Raadsinformatiebrief Onderwerp : Notitie Zoektijd Wet werk en bijstand Aard : Beantwoording schriftelijke vragen Datum indiening : 27 maart 2012 Ingediend door : Maak een keuze Portefeuillehouder : Vervoort Datum college : 4 april 2012 Openbaar : Afdeling : ISD Contactpersoon : G. van de Loo Telefoon : 0485-336981 E-mail : gerry.vd.loo@isdcgm.nl In te vullen door de griffie Nummer brief : 2012-71 Datum verzending : 5 april 2012 Nummer weekbericht : 14 Aanleiding Informatieverstrekking naar aanleiding van een collegebesluit. Vragen en antwoorden Vanaf 1 januari 2012 is de WWB ingrijpend veranderd. Een van de maatregelen is het aanscherpen van voorwaarden en sancties voor jongeren in de bijstand. In de wet is bepaald dat het college op grond van artikel 41 Wet werk en bijstand aan jongeren tot 27 jaar een zoektijd op moet leggen van 4 weken. Dit betekent dat gedurende 4 weken nog geen aanvraag wordt ingediend maar dat in die tijd wel moet worden gezocht naar werk en/of rijksbekostigd onderwijs. Voor personen van 27 jaar en ouder is er geen verplichting vanuit de wet maar bestaat de mogelijkheid om een zoektijd op te leggen. In onze vergadering van 27 maart 2012 hebben wij besloten om van deze mogelijkheid gebruik te maken. In de notitie Zoektijd Wet werk en bijstand wordt informatie gegeven over het onderwerp zoektijd om heldere werkafspraken te maken en om zodoende uitvoeringsbeleid te formuleren waarmee in de uitvoering éénduidig en efficiënt gewerkt kan gaan worden. Tevens zijn hier de uitzonderingen opgenomen waarvoor geen zoektijd geldt. Bijlagen Notitie Zoektijd Wet werk en bijstand. Burgemeester en wethouders van Cuijk P.M. van de Koolwijk secretaris mr. W.A.G. Hillenaar burgemeester 1
Notitie: Zoektijd Wet werk en bijstand 1. Inleiding/doel notitie Jongeren zijn vanaf 1-1-2012 zelf verantwoordelijk voor werk of opleiding. Daarom moeten jongeren de eerste 4 weken na melding bij het UWV eerst zelf naar werk zoeken of de mogelijkheden van een opleiding onderzoeken. De nadruk op de eigen verantwoordelijkheid wordt voor jongeren in de wet verder verankerd. Als een jongere zich bij het UWV meldt om een aanvraag in te dienen, dan moet hij eerst vier weken zelf zoeken naar werk of reguliere scholing. De jongere heeft tijdens de zoekperiode geen recht op een ondersteuning van de gemeente en geen recht op een voorschot Het college van B&W heeft vanaf 1-1-2012 op grond van art. 41 WWB in principe de plicht om aan alleenstaande personen die jonger zijn dan 27 jaar of alleen samenwonen met gezinsleden die allen jonger zijn dan 27 jaar eerst een zoektijd op te leggen van 4 weken na melding bij het UWV- Werkbedrijf. Pas daarna kan een aanvraag om uitkering in behandeling worden genomen. In de periode van 4 weken dient de klant werk of zo mogelijk s Rijks kas bekostigd onderwijs (rijksbekostigd/regulier onderwijs) te zoeken. Voor personen jonger dan 27 jaar, die deel uitmaken van een gezin met gezinsleden die 27 jaar of ouder zijn, geeft de wet de ruimte om meteen bij melding een aanvraag in behandeling te nemen maar ook dienen aan hen gelijkluidende verplichtingen te worden opgelegd. Voor personen van 27 jaar of ouder heeft het college geen verplichting maar wel de mogelijkheid om een zoektijd op te leggen. Het doel van deze notitie is om informatie te geven over het onderwerp zoektijd, zoals dat vanaf 01-01-2012 van toepassing wordt, om heldere werkafspraken te maken en om zodoende uitvoeringsbeleid te formuleren waarmee in de uitvoering eenduidig en efficiënt gewerkt kan gaan worden. Daarbij is onder meer gebruik gemaakt van de antwoorden die de staatssecretaris heeft gegeven op de vele Kamervragen die hem eerder werden gesteld (Nota naar aanleiding van het verslag; d.d. 5 september 2011 en het Debat Tweede Kamer van 5 oktober 2011). 2. Definitie begrip zoektijd Onder een zoektijd wordt verstaan dat gedurende 4 weken nog geen aanvraag wordt ingediend maar dat in die tijd wel moet worden gezocht naar werk en rijksbekostigd onderwijs. De zoektijd heeft dus zowel invloed op de financiën (er wordt nog geen uitkering verstrekt) als op verplichtingen (vooruitlopend op de eventueel nog formeel door de klant in te dienen aanvraag worden al wel verplichtingen opgelegd). 3. Wettelijke kaders Art. 41, lid 4 WWB: Een aanvraag algemene bijstand door een alleenstaande (ouder) die jonger is dan 27 jaar of door een gezin waarvan alle gezinsleden jonger dan 27 jaar zijn, wordt niet eerder ingediend dan 4 weken na de melding en wordt niet eerder dan 4 weken na die melding in behandeling genomen. De verplichting om eerst te zoeken naar werk of opleiding gedurende de 4 weken voorafgaande aan het formeel indienen van een aanvraag geldt voor alle personen jonger dan 27 jaar met uitzondering van 2 situaties, te weten: Uitzondering 1 (artikel 41, lid 6): Alleenstaanden en alleenstaande ouders jonger dan 27 jaar en een gezin waarvan alle gezinsleden jonger dan 27 jaar zijn die een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangen. Zij kunnen zich al vier weken voordat hun uitkering eindigt melden bij het loket van het UWV-Werkbedrijf met de bedoeling om bijstand aan te vragen. Hiermee wordt beoogd dat de algemeen geldende verplichting om te zoeken naar werk en scholing samenvalt met de verplichting die al geldt vanuit de Werkloosheidswet om te zoeken naar werk. De verplichting om te zoeken naar mogelijkheden binnen het regulier onderwijs bestaat dan dus ook al wanneer de jongere nog in aanmerking komt voor de uitkering in het kader van de Werkloosheidswet. Hiermee is beoogd dat een sluitende overdracht ontstaat tussen de Werkloosheidswet en de WWB voor jongeren. 1
Indien de jongere zich bij het UWV-Werkbedrijf meldt binnen de periode van 4 weken voor het aflopen van de WW-termijn, zal de zoektijd worden opgelegd vanaf de meldingsdatum bij het UWV- Werkbedrijf. De zoektermijn loopt dan dus niet volledig samen met de WW-termijn. Uitzondering 2 (artikel 41, lid 8): Bepaalde categorieën vluchtelingen jonger dan 27 jaar hebben al tijdens de zoektijd van 4 weken recht op een voorschot als de omstandigheden dat noodzakelijk maken. Het betreft hier asielzoekers die een verblijfstitel hebben verkregen en waarvan de RVA-bijdrage (Regeling Verstrekking Asielzoekers) dus wordt beëindigd en uitgenodigde vluchtelingen die voor het eerst in Nederland zelfstandige woonruimte krijgen. Deze uitzondering is vooral bedoeld om een liquiditeitstekort te voorkomen en dus niet om werk of studie uit te stellen. Verder zijn er geen uitzonderingen mogelijk, dus ook niet als: - de jongere bij melding kan aantonen dat hij/zij al minstens 4 weken voldoet aan de verplichting tot aantoonbare inspanning; - er sprake is van een zwerfjongere, een jongere met multi-problematiek/psychosociale problemen. Iedere niet uitgezonderde jongere krijgt een zoektermijn van 4 weken. Wel dient het college, bij de achteraf te maken beoordeling of de jongere zich voldoende heeft ingespannen om werk en/of opleiding te vinden, rekening houden met de persoonlijke omstandigheden. Art. 41, lid 5 WWB: De jongere (persoon tussen 18-27 jaar) moet documenten verstrekken die het college kunnen helpen bij de beoordeling of er nog mogelijkheden zijn om onderwijs te volgen binnen het uit s Rijks kas bekostigde onderwijs. Art. 41 lid 7 WWB: Deze documenten moeten worden overlegd - bij de aanvraag van algemene bijstand door een alleenstaande (ouder) < 27 jaar of een gezin waarvan alle gezinsleden < 27 jaar zijn (i.c. als er sprake is geweest van de zoektermijn van 4 weken OF - binnen 4 weken na melding, als er sprake is van een bijstandsaanvraag waarbij er binnen het gezin een of meerdere gezinsleden < 27 jaar zijn en een of meerdere gezinsleden 27 jaar of ouder zijn. 4. Beoordeling mogelijkheden reguliere scholing Eén van de speerpunten van de wijziging is de verplichting van jongeren om te zoeken naar regulier bekostigd onderwijs. Als de jongere geen mogelijkheden meer heeft binnen het regulier onderwijs en hij voldoet aan de overige voorwaarden, dan heeft hij recht op bijstand. Heeft de jongere wel mogelijkheden binnen het regulier bekostigd onderwijs, dan zijn er verschillende mogelijkheden. Zie onderstaand Figuur 1. Het is aan het college om vast te stellen of de jongere nog mogelijkheden heeft binnen het regulier bekostigd onderwijs. Voorstel is om in ieder geval tot 1 juli 2013 aan te sluiten bij het al dan niet hebben van een startkwalificatie. Dat wil zeggen een diploma op HAVO-, VWO- of MBO2-niveau. Het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt kan daarbij een adviserende taak hebben (denk aan bijv. onvoldoende capaciteiten om verder te leren). De jongere wordt uiteraard wel gestimuleerd om verder te studeren dan het startkwalificatie-niveau (met studiefinanciering). Maar als de motivatie daartoe ontbreekt is dat geen begaanbare en reële weg. Alle inspanningen moeten dan gericht zijn op het intensief zoeken naar werk. Dit wordt vastgelegd in een plan van aanpak. 2
Met ingang van het studiejaar 2013/2014 kunnen onderwijsinstellingen hun leerlingen bindend studieadvies geven op grond van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Dat zal vanaf 1 juli 2013 een aanvullend hulpmiddel zijn. Figuur 1 Beslispunt 1: Akkoord gaan met het voorstel om tot 1 juli 2013 aan te sluiten bij het al dan niet hebben van de startkwalificatie, te weten een diploma op HAVO-, VWO- of MBO2-niveau. Mogelijkheden binnen het regulier bekostigd onderwijs? Wel recht op bijstand (als aan voorwaarden is voldaan) Aanspraak op studiefinanciering? Geen recht op bijstand artikel 13, tweede lid, onderdeel c onder 1 WWB Volgt de jongere het onderwijs? Wel recht op bijstand, geen voorliggende voorziening Geen recht op bijstand artikel 13, tweede lid, onderdeel c onder 2 WWB 5. Beoogde procedure voor personen van 27 jaar of ouder Aan jongeren onder 27 jaar wordt vanaf 01-01-2012 een zoektijd opgelegd. De wetgever biedt gemeenten de mogelijkheid om ook aan personen van 27 jaar en ouder de zoektijd op te leggen. Argument is dat ook deze personen zelf verantwoordelijkheid dienen te dragen voor een zelfstandige bestaansvoorziening en zich daarvoor maximaal dienen in te spannen. Voorstel is om deze van deze mogelijkheid gebruik te maken. Ongeacht de leefvorm wordt aan de alleenstaande of het gezin dan een zoektijd opgelegd. Beslispunt 2: Akkoord gaan met het opleggen van de zoektijd aan personen van 27 jaar of ouder met ingang van 01-01-2012. 3
Binnen de gemeentelijke beleidsvrijheid is het advies om voor personen van 27 jaar of ouder geen zoektijd op te leggen en dus zonder nadere voorwaarden meteen bij melding een aanvraag in te nemen in de volgende situaties: - Voor de klant die zich, aansluitend aan de beëindiging van WW-uitkering, voor bijstand meldt bij het UWV en binnen de WW-termijn dus al moest voldoen aan arbeidsverplichtingen; - Voor de klant, die 60 jaar of ouder is bij de aanvang van het nog te beoordelen uitkeringsrecht, en daardoor naar het oordeel van het college een zeer lage kans heeft op uitstroom naar reguliere arbeid; - Voor de klant, waarvan op basis van een geldige WSW-indicatie, al is vastgesteld dat geen reguliere mogelijkheden bestaan op uitstroom naar reguliere arbeid; - Voor de klant waarbij sprake is van zogenaamde broodnood, en het uitstellen van een aanvraag (en daaraan gekoppelde mogelijkheden tot bevoorschotting) onoverkomelijke liquiditeitsproblemen zou veroorzaken; - Voor de klant waaraan, binnen de grenzen van redelijkheid en billijkheid, bij de aanvraag niet de verplichting kan worden opgelegd om gedurende 4 weken actief te zoeken naar werk. Een zorgvuldig afgewogen geïndividualiseerde benadering is dan geboden. Te denken valt aan echtscheidingen, waarbij de klant sociaal/emotioneel en ook financieel volledig uit zijn evenwicht is. Ook kan worden gedacht aan asielzoekers en uitgenodigde vluchtelingen, die voor het eerst zelfstandige woonruimte krijgen en gedurende de daarop volgende 4 weken hun volledige aandacht nodig zullen hebben voor het regelen van diverse zaken, zoals woninginrichting, school voor de kinderen, zoeken huisarts en aanvragen belastingtoeslagen en heffingskortingen. Beslispunt 3: Akkoord gaan met de uitzonderingen voor het achterwege laten van de zoektijd bij personen van 27 jaar of ouder of aan de gezinnen waarvan zij onderdeel uitmaken. 6. Beoogde procedure voor gezinnen die bestaan uit zowel personen jonger dan 27 jaar als personen van 27 jaar of ouder Voorstel is om ook aan deze gezinnen een zoektijd op te leggen, dat wil zeggen nog geen aanvraag in te nemen. Als motivering voor dit advies wordt verwezen naar wat is aangegeven onder punt 5. Beslispunt 4: Akkoord gaan met het opleggen van de zoektijd aan gezinnen die bestaan uit zowel personen jonger dan 27 jaar als personen van 27 jaar of ouder 4