringen vorige jaren: 323.619,59 EUR Subsidies Nationale Loterij 40.000,00 EUR Met lening: 11.942.500,00 EUR - Totale gemeentelijke bijdrage: Gemeentelijke bijdrage in exploitatie: 1.847.902 EUR Gemeentelijke bijdrage in investeringen: 0 EUR Totaal: 1.847.902 EUR 1.842.073.521 4. OCMW - Financieel meerjarenplan 2006-2012 + afspraken samenwerking Gemeente/OCMW - Goedkeuring. Gelet op de organieke wet op de OCMW s, meerbepaald artikel 88. Gelet op het ontwerp van financieel meerjarenplan 2006-2012 van het OCMW Malle. Gelet op het ontwerp van protocol houdende taakafspraken en samenwerking tussen gemeente en OCMW als bijlage aan voornoemd financieel meerjarenplan 2006-2012. Gelet op het overleg hieromtrent tussen het schepencollege en het vast bureau van het OCMW van Malle. Gelet op de collegebeslissingen d.d. 3 december 2007 waarbij gunstig advies werd verstrekt aan het ontwerp van financieel meerjarenplan 2006-2012 van het OCMW Malle en aan het ontwerp van protocol houdende taakafspraken en samenwerking tussen gemeente en OCMW Malle. Gehoord de toelichtingen bij dit financieel meerjarenplan 2006-2012 en protocol ter zitting verstrekt door mevrouw Maria Lauryssen, voorzitter van het OCMW, en mevrouw Carine Van Deun, ontvanger van het OCMW. Enig artikel Goedkeuring te hechten aan het financieel meerjarenplan 2006-2012 en aan het protocol houdende taakafspraken en samenwerking tussen gemeente en OCMW Malle dat als bijlage aan voornoemd financieel meerjarenplan 2006-2012 is toegevoegd. 2.075.4 5. OCMW - Lokaal Sociaal Beleidsplan 2008-2013 - Goedkeuring. Agenda met toelichting gemeenteraad 17 december 2007 pagina 3 van 58

Het Lokaal Sociaal Beleidsplan 2008-2013 bevat alle informatie zoals vermeld in artikel 3 van het uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering (24 februari 2006). Er werd daarbij geopteerd om het vorige beleidsplan als uitgangspunt te nemen. Ook deze keer wordt er in die zin weer gewerkt met projectfiches. Elke fiche bevat volgende elementen: - een korte inleiding; - de belangrijkste resultaten van de omgevingsanalyse; - een terugblik op de doelstellingen van 2005-2007; - strategische en operationele doelstellingen voor 2008-2013 en de hieraan gekoppelde acties. Naast het hoofdstuk met de projectfiches (hoofdstuk 3) omvat dit plan ook een hoofdstuk (hoofdstuk 1) dat enerzijds stilstaat bij de visie op het lokale sociaal beleid en de missie (bestaansgrond van een organisatie); een belangrijk deel vermits het het kader schept waarbinnen wordt gewerkt en een leidraad was voor het bepalen van onze doelstellingen voor 2008-2013. Anderzijds worden in dit hoofdstuk ook de taakafspraken tussen de gemeente en het OCMW weergegeven. In een volgend hoofdstuk (hoofdstuk 2) wordt dan duidelijk gemaakt hoe de bevolking en lokale actoren bij de uitvoering en voortgang van het beleidsplan zullen betrokken worden. Dit plan bevat ook enkele bijlagen (bvb.: omgevingsanalyse, verslagen Sociaal Forum en Gebruikersgroep, Gezondheidsrapport van Malle, behoefteonderzoek bij senioren, Lokaal Sociaal Beleidsplan 2005-2007). We hebben ervoor gekozen om het Lokaal Beleidsplan Kinderopvang ook als bijlage toe te voegen en niet volledig te integreren in dit plan. Gelet op het Decreet d.d. 19 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid. Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering d.d. 24 februari 2006 tot uitvoering van het decreet van 19 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid. Gelet op het ontwerp van lokaal sociaal beleidsplan 2008-2013. Gelet op het overleg hieromtrent tussen het schepencollege en het vast bureau van het OCMW van Malle. Gelet op de collegebeslissing d.d. 3 december 2007 waarbij gunstig advies werd verstrekt aan het ontwerp van Lokaal Sociaal Beleidsplan. Gehoord de toelichting bij dit Lokaal Sociaal Beleidsplan ter zitting verstrekt door mevrouw Maria Lauryssen, voorzitter van het OCMW. Enig artikel Goedkeuring te hechten aan het Lokaal Sociaal Beleidsplan 2008-2013. 1.857.073.521 6. Kerkfabriek Sint-Paulus - Budget 2008 - Ongunstig advies. Tijdens het telefonisch onderhoud d.d. 30 november 2007 met de heer Philip Van Assche van de kerkfabriek Sint-Paulus werd duidelijk gemaakt dat de kerkfabriek het bestaande tekort niet zelf kan financieren en ook geen financiële steun meer kan ontvangen van de vzw Sint Paulus. Er werd in de raming 2008 bewust geen rekening gehouden met de gemeentelijke tussenkomst in de huur van de vroegere woning van Jules De Ceuster: 9.900,00 EUR (waarvan 3.300,00 EUR Agenda met toelichting gemeenteraad 17 december 2007 pagina 4 van 58

betaald door de gemeente Zoersel). Er was hieromtrent bij het opmaken van het budget immers geen duidelijkheid over de vorm en het al dan niet toekennen van deze tussenkomst. Door inschrijving van de gemeentelijke tussenkomst in de huur ten bedrage van 9.900,00 EUR, zou dit tekort kunnen teruggeschroefd worden tot 4.191.32 EUR. Indien het kerkbestuur geen overboeking doet van 1.500,00 EUR van de gewone naar de buitengewone dienst bekomt men een uiteindelijk tekort van 2.694,32 EUR. Vanuit het kerkbestuur wordt gevraagd dat het gemeentebestuur zijn verantwoordelijkheid terzake zou opnemen door een duidelijk officieel standpunt in te nemen. Het bestuur is bereid tot een open gesprek; dit zou eventueel kunnen gekoppeld worden aan de samenkomst die gepland is voor de bespreking van het meerjarenplan 2008-2013. Gelet op art. 1 van de Wet van 4 maart 1870 op het tijdelijke der erediensten. Gelet op het decreet van 7 mei 2004 houdende de materiële organisatie en werking van erkende erediensten, meerbepaald Titel II, hoofdstuk 3, artikels 40-56 en artikel 78. Gelet op het besluit van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten. Gezien de begroting van de Kerkfabriek Sint-Paulus voor het dienstjaar 2008, vastgesteld door de Fabrieksraad te Malle op 3 juli 2007. Gelet op de toelichting verstrekt door de voorzitter. Enig artikel - Ongunstig advies te verlenen aan de begroting van de Kerkfabriek Sint-Paulus voor het dienstjaar 2008, waarvan de balans samengesteld is als volgt: ontvangsten: 8.773,00 EUR uitgaven: -21.693,00 EUR exploitatie 2008: -12.920,00 EUR overboeking naar BD: - 1.500,00 EUR overschot/tekort 2006: + 328,68 EUR overschot exploitatie: -14.091,32 EUR 1.857.073.521 7. Kerkfabriek Sint-Laurentius - Budget 2008 Gunstig advies. Gelet op art. 1 van de Wet van 4 maart 1870 op het tijdelijke der erediensten. Gelet op het decreet van 7 mei 2004 houdende de materiële organisatie en werking van erkende erediensten, meerbepaald Titel II, hoofdstuk 3, artikels 40-56 en artikel 78. Gelet op het besluit van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten. Gezien de begroting van de Kerkfabriek Sint-Laurentius voor het dienstjaar 2008, vastgesteld door de Fabrieksraad te Malle op 25 juni 2007. Agenda met toelichting gemeenteraad 17 december 2007 pagina 5 van 58

Gelet op de toelichting verstrekt door de voorzitter. Enig artikel - Gunstig advies te verlenen aan de begroting van de Kerkfabriek Sint-Laurentius voor het dienstjaar 2008, waarvan de balans samengesteld is als volgt: ontvangsten: 42.030,00 EUR uitgaven: -21.925,00 EUR exploitatie 2008: 20.105,00 EUR overschot 2006: + 6.096,67 EUR overschot exploitatie: 26.201,67 EUR 1.713.151 8. Financieel beleid - Aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting voor dienstjaar 2008 - Goedkeuring. In het verleden konden de gemeenteraden de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting goedkeuren tot uiterlijk 31 maart van het betreffende dienstjaar. De Vlaamse overheid heeft de gemeentebesturen er thans aan herinnerd dat de gemeenteraden de aanslagvoet van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting (APB) voor het dienstjaar 2008 zouden vaststellen vóór het einde van dit jaar, dus uiterlijk op 31 december 2007. Als de beslissing tot vaststelling van die aanslagvoet na 1 januari 2008 wordt genomen, loopt de gemeente het risico dat de belastingen zullen moeten worden terugbetaald aan diegenen die bezwaar zouden indienen wegens de retroactiviteit van die beslissing. Vrij recent zijn er twee arresten geweest waarin belastingaanslagen inzake de APB om die reden werden vernietigd. Vermits de inkomsten van deze gemeentebelasting van essentieel belang zijn voor het budget dienstjaar 2008 en dit budget later in zitting van heden ter goedkeuring wordt voorgelegd, wordt thans aan de gemeenteraad gevraagd goedkeuring te hechten aan deze aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting voor het dienstjaar 2008. Deze belasting bedraagt 7% en werd sinds het dienstjaar 2004 niet meer gewijzigd. Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet. Gelet op de artikelen 249 tot 260 en artikel 464 van het Wetboek van de Inkomstenbelasting 1992. Gelet op de financiële toestand van de gemeente. Gelet op de toelichting verstrekt door... Artikel 1. - Er wordt voor het dienstjaar 2008 een aanvullende gemeentebelasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het jaar dat zijn naam geeft aan het dienstjaar. Artikel 2. - De belasting wordt vastgesteld op 7% van het volgens artikel 466 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 berekende gedeelte van de personenbelasting die aan het rijk verschuldigd is voor hetzelfde dienstjaar. (dit is hetzelfde aanslagjaar/inkomsten vorig jaar). Agenda met toelichting gemeenteraad 17 december 2007 pagina 6 van 58

Artikel 3. - De vaststelling en de inning van de gemeentebelasting zullen door toedoen van de administratie der directe belastingen geschieden, overeenkomstig het bepaalde in art. 469 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992. Artikel 4. - Onderhavige belastingsverordening zal voor verder gevolg aan het Bestuurlijk toezicht toegezonden worden. 1.713.111 9. Financieel beleid - Gemeenteopcentiemen op de belasting onroerende voorheffing dienstjaar 2008 - Goedkeuring. Deze gemeenteopcentiemen op de belasting onroerende voorheffing dienstjaar 2008 dienen elk jaar te worden vastgesteld door de gemeenteraad en dit uiterlijk op 31 maart. Vermits de inkomsten van deze gemeenteopcentiemen van essentieel belang zijn voor de begroting dienstjaar 2008 en deze begroting later in zitting van heden ter goedkeuring wordt voorgelegd, wordt thans aan de gemeenteraad gevraagd goedkeuring te hechten aan deze gemeenteopcentiemen. De gemeenteopcentiemen bedragen 975 opcentiemen en werden sinds het dienstjaar 2004 niet meer gewijzigd. Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet. Gelet op de financiële toestand van de gemeente. Gelet op de artikelen 249 tot 260 en artikel 464 van het wetboek van de inkomstenbelasting 1992. Gelet op de toelichting verstrekt door... Artikel 1. - Voor het dienstjaar 2008 worden 975 gemeenteopcentiemen op de onroerende voorheffing geheven. Artikel 2. - Deze gemeenteopcentiemen worden ingevorderd door het Vlaams Gewest, overeenkomstig de regels bepaald voor de heffing van de gewestbelasting waar zij bijkomen. Artikel 3. - Onderhavige belastingsverordening zal voor verder gevolg aan het Bestuurlijk toezicht toegezonden worden. 1.713.114 10. Financieel beleid - Gemeentelijk belastingsreglement op niet-bebouwde percelen binnen een niet-vervallen verkaveling Goedkeuring. Onderhavig gemeentelijk belastingsreglement werd een eerste maal door de gemeenteraad goedgekeurd in zitting van 28 november 2005 en gold voor een periode tot 31 december 2006. Bij gemeenteraadbeslissing van 18 december 2006 werd dit gemeentelijk belastingsreglement verlengd met een periode tot 31 december 2007. Agenda met toelichting gemeenteraad 17 december 2007 pagina 7 van 58

De belasting bedraagt 25,00 EUR per strekkende meter lengte van het perceel palende aan een al dan niet verwezenlijkte weg die voorkomt in de verkavelingvergunning. Evenwel met een minimale aanslag van 250,00 EUR per perceel. Thans wordt de gemeenteraad gevraagd goedkeuring te hechten aan onderhavig belastingsreglement voor een periode tot 31 december 2013. Gelet op de Wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen zoals aangevuld en gewijzigd door de Wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen en latere aanvullingen. Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet. Gelet op het Koninklijk Besluit van 12 april 1999 tot bepaling van de procedure voor de gouverneur of voor het college van burgemeester en schepenen inzake bezwaarschriften tegen een provincieof gemeentebelasting. Gelet op het decreet van 18 mei 1999 betreffende de organisatie van de ruimtelijke ordening, inzonderheid artikelen 101 en 143. Gelet op de financiële toestand van de gemeente. Gelet op de toelichting verstrekt door... Artikel 1 - Termijn Met ingang van 1 januari 2008 en voor een periode eindigend op 31 december 2013 wordt er een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de niet-bebouwde percelen, begrepen in een nietvervallen verkaveling. Artikel 2 - Onderwerp Als niet bebouwd perceel wordt beschouwd, elk perceel, als zodanig vermeld in de verkavelingvergunning, waarop de oprichting van een voor bewoning bestemd gebouw niet is aangevat op 1 januari van het belastingjaar. De belastingontheffing zal verleend worden aan de belastingplichtige die, alhoewel op 1 januari van het belastingjaar bedoelde werken niet aangevat werden, het bewijs voorlegt dat hij/zij in de loop van het belastingjaar op het belaste perceel bouwwerken voor een voor bewoning bestemd gebouw onder dak heeft gebracht. Hij/zij dient hiertoe een verzoekschrift, (gestaafd met foto s), aan het college van burgemeester en schepenen toe te zenden, uiterlijk op 31 december van het betreffende belastingjaar. Artikel 3 - Belastingplichtige 1) De belasting is verschuldigd door de eigenaar op 1 januari van het belastingjaar; 2) Indien er een erfpachter of opstalrecht bestaat, is de belasting verschuldigd door de erfpachter of opstalhouder en subsidiair door de eigenaar; 3) Ingeval van vruchtgebruik wordt de belasting gevestigd lastens de naakte eigenaar; 4) Ingeval van overdracht onder levenden, wordt de hoedanigheid van eigenaar beoordeeld op de datum van de authentieke akte tot vaststelling van de overdracht en is de nieuwe eigenaar de belasting verschuldigd met ingang van 1 januari die volgt op deze datum; 5) Ingeval van mede-eigendom, is iedere niet-vrijgestelde mede-eigenaar belastingschuldig voor zijn wettelijk deel. Artikel 4 - Belastingsbedrag De belasting bedraagt 25,00 EUR per strekkende meter lengte van het perceel palende aan een al dan niet verwezenlijkte weg die voorkomt in de verkavelingvergunning. Evenwel met een minimale aanslag van 250,00 EUR per perceel. Elk gedeelte van een meter wordt steeds als een volledige meter beschouwd. Agenda met toelichting gemeenteraad 17 december 2007 pagina 8 van 58

Wanneer een perceel paalt aan twee of meer wegen, zal de belasting berekend worden op basis van de kleinste perceelsbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn, langs een van die wegen. De gronden die in een bocht liggen van een bestaande weg, moeten in dit kader als hoekpercelen beschouwd worden. Artikel 5 - Vrijstelling Van de belasting zijn vrijgesteld: 1) De eigenaar van één enkel onbebouwd perceel, bij uitsluiting van enig ander onroerend goed dat bebouwd is of voor bebouwing in aanmerking komt. Deze vrijstelling geldt slechts gedurende vijf kalenderjaren die volgen op de verwerving van het goed. Ze geldt gedurende de vijf dienstjaren die volgen op de inwerkingtreding van de belastingverordening, indien het goed op dat tijdstip reeds verworven is; 2) De Vlaamse Maatschappij Voor Sociaal Wonen en de door de Vlaamse Maatschappij Voor Sociaal Wonen erkende sociale huisvestingsmaatschappijen; 3) De verkavelaars: a. Indien de verkavelingvergunning geen werken omvat, en dit gedurende het jaar volgend op het jaar waarin de verkavelingvergunning werd toegekend; b. Indien de verkavelingvergunning werken omvat en dit gedurende het jaar dat volgt op het jaar waarin het attest, bedoeld in artikel 101 3, van het decreet van 18 mei 1999 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening, werd toegekend. Bedoeld wordt het attest van het college van burgemeester en schepenen waaruit blijkt dat alle in de verkavelingvergunning opgelegde voorwaarden en lasten zijn uitgevoerd of dat voor de uitvoering van de lasten een afdoende financiële waarborg is gestort in handen van de gemeenteontvanger of in zijn voordeel op onherroepelijke wijze door een bankinstelling is verleend. Wanneer echter de werken door de verkavelaars zelf worden uitgevoerd, geldt de ontheffing maximaal gedurende drie jaar vanaf het jaar volgend op de afgifte van de verkavelingvergunning. Wanneer de verwezenlijking van de verkaveling in fasen wordt vergund, zijn de bepalingen van dit artikel mutadis mutandis op de delen van elke fase van toepassing. 4) De ouders met kinderen ten laste, beperkt tot één onbebouwd perceel dat voor bebouwing in aanmerking komt per kind ten laste. Deze vrijstelling geldt slechts gedurende vijf kalenderjaren die volgen op de verwerving van het goed. Ze geldt gedurende de vijf dienstjaren die volgen op de inwerkingtreding van de belastingverordening, indien het goed op dat tijdstip reeds verworven is; 5) De percelen die ingevolge de bepalingen van de wet op de landpacht, niet voor bebouwing kunnen worden bestemd. Artikel 6 - Verkoop De verkoper van een onbebouwd perceel in een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling in de gemeente Malle is verplicht, binnen de maand na het verlijden van de notariële akte, bij ter post aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs bij het gemeentebestuur van Malle, Antwerpsesteenweg 246, 2390 Malle aangifte te doen van: 1) De volledige identiteit en het adres van de nieuwe eigenaar; 2) De datum van de authentieke akte tot vaststelling van de overdracht en de naam van de notaris; 3) Een nauwkeurige aanduiding van het verkochte perceel. Artikel 7 - Aangifte 1) Elke belastingplichtige ontvangt van het gemeentebestuur van Malle, Antwerpsesteenweg 246, 2390 Malle een aangifteformulier dat door hem/haar correct moet ingevuld, gedag- en genaamtekend worden en dat door hem/haar voor de in het formulier vermelde datum moet ingediend worden. 2) De belastingplichtige die geen aangifteformulier ontving, moet het document afhalen of aanvragen bij het gemeentebestuur van Malle, Antwerpsesteenweg 246, 2390 Malle en indienen vóór 30 september van het belastingjaar. 3) De correct ingevulde, gedag- en genaamtekende aangifte moet binnen de hierboven gestelde termijn worden ingediend bij het gemeentebestuur van Malle, Antwerpsesteenweg 246, 2390 Malle. Artikel 8 - Ambtshalve vaststelling 1) Bij gebrek aan een aangifte binnen de in artikel 7 vastgestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de Agenda met toelichting gemeenteraad 17 december 2007 pagina 9 van 58

gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. 2) Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. 3) De in dit artikel vermelde vaststellingen worden opgenomen in processen-verbaal die bewijskracht hebben tot bewijs van het tegendeel. 4) De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen aan het college van burgemeester en schepenen. Artikel 9 - Verhoging De overeenkomstig artikel 8 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt eveneens ingekohierd. De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het belastingjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen. Artikel 10 - Invordering De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 11 De vestiging en de invordering van de belasting, evenals de regeling van de geschillen ter zake, gebeurt volgens de modaliteiten vervat in de gelijknamige wet van 24 december 1996 zoals aangevuld en gewijzigd door de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen en het uitvoeringsbesluit ter zake. Artikel 12 Onderhavige belastingsverordening zal voor verder gevolg aan het Bestuurlijk toezicht toegezonden worden. 1.713.115 11. Financieel beleid - Gemeentelijk belastingsreglement op de verwerving van de zate van de openbare wegen - Goedkeuring. Onderhavig gemeentelijk belastingsreglement werd een eerste maal door de gemeenteraad goedgekeurd in zitting van 18 december 2006 en gold voor een periode tot 31 december 2007. Zij is van toepassing op de bewerkingen tot het verwerven van de zate der openbare wegenis waarvan de voltooiing gelegen is in de periode 2008 tot en met 2013. Thans wordt de gemeenteraad gevraagd goedkeuring te hechten aan onderhavig belastingsreglement voor een periode tot 31 december 2013. Gelet op de Wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen zoals aangevuld en gewijzigd door de Wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen en latere aanvullingen. Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet. Gelet op het Koninklijk Besluit van 12 april 1999 tot bepaling van de procedure voor de gouverneur of voor het college van burgemeester en schepenen inzake bezwaarschriften tegen een provincieof gemeentebelasting. Agenda met toelichting gemeenteraad 17 december 2007 pagina 10 van 58

Overwegende dat de door de gemeente gedane uitgaven voor de aanleg, de verbetering en de uitrusting van de openbare wegen door een belasting moeten gedekt worden. Overwegende dat het hier gaat om uitgaven van algemeen belang, die er echter in het bijzonder en rechtstreeks toe bijdragen een verhoging in de hand te werken van de verkoopwaarde der eigendommen gelegen langsheen de aangelegde, verbeterde of uitgeruste wegen. Overwegende dat het normaal en billijk is de last van de belasting, bestemd voor het dekken van deze kosten, geheel of gedeeltelijk te laten dragen door de rechtstreekse begunstigden. Overwegende dat het aldus nodig is ten laste van deze begunstigden een bijzondere belasting in te voeren, verhaalbelasting genaamd. Gelet op de financiële toestand van de gemeente. Gelet op de toelichting verstrekt door... Artikel 1. Met ingang van 1 januari 2008 en voor een termijn eindigend op 31 december 2013 worden onderworpen aan een jaarlijkse belasting, waarbij de door de gemeente gedane kosten worden teruggevorderd, de al dan niet aangelande eigendommen die gelegen zijn langs openbare wegen of gedeelten van openbare wegen die moeten aangelegd, verbreed, rechtgetrokken of verlengd worden. De belasting is van toepassing ongeacht of er al dan niet inlijving van een particulier eigendom is geweest ingevolge afstand onder bezwarende titel, ruiling of onteigening. De belasting is niet van toepassing op de eigenaar die kosteloos de helft van het terrein heeft afgestaan, gelegen voor zijn eigendom en dat noodzakelijk is voor de aanleg, de verbreding, de rechttrekking of de verlenging van de openbare weg. Deze helft moet in geen enkel geval meer bedragen dan 12 vierkante meter per lopende meter gevellengte langs de straat. Indien de eigenaar een perceel afstaat dat groter is dan bovengenoemd gedeelte van de openbare weg, is hem een evenredige vergoeding verschuldigd: indien hij minder afstaat, wordt hij aan de belasting onderworpen voor het verschil. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op 100 % van de som van de verhaalbare uitgaven, benevens de intresten. De duur van de terugbetaling wordt vastgesteld op 15 jaar. Artikel 2. De terugvorderbare uitgaven zijn: - de kosten voor het opstellen der plannen; - de prijs der verwerving, hetzij de onteigeningsvergoeding, hetzij de prijs van aankoop in der minne van de terreinen welke in de zate van de weg werden opgenomen. Indien het terrein sedert meer dan 5 jaar aangekocht werd op het ogenblik dat de aankoopverrichtingen een einde nemen, wordt er rekening gehouden, niet met de aankoopprijs, doch met de huidige verkoopwaarde; - de waarde van de terreinen welke door de gemeente werden afgestaan, of er ruiling geweest is of niet; - de kosten der noodzakelijke akten, certificaten en getuigschriften; - de gerechtskosten die gepaard gaan met de onteigeningen. Van het bedrag der terugvorderbare uitgaven wordt afgetrokken de waarde, volgens schatting, van de gebeurlijke overschotten van de vroegere weg. Het bedrag van de verhaalbare uitgaven wordt berekend op een maximum wegbreedte van 24 meter. Artikel 3. De terugvorderbare uitgave die ieder eigendom treft is gelijk aan de eenheidsprijs per strekkende meter vermenigvuldigd met de lengte van het eigendom aan de straatzijde, zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van artikel 4. De eenheidsprijs per strekkende meter wordt bekomen door het geheel der verhaalbare uitgaven, benevens de schattingswaarde van de terreinen welke kosteloos worden afgestaan, te delen door de totale lengte der eigendommen aan de straatzijde. Wanneer het gaat om een afgesneden of afgeronde hoek, gevormd door twee openbare wegen, wordt de lengte ervan voor de helft aangerekend langs elke straatzijde. Agenda met toelichting gemeenteraad 17 december 2007 pagina 11 van 58

Artikel 4. Wanneer er twee of meer eigendommen gelegen zijn binnen een der zones welke zich langs weerszijden van de weg uitstrekken, over een diepte van 12 meter, dan wordt de belasting welke berekend wordt overeenkomstig art. 3, verdeeld onder de betrokken eigenaars in verhouding tot de hun toebehorende oppervlakte binnen de betrokken strook. Wanneer er een strook non aedificandi bestaat, wordt er geen rekening gehouden met de diepte van deze stroken voor de berekening van de diepte van 12 meter zoals bedoeld in alinea 1. Artikel 5. In de mate dat de stroken, bepaald in het voorgaande artikel, elkaar dekken, kan een eigendom of een gedeelte van een eigendom niet tweemaal worden belast wegens grondverwervingen, achtereenvolgens uitgevoerd aan twee verschillende wegen. Wanneer werken gelijktijdig aan twee verschillende wegen uitgevoerd worden, geldt de vrijstelling voor de belasting welke verschuldigd is voor de werken aan de weg waar de belasting het laagst is. Dit artikel is niet van toepassing op de hoekterreinen. Artikel 6. Het eigendom of gedeelte van een eigendom gelegen op de hoek van twee openbare wegen of van twee gedeelten van de openbare weg en dat langs elk van deze wegen of gedeelten van de weg aan de straatzijde gelegen is, wordt vrijgesteld: - indien de aankoopverrichtingen achtereenvolgens in de twee wegen uitgevoerd werden voor de verwezenlijking van verschillende ontwerpen: voor de belasting die verschuldigd is voor de weg waar de verrichtingen in laatste instantie uitgevoerd werden; - indien de aankoopverrichtingen gelijktijdig in twee wegen uitgevoerd werden: voor de belasting die verschuldigd is voor de weg waar de belasting op basis van de gevellengte van het eigendom het laagst is. Deze bepaling is slechts van toepassing wanneer de assen van de wegen of gedeelten van openbare wegen tegenover het betrokken eigendom een hoek vormen van ten hoogste 120. Bovendien worden de door onderhavig artikel toegestane vrijstellingen slechts berekend op een maximale gevellengte van het eigendom van 20 meter langs elke weg of gedeelten van een weg. Deze vrijstelling is niet toepasselijk wanneer de belasting niet in de twee wegen of gedeelten van wegen werd ingevorderd. Wanneer het gaat om een afgesneden of afgeronde hoek wordt de lengte ervan voor de helft aangerekend langs elke straatzijde of gedeelte van een straatzijde. De verkaveling of de wijziging van de oppervlakte van een eigendom, brengt geen verandering in de bij onderhavig artikel bepaalde vrijstellingen. Artikel 7. De jaarlijks te betalen belasting omvat de jaarlijkse schijf van het terug te betalen kapitaal dat aangewend werd ter betaling der terugvorderbare uitgave, vermeerderd met het bedrag van de intrest die op het niet teruggestorte gedeelte moet worden betaald. De jaarlijkse belastingen kunnen worden berekend onder de vorm van vaste jaarlijkse bedragen. De toe te passen rentevoet is die welke op het ogenblik dat de verrichtingen ten einde zijn, toepasselijk is op de aan de gemeente voor 15 jaar toegestane leningen voor de financiering van werken van dezelfde aard als die welke aanleiding geven tot de belasting. Artikel 8. De belastingplichtige kan, te allen tijde, het eigendom ontlasten van het bedrag der terugvorderbare uitgaven, die erop betrekking heeft door aan de gemeente het bedrag van de nog niet eisbare schijven van het kapitaal te storten. De intrest is steeds verschuldigd voor het jaar tijdens hetwelk de betaling plaatsheeft. Artikel 9. De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 10. De belasting slaat op het eigendom en is verschuldigd door de eigenaar. Ingeval er een recht van opstal, een recht van erfpacht of een recht van vruchtgebruik bestaat is de belasting verschuldigd door de opstalhouder, de erfpachter, of de vruchtgebruiker, terwijl de eigenaar hoofdelijk mede de betaling van de belasting verschuldigd is. Wanneer het eigendom bestaat uit een gebouw met meerdere appartementen, waarop de verschillende eigenaars een uitsluitend recht hebben, dan wordt de belasting die betrekking heeft op het gebouw, verdeeld onder hen in de verhouding van hun respectievelijk aandeel in de gemeenschappelijke gedeelten. Ingeval van overgang van onroerende zakelijke rechten, wordt de nieuwe eigenaar belastingplichtig vanaf 1 januari volgend op de datum der akte die hem het recht toekent. Agenda met toelichting gemeenteraad 17 december 2007 pagina 12 van 58

Artikel 11. Worden op de rol gebracht de schuldenaren, aangeduid zoals bepaald in artikel 10, ingevolge hun hoedanigheid van belastingplichtige op 1 januari volgend op de voltooiing van de grondverwervingen en op 1 januari van ieder volgend belastingdienstjaar. Artikel 12. De eerste jaarlijkse schijf is verschuldigd op de eerste januari volgend op de voltooiing van de grondverwervingen vastgesteld door een besluit van het college van burgemeester en schepenen. Elke jaarlijkse schijf is eisbaar vanaf ontvangst door de ontvanger van de uitvoerbare rol en betaalbaar binnen de twee maanden vanaf het afleveren van het waarschuwingsuittreksel uit de rol. Artikel 13. De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in de gelijknamige wet van 24 december 1996 zoals aangevuld en gewijzigd door de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen en latere aanvullingen en het uitvoeringsbesluit ter zake. Artikel 14. De belasting wordt uitgesteld in volgende gevallen: - wanneer de huidige belastingplichtige vrijgesteld is ingevolge de wetten en besluiten; - voor de niet bebouwde terreinen welke gelegen zijn in de landelijke gedeelten van de gemeenten, zoals bepaald door de gemeenteraad; - voor de terreinen waarop het ingevolge een beslissing van de overheid niet toegelaten of niet mogelijk is te bouwen, ter zake worden de aaneenpalende terreinen die aan dezelfde eigenaar toebehoren, als één geheel beschouwd. Wanneer de toestand om reden waarvan de belasting uitgesteld werd, geheel of gedeeltelijk een einde neemt voor het verstrijken van een periode van 15 jaar te rekenen vanaf het eerste belastingdienstjaar, is de jaarlijkse belasting verschuldigd vanaf 1 januari hierop volgend en dit voor het overblijvend gedeelte van de periode waarvoor de belasting in toepassing van art. 1, laatste lid, verschuldigd is. Indien, bij het verstrijken der 15 jaren deze toestand nog geen einde genomen heeft, wordt het goed definitief vrijgesteld. Artikel 15. In geval van opheffing of niet-hernieuwing van onderhavige verordening of indien de belastingvoeten zouden verlaagd worden, verbindt de gemeente zich ertoe aan de belastingplichtigen, die de belasting in kapitaal gekweten hebben, de bedragen terug te betalen die tengevolge de afschaffing van de belasting of de vermindering van de belastingvoeten als ten onrechte betaald moeten beschouwd worden. In dit laatste geval zal de terugbetaling in verhouding zijn tot de vermindering van de belastingvoeten, waarvan de belastingplichtigen die jaarlijks ingekohierd worden zullen genieten. Artikel 16. De bepalingen van de vroeger van kracht zijnde verordeningen op de verhaalbelastingen blijven van kracht op de toestanden die tijdens hun heffingstermijn ontstonden. Artikel 17. Onderhavige verordening zal voor verder gevolg aan het Bestuurlijk toezicht toegezonden worden. 1.713.119 12. Financieel beleid - Gemeentelijk belastingsreglement op tweede verblijven - Goedkeuring. Onderhavig gemeentelijk belastingsreglement werd door de gemeenteraad goedgekeurd in zitting van 18 december 2006 en gold voor een periode tot 31 december 2007. Deze belasting wordt vastgesteld op 248,00 EUR per tweede verblijf. Thans wordt de gemeenteraad gevraagd goedkeuring te hechten aan onderhavig belastingsreglement voor een periode tot 31 december 2013. Agenda met toelichting gemeenteraad 17 december 2007 pagina 13 van 58

Gelet op de Wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen zoals aangevuld en gewijzigd door de Wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen en latere aanvullingen. Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet. Gelet op het Koninklijk Besluit van 12 april 1999 tot bepaling van de procedure voor de gouverneur of voor het college van burgemeester en schepenen inzake bezwaarschriften tegen een provincieof gemeentebelasting. Gelet op de financiële toestand van de gemeente. Gelet op de toelichting verstrekt door... Artikel 1. - Met ingang van 1 januari 2008 en voor een termijn eindigend op 31 december 2013 wordt een directe gemeentebelasting gevestigd op de tweede verblijven. Artikel 2. - Als tweede verblijf wordt beschouwd elke woongelegenheid waarvan degene die er kan verblijven, voor deze woongelegenheid niet ingeschreven is in de bevolkingsregisters, ongeacht het feit of het gaat om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans. Als tweede verblijf worden niet beschouwd : - het lokaal uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit; - verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens, tenzij ze tenminste zes maanden van het belastingsjaar opgesteld blijven om als woongelegenheid aangewend te worden. Artikel 3. - De belasting is ondeelbaar en voor gans het jaar verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die eigenaar is van het tweede verblijf op 1 januari van het belastingsjaar. Artikel 4. - De belasting wordt vastgesteld op 250,00 EUR per tweede verblijf. Artikel 5. - De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 6. - De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in de gelijknamige wet van 24 december 1996 zoals aangevuld en gewijzigd door de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen en latere aanvullingen en het uitvoeringsbesluit terzake. Artikel 7. - Onderhavige belastingsverordening zal voor verder gevolg aan het Bestuurlijk toezicht toegezonden worden. 1.713.414.1 13. Financieel beleid - Gemeentelijk belastingsreglement op het openen of veranderen van hinderlijke inrichtingen - Goedkeuring. Onderhavig gemeentelijk belastingsreglement werd door de gemeenteraad goedgekeurd in zitting van 18 december 2006 en gold voor een periode tot 31 december 2007. Thans wordt de gemeenteraad gevraagd goedkeuring te hechten aan onderhavig belastingsreglement voor een periode tot 31 december 2013. Agenda met toelichting gemeenteraad 17 december 2007 pagina 14 van 58

Gelet op de Wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen zoals aangevuld en gewijzigd door de Wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen en latere aanvullingen. Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet. Gelet op het Koninklijk Besluit van 12 april 1999 tot bepaling van de procedure voor de gouverneur of voor het college van burgemeester en schepenen inzake bezwaarschriften tegen een provincieof gemeentebelasting. Gelet op de inwerkingtreding van het Vlaams Reglement betreffende Milieuvergunningen. Gelet op de kosten die hiermede voor de gemeente gepaard gaan. Gelet op de financiële toestand van de gemeente. Gelet op de toelichting verstrekt door... Artikel 1. - Met ingang van 1 januari 2008 en voor een termijn eindigend op 31 december 2013 wordt een gemeentebelasting gevestigd op het openen of veranderen van een door het Vlarem als hinderlijk beschouwde inrichting van 1e en 2e klasse in het kader van een handels-, nijverheids- of landbouwonderneming. De belasting is verschuldigd door de exploitant. De belasting treft eveneens de exploitant van de inrichting die voor de inwerkingtreding van het Vlarem niet vergunningsplichtig was maar op het ogenblik van de inwerkingtreding van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning reeds in bedrijf is gesteld en overeenkomstig de bepalingen ervan vergunningsplichtig wordt. Artikel 2. - De belasting bedraagt : - 500,00 EUR voor de inrichtingen van 1e klasse, waarvoor een hoorzitting dient ingericht te worden; - 250,00 EUR voor andere inrichtingen van 1e klasse; - 65,00 EUR voor de inrichtingen van 2e klasse. Indien een handels-, nijverheids- of landbouwonderneming wordt geopend derwijze dat daarop gelijktijdig meer dan een indelingsrubriek van het Vlarem van toepassing is dan is enkel de belasting voor de hoogste klasse van hinderlijkheid verschuldigd. Artikel 3. - Voor de inrichtingen die slechts gedeeltelijk op het grondgebied van de gemeente gelegen zijn wordt de belasting verminderd in dezelfde verhouding als deze welke bestaat tussen de oppervlakte van het gedeelte van de inrichting buiten de gemeente opgericht en de ganse oppervlakte. Artikel 4. - Een indirecte belasting ten belope van 50 % van bovenvermelde aanslagvoeten is verschuldigd als bijdrage in de administratie- en onderzoekskosten van de gemeente indien de vergunningsaanvraag of melding zonder gevolg blijft hetzij a) omdat de vergunning wordt geweigerd; b) omdat de titularis geen gebruik maakt van de vergunning of melding binnen de termijn van zes maanden volgend op de aanvangsdatum van de vergunningstermijn. Indien in geval b) de hinderlijke inrichting later toch wordt geopend zal deze verminderde belasting in mindering van de op dat ogenblik verschuldigde openingsbelasting worden gebracht. Artikel 5. - Zodra de vereiste vergunning wordt bekomen moet de exploitant van de als hinderlijk beschouwde inrichting aangifte doen bij de gemeenteontvanger en er een bedrag gelijk aan de vermoedelijke belasting in bewaring geven tegen afgifte van een ontvangstbewijs dat op elk verzoek van de met toezicht belaste ambtenaren of agenten moet worden getoond. Het in bewaring gegeven bedrag zal van ambtswege als een verworven contant-belasting worden geboekt en t.o.v. de belastingplichtige met een kwitantie worden bevestigd indien geen tegenbericht van de belastingplichtige bij het gemeentebestuur toekomt uiterlijk de dag voor deze Agenda met toelichting gemeenteraad 17 december 2007 pagina 15 van 58

waarop het belastbaar feit zich zal voltrekken. Bij gebrek aan contant-betaling of in geval deze niet gelijk is aan de reële belastingschuld, berekend op basis van de gegevens waarover het gemeentebestuur nadien beschikt, zal worden overgegaan tot inkohiering, respectievelijk terugbetaling van het verschil. Bij inkohiering is de belasting onmiddellijk eisbaar. Artikel 6. - De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in de gelijknamige wet van 24 december 1996 zoals aangevuld en gewijzigd door de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen en latere aanvullingen en het uitvoeringsbesluit terzake. Artikel 7. - Onderhavige belastingsverordening zal voor verder gevolg aan het Bestuurlijk toezicht toegezonden worden. 1.713.414.4 14. Financieel beleid - Gemeentelijk belastingsreglement voor schroot en oude voertuigen - Goedkeuring. Onderhavig gemeentelijk belastingsreglement werd door de gemeenteraad goedgekeurd in zitting van 18 december 2006 en gold voor een periode tot 31 december 2007. Gelet op de Wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen, laatst gewijzigd bij Wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen. Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet. Gelet op het Koninklijk Besluit van 12 april 1999 tot bepaling van de procedure voor de gouverneur of voor het college van burgemeester en schepenen inzake bezwaarschriften tegen een provincieof gemeentebelasting. Gelet op de financiële toestand van de gemeenten. Gelet op de toelichting verstrekt door... Artikel 1. - Met ingang van 1 januari 2008 en voor een termijn eindigend op 31 december 2013 wordt ten behoeve van de gemeente Malle een jaarlijkse belasting geheven op de stapelplaatsen voor schroot en/of buiten gebruik gestelde voertuigen of onderdelen. Artikel 2. - Wordt als stapelplaats aanzien, elke in de gemeente in open lucht gelegen stapelplaats, ongeacht de hoeveelheid opgestapeld materiaal. Voor de berekening van de belasting komt in aanmerking : - de oppervlakte van het terrein waarop de stapelplaats is gevestigd, met inbegrip van de oppervlakte van alle aanhorigheden dienstig voor de exploitatie, zoals loodsen, dienstgebouwen, wegen. Artikel 3. - Het bedrag van de jaarlijkse belasting wordt vastgesteld op 0,4 EUR per m² van de belastbare oppervlakte der stapelplaats. Artikel 4. - De belasting is verschuldigd door de exploitant van de stapelplaats en subsidiair door de eigenaar van de grond waarop de stapelplaats is gevestigd. Artikel 5. - Zijn van de belasting vrijgesteld : Agenda met toelichting gemeenteraad 17 december 2007 pagina 16 van 58

a) de stapelplaatsen voor materialen die het onderwerp zijn van een continu bedrijvigheid voor verwerking of verzending; b) de tot 200 m² beperkte oppervlakte rondom bestaande garages, die gebruikt worden om geaccidenteerde wagens te plaatsen in afwachting van hun herstelling. Artikel 6. - De belasting is volledig verschuldigd voor inrichtingen die op 1 januari in dienst zijn of tijdens het eerste halfjaar in dienst genomen worden; en voor de helft voor diegenen die tijdens het tweede halfjaar in gebruik genomen worden. Artikel 7. - De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 8. - De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in de gelijknamige wet van 24 december 1996 zoals aangevuld en gewijzigd door de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen en latere aanvullingen en het uitvoeringsbesluit terzake. Artikel 9. - Onderhavige belastingsverordening zal voor verder gevolg aan het Bestuurlijk toezicht toegezonden worden. 1.713.414.7 15. Financieel beleid - Gemeentelijk belastingsreglement op valse alarmmeldingen - Goedkeuring. Onderhavig gemeentelijk belastingsreglement werd door de gemeenteraad goedgekeurd in zitting van 26 maart 2007 en gold voor een periode tot 31 december 2007. Gelet op de Wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen, laatst gewijzigd bij Wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen. Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet. Gelet op het Koninklijk Besluit van 12 april 1999 tot bepaling van de procedure voor de gouverneur of voor het college van burgemeester en schepenen inzake bezwaarschriften tegen een provincieof gemeentebelasting. Gelet op het koninklijk besluit van 19 juni 2002 houdende de voorwaarden voor installatie, onderhoud en gebruik van alarmsystemen en beheer van alarmcentrales. Overwegende dat het nodeloos alarmeren van de politie zware werkingskosten met zich meebrengt. Overwegende dat de hoeveelheid valse alarmmeldingen de efficiëntie van het normale politiewerk en de openbare orde en veiligheid ernstig in het gedrang kan brengen. Gelet op de financiële toestand van de gemeente. Gelet op de toelichting verstrekt door... Artikel 1. Met ingang van 1 januari 2008 en voor een periode eindigend op 31 december 2013 wordt er een gemeentebelasting geheven op elke interventie van de politie, ten gevolge van: - een vals alarmsignaal; Agenda met toelichting gemeenteraad 17 december 2007 pagina 17 van 58