Werkinstructie. voor het technisch bedrijf van S.S. Christiaan Brunings

Vergelijkbare documenten
Instructies Machinekamer Schroefstoom Schip SS Christiaan Brunings

Rondgang in de machine kamer. Een foto impressie met onderschrift. Nummering komt overeen met de leidingsystemen.

Koelwater. Voeding water, stoom, condens, koelwater nodig om de afgewerkte stoom na de werktuigen te transformeren tot water.

Vacuüm en oorzaken voor het wegvallen hiervan

Gebruiksaanwijzing cilinderzuurstofsysteem

Klein vaarbewijs. 7 e bijeenkomst

"De meest gebruikte pomp is de zuigerpomp, legt Fred uit aan Karel. "Weet jij een voorbeeld van zo n pomp?

Opsteller B.Nieuwenhuis Advies nummer: W15011

Museale kennis, Vraag; Hoe oud is het schip? Antwoord;

Werkstukhulp Hoe werkt een Stoommachine

AMSTERDAM De Sentinel stuurmachine

Duplex pomp AMSTERDAM Zuigerstoomwerktuigen.

Pompen AOC OOST Almelo Groot Obbink

Men kan door toevoeging van hydrazine lucht bestrijden..

Uitdeukset hydraulisch 4 ton Handleiding

kettingen moeten ook gelijktijdig ingehieuwd kunnen worden kettingen moeten ook gelijktijdig kunnen worden gestoken.

Hydrauliek 1 AOC OOST Almelo Groot Obbink

Reparatievoorschriften Demonteren van het CF500 besturingsventiel

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie

TXS werklijst A B C D E F G H Werklijst 2/11/2013 Prioriteit Verantwoordelijke: voor d.d. Gedaan door datum opmerkingen

Pneumatiek 1 AOC OOST Almelo Groot Obbink


Koelvloeistof bijvullen. Werkzaamheden aan het koelsysteem van het voertuig WAARSCHUWING!

Montage- en Gebruikshandleiding

Warmte & ventilatie. Richtlijnen voor een warme en geventileerde woning

Amsterdam 18 april 2003 De ketel De ketel is de primaire warmtewisselaar, alle energie vrijgemaakt uit de brandstof passeert de ketel, 60% van die

Gebruiksaanwijzing Biertap

Informatieblad. Warmtepompen INLEIDING

Syllabus Verwarming & Sanitair

AANSLUITSCHEMA 1 - VOOR CV HOUTKACHELS Aansluitschema voor de aansluiting van een CV houtkachel op een bestaand cv systeem

vacurex het einde van uw erectieprobleem handleiding elektrische pomp Gebruiksvriendelijk en succes verzekerd! vacuüm erectie systemen

NNPC PUBLICATIE BALLASTWATER

Wervelbedfilters. Van glas kan je het dus ook maken zoals ik al eerder op merkte Voordeel het is goedkoper Nadeel het is kwetsbaarder

Gebruiksaanwijzing HEETWATERAPPARAAT

Een brommer laten rijden die een tijd stil heeft gestaan

1.2 De tweeslagmotor. De werking en het principe van een tweeslagmotor

via transformatoren zorgen we dat de NETspanning (van buiten) gebruikt kan worden om op te starten.

Componenten voor hydraulische uitrusting. Algemeen. Maatregelen vóór het starten van een nieuw hydraulisch systeem

MC1000 / MC1001 MANUAL. Gebruiks- en ijkingsinstructies

HANDLEIDING CHAPEPOMP

via transformatoren zorgen we dat de NETspanning (van buiten) gebruikt kan worden om op te starten.

Kleine spiritus brander

Alfamix (wasmachines) Handleiding

HANDLEIDING voor de kolen gestookte locomotief

AUTOMATISCHE KOFFIEMACHINE 1. BELANGRIJK

Koelvloeistofuitlaat voor externe verwarming. Algemeen

RC030/RC035 Pneumatisch (handmatig) vloeistof afzuigapparaat. Instructies

Verwijder de transportbeveiliging - magneetband

LANCERING TURBOCHARGER MOUNTING KIT - THM50001

TECHNISCHE INSTRUCTIES. Service Campagne Elektrische HV-waterpomp Prius NHW20 modeljaar

Koelvloeistofuitlaat voor externe verwarming. Algemeen

De vlamverdeler. Je hebt nodig: 1 brander met aansteker 1 gaasje 1 lucifer 1 knijper

CAU-1 & CAU-1T NUL-EMISSIE AFZUIGUNIT VOOR ROETMETINGEN i.c.m. SSM 2000 en DSS-2

Koffiemachine Bravilor Bonomat Mondo Twin

Motor start niet. Startmotor defect Batterij leeg Elektrische aansluiting(en) defect. Startinrichting werkt niet

Handleiding Zelfaanzuigende e-she pomp

Aanvullende documentatie bij montage- en technische handleiding

De werking van motoren

Cursus Vacuümtechniek Week 8 Rotatiepompen

Grote inspectie Compound Machine S.S. Christiaan Brunings.

Delta Water Softeners Nederland BV De Sonman 27, 5066 GJ Moergestel T : info@dewason.nl

Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

Handleiding Hogedrukpan Field Koch

ZEUS PYRO. Werking volgens onderdruk principe. Rendement 82-90% Geringe afmetingen. Ingebouwde veiligheidskoelspiraal

Set met olielekdetector voor hydraulisch systeem Greensmaster 3300/3400-serie TriFlex tractie-eenheid Modelnr.: 04715

Route door Museum De Cruquius

Gebruikershandleiding Mini pneumatische polijstmachine EG1062

PRACTICUM BRANDER. Welke twee veiligheidsmaatregelen moet je bij jezelf nemen?

Gebruiksaanwijzing HEETWATERAPPARAAT HEETWATERAPPARAAT HWA 20

Gebruiksaanwijzing Vapalux druklantaarn M320

Montagehandleiding van TEO systeembesturing

1 Hydraulische systemen Hydraulische overbrengingen Kracht, snelheid en vermogen Afsluiting 18

Niet condenseerbare gassen

Brouwinstallatie. Brouwinstallatie: Clubgebouw Benodigdheden Brouwerij Maischketel Filterkuip Kookketel Pompen Koeler Proces

Manual Pro-Leaf klimaatsystemen.

GEBRUIKERSHANDLEIDING

Handleiding: Rupsdumper zelfladende bak.

Handleiding droogkoelers

Impregneerinstallaties Droogovens en Pyrolyseovens

SENTRY ELEKTRISCHE BOILERS

Gebruikershandleiding Lees deze handleiding voor gebruik goed door Nietmachine/tacker luchtdruk

...een product van BEKA

ClimateBooster Convector Pro Handleiding

Nefit Economy cv-boilers

VMBO PIE. Zonneboiler

MEMORANDUM 71 ONDERDRUKBEVEILIGING IN SPRINKLERINSTALLATIES

ZD COMPACT SILENT - DIESEL

EcoAir 60. Gebruiksaanwijzing

Handleiding AFM Filter

Si-1. Programma van dit semester. 1e deel stoomtabellen 2e stoomketels. Wat is koken? een verschijnsel

Veiligheid afwasautomaat 4. Vereisten installatie 5. Instructies installatie 7

De stoominstallatie met: ketel, turbine, condensor en voedingspomp. Eigenlijk wordt maar weinig energie nuttig gebruikt in een installatie:

Nefit EcomLine HR. Gebruikersinstructie. Nefit houdt Nederland warm

Byzoo Sous Vide Turtle

Byzoo Sous Vide Hippo

Motoro liën en oliefilter vervangen 2.0

Algemene montage-instructie van het ATON B100RV-VW zonne-energie systeem- VOORL.

Transcriptie:

Werkinstructie voor het technisch bedrijf van S.S. Christiaan Brunings Versie: 3.0 Datum: 30-01-2006 Voorwoord bij versie 1.0 Dit is de eerste versie van de werkinstructie voor het technisch bedrijf van het S.S. Christiaan Brunings. Deze werkinstructie is bedoeld om vast te leggen hoe moet worden omgegaan met de technische installatie van de Brunings, zodat ook een bemanning, die geen ervaring met het stoombedrijf uit de eerste hand heeft, kan lezen hoe gehandeld moet worden. In deze versie ligt de nadruk op het stoombedrijf in de machinekamer: het opstoken van de ketel en het in bedrijf brengen van de hulpwerktuigen en de hoofdmachine. Deze werkinstructie is tot stand gekomen in een inmiddels niet meer te achterhalen aantal gesprekken met Ab Poulain en Hans van den Akker. De inhoud van dit geschrift in vooral een neerslag van hun kennis en ervaring. Deze eerste versie is verre van volledig. Er is bijvoorbeeld nog geheel geen aandacht besteed aan de elektrische installatie en de drinkwater voorziening, om maar eens twee onderwerpen te noemen. Maar zoals elke reis begint met de eerste stap, zo ook deze werkinstructie. Volgende versies zullen voortbouwen op het fundament, dat hier is gelegd. 1

Voorwoord bij versie 3.0 Opmerkingen van Willem Kamphuis verwerkt; Schema water aangepast (suppletieleiding); Type olie voor schroefaskoker aangepast; Afsluiter 33 in suppletieleiding toegevoegd; Inhoudsopgave Voorwoord bij versie 1.0 2 Voorwoord bij versie 3.0 2 Inhoudsopgave 3 Schema's 5 Overzicht van afsluiters en kranen 9 Opstoken koude stoomketel 12 Gereedmaken van het stoombedrijf 14 Smeren voor het in bedrijf stellen 16 Smeerschema 19 Algemene dienst pomp voor persluchtbedrijf 21 Algemene dienst pomp voor stoombedrijf 23 Circuleren van het ketelwater tijdens het opstoken via de hoofdvoedingsafsluiter 25 Circuleren van het ketelwater tijdens het opstoken via de hulpvoedingsafsluiter 26 Stoppen van het circuleren van het ketelwater tijdens het opstoken 27 Doorblazen van de peilglazen 28 Koelwaterpomp29 Lenzen met behulp van de ejecteur 32 Regelen temperatuur voedingwater in de warmwaterbak 33 Vacuümpomp 34 Vullen van de stoomketel vanuit de achterpiek, met behulp van het sanitair systeem 36 Vullen van de stoomketel vanuit de achterpiek, met behulp van de algemene dienst pomp met perslucht 37 Vullen van de stoomketel vanuit de achterpiek, met behulp van de algemene dienst pomp op stoom 39 Vullen van de stoomketel vanuit de warmwaterbak, met behulp van de algemene dienst pomp op stoom, via de hoofdvoedinsafsluiter 40 Vullen van de stoomketel vanuit de warmwaterbak, met behulp van de algemene dienst pomp op stoom, via de hulpvoedinsafsluiter 42 Regeling waterniveau warmwaterbak 44 Vullen van de stoomketel vanuit de achterpiek, met behulp van de injecteur 45 Suppleren via de condensor 47 Inleiding In deze werkinstructie wordt verondersteld, dat de lezer een behoorlijke algemene kennis heeft van zuigerstoomwerktuigen in het algemeen en van het scheepsstoomwerktuig in het bijzonder. Hier worden geen algemene principes uitgelegd, hier wordt aangegeven hoe een en ander op de Brunings is ingericht en moet worden bediend. De opbouw van de werkinstructie is al volgt: eerste worden de leidingschema's gegeven, samen met een opsomming van de verschillende kranen en afsluiters. De schema's zijn voorzien van een korte toelichting. Vervolgens worden algemene taken beschreven, zoals het opstoken van de koude stoomketel en het gereed maken van het stoombedrijf. In de beschrijvingen van de algemene taken wordt verwezen naar gedetailleerde werkinstructies. Deze zijn opgenomen na de beschrijvingen van de algemene taken. 2

WAARSCHUWING Het leidingennet van de Christiaan Brunings is in de loop van de tijd heel complex geworden. Eén van de gevolgen daarvan is, dat veel leidingen, afsluiters en kranen een functie hebben bij verschillende activiteiten. Het is daarom zaak, dat alle afsluiters en kranen, die niet voor een activiteit geopend moeten zijn, ook inderdaad gesloten zijn. In de volgende werkinstructie wordt niet steeds vermeld, welke kranen en afsluiters dicht moeten zijn; alle niet gebruikte afsluiters en kranen worden verondersteld dicht te zijn, tenzij ze voor een andere activiteit open moeten zijn. Op de schema's is te zien om welke kranen en afsluiters het gaat. Een belangrijke uitzondering op deze regel wordt gevormd door de kranen en afsluiters van de peilglazen. De kranen en afsluiters, die de peilglazen met de water- en stoomzijde van de ketel verbinden, moeten altijd open staan, behalve als ze voor het doorblazen van de peilglazen gedurende een korte tijd gesloten worden. Een tweede uitzondering zijn de afsluiter en de driewegkraan van de manometer. Ook die moeten altijd open staan. Wanneer is te verwachten, dat een stoomwerktuig gedurende een langere periode buiten gebruik zal blijven, dan moeten de condensaatkranen van dat werktuig eveneens open staan. Schema's Dit hoofdstuk bevat de schema's van de leidingen e.d.. Vooralsnog zijn alleen de schema's voor stoom en 'technisch' water opgenomen. Het sanitair systeem en de elektrische installatie ontbreken nog. Voor het tekenen van de schema's is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de geldende norm: Normen voor gas- en waterleiding NEN 3048, 5 e druk, maart 1984. Deze normen geven niet in alle gevallen een symbool: er is daarin bijvoorbeeld geen symbool voor een stoommachine. In die gevallen, waarin geen symbool uit het normblad beschikbaar was, is zelf een symbool gemaakt. In de schema's is niet het werkelijke verloop van de leidingen weergegeven. Wel staan componenten zoals de wierbakken, de warmwaterbak, de pompen e.d. ongeveer op de plaats waar zijn in werkelijkheid ook staan. Het leidingennet voor stoom en 'technisch' water is in drie schema's weergegeven: stoom, peilglazen en manometer, water. Deze verdeling is noodzakelijk ter wille van de overzichtelijkheid. Alles samen op één schema met formaat A4 zou volstrekt onleesbaar zijn geweest. Daar waar een leiding doorloopt in een ander schema, is dat zonodig aangegeven; waar dat voor zich spreekt is dat nagelaten. Ook ter wille van de overzichtelijkheid zijn in de schema's de condensaatkranen niet opgenomen. In de tekst van de werkinstructies wordt wel naar de condensaatkranen verwezen. Een gevolg van de verdeling van de installatie over meerdere schema's is, dat op het stoom schema de stoommachines van de verschillende pompen zijn weergegeven, terwijl in het water schema de pompen zelf zijn afgebeeld. De pompen en andere machines zijn in de schema's aangeduid met hoofdletters, de afsluiters 3

en kranen met nummers. Na de schema's is een lijst opgenomen met alle kranen en afsluiters, met een korte omschrijving. In die lijst is ook te zien, dat de nummering samenhangt met de verschillende functies. In de werkinstructies zijn figuren opgenomen. Die figuren zijn ontleend aan de schema's, maar t.o.v. de schema's zijn de componenten wel verplaatst, zodat de figuren compact zijn geworden. De onderlinge posities van de componenten zijn op hoofdlijnen wel gehandhaafd. 4

5

6

7

Overzicht van afsluiters en kranen 1-6 Buitenboordwater 1 afsluiter op de SB wierbak in de leiding naar de algemene dienst pomp 2 afsluiter op de SB wierbak in de leiding naar de koelwaterpomp 3 afsluiter op de BB wiekast in de leiding naar de kranen boven de lagers van de hoofdmachine 4 afsluiter op de BB wierkast in de zuigleiding van de injecteur 5 afsluiter op de BB wierbak in de leiding naar de koelwaterpomp 6 afsluiter op de BB wierkast in de zuigleiding van de voedingspomp 10-18 Ballast 10 afsluiter in de leiding tussen de koelwaterleiding en de injecteur 11 voorpiek ballast afsluiter in de BB verdeelkast 12 achterpiek ballast afsluiter in de BB verdeelkast 13 voorste afsluiter in de leiding tussen de voorpiek en de achterpiek 14 achterste afsluiter in de leiding tussen de voorpiek en de achterpiek 15 afsluiter in de leiding tussen de koelwaterleiding en de leiding tussen de voorpiek en de achterpiek 16 driewegkraan in de leiding tussen de koelwaterleiding en de leiding tussen de voorpiek en de achterpiek 17 afsluiter in de zuigleiding van de BB verdeelkast naar de koelwaterpomp 18 afsluiter in de leiding naar de leiding tussen de voorpiek en de achterpiek 20-23 Koelwater 20 buitenboordafsluiter van de koelwaterleiding 21 afsluiter in de koelwaterleiding van de condensor naar de BB wierkast 22 kranen boven de lagers van de hoofdmachine 23 kraan op de condensor in de leiding naar het stuwblok 30-32 Noodvoeding 30 kraan in de leiding tussen de zuigleiding van de voedingspomp en de leiding van de BB wierkast naar de kranen boven de lagers van de hoofdmachine 31 afsluiter in de leiding tussen de zuigleiding van de voedingspomp en de leiding van de BB wierkast naar de kranen boven de lagers van de hoofdmachine 32 kraan op de condensor in de suppletieleiding 33 afsluiter in de suppletieleiding 40-45 Lenzen 40 buitenboordkraan van de ejecteur 41 afsluiter in de leiding van de lensput in de machinekamer naar de algemene dienst pomp 42 buitenboordafsluiter in de SB verdeelkast 43 cofferdam lens afsluiter in de BB verdeelkast 44 machinekamer lens afsluiter in de BB verdeelkast 45 achterruim lens afsluiter in de BB verdeelkast 50-59 Voedingwater 50 afsluiter op de warmwaterbak in de zuigleiding van de voedingspomp 51 hoofdvoedingsafsluiter 52 hulpvoedingsafsluiter 53 kraan in de leiding van BB verdeelkast naar de zuigleiding van de voedingspomp 54 voedingsafsluiter in de SB verdeelkast 55 afsluiter in de leiding tussen de SB verdeelkast en de voorwarmer 56 kraan in de leiding tussen de koelwaterleiding en de injecteur 57 afsluiter in de leiding tussen de injecteur en de hulpvoedingsafsluiter 58 kraan in de leiding tussen de warmwaterbak en de zuigleiding van de vacuümpomp 59 afsluiter in de leiding van de spuiafsluiter op de ketel naar de zuigleiding van de algemene dienst pomp 60-62 Spuien 60 spuiafsluiter op de ketel 61 buitenboordkraan in de spuileiding 62 breinafsluiter op de ketel 65-69 Niveauregeling warmwaterbak 65 twee kranen op de luchthelm van de voedingspomp 66 vlotterkraan in de warmwaterbak 70-79 Verse stoom tot en met verdeelkast8

70 hoofdstoom afsluiter op de ketel 71 hulpstoom afsluiter op de ketel 72 afsluiter op de stoomverdeelkast voor stoom aan dek 73 afsluiter op de stoomverdeelkast in de leiding naar de BB wiekast en de achterpiek 74 VS afsluiter voor de algemene dienst pomp op de stoomverdeelkast 75 VS afsluiter voor de lichtmachine op de stoomverdeelkast 76 afsluiter in de leiding van de stoomverdeelkast naar de injecteur 77 regelkruk op de injecteur 78 VS afsluiter voor de ankerlier en de voorpiek op de stoomverdeelkast 79 VS afsluiter voor de stuurmachine op de stoomverdeelkast 80-88 Verse stoom toelaat 80 VS afsluiter in de stoomleiding voor de koelwaterpomp en de vacuümpomp 81 VS afsluiter voor de stuurmachine in de stuurhut 82 VS afsluiter van de koelwaterpomp 83 VS afsluiter van de vacuümpomp 84 afsluiter in de stoomleiding naar de zeef bij afsluiter 5 op de BB wierkast 85 VS afsluiter van de algemene dienst pomp 86 VS afsluiter van de ejecteur 87 VS afsluiter van de lichtmachine 88 VS afsluiter voor de ankerlier aan dek 90-96 Afgewerkte stoom 90 AS kraan voor de stuurmachine op de condensor 91 AS afsluiter van de vacuümpomp 92 AS kraan voor de algemene dienst pomp en de lichtmachine op de condensor 93 driewegkraan in de AS leiding van de lichtmachine 94 driewegkraan in de AS leiding van de algemene dienst pomp 95 driewegkraan in de AS leiding van de koelwaterpomp 96 afsluiter in de leiding van de voorwarmer naar de condensor 100-112 Peilglazen 100 afsluiter peilglasleiding waterzijde 101 aftap afsluiter aan peilglasleiding 102 peilglaskraan aan de onderzijde van het BB peilglas 103 peilglaskraan aan de onderzijde van het SB peilglas 104 peilglasafsluiter aan de onderzijde van het BB peilglas 105 peilglasafsluiter aan de onderzijde van het SB peilglas 106 doorblaasafsluiter aan de onderzijde van het BB peilglas 107 doorblaasafsluiter aan de onderzijde van het SB peilglas 108 peilglaskraan aan de bovenzijde van het BB peilglas 109 peilglaskraan aan de bovenzijde van het SB peilglas 110 peilglasafsluiter aan de bovenzijde van het BB peilglas 111 peilglasafsluiter aan de bovenzijde van het SB peilglas 112 afsluiter peilglasleiding stoomzijde 120-121 Manometer 120 afsluiter op de ketel in de leiding naar de manometer 121 driewegkraan onder de manometer 130-134 Verse stoom overig 130 afsluiter op de ketel in de leiding naar de stoomfluit 131 afsluiter van de stoomfluit 132 kraan op de BB wierkast in de stoomleiding 133 kraan op de achterpiek in de stoomleiding 134 afsluiter op de voorpiek in de stoomleiding 140-142 Stoom / buitenlucht 140 afsluiter op de dom van de ketel 141 afsluiter voor de luchtslang op de stoomleiding 142 kraan op de stoomleiding voor de koelwaterpomp en de vacuümpomp 150-152 Water aftap 150 kraan op de leiding tussen de injecteur en de hoofdvoedingsafsluiter 151 kraan op de SB verdeelkast 152 dekwater afsluiter in de SB verdeelkast 153 tapkraan 9

Opstoken koude stoomketel Wanneer: Als de stoomketel geheel koud is. Deze beschrijving is gericht op het langzaam opwarmen van de ketel over een periode van meerdere dagen. Dag 1 Alle afsluiters, die direct met de ketel in verbinding staan, zijn gesloten, behalve de peilglas-kranen en afsluiters (afsluiter nr. 100 en de afsluiters en kranen nr. 102 t/m nr. 105 en nr. 108 t/m nr. 112), de afsluiter op de ketel in de leiding naar de manometer (afsluiter nr. 120) en de driewegkraan onder de manometer (kraan nr. 121). Maak een slang vast op de afsluiter op de dom van de ketel (afsluiter nr. 140) en voer die slang buiten de koelkast. Maak die slang zodanig vast, dat uitstromende hete damp geen gevaar of hinder veroorzaakt. Open de afsluiter op de dom van de ketel (afsluiter nr. 140), zodat de lucht uit het water kan ontsnappen bij het opwarmen. Controleer of er voldoende water in de stoomketel is: peilglas moet voor ¼ tot ½ gevuld zijn. Vul zonodig de ketel bij volgens de instructie: Vullen van de stoomketel vanuit de achterpiek, met behulp van de algemene dienst pomp met perslucht (blz. ) of, wanneer er geen perslucht voor handen is, volgens de instructie: Vullen van de stoomketel vanuit de achterpiek met behulp van het sanitair systeem (blz. ) Leg op beide roosters een laagje kolen, over het gehele rooster. Steek één van de beide vuren aan: Open de schoorsteenklep. Verwijder de demper (de klep onder de vuurdeur). Leg aanmaakhout op de kolen. Steek het hout aan met behulp van papier of lappen, gedrenkt in gasolie. Alleen de achterste helft van het vuur, bij de vuurdeur, wordt aangestoken. Leg, als het hout goed brandt, kolen op het vuur. Laat, als er teveel rook ontstaat, bovenlucht toe via de draaiklep in de vuurdeur. Als dat niet voldoende effect heeft, kan ook de vuurdeur een beetje worden geopend. Begin direct na het aansteken van het vuur met het rondpompen van het ketelwater, volgens de instructie: Circuleren van het ketelwater tijdens het opstoken, met behulp van de algemene dienst pomp, via de hulpvoedingsafsluiter; of volgens de instructie: Circuleren van het ketelwater tijdens het opstoken, met behulp van de algemene dienst pomp, via de hoofdvoedingsafsluiter Houdt het vuur beperkt: ongeveer de halve lengte van het rooster. De ketel moet niet te snel opwarmen: na 4 tot 5 uur stoken moet er damp uit de slang aan de afsluiter op de dom van de ketel (afsluiter nr. 140) komen. Wanneer er duidelijk stoom uit de slang aan de afsluiter op de dom van de ketel (afsluiter nr. 140) komt, deze afsluiter sluiten. 10

Ga door met stoken tot de wijzer van de manometer van de stoomketel loskomt van de pen, dat wil zeggen tot ongeveer 1 Kg/cm 2 overdruk. Bank het vuur dan af volgens de instructie: Afbanken van het vuur Stop het rondpompen van het ketelwater volgens instructie: Stoppen van het circuleren van het ketelwater tijdens het opstoken Dag 2 Controleer of er voldoende water in de stoomketel is: peilglas moet voor ¾ gevuld zijn. Vul zonodig de ketel bij volgens de instructie: Vullen van de stoomketel vanuit de achterpiek, met behulp van de algemene dienst pomp met perslucht of, wanneer er geen perslucht voor handen is, volgens de instructie: Vullen van de stoomketel vanuit de achterpiek met behulp van het sanitair systeem Steek een vuur aan, zoals boven is beschreven. Begin direct na het aansteken van het vuur met het rondpompen van het ketelwater, volgens de instructie: Circuleren van het ketelwater tijdens het opstoken, met behulp van de algemene dienst pomp, via de hulpvoedingsafsluiter of volgens de instructie: Circuleren van het ketelwater tijdens het opstoken, met behulp van de algemene dienst pomp, via de hoofdvoedingsafsluiter Ga door met stoken tot een druk van ongeveer 3 Kg/cm 2 overdruk is bereikt. Maak in de tussentijd zonodig het andere rooster schoon en maak het vuur weer klaar om aangestoken te worden. Stop het rondpompen van het ketelwater volgens instructie: Stoppen van het circuleren van het ketelwater tijdens het opstoken Bank het vuur dan af volgens de instructie: Afbanken van het vuur Dag 3 Blaas de peilglazen door volgens de instructie: Doorblazen van de peilglazen Controleer of er voldoende water in de stoomketel is: peilglas moet voor ¾ gevuld zijn. Vul zonodig de ketel bij volgens de instructie: Vullen van de stoomketel vanuit de achterpiek, met behulp van de algemene dienst pomp met perslucht of, wanneer er geen perslucht voor handen is, volgens de instructie: Vullen van de stoomketel vanuit de achterpiek met behulp van het sanitair systeem Steek een vuur aan, zoals boven is beschreven. 11

Ga door met stoken tot een druk van 6 tot 7 Kg/cm 2 overdruk. Maak in de tussentijd zonodig het andere rooster schoon en maak het vuur weer klaar om aangestoken te worden. Maak het tweede vuur aan. Er is nu voldoende druk om te varen. Gereedmaken van het stoombedrijf Ongeveer 45 tot 60 minuten voor de afvaart wordt begonnen met het gereedmaken van het stoombedrijf. Bereid de smering voor volgens de werkinstructie: Smeren voor het in bedrijf stellen. Hulpbedrijf Open de hulpstoom afsluiter op de ketel (afsluiter nr. 71); Open de VS afsluiter voor de lichtmachine op de stoomverdeelkast (afsluiter nr. 75) en de VS afsluiter in de stoomleiding voor de koelwaterpomp en de vacuümpomp (afsluiter nr. 80); Verwarm deze machines voor volgens de betreffende instructies; Zet in overleg met het dek het roer midscheeps: open de VS afsluiter voor de stuurmachine op de stoomverdeelkast (afsluiter nr. 79); controleer of de AS kraan voor de stuurmachine op de condensor (kraan nr. 90) open staat; open de VS afsluiter voor de stuurmachine in de stuurhut (afsluiter nr. 81); zet het roer midscheeps; sluit de beide VS afsluiters van de stuurmachine (afsluiters nr. 79 en nr. 81); Stel de vacuümpomp in bedrijf volgens de instructie: Vacuümpomp; Stel de koelwaterpomp in bedrijf volgens de instructie: Koelwaterpomp; Open de hoofdvoedingsafsluiter op de ketel (afsluiter nr. 51); Open de afsluiter op de warmwaterbak in de zuigleiding van de voedingspomp (afsluiter nr. 50). Hoofdmachine Waarschuw de schipper, dat het voorverwarmen van de hoofdmachine begint; Open alle condensaatkranen van de hoofdmachine (op elke cilinder twee, op elke schuifkast één en één in de hoofdstoomleiding); Zet de hoofdstoom afsluiter op de ketel (afsluiter nr. 70) knijpend open; 12

Zet de smoorklep op de machine iets open; Laat de machine voorverwarmen; Zet de schaar afwisselend in de vooruit- en de achteruit stand (begin in de vooruit stand). Ongeveer 30 minuten voor vertrek: Zorg dat de driewegkraan in de AS leiding van de algemene dienst pomp (kraan nr. 94) zo staat, dat de afgewerkte stoom naar de condensor wordt afgevoerd; Stel de stuurmachine in bedrijf zoals boven is beschreven bij 4.1 t/m 4.3; Let op het peil van het water in de warmwaterbak; zonodig het peil verlagen door met de algemene dienst pomp voedingswater naar de ketel te pompen volgens de instructie: Vullen van de stoomketel vanuit de warmwaterbak, met de algemene dienst pomp op stoom. Bij voldoende vacuüm (40 tot 50 cm): Smoorklep op de machine sluiten; Zet de afsluiter op de warmwaterbak in de zuigleiding van de voedingspomp (afsluiter nr. 50) open en controleer of de hoofdvoedingsafsluiter (afsluiter nr. 51) open staat; Hoofdstoom afsluiter op de ketel (afsluiter nr. 70) geheel openen; Machine met de smoorklep in bedrijf stellen en langzaam laten draaien (30 tot 40 omw./min.); Condensaatkraan in de hoofdstoom leiding laten afblazen; Condensaatkranen op de machine sluiten als de machine op temperatuur is. Het kan voorkomen, dat de voedingpomp meer water uit de warmwaterbak pompt dan dan de vacuümpomp er in pompt. Daardoor zou de voedingpomp uiteindelijk lucht in de ketel worden gepompt. Om dat te voorkomen moet men een deel van het water in de warmwaterbak laten terug stromen door de kraantjes op de luchthelm van de voedingpomp (gedeeltelijk) open te zetten. Aan de stand van de vlotter is te zien, hoeveel water er in de warmwaterbak is. Smeren voor het in bedrijf stellen Voordat enige machine in bedrijf wordt gesteld, moet de smering ervan zijn voorbereid. De cilinderolie kan desgewenst worden verwarmd door de kan enige tijd op het mondstuk van de vuurgang te laten staan. Hoofdmachine 13

De smeerpers van de hoofdmachine vullen met cilinderolie; De beide zuigerstangen invetten met cilinderolie; De beide schuifstangen invetten met cilinderolie; De twee potten op het smeersysteem van de hoofdmachine vullen met smeerolie; kraantjes openzetten (2 x); druppelsnelheid controleren; De smeerolie bakjes op de hoofdlager blokken vullen met smeerolie (3 x); katoentjes inhangen (ijzerdraadjes niet over de bruggetjes hangen); De smeerolie bakjes voor de excentriek smering vullen met smeerolie (2x); kraantjes openen; katoentjes controleren; Smeerolie doen in het smeeroliebakje op de excentriekring van de hoofdvoedingspomp en in het smeeroliebakje aan de voorzijde van de excentriekring van de hoofdvoedingspomp; Het smeeroliebakje van de leibaan van de hoofdvoedingspomp, op de condensordeksel, vullen met smeerolie; Vangbakken onder de leibanen van de hoofdmachine vullen met smeerolie; De 8 lagers aan de boveneinden van de excentriekstangen smeren met smeerolie; De 3 smeerpunten in elk schaarblok smeren met smeerolie; Vacuümpomp De smeerpers van de vacuümpomp vullen met cilinderolie; De zuigerstang invetten met cilinderolie; De geleidestangen van de schuiven smeren met smeerolie; Algemene dienst pomp Het oliepotje van de algemene dienst pomp vullen met cilinderolie; De zuigerstangen invetten met cilinderolie; De schuifstangen invetten met cilinderolie; De smeerpunten van de schuifbeweging smeren met smeerolie. Lichtmachine 14

De 2 oliepotjes van de lichtmachine vullen met cilinderolie; De zuigerstang invetten met cilinderolie; De schuifstang invetten met cilinderolie; De smeerolie bak tegen de lichtmachine vullen met smeerolie; kraantjes openen; katoentjes controleren; Het smeerpunt op de regulateur smeren met smeerolie; water aftappen uit carter van lichtmachine; Koelwaterpomp Het oliepotje van de machine van de koelwaterpomp vullen met cilinderolie; De zuigerstang invetten met cilinderolie; De schuifstang invetten met cilinderolie; Deksels van de vetpotten van de lagers van de koelwaterpomp 1/4 slag aandraaien; Zonodig vetpotten vullen met consistent vet; Stuurmachine Het oliepotje van de stuurmachine vullen met cilinderolie (de sleutel ligt op de cilinder); Wormwiel van de stuurmachine smeren met smeerolie (bovenaan); As van het stuurwiel smeren met smeerolie (smeerpunt + schroefdraad); De twee smeerolie bakjes op de stuurmachine vullen met smeerolie; katoentjes inhangen; Lagers van de worm-as smeren met smeerolie via de koperen luikjes; Ankerlier Alleen als de ankerlier wordt gebruikt. Het oliepotje van de ankerlier vullen met cilinderolie; De zuigerstangen invetten met cilinderolie; De schuifstangen invetten met cilinderolie; Overige smeerpunten op de krukas, de kruishoofden en de andere assen smeren met 15

smeerolie. Schroefas Smeerolie bakje onder de trap in het achteronder vullen met smeerolie; kraantje openen; katoentje controleren; Oliepeil in het olietankje in de achterpiek controleren. Smeerschema Cilinderolie Kroon Oil Marine Steam Cylinder Oil 1300 Zuigers en cilinders van de hoofdmachine Stoomzuiger en -cilinder van de vacuümpomp Zuigers en cilinders van de stuurmachine Stoomzuigers en -cilinders van de algemene dienst pomp Zuiger en cilinder van de generatormachine Zuiger en cilinder van de machine van de circulatie pomp Zuigers en cilinders van de ankerlier Zuigerstangen Schuifstangen Smeerolie Lagers van de hoofdmachine Leibanen van de hoofdmachine Excentrieken van de hoofdmachine Overige, niet met consistentvet gesmeerde, smeerpunten Carterolie Shell Turbo T 68 Schroefaskoker olie Shell Strombus MP Consistentvet Shell Alvania Carter van de machine van de circulatie pomp Schroefaskoker waterpomp stuurgerei aan dek davits In plaats van de bovengenoemde merken en types kunnen ook gelijkwaardige producten van andere merken worden gebruikt. Afbanken van het vuur Sluit bij de af te banken vuurgang de demper en het rooster in de vuurdeur; Laat de bovenkant van het vuur zwart worden; Gooi verse kolen op het vuur; Sluit de klep in de schoorsteen in fases; Sluit de bovenkant van het vuur geheel af met as; Laat het vuur met rust; Om het vuur weer op te stoken: klep in de schoorsteen openen en de demper weghalen. 16

Algemene dienst pomp voor persluchtbedrijf Bedrijfsklaar maken Installeer de compressor. Sluit de luchtslang aan op de compressor en op de aansluiting voor de luchtslang in de stoomleiding. Stel de compressor in bedrijf en laat perslucht toe in de luchtslang. Controleer of volgende kranen open staan: de vier condensaatkranen van de algemene dienst pomp; de ontluchtingskraan van de algemene dienst pomp. Controleer de smeerolie in de cilindersmeeroliepot van de algemene dienst pomp en vul zonodig bij. Stel de driewegkraan in de AS leiding van de algemene dienst pomp (kraan nr. 94) zo in, dat de gebruikte perslucht naar de buitenlucht ontwijkt. Zie de markering op de as van de kraan. In bedrijf stellen Open de afsluiter voor de luchtslang op de stoomleiding (afsluiter nr. 141). Open de kraan van de cilindersmeeroliepot een weinig. Open de VS afsluiter van de algemene dienst pomp (afsluiter nr. 85) een beetje, zodat de pomp langzaam begint te bewegen. De vier condensaatkranen van de algemene dienst pomp kunnen worden gesloten als er geen water (meer) uit komt. De ontluchtingskraan van de algemene dienst pomp kan worden gesloten als de pomp pakt. De VS afsluiter van de algemene dienst pomp (afsluiter nr. 85) kan nu verder worden geopend. Controleer het smeeroliepeil om de 2 uur wanneer de pomp in bedrijf is. 17

Buiten bedrijf stellen Sluit de VS afsluiter van de algemene dienst pomp (afsluiter nr. 85). Sluit de afsluiter voor de luchtslang op de stoomleiding (afsluiter nr. 141). Sluit de kraan van de cilindersmeeroliepot. Open de vier condensaatkranen van de algemene dienst pomp. Open de ontluchtingskraan van de algemene dienst pomp. Stel de driewegkraan in de AS leiding van de algemene dienst pomp (kraan nr. 94) zo in, dat zowel de leiding naar de condensor als de leiding vanaf de algemene dienst pomp zijn afgesloten. Zie de markering op de as van de kraan. Algemene dienst pomp voor stoombedrijf Bedrijfsklaar maken Controleer of de volgende afsluiters open zijn: de hulpstoom afsluiter op de ketel (afsluiter nr. 71); de VS afsluiter voor de algemene dienst pomp op de stoomverdeelkast (afsluiter nr. 74). Controleer of volgende kranen open staan: de vier condensaatkranen van de algemene dienst pomp; de ontluchtingskraan van de algemene dienst pomp. Controleer de smeerolie in de cilindersmeeroliepot van de algemene dienst pomp en vul zonodig bij. Stel de driewegkraan in de AS leiding van de algemene dienst pomp (kraan nr. 94) zo in, dat de AS naar de juiste kant ontwijkt: als de vacuümpomp in bedrijf is naar de condensor, als de vacuümpomp niet in bedrijf is naar de buitenlucht. Zie de markering op de as van de kraan. 18

Als de AS van de algemene dienst pomp naar de condensor wordt afgevoerd, moet AS kraan voor de algemene dienst pomp en de lichtmachine op de condensor (kraan nr. 92) open zijn. In bedrijf stellen Open de kraan van de cilindersmeeroliepot een weinig. Open de VS afsluiter van de algemene dienst pomp (afsluiter nr. 85) een beetje, zodat de pomp langzaam begint te bewegen. De vier condensaatkranen van de algemene dienst pomp kunnen worden gesloten als er geen water (meer) uit komt. De ontluchtingskraan van de algemene dienst pomp kan worden gesloten als de pomp pakt. De VS afsluiter van de algemene dienst pomp (afsluiter nr. 85) kan nu zover worden geopend als nodig is. 19

Controleer het cilinderoliepeil om de 2 uur wanneer de pomp in bedrijf is. Buiten bedrijf stellen Sluit de VS afsluiter van de algemene dienst pomp (afsluiter nr. 85). Sluit de kraan van de cilindersmeeroliepot. Open de vier condensaatkranen van de algemene dienst pomp. Open de ontluchtingskraan van de algemene dienst pomp. Stel de driewegkraan in de AS leiding van de algemene dienst pomp (kraan nr. 94) zo in, dat zowel de leiding naar de condensor als de leiding vanaf de algemene dienst pomp zijn afgesloten. Zie de markering op de as van de kraan. Circuleren van het ketelwater tijdens het opstoken via de hoofdvoedingsafsluiter Wanneer: Tijdens het opstoken van de ketel. Maak de algemene dienst pomp klaar voor persluchtbedrijf volgens instructie: Algemene dienst pomp voor persluchtbedrijf. Een deel van de voorbereidingen is nog aanwezig als de ketel eerder is (bij)gevuld vanuit de achterpiek. Open de volgende kranen en afsluiters: de voedingsafsluiter in de SB verdeelkast (afsluiter nr. 54); de afsluiter in de leiding van de spuiafsluiter op de ketel naar de zuigleiding van de algemene dienst pomp (afsluiter nr. 59); de spuiafsluiter op de ketel (afsluiter nr. 60); de afsluiter in de leiding tussen de SB verdeelkast en de voorwarmer (afsluiter nr. 55); de hoofdvoedingsafsluiter (afsluiter nr. 51). Stel de algemene dienst pomp in bedrijf volgens instructie: Algemene dienst pomp voor persluchtbedrijf. Het ketelwater circuleert nu. Controleer dit door te voelen. Circuleren van het ketelwater tijdens het opstoken via de hulpvoedingsafsluiter Wanneer: Tijdens het opstoken van de ketel. Maak de algemene dienst pomp klaar voor persluchtbedrijf volgens instructie: Algemene dienst pomp voor persluchtbedrijf. Een deel van de voorbereidingen is nog aanwezig als de ketel eerder is (bij)gevuld vanuit de achterpiek. Open de volgende kranen en afsluiters: 20

de voedingsafsluiter in de SB verdeelkast (afsluiter nr. 54); de afsluiter in de leiding van de spuiafsluiter op de ketel naar de zuigleiding van de algemene dienst pomp (afsluiter nr. 59); de spuiafsluiter op de ketel (afsluiter nr. 60); de hulpvoedingsafsluiter (afsluiter nr. 52). Stel de algemene dienst pomp in bedrijf volgens instructie: Algemene dienst pomp voor persluchtbedrijf. Het ketelwater circuleert nu. Controleer dit door te voelen. Stoppen van het circuleren van het ketelwater tijdens het opstoken Stel de algemene dienst pomp buiten bedrijf volgens de instructie: Algemene dienst pomp voor persluchtbedrijf. Sluit de volgende afsluiters en kranen: de voedingsafsluiter in de SB verdeelkast (afsluiter nr. 54); de afsluiter in de leiding van de spuiafsluiter op de ketel naar de zuigleiding van de algemene dienst pomp (afsluiter nr. 59); de spuiafsluiter op de ketel (afsluiter nr. 60); als via de hoofdvoedingsafsluiter is gecirculeerd: de afsluiter in de leiding tussen de SB verdeelkast en de voorwarmer (afsluiter nr. 55) en de hoofdvoedingsafsluiter (afsluiter nr. 51), of, als via de hulpvoedingsafsluiter is gecirculeerd: de hulpvoedingsafsluiter (afsluiter nr. 52). 21

Doorblazen van de peilglazen Na enige tijd in bedrijf te zijn geweest, geven de peilglazen het waterpeil in de ketel niet meer correct weer. Daarom moeten ze periodiek worden doorgeblazen. Direct na het doorblazen wordt het waterpeil wel weer correct weergegeven. De kranen nr. 103, nr. 109, nr. 102 en nr. 108 moeten openstaan als de peilglazen in gebruik zijn. SB peilglas Sluit de peilglasafsluiter aan de onderzijde van het SB peilglas (afsluiter nr. 105); Open de doorblaasafsluiter aan de onderzijde van het SB peilglas (afsluiter nr. 107); Wacht tot het peilglas geheel is leeggeblazen en de stoom goed uit de afvoerleiding spuit; Sluit de doorblaasafsluiter aan de onderzijde van het SB peilglas (afsluiter nr. 107); Open de peilglasafsluiter aan de onderzijde van het SB peilglas (afsluiter nr. 105); Sluit de peilglasafsluiter aan de bovenzijde van het SB peilglas (afsluiter nr. 111); Open de doorblaasafsluiter aan de onderzijde van het SB peilglas (afsluiter nr. 107); Wacht tot het ketelwater goed uit de afvoerleiding spuit; Sluit de doorblaasafsluiter aan de onderzijde van het SB peilglas (afsluiter nr. 107); Open de peilglasafsluiter aan de bovenzijde van het SB peilglas (afsluiter nr. 111); Lees de waterstand af. BB peilglas Sluit de peilglasafsluiter aan de onderzijde van het BB peilglas (afsluiter nr. 104); Open de doorblaasafsluiter aan de onderzijde van het BB peilglas (afsluiter nr. 106); Wacht tot het peilglas geheel is leeggeblazen en de stoom goed uit de afvoerleiding spuit; Sluit de doorblaasafsluiter aan de onderzijde van het BB peilglas (afsluiter nr. 106); Open de peilglasafsluiter aan de onderzijde van het BB peilglas (afsluiter nr. 104); Sluit de peilglasafsluiter aan de bovenzijde van het BB peilglas (afsluiter nr. 110); Open de doorblaasafsluiter aan de onderzijde van het BB peilglas (afsluiter nr. 106); Wacht tot het ketelwater goed uit de afvoerleiding spuit; 22

Sluit de doorblaasafsluiter aan de onderzijde van het BB peilglas (afsluiter nr. 106); Open de peilglasafsluiter aan de bovenzijde van het BB peilglas (afsluiter nr. 110); Lees de waterstand af. Koelwaterpomp In bedrijf stellen Open de condensaatkranen op de cilinder en de schuifkast van de machine van de koelwaterpomp; Zet de driewegkraan in de AS leiding van de koelwaterpomp (kraan nr. 95) in de gewenste stand (AS via voorwarmer of AS direct naar condensor); Als de AS naar de voorwarmer gaat, moet ook de afsluiter in de leiding van de voorwarmer naar de condensor (afsluiter 96) open zijn. Open het afsluitertje van de oliedrukmeter; Controleer het peil van de carterolie m.b.v. het peilglas, vul zonodig bij; Controleer of de kraan van de cilindersmeeroliepot een klein stukje open staat; Controleer of de volgende afsluiters open staan: de hulpstoom afsluiter op de ketel (afsluiter nr. 71); 23

de VS afsluiter in de stoomleiding voor de koelwaterpomp en de vacuümpomp (afsluiter nr. 80). Open de VS afsluiter van de koelwaterpomp (afsluiter nr. 82) een weinig en warm zo de machine gedurende ongeveer 5 minuten voor; Sluit de VS afsluiter van de koelwaterpomp (afsluiter nr. 82); Open de buitenboordafsluiter van de koelwaterleiding (afsluiter nr. 20); Open de afsluiter op de BB wierbak in de leiding naar de koelwaterpomp (afsluiter nr. 5) of de afsluiter op de SB wierbak in de leiding naar de koelwaterpomp (afsluiter nr. 2); Open langzaam de VS afsluiter van de koelwaterpomp (afsluiter nr. 82), en draai met de hand het vliegwiel in de juiste richting; Druk, zodra de koelwatermachine loopt, de knop in voor de veldbekrachtiging van de hulpdynamo (zwarte knop midden boven op het schakelbord); Open de VS afsluiter van de koelwaterpomp (afsluiter nr. 82) zover, dat de machine het gewenste toerental krijgt. 24

Sluit de condensaatkranen als de machine warm genoeg is. Controleer regelmatig het oliepeil in de cilindersmeeroliepot. Stoppen Sluit de VS afsluiter van de koelwaterpomp (afsluiter nr. 82); Zet de driewegkraan in de AS leiding van de koelwaterpomp (kraan nr. 95) in een zodanige stand, dat de AS leiding van de machine niet met de condensor en ook niet met de voorwarmer is verbonden; Open de condensaatkranen; Sluit het afsluitertje van de oliedrukmeter; Sluit de afsluiter op de BB wierbak in de leiding naar de koelwaterpomp (afsluiter nr. 5) of de afsluiter op de SB wierbak in de leiding naar de koelwaterpomp (afsluiter nr. 2); Sluit de buitenboordafsluiter van de koelwaterleiding (afsluiter nr. 20); Sluit zonodig de afsluiter in de koelwaterleiding van de condensor naar de BB wierkast (afsluiter nr. 21). Lenzen met behulp van de ejecteur Wanneer er teveel water in de bilge staat, kan dit met de ejecteur overboord worden gepompt. In bedrijf stellen Controleer of de volgende afsluiters open zijn: de VS afsluiter voor de algemene dienst pomp op de stoomverdeelkast (afsluiter nr. 74); de hulpstoom afsluiter op de ketel (afsluiter nr. 71). Open de buitenboordkraan van de ejecteur (kraan nr. 40); Open de VS afsluiter van de ejecteur (afsluiter nr. 86); Controleer de goede werking van de ejecteur: ga na of er water naar buiten stroomt. Controleer de waterstand in de bilge via het luikje in de vloerplaat bij de voorkant van de hoofdmachine. Stop met lenzen voordat de olie e.d., die op het bilge water drijft, overboord wordt gepompt. Buiten bedrijf stellen Sluit de VS afsluiter van de ejecteur (afsluiter nr. 86); 25

Sluit de buitenboordkraan van de ejecteur (kraan nr. 40). Regelen temperatuur voedingwater in de warmwaterbak Wanneer de hoofdmachine enige tijd in gebruik is, kan men de temperatuur van het voedingwater in de warmwaterbak wat verhogen. Warmer voedingwater bevat minder zuurstof en kost minder energie. Controleer of het koelwater uit de BB wierkast wordt betrokken: de afsluiter in de aanvoerleiding op de BB wierkast (afsluiter nr. 73) staat open; Open de afsluiter op de BB wierkast in de leiding van de condensor naar de wierkast (afsluiter nr. 75); Sluit de overboord afsluiter in de leiding van de condensor overboord (afsluiter nr. 58) gedeeltelijk; Controleer na enige tijd de temperatuur van het voedingwater in de warmwaterbak; Sluit zonodig de overboord afsluiter in de leiding van de condensor overboord (afsluiter nr. 58) iets verder; Herhaal 4 en 5 totdat de gewenste temperatuur is bereikt. De maximale temperatuur van het voedingwater in de warmwaterbak is ongeveer 50 0 C. Men lette erop, dat door het warmere koelwater het vacuüm in de condensor niet teveel terugloopt. Vacuümpomp In bedrijf stellen (volgens de instructies van de leverancier) 26

Controleer of de volgende kranen en afsluiters geopend zijn: de hulpstoom afsluiter op de ketel (afsluiter nr. 71); de VS afsluiter in de stoomleiding voor de koelwaterpomp en de vacuümpomp (afsluiter nr. 80); de condensaatkranen van de vacuümpomp. Open de VS afsluiter van de vacuümpomp (afsluiter nr. 83) een klein beetje. Open, wanneer de schuifkast en de stoomcilinder van de vacuümpomp warm zijn, de AS afsluiter van de vacuümpomp (afsluiter nr. 91); Open de VS afsluiter van de vacuümpomp (afsluiter nr. 83) wat verder, zodat de pomp begint te bewegen; Wanneer de pomp goed warm is, kunnen de condensaatkranen worden gesloten en kan de VS afsluiter van de vacuümpomp (afsluiter nr. 83) zover worden geopend, dat het gewenste aantal slagen wordt gemaakt. Stoppen 27

Sluit de VS afsluiter van de vacuümpomp (afsluiter nr. 83); Sluit de AS afsluiter van de vacuümpomp (afsluiter nr. 91); Open de condensaatkranen van de vacuümpomp. Vullen van de stoomketel vanuit de achterpiek, met behulp van het sanitair systeem Plaats een slang tussen het sanitair systeem (afsluiter nr. S..) en de kraan op de SB verdeelkast (kraan nr. 151); Open de kraan op de SB verdeelkast (kraan nr. 151), de voedingsafsluiter in de SB verdeelkast (afsluiter nr. 54) en de hulpvoedingsafsluiter (afsluiter nr. 52), of open de kraan op de SB verdeelkast (kraan nr. 151), de voedingsafsluiter in de SB verdeelkast (afsluiter nr. 54), de afsluiter in de leiding tussen de SB verdeelkast en de voorwarmer (afsluiter nr. 55) en de hoofdvoedingsafsluiter (afsluiter nr. 51); Open nu de afsluiter van het sanitair systeem (afsluiter nr. S..) en breng het waterpeil op hoogte; Open zonodig de afsluiter op de ketel in de leiding naar de stoomfluit (afsluiters nr. 130) en de afsluiter van de stoomfluit (afsluiter nr. 131); Sluit, wanneer het waterpeil op de gewenste hoogte is, de geopende kraan en afsluiters, te beginnen met de afsluiter van het sanitair systeem; Verwijder de slang. Vullen van de stoomketel vanuit de achterpiek, met behulp van de algemene dienst pomp met perslucht Wanneer: Als er geen stoom is en de ketel moet worden gevuld uit de achterpiek. Maak de algemene dienst pomp klaar voor persluchtbedrijf volgens instructie: Algemene dienst pomp voor persluchtbedrijf. Open de volgende afsluiters: de voedingsafsluiter in de SB verdeelkast (afsluiter nr. 54); de hulpvoedinfsafsluiter (afsluiter nr. 52). de achterpiek ballast afsluiter in de BB verdeelkast (afsluiter nr. 12); de achterste afsluiter in de leiding tussen de voorpiek en de achterpiek (afsluiter nr. 14); Stel de algemene dienst pomp in bedrijf volgens instructie: Algemene dienst pomp bij persluchtbedrijf. 28

De ketel wordt nu gevuld. Als de ketel voldoende is gevuld, vervolg dan de instructies. Stel de algemene dienst pomp buiten bedrijf volgens de instructie: Algemene dienst pomp bij persluchtbedrijf. Sluit de volgende afsluiters: de voedingsafsluiter in de SB verdeelkast (afsluiter nr. 54); hulpvoedinfsafsluiter (afsluiter nr. 52); de afsluiter in de zuigleiding van de BB verdeelkast naar de koelwaterpomp (afsluiter nr. 17); de afsluiter in de leiding naar de leiding tussen de voorpiek en de achterpiek (afsluiter nr. 18); de achterste afsluiter in de leiding tussen de voorpiek en de achterpiek (afsluiter nr. 14). De persluchtvoorziening kan blijven staan als hierna de koude ketel wordt opgestookt. Die is dan nodig om de algemene dienst pomp als circulatiepomp te kunnen gebruiken. 29

Vullen van de stoomketel vanuit de achterpiek, met behulp van de algemene dienst pomp op stoom Maak de algemene dienst pomp klaar voor stoombedrijf volgens instructie: Algemene dienst pomp voor stoombedrijf. Open de volgende afsluiters: de voedingsafsluiter in de SB verdeelkast (afsluiter nr. 54); de hulpvoedingsafsluiter (afsluiter nr. 52); de achterpiek ballast afsluiter in de BB verdeelkast (afsluiter nr. 12); de achterste afsluiter in de leiding tussen de voorpiek en de achterpiek (afsluiter nr. 14). Stel de algemene dienst pomp in bedrijf volgens instructie: Algemene dienst pomp bij stoombedrijf. Zie de figuur in de werkinstructie: Vullen van de stoomketel vanuit de achterpiek, met behulp van de algemene dienst pomp met perslucht. De ketel wordt nu gevuld. Als de ketel voldoende is gevuld, vervolg dan de instructies. Stel de algemene dienst pomp buiten bedrijf volgens de instructie: Algemene dienst pomp bij stoombedrijf. Sluit de volgende afsluiters: de voedingsafsluiter in de SB verdeelkast (afsluiter nr. 54); de hulpvoedingsafsluiter (afsluiter nr. 52); de afsluiter in de zuigleiding van de BB verdeelkast naar de koelwaterpomp (afsluiter nr. 17); de afsluiter in de leiding naar de leiding tussen de voorpiek en de achterpiek (afsluiter nr. 18); de achterste afsluiter in de leiding tussen de voorpiek en de achterpiek (afsluiter nr. 14). Vullen van de stoomketel vanuit de warmwaterbak, met behulp van de algemene dienst pomp op stoom, via de hoofdvoedinsafsluiter Wanneer: Als er stoom is, de warmwaterbak te vol dreigt te worden en de voedingspomp niet of niet voldoende pompt. Maak de algemene dienst pomp klaar voor stoombedrijf volgens instructie: Algemene dienst pomp voor stoombedrijf. Controleer of de volgende kraan en afsluiters open zijn: de voedingsafsluiter in de SB verdeelkast (afsluiter nr. 54); de hoofdvoedingsafsluiter (afsluiter nr. 51); de afsluiter in de leiding tussen de SB verdeelkast en de voorwarmer (afsluiter nr. 55); de kraan in de leiding van BB verdeelkast naar de zuigleiding van de voedingspomp (kraan nr. 53); de afsluiter op de warmwaterbak in de zuigleiding van de voedingspomp (afsluiter nr. 50). 30

Stel de algemene dienst pomp in bedrijf volgens de instructie: Algemene dienst pomp bij stoombedrijf. Wanneer voldoende water uit de warmwaterbak is gepompt: Stel de algemene dienst pomp buiten bedrijf volgens de instructie: Algemene dienst pomp bij stoombedrijf. Vullen van de stoomketel vanuit de warmwaterbak, met behulp van de algemene dienst pomp op stoom, via de hulpvoedinsafsluiter Wanneer: Als er stoom is, de warmwaterbak te vol dreigt te worden en de voedingspomp niet of niet voldoende pompt. 31

Maak de algemene dienst pomp klaar voor stoombedrijf volgens instructie: Algemene dienst pomp voor stoombedrijf. Controleer of de volgende kraan en afsluiters open zijn: de voedingsafsluiter in de SB verdeelkast (afsluiter nr. 54); de hulpvoedingsafsluiter (afsluiter nr. 52); de kraan in de leiding van BB verdeelkast naar de zuigleiding van de voedingspomp (kraan nr. 53); de afsluiter op de warmwaterbak in de zuigleiding van de voedingspomp (afsluiter nr. 50). Stel de algemene dienst pomp in bedrijf volgens de instructie: Algemene dienst pomp bij stoombedrijf. Wanneer voldoende water uit de warmwaterbak is gepompt: 32

Stel de algemene dienst pomp buiten bedrijf volgens de instructie: Algemene dienst pomp bij stoombedrijf. Regeling waterniveau warmwaterbak Wanneer de hoofdmachine op volle kracht draait, en zelfs ook al bij een lager toerental, pompt de voedingspomp het water sneller uit de warmwaterbak dan de vacuümpomp het erin pompt. Daardoor daalt het niveau van het water in de warmwaterbak, totdat de voedingspomp tenslotte alleen nog maar lucht in de ketel pompt. Dat is niet goed voor de ketel. Daarom is er een voorziening gemaakt om dit te voorkomen. Deze voorziening bestaat uit een leiding die van de persleiding van de voedingspomp terugloopt naar de warmwaterbak. Deze leiding is d.m.v. twee kranen (kranen nr. 65) aangesloten op de luchthelm van de voedingspomp. Het andere einde van deze leiding komt uit in de warmwaterbak. Een klein gedeelte van het teruggevoerde water kan via een kleine opening in de pijp in de warmwaterbak terug stromen. Parallel daaraan is een vlotterkraan (vlotterkraan nr. 66) aangebracht. Bij lage waterstand in de warmwaterbak is deze vlotterkraan open, bij hoge waterstand dicht. De vlotterkraan zorgt voor een automatische regeling van het waterniveau in de warmwaterbak. Het regelbereik is echter enigszins beperkt. Daarom moeten de twee kranen op de luchthelm van de voedingspomp (kranen nr. 65) zover worden geopend, dat de vlotterkraan vervolgens de regeling kan uitvoeren. Bij een toerental, dat gedurende een wat langere tijd constant blijft, is één en ander zo in te stellen, dat de vlotter het waterniveau op het juiste peil houdt. Bij sterk wisselend toerental is periodiek verder openen of sluiten van de twee kranen op de luchthelm van de voedingspomp (kranen nr. 65) noodzakelijk. Wanneer de hoofdmachine niet in bedrijf is, of weinig toeren maakt, terwijl het hulpbedrijf wel bijstaat, pompt de voedingspomp minder water uit de warmwaterbak dan de vacuümpomp erin pompt. Daardoor zou de warmwaterbak uiteindelijk kunnen overlopen. Om dat te voorkomen, moet zo nu en dan een deel van het water uit de warmwaterbak in de ketel worden gepompt met behulp van de algemene dienst pomp. Zie hiervoor de werkinstructie "Vullen van de stoomketel vanuit de warmwaterbak, met behulp van de algemene dienst pomp op stoom, via de hoofdvoedinsafsluiter" of "Vullen van de stoomketel vanuit de warmwaterbak, met behulp van de algemene dienst pomp op stoom, via de hulpvoedinsafsluiter" 33

Vullen van de stoomketel vanuit de achterpiek, met behulp van de injecteur Wanneer: als de rest van het stoombedrijf niet in bedrijf is. Door het gebruik van de injecteur komt het voedingwater verwarmd in de ketel. De volgende afsluiters openen: de hulpstoom afsluiter op de ketel (aflsuiter nr. 71); Open de volgende kraan en afsluiters: de achterste afsluiter in de leiding tussen de voorpiek en de achterpiek (afsluiter nr. 14); de achterpiek ballast afsluiter in de BB verdeelkast (afsluiter nr. 12); de kraan in de leiding tussen de koelwaterleiding en de injecteur (kraan nr. 56); de afsluiter in de leiding tussen de injecteur en de hulpvoedingsafsluiter (afsluiter nr. 57); de hulpvoedingsafsluiter (afsluiter nr. 52). Open de afsluiter in de leiding van de stoomverdeelkast naar de injecteur (afsluiter nr. 76). Stel de kruk van de injecteur (nr. 77) zo in dat er geen water uit de morsklep komt. Wanneer genoeg water in de ketel is gepompt, wordt de injecteur buiten bedrijf gesteld. Sluit: de afsluiter in de leiding van de stoomverdeelkast naar de injecteur (afsluiter nr. 76); de achterste afsluiter in de leiding tussen de voorpiek en de achterpiek (afsluiter nr. 14); de achterpiek ballast afsluiter in de BB verdeelkast (afsluiter nr. 12); de kraan in de leiding tussen de koelwaterleiding en de injecteur (kraan nr. 56); de afsluiter in de leiding tussen de injecteur en de hulpvoedingsafsluiter (afsluiter nr. 34

57); de hulpvoedingsafsluiter (afsluiter nr. 52). Suppleren via de condensor Wanneer er in de condensor voldoende vacuüm heerst, kan het ketelwater worden aangevuld 35

vanuit de achterpiek door het openen van afsluiter in de suppletieleiding en de kraan op de condensor in de suppletieleiding (afsluiter nr. 33 en kraan nr. 32). Door het vacuüm wordt het water vanuit de achterpiek in de condensor gezogen en vandaar samen met de gecondenseerde stoom door de vacuümpomp naar de warmwaterbak gepompt. De voedingspomp pomp het vanuit de warmwaterbak naar de ketel. Wanneer er genoeg water is gesuppleerd, worden de afsluiter in de suppletieleiding en de kraan op de condensor in de suppletieleiding (afsluiter nr. 33 en kraan nr. 32) weer gesloten. 36