Publicatie B.S. : Inwerkingtreding : Hoofdstuk I. - ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1.

Vergelijkbare documenten
Publicatie B.S.: Inwerkingtreding: Hoofdstuk I. ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1.

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 juli 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op dd mm yyyy;

1 het Fonds: het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap;

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:


DECREET. inzake sociale werkplaatsen

1 er wordt een punt 2 /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: 2 /1 budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning: een budget voor niet-

VR DOC.1498/2BIS

5 voucher: de voucher, vermeld in artikel 2, 11 van het decreet van 25 april 2014 houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een hand

VR DOC.1517/2BIS

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0309/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 oktober 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 december 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 februari 2019;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

In 3, a) worden de woorden "400 F" en "100 F " vervangen door de respectieve woorden"10 euro" en "2,50 euro".

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 14 mei 2018;

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 november 2018; Pagina 1 van 7

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; BESLUIT:

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 december 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 maart 2019;

Tot de doelgroep van dit besluit behoren de auditief gehandicapten die:

Besluit van de Vlaamse Regering over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden

4 besluit van 27 november 2015: over de indiening en de afhandeling van de aanvraag van een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en onders

VR DOC.0307/2

Besluit van de Vlaamse Regering over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden waaronder investeringssubsidies kunnen worden toegekend aan toeristische logiezen

VR DOC.0136/2

VR DOC.1450/2BIS

VR DOC.0522/2TER

3 agentschap : het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;

1 [agentschap : het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap];

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 maart 2019;

VR DOC.1312/1BIS

Wijzigend besluit Zorgregie

VR DOC.1498/1BIS

IV.4 PA/E/S IBO MB Dit is een gecoördineerde versie. De datum van de laatste versie is steeds de datum van het laatste wijzigingsbesluit

WELZIJN. Provincieraadsbesluit van 30 april 2014 in verband met de goedkeuring van het reglement impulssubsidie arbeidszorg

VR DOC.1472/2BIS

(B.S. 07/06/2004) Gecoördineerd tot 4 december Artikel. 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

(B.S.18.V.1997) 1. Hoofdstuk I. Definities en toepassingsgebied

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 december 2016;

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

2. De verplichtingen uit dit decreet doen geen afbreuk aan verplichtingen uit toepasselijke sectorreglementering, die in voorkomend geval cumulatief m

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 december 2016;

VR DOC.0270/2

VR DOC.1079/2BIS

Besluit van de Vlaamse Regering over de zorg en ondersteuning voor geïnterneerde personen met een handicap door vergunde zorgaanbieders

Besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2007 (BS 19 juni 2007) houdende het lokaal beleid kinderopvang. Titel I. Algemene bepalingen

VR DOC.0952/2BIS

Vlaamse Regering.3^v^ "^ M

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Hoofdstuk 2. Opdrachten

Besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2019 (BS ) houdende de toekenning van een subsidie aan pools gezinsopvang

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 18 juli 2018;

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 7 juli 2017;

Vlaamse Regering..3^L^

Hoofdstuk 2. Voorwaarden voor de specifieke dienstverlening

VR DOC.0566/1BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 5, 1;

VR DOC.0987/2BIS

VR DOC.0500/1BIS

Juli OVERZICHT REGELGEVING GEOGRAFISCH INFORMATIE SYSTEEM VLAANDEREN

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten

Vlaamse Regering.3^v^ "^ M

OVERZICHT REGELGEVING KABELS EN LEIDINGEN INFORMATIE PORTAAL

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 19 juli 2018;

Publicatie B.S.: Inwerkingtreding: Artikel 1.

SUBSIDIEREGLEMENT G-SPORT SUBSIDIE SPORTVERENIGING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 17 juli 2018;

VR DOC.1387/1BIS

VR DOC.0854/2BIS

Vlaamse Regering rssjj^f ^^

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 18 december 2017;

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

BETREFT: PAB en CAO 26 of Vlaamse inschakelingspremie (VIP)

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand;

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

VR DOC.0615/1BIS

1 Decreet : het decreet van 24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning van de instellingen voor schuldbemiddeling in de Vlaamse Gemeenschap;

Gecoördineerde tekst:

Persoonsvolgende Financiering. Vivo infosessies

VR DOC.1242/2BIS

(B.Vl.Reg. 20.I.1993) (B.Vl.Reg. 19.I.1994) (B.S. 27.IV.1990, err. B.S. 11.IX.1990)1

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 juli 2017;

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN

Art. 2. Dit besluit wordt aangehaald als: Handhavingsbesluit Baby s en Peuters van 11 december 2015.

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het Procedurebesluit van 9 mei 2014

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, artikel 20;

VR DOC.1142/2BIS

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby s en peuters, artikel 10, 3 ;

Transcriptie:

BESLUIT van de VLAAMSE REGERING van 7 november 2008 betreffende het opzetten van een experiment voor de toekenning van een persoonsgebonden budget aan bepaalde personen met een handicap Publicatie B.S. : 15.1.2009 Inwerkingtreding : 1.10.2008 Hoofdstuk I. - ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Binnen de perken van de daarvoor op de begroting vastgelegde kredieten kan het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, hierna het agentschap te noemen, aan maximaal tweehonderd door het agentschap bepaalde personen met een handicap een persoongebonden budget, hierna PGB te noemen, toekennen, voor maximaal twee jaar en bij wijze van experiment. Art. 2. Het PGB heeft tot doel de sturing van het zorgaanbod door personen met een handicap te verhogen door de gehele of gedeeltelijke tenlasteneming van de ondersteuning die de persoon met een handicap vrij kan kiezen. Die ondersteuning is elke immateriële hulp en elke vorm van hulp- en dienstverlening die met het oog op hun maatschappelijke integratie aan personen met een handicap wordt verstrekt. Hoofdstuk II. - DOELGROEP Art. 3. 1. Alleen meerderjarige personen die voldoen aan al de volgende voorwaarden, komen voor een PGB in aanmerking : 1 gedomicilieerd zijn in ofwel de regio Groot-Antwerpen ofwel de regio Halle-Vilvoorde; 2 erkend zijn als persoon met een handicap als vermeld in artikel 2, 2, van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap; 3 al tenminste drie jaar wachten op een urgente oplossing. Dat kan blijken uit ofwel : a) de registratie met minstens urgentiecode 3 in de Centrale Zorgvraag Registratie, vermeld in artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006 betreffende de regie van de zorg en bijstand tot sociale integratie van personen met een handicap en betreffende de erkenning en subsidiëring van een Vlaams Platform van verenigingen van personen met een handicap; b) een nog niet ingewilligde aanvraag voor een persoonlijke-assistentiebudget, vermeld in artikel 2, 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijke-assistentiebudget aan personen met een handicap, die werd ingediend voor 2005. In afwijking van het eerste lid kan het agentschap beslissen om bepaalde personen met een handicap die al in een residentiële voorziening verblijven of die al gebruik maken van een

persoonlijke-assistentiebudget, toch te laten deelnemen aan dit experiment. 2. Het agentschap bepaalt het model van de aanvraag om een PGB te verkrijgen en stelt de wijze van indiening vast. Art. 4. De personen met een handicap en de zorgaanbieders die aan het experiment deelnemen, leveren alle relevante informatie aan de onderzoeksequipe die zorgt voor de wetenschappelijke begeleiding van het experiment. De deelnemers verbinden er zich verder toe om alle medewerking te verlenen aan het wetenschappelijk onderzoek. Hoofdstuk III. - HET VOORTRAJECT Art. 5. 1. De personen met een handicap aan wie een PGB wordt toegekend, doorlopen een voortraject, georganiseerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 1995 tot vaststelling van de voorwaarden en modaliteiten volgens dewelke het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap bijzondere subsidies aan voorzieningen kan toekennen, om hun persoonlijke levensdoelstellingen, keuzes en visie op de organisatie van hun ondersteuning duidelijker te maken. 2. Het voortraject bestaat uit de volgende fasen : 1 vraagverduidelijking; 2 opmaak van een ondersteuningsplan; 3 inschaling; 4 toets van het ondersteuningsplan; 5 toewijzing van het budget; 6 trajectbegeleiding. Het agentschap bepaalt de nadere regels, vorm en inhoud van de fasen, vermeld in het eerste lid. Hoofdstuk IV. - VERGOEDING VAN DE ONDERSTEUNING Art. 6. Het agentschap bepaalt de hoogte van het PGB op basis van de resultaten van het voortraject. Art. 7. Het agentschap bepaalt de bijstandsvormen waarvoor het PGB gebruikt mag worden en welke bijstand met het PGB vergoed kan worden. Hoofdstuk V. - DE ZORGAANBIEDER Art. 8. 1. Zorgaanbieders die al door het agentschap erkend zijn, kunnen deelnemen aan het experiment. Het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 1993 tot vaststelling van

de algemene regels inzake het verlenen van vergunningen en erkenningen door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap is niet van toepassing op overeenkomstig dit experiment ingevulde plaatsen. 2. Zorgaanbieders die niet door het agentschap erkend zijn en voldoen aan de door het agentschap vastgestelde voorwaarden kunnen deelnemen aan het experiment nadat ze een licentieovereenkomst hebben gesloten met het agentschap. Door die licentieovereenkomst te sluiten wordt de zorgaanbieder erkend door het agentschap voor de duur van het experiment. Het agentschap bepaalt de vorm en verdere inhoud van die overeenkomst. Het eerste lid is ook van toepassing op zorgaanbieders die wel door het agentschap erkend zijn, maar in het kader van het experiment zorgvormen aanbieden die buiten hun erkenning vallen. 3. De kwaliteitseisen, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 betreffende de kwaliteitszorg in de voorzieningen voor de sociale integratie van personen met een handicap, zijn van toepassing op overeenkomstig dit experiment verleende ondersteuning. Hoofdstuk VI. - BESCHERMING VAN DE BUDGETHOUDER Art. 9. De personen met een handicap die deelnemen aan het experiment, kunnen zich, zowel tijdens het voortraject als in de loop van het experiment, laten bijstaan door diensten voor onafhankelijke vraagverduidelijking, de multidisciplinaire teams, vermeld in artikelen 22 tot en met 28 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1991 betreffende de inschrijving bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, gebruikersverenigingen, door gebruikersverenigingen, door diensten voor ambulante begeleiding die door het agentschap erkend zijn of door onafhankelijke budgethoudersverenigingen. Het agentschap bepaalt de nadere voorwaarden waaronder de diensten, vermeld in het eerste lid, kunnen intekenen om deel te nemen aan het experiment, en stelt de nadere regels, taken en de wijze van financiering voor die ondersteuning vast. Art. 10. De personen met een handicap die aan het experiment deelnemen, behouden hun zorgvraagregistratie en de urgentiecode, vermeld in artikelen 13 en 14 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006 betreffende de regie van de zorg en bijstand tot sociale integratie van personen met een handicap en betreffende de erkenning en subsidiëring van een Vlaams Platform van verenigingen van personen met een handicap, of in voorkomend geval hun prioriteit voor het verkrijgen van een persoonlijke-assistentiebudget. Art. 11. De zorgvragen van de personen met een handicap die deelnemen aan het experiment, worden na afloop van het experiment bij voorrang behandeld.

Hoofdstuk VII. - DE VERHOUDING TUSSEN DE PERSOON MET EEN HANDICAP EN DE ZORGAANBIEDER Art. 12. De personen met een handicap kiezen in alle vrijheid de zorgaanbieder waarvan zij gebruik willen maken. Tussen de persoon met een handicap en de zorgaanbieder wordt een contract gesloten. Het agentschap bepaalt de vorm en de bepalingen die dat contract minstens moet bevatten. Elk contract dat gesloten is tussen de persoon met een handicap en een zorgaanbieder in het kader van het PGB, wordt, op straffe van absolute nietigheid, aan het agentschap voorgelegd, overeenkomstig de door het agentschap vastgestelde regels. Hoofdstuk VIII. CUMULATIE MET ANDERE VORMEN VAN BIJSTAND Art. 13. Het PGB kan niet worden gebruikt ter subsidiëring van kosten waarvan de tenlasteneming krachtens andere wetten, decreten, met uitzondering van het decreet houdende de organisatie van de zorgverzekering, ordonnanties of reglementaire bepalingen tot de bevoegdheid van een andere overheidsdienst dan het agentschap behoort. Het eerste lid is ook van toepassing op eventuele remgelden die boven op de door een andere overheidsdienst dan het agentschap verleende subsidies gevraagd worden, behalve als het agentschap er anders over beslist. Art. 14. De overeenkomstig het experiment verleende ondersteuning wordt alleen op basis van dit besluit gesubsidieerd. De zorgaanbieders die deelnemen aan het experiment, kunnen geen andere subsidies krijgen voor bijstand die verleend werd overeenkomstig de bepalingen van dit besluit, dan de subsidies, vermeld in het eerste lid. Hoofdstuk IX. UITBETALING VAN HET PGB Art. 15. Het PGB kan uitbetaald worden in geld, door middel van een voucher of een combinatie van beide. Het agentschap regelt de wijze waarop het PGB uitbetaald wordt. Hoofdstuk X. - SLOTBEPALINGEN Art. 16. Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2008 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2010.

Art. 17. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.