Verzoeker: de Directeur-Generaal van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (hierna: AIVD)

Vergelijkbare documenten
Vanaf 26 april 2010 is de ambtenaar op medische gronden die verband houden met een verslaving ongeschikt zijn functie te vervullen.

Advies. Adviesaanvraag nr. ABB/2015/ Verzoeker: XXXX. 1. Feiten en procesverloop

Verzoeker: de Directeur-generaal van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (hierna: AIVD)

Bij brief van 5 januari 2012 heeft de ambtenaar zijn zienswijze kenbaar gemaakt op het zojuist bedoelde voornemen.

Advies. Adviesaanvraag nr. ABB/2010/ Verzoeker: XXXX. 1. Feiten en procesverloop

Bij besluit van 13 april 2012, kenmerk XXXX, heeft verzoeker de verklaring van geen bezwaar van de ambtenaar ingetrokken.

De heer XXXX (hierna: de ambtenaar) is sinds 1 november 1996 werkzaam als XXXX bij de XXXX.

De heer XXXX (hierna: de ambtenaar) was van 10 oktober 2005 tot 1 september 2008 aangesteld als XXXX bij XXXX voor een bepaalde tijd van XXXX.

Advies. Adviesaanvraag nr. ABB/2015/ Verzoeker: de Minister van Defensie. 1. Feiten en procesverloop

Advies AGFA: geen beletselen om uitvoering te geven aan een voorgenomen ontslag

Bij uitspraak van 17 september 2015 heeft de rechtbank Rotterdam het beroep van de ambtenaar tegen het besluit van 3 maart 2015 ongegrond verklaard.

Advies. Adviesaanvraag nr. ABB/2011/ Verzoeker: XXXX. 1. Feiten en procesverloop

Bij besluit van 15 mei 2012 heeft XXXX de ambtenaar ontheven uit zijn functie en hem geschorst in zijn ambt.

BINDEND ADVIES VASTE COMMISSIE CAO VOOR HET OMROEPPERSONEEL. Inzake: tegen: 1. Taak en samenstelling van de Vaste Comissie

Advies. Adviesaanvraag nr. ABB/2010/ Verzoeker: XXXX. 1. Feiten en procesverloop

Advies. Adviesaanvraag nr. ABB/2017/ Verzoeker: de Directeur-Generaal van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

Advies. Adviesaanvraag nr. ABB/2017/ Verzoeker: de Minister van Defensie. 1. Feiten en procesverloop

ECLI:NL:CRVB:2013:BZ6941

Advies. Adviesaanvraag nr. ABB/2016/ Verzoeker: de Minister van Defensie. 1. Feiten en procesverloop

Bij brief van 1 augustus 2008 heeft XXXX, advocaat te Utrecht, de zienswijze van de ambtenaar kenbaar gemaakt inzake het zojuist bedoelde voornemen.

Advies. Adviesaanvraag nr. ABB/2014/ Verzoeker: de Minister van Defensie. 1. Feiten en procesverloop

ECLI:NL:CRVB:2016:4659

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.

Doorwerken na bereiken leeftijd 65 jaar. Bekendmaken van beleid

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2009 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2009 onder nummer

Advies. Adviesaanvraag nr. ABB/2014/ Verzoeker: de Minister van Defensie. 1. Feiten en procesverloop

ECLI:NL:CRVB:2015:3138

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Klachtenprotocol Kinderopvang De 5

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

Regeling melden vermoeden van een misstand in de sector VO

Goedgekeurd door de medezeggenschapsraad: [datum] Vastgesteld door het bestuur van de Stichting Gemeentelijk Gymnasium Hilversum: [datum]

ECLI:NL:RBZWB:2017:3873

ECLI:NL:RBAMS:2014:970

KLOKKENLUIDERSREGELING. Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand binnen het St. Michaël College

Partijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool "De Quint" te Alkmaar, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR)

Elektronisch gemeenteblad

Regeling melden vermoeden van een misstand

Protocol. Klachtencommissie. Autimaat B.V.

Regeling melden (vermoeden van een) misstand of schending integriteit

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Doetinchem, gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet;

SAMENVATTING Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding)

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

I. Ten aanzien van het afwijzen van verzoekster voor een vaste functie

ECLI:NL:CRVB:2016:4970

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 21 mei 2015 in zaak nr. 14/10078 in het geding tussen:

Adviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK

ECLI:NL:RBDOR:2010:BO7430

ECLI:NL:RVS:2013:BY8851

Verordening commissie bezwaarschriften

RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk telefoon fax

Gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (hierna Awb) en de Gemeentewet;

ECLI:NL:CRVB:2014:1035

gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

ECLI:NL:GHDHA:2015:1011

Klachtenregeling REVACARE Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

ECLI:NL:CRVB:2016:3143

ECLI:NL:CRVB:2016:2097

ECLI:NL:RBDHA:2016:1622

GEMEENTEBLAD 2003 nr.126

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Ferwerderadiel, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

Beleidsregels Schuldhulpverlening

VERORDENING COMMISSIE VOOR DE BEZWAARSCHRIFTEN GEMEENTE BUNNIK 2014

ECLI:NL:CRVB:2016:5122

De secretaris-generaal van het ministerie van Justitie en Veiligheid, Besluit:

Klachtenregeling CVO t Gooi

Beleidsregels behorend bij de Verordening Wet inburgering Helmond 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BEZWARENREGLEMENT ex. artikel 7:13 Awb van de Openbare Rechtspersoon Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio te Zwolle

ECLI:NL:CRVB:2016:1213

Klachtenregeling ENMS. 2 Begripsbepalingen. 3 Behandeling van de klachten. Het bevoegd gezag,

ECLI:NL:CRVB:2014:3352

ECLI:NL:CRVB:2015:1666

ECLI:NL:CRVB:2017:2145

Regeling voor het melden van het vermoeden van een misstand en voor het onderzoek ernaar

Klachtenregeling. Omnisscholen

Vertrouwensfuncties en veiligheidsonderzoeken

*ZE9DBFBE563* Raadsvergadering d.d. 19 februari 2015

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie

ECLI:NL:RBNHO:2016:1706

De werkgever heeft de werknemer nogmaals mogen schorsen om nader onderzoek te doen naar zijn mogelijk onrechtmatig handelen.

Bestuurszaken en Veiligheid. telefoon (0184)

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Brielle van 11 mei 2010 volgnummer 22;

Verordening commissie bezwaarschriften 2010, incl. 1e wijziging. De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Hattem,

UITSPRAAK. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen

Borging Evaluatie: eenmaal per drie jaar Door: avm

Regelgeving per 1 januari 2015 inzake IAU, MAU en VU 2015

AFSCHRIFT. Uitspraak: 10 februari 2015 Zaaknummer: /01 Zaaknummer eerste aanleg: C/13/ / FA RK (MN/WK)

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558

Model klachtenregeling primair en voortgezet onderwijs

ECLI:NL:CRVB:2015:1758

Reglement Rechtskundige Bijstand ANPV

KLACHTENREGELING. Klachtenregeling Sint-Christoffel Versie 19 november 2013 Pagina 1

De raad, het college, de burgemeester en de leerplichtambtenaar van de gemeente Heerenveen;

verordening bezwaarschriftencommissie Gouda

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR HET CHRISTELIJK BASIS- SPECIAAL- EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

Transcriptie:

Voorgenomen ontslag van een ambtenaar van de AIVD vanwege de intrekking van haar verklaring van geen bezwaar. Ambtenaar heeft een andere baan maar weigert ontslag te nemen vanwege een inkomensverlies dat de AIVD niet wil compenseren. Het ontslag is voldoende zorgvuldig voorbereid. De terugwerkende kracht waarmee de AIVD dit wil effectueren, is niet in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel. Advies Adviesaanvraag nr. ABB/2016/11561 Verzoeker: de Directeur-Generaal van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (hierna: AIVD) 1. Feiten en procesverloop Mevrouw NN (hierna: de ambtenaar) is op 1 maart 2003 in dienst getreden bij de AIVD in de op schaal 5 gewaardeerde functie van [naam functie]. Sinds 1 maart 2005 geniet zij een vaste aanstelling. Laatstelijk vervulde zij de functie van [naam functie]. Dit is een vertrouwensfunctie van het niveau A+ die is gewaardeerd op schaal 9. Naast een op deze salarisschaal gebaseerd salaris ontvangt de ambtenaar in deze functie een zogenaamde AIVD-toelage. Bij een brief van 21 juni 2013 met het kenmerk 39728 heeft verzoeker de ambtenaar in kennis gesteld van het voornemen om de voor de uitoefening van haar functie benodigde verklaring van geen bezwaar in te trekken. In verband met deze kennisgeving is aan de ambtenaar bij een besluit van dezelfde datum met het kenmerk 82bc23ce-or1-1.0 voor de verdere duur van haar veiligheidsonderzoek de toegang tot de dienstlokalen, dienstgebouwen of het werk ontzegd. Bij een besluit van 23 juli 2013 met het kenmerk 39728 heeft verzoeker de verklaring van geen bezwaar van de ambtenaar definitief ingetrokken. In verband hiermee heeft verzoeker de ambtenaar bij een besluit van dezelfde datum met het kenmerk 82d83fa3-or1-1.0 onder handhaving van de bij zijn besluit van 21 juni 2013 getroffen ordemaatregel ontheven uit haar functie en geschorst in haar ambt. Daarbij heeft verzoeker aangegeven dat hij voornemens is de ambtenaar aan te melden bij het mobiliteitscentrum van de rijksoverheid, teneinde gedurende zes maanden de mogelijkheden te onderzoeken om een ontslag vanwege de ontheffing uit haar vertrouwensfunctie te voorkomen. In oktober 2013 is tussen de AIVD en het Expertisecentrum Organisatie en Personeel van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (hierna: EC O&P) een begeleidingsovereenkomst gesloten die tot doel had de ambtenaar voor te bereiden op het betreden van de arbeidsmarkt en liep tot 1 juni 2014. In het vierde kwartaal van 2013 heeft de ambtenaar op basis van deze overeenkomst een loopbaanoriëntatietraining gevolgd en enkele loopbaangesprekken gevoerd. In het eerste kwartaal van 2014 heeft de begeleiding stilgelegen, maar in het tweede kwartaal van 2014 heeft de ambtenaar drie arbeidsmarkt/loopbaanoriëntatiegesprekken gevoerd en een training Netwerkvaardigheden gevolgd. De kosten van deze begeleidingsovereenkomst bedroegen 5.180. In een evaluatiegesprek van de zojuist genoemde begeleidingsovereenkomst, dat plaatsvond op 3 juli 2014, is besloten met het EC O&P een tweede begeleidingsovereenkomst met een looptijd van zes maanden aan te gaan. Deze overeenkomst had het vinden van een vaste baan elders als uiteindelijk doel en merkte het realiseren van een detachering aan als een reële tussenstap. De uitvoering van deze overeenkomst, waarmee een bedrag van 5.400 was gemoeid, heeft in eerste instantie geleid tot een detachering van de ambtenaar van 1 december 2014 tot 1 december 2015 bij de gemeente XX in de functie van klantmanager 2 en backofficemedewerker. Tijdens deze detachering heeft de AIVD het salaris van de ambtenaar doorbetaald en haar opleiding tot klantmanager bekostigd. Met ingang van 1 december 2015 is de ambtenaar in aansluiting op haar detachering bij de gemeente XX bij deze gemeente in dienst getreden. Zij heeft echter geen ontslagaanvraag ingediend bij de AIVD. Wel heeft haar raadsman, de heer YY (hierna: de raadsman) haar indiensttreding bij de gemeente XX op 11 december 2015 gemeld aan de AIVD. In een telefonisch onderhoud dat 1/6

plaatsvond op 22 december 2015 heeft de raadsman van de ambtenaar over deze melding van gedachten gewisseld met een juridisch adviseur van de AIVD. Bij brief van 29 december 2015, kenmerk 879ab4ae-or1-1.0, heeft verzoeker de commissie verzocht om advies over een aan de ambtenaar met terugwerkende kracht tot 1 december 2015 te verlenen ontslag als bedoeld in artikel 97b van het Algemeen Rijksreglement. Bij e-mail van 18 januari 2016 heeft de raadsman van de ambtenaar de zienswijze van de ambtenaar kenbaar gemaakt op de intrekking van haar verklaring van geen bezwaar, op de begeleiding die zij heeft genoten bij het betreden van de arbeidsmarkt en op haar voorgenomen ontslag. Bij e-mail van 20 januari 2016 heeft de raadsman van de ambtenaar enkele vragen beantwoord die bij de secretaris van de commissie naar aanleiding van de e-mail van 18 januari 2016 waren gerezen. De adviesaanvraag is behandeld ter zitting van de commissie op 28 januari 2016. De commissie bestond uit prof. mr. M.J. Cohen (voorzitter), prof. mr. A.W. Heringa en dr. J.S. Timmer en werd bijgestaan door mr. C.F. Sparrius (secretaris). Namens verzoeker zijn verschenen de leidinggevende van de ambtenaar, een HRM-adviseur en een procesvertegenwoordiger. De ambtenaar is in persoon verschenen met bijstand van haar raadsman. Het verslag van de hoorzitting is verwerkt in de onderdelen 2 en 3 van dit advies. 2. Standpunt bevoegd gezag De intrekking van de verklaring van geen bezwaar van de ambtenaar berust op de volgende gronden: 1. In het hernieuwde veiligheidsonderzoek is gebleken dat de ambtenaar stelselmatig en over een langere periode leugenachtig gedrag heeft vertoond. In dit veiligheidsonderzoek heeft zij verklaard dat zij in het vorige veiligheidsonderzoek, dat plaatsvond in 2011, leugenachtige verklaringen heeft afgelegd over diverse onderwerpen die van belang zijn voor dit onderzoek, zoals relaties met collega s en de omgang met haar ex-partner. Bovendien heeft zij aangegeven dat zij over de omgang met haar ex-partner meermalen heeft gelogen in gesprekken met medewerkers van de afdeling Integrale Beveiliging (hierna: afdeling IB). 2. In het hernieuwde veiligheidsonderzoek is eveneens gebleken dat de ambtenaar zich stelselmatig niet heeft gehouden aan met de afdeling IB gemaakte afspraken die dienen ter voorkoming van veiligheidsrisico s. Deze afspraken hadden onder meer betrekking op de omgang met haar ex-partner, het gebruik van een haar ter beschikking gestelde dienstauto en het beheer van sloten die door de AIVD zijn aangeschaft met het oog op haar beveiliging. Eveneens is de ambtenaar structureel met de afdeling IB gemaakte afspraken niet nagekomen om voor de AIVD relevante veranderingen in haar persoonlijke omstandigheden te melden, hoewel het belang van de nakoming van deze afspraken de ambtenaar duidelijk was gemaakt. Zo meldde zij niet dat zij met haar ex-partner op vakantie is geweest in 2007 en is zij niet direct eerlijk geweest over het feit dat haar ex-partner de vader is van haar dochter. Evenmin heeft zij gemeld dat zij haar ex-partner in het bezit heeft gesteld van de sleutel van haar huis, dat zij met hem ook na de geboorte van haar dochter seksuele contacten heeft gehad en dat zij van plan was de zomervakantie van 2013 in zijn gezelschap door te brengen. 3. Bovendien is gebleken dat de ambtenaar nog ander heimelijk en niet-integer gedrag heeft vertoond, waarover verzoeker geen verdere mededelingen kan doen. Gelet op het patroon van leugenachtig en niet-integer gedrag dat blijkt uit de bovengenoemde feiten en omstandigheden en op de kwetsbaarheid van de functie van de ambtenaar, waarin zij participeert in zeer gevoelige en kwetsbare operationele activiteiten, acht verzoeker onvoldoende waarborgen aanwezig dat zij haar functie onder alle omstandigheden naar behoren zal vervullen. Om die reden trekt hij de verklaring van geen bezwaar van de ambtenaar definitief in op basis van persoonlijke gedragingen en omstandigheden. De adviesaanvraag aan de commissie berust, samengevat, op de volgende gronden: Aangezien alle functies bij de AIVD ingevolge de Wet veiligheidsonderzoeken zijn aangewezen als vertrouwensfuncties, kan de ambtenaar niet werkzaam blijven bij de AIVD, nu haar verklaring van geen bezwaar is ingetrokken en deze intrekking in rechte vaststaat. Adviescommissie grondrechten en functie-uitoefening ABB/2016/11561 2/6

Na de intrekking van haar verklaring van geen bezwaar heeft de ambtenaar een intensief loopbaanbegeleidingstraject gevolgd, verzorgd door een loopbaanadviseur van het EC O&P. De nadruk lag op loopbaanoriëntatietraining, arbeidsmarktoriëntatie, netwerkvaardigheden en mobiliteitsbegeleiding. Daarnaast heeft de ambtenaar diverse opleidingen/cursussen gevolgd. Als onderdeel van het traject om ontslagverlening op grond van artikel 125e, tweede lid, van de Ambtenarenwet te voorkomen, was de ambtenaar van 1 december 2014 tot 1 december 2015 gedetacheerd bij de gemeente XX. Zij was daar werkzaam als klantmanager. De AIVD heeft in deze periode niet alleen het salaris van de ambtenaar doorbetaald, maar voor haar ook een vakinhoudelijke opleiding voor de functie van klantmanager bekostigd. De ambtenaar heeft aanvankelijk doen voorkomen dat zij het aanbod van de gemeente XX om na afloop van haar detachering bij deze gemeente in dienst te treden niet zou aanvaarden, omdat zij bij deze gemeente een lager salaris zou gaan genieten dan bij de AIVD en de AIVD niet bereid was dit inkomensverlies te compenseren. Op 22 december 2015 is in een telefonisch onderhoud tussen de raadsman van de ambtenaar en een juridisch adviseur van de AIVD echter gebleken dat de ambtenaar per 1 december 2015 alsnog in dienst is getreden bij de gemeente XX. De raadsman heeft aangegeven dat, hoewel een ontslagaanvraag in een dergelijke situatie gebruikelijk is, de ambtenaar zo n aanvraag niet zal indienen vanwege de weigering van de AIVD om haar inkomensverlies te compenseren. Op de bovenstaande gronden verzoekt verzoeker de commissie advies uit te brengen over zijn voornemen aan de ambtenaar op grond van artikel 125e van de Ambtenarenwet ontslag te verlenen per 1 december 2015. Voor het geval dat de commissie van oordeel is dat een ontslag met terugwerkende kracht in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel bestaat bij verzoeker het voornemen om ontslag te verlenen kort na het uitbrengen van het advies van de commissie. Tijdens de hoorzitting van de commissie is van de zijde van verzoeker het volgende verklaard. De procesvertegenwoordiger zet uiteen dat de AIVD, wanneer een verklaring van geen bezwaar van een medewerker wordt ingetrokken, een inspanningsverplichting heeft om voor die medewerker binnen een redelijke termijn te zoeken naar een aanvaardbare oplossing. Die redelijke termijn bedraagt in beginsel zes maanden, maar in het geval van de ambtenaar heeft deze termijn mede vanwege haar detachering bij de gemeente XX uiteindelijk 2,5 jaar geduurd. Reeds vanwege de duur van deze termijn heeft de AIVD een goede invulling gegeven aan de inspanningsverplichting die op haar rust. De regelgeving waarop die verplichting is gebaseerd, verplicht niet om het inkomensverlies te compenseren dat optreedt bij aanvaarding van een andere baan of bij instroom in de WW. Bij een al dan niet vrijwillige overgang naar een andere werkgever vervalt het recht op de AIVD-toelage; deze toelage dient immers ter compensatie van bezwarende arbeidsomstandigheden bij de AIVD. De spreker constateert dat de ambtenaar de opvatting van deze dienst deelt dat deze dienst een goede invulling heeft gegeven aan de zojuist genoemde inspanningsverplichting. De procesvertegenwoordiger wijst erop dat voorafgaand aan de detachering van de ambtenaar bij de gemeente XX al met haar is besproken dat na afloop van die detachering een einde zou komen aan haar dienstverband bij de AIVD, ongeacht of zij dan in dienst zou kunnen treden bij de gemeente XX. De spreker bevestigt dat met de ambtenaar voorafgaand aan haar indiensttreding bij de gemeente XX een verzoek tot aanvulling van haar salaris bij die gemeente is besproken. Van de zijde van de AIVD bestond daarvoor geen ruimte. Daarop heeft de ambtenaar aanvankelijk aangegeven dat zij de haar aangeboden functie bij de gemeente XX niet zou aanvaarden. Naderhand heeft de spreker een melding van haar raadsman ontvangen waaruit bleek dat zij per 1 december 2015 toch in dienst is getreden bij de gemeente XX. Op 22 december 2015 heeft hij hierover met de raadsman van de ambtenaar telefonisch overleg gevoerd. 3. Zienswijze ambtenaar In de schriftelijke zienswijze van 18 januari 2016 heeft de raadsman van de ambtenaar namens deze de volgende reactie gegeven op de intrekking van de verklaring van geen bezwaar, de persoonlijke gedragingen en omstandigheden van de ambtenaar die daartoe aanleiding hebben gegeven, de begeleiding van werk naar werk die de ambtenaar heeft genoten en haar voorgenomen ontslag: [De ambtenaar] verkeerde in een moeilijke positie. De vader van haar kinderen is haar ex-partner. [De ambtenaar] moest laveren tussen haar rol als ambtenaar bij de AIVD en die van "ex-partner". Zij heeft de grootst mogelijke openheid betracht. Zij heeft haar werkzaamheden overigens altijd uitermate Adviescommissie grondrechten en functie-uitoefening ABB/2016/11561 3/6

integer verricht, en zelf geen enkel risico gecreëerd. [De ambtenaar] merkte echter in de loop der tijd dat, op het moment dat zij vertelde over haar persoonlijke situatie, plotseling kritiek uitgeoefend werd op haar functioneren als ambtenaar. Deze ontwikkeling heeft zij als "oneerlijk" ervaren. Het is juist dat tegen het besluit van 23 juli 2013 geen rechtsmiddel is ingesteld. Gezamenlijk werd ingezet op het vinden van werk elders, nu plaatsing op een andere functie binnen de dienst in de ogen van de werkgever niet mogelijk was. De begeleiding heeft [de ambtenaar] als positief ervaren. [De ambtenaar] werd gedetacheerd bij de gemeente XX waar zij een opleiding heeft gevolgd tot klantmanager voor de afdeling Sociale Zaken. Deze heeft zij met succes gevolgd. De gemeente drong aan op rechtstreekse indiensttreding, die gerealiseerd is per 1 december 2015. Uiteraard kon [de ambtenaar] zich niet permitteren een dergelijke aanstelling "af te houden". Deze heeft een groot nadeel: het salaris bij de gemeente Zoetermeer ligt veel lager dan dat bij de AIVD. [De ambtenaar] is eenverdiener, heeft de zorg voor minderjarige kinderen [en] bewoont een koophuis. Het huidig inkomen dat verdiend wordt bij de gemeente zou er toe leiden dat zij in haar huidige woning niet kan blijven wonen. Dat brengt uiteraard grote sociale nadelen met zich mee, gelet op de positie van de kinderen. Er zal ook een restschuld ontstaan nu de waarde van de woning lager is dan de hypotheekverplichting. De gevolgen zullen voor [de ambtenaar] dus in hoge mate nadelig zijn. [De ambtenaar] verkeert als ambtenaar bij de AIVD rechtspositioneel in een nadelige positie vergeleken met een ambtenaar in "gewone" dienst. Haar privé omgeving wordt immers onder een vergrootglas gelegd. Zij stelt dat het nadeel dat zij nu ondervindt in enige mate financieel gecompenseerd behoort te worden. Het traject "van werk naar werk" kan immers in haar visie slechts succesvol genoemd worden indien zij vervolgens niet geconfronteerd wordt met ernstige financiële problemen. Het verlenen van ontslag met terugwerkende kracht is in het algemeen niet aanvaardbaar. In casu ziet [de ambtenaar] hiervoor geen goede redenen. Bij e-mail van 20 januari 2015 heeft de raadsman van de ambtenaar haar financiële situatie in antwoord op enkele vragen hierover van de secretaris van de commissie als volgt uiteengezet: Het salaris bij de gemeente XX zal (vermoedelijk) 2.160,00 netto per maand bedragen. Het netto salaris bij de AIVD bedroeg 2.553,00 inclusief AIVD-toelage (die 360,00 bruto bedraagt). Woonlasten - 1.094 hypotheek - 160,00 levensverzekering verbonden aan de hypotheek - 106,00 huur warmtepomp Eteck - 84,00 Eneco - 46,00 gemeentelijke belastingen - 26,00 woonhuisverzekering Hypotheek / restschuld De lening bedraagt 338.000,00. Op dit moment betaalt mijn cliënte uitsluitend rente. Een soortgelijke woning werd recent verkocht voor 270.000,00. Bij gedwongen verkoop zal mijn cliënte een restschuld verwachten van ± 70.000,00. Aanvullend merk ik op dat mijn cliënte naast de gebruikelijke andere vaste lasten een lening aflost bij de ING / Santanderbank van 570,00 per maand. Mijn cliënte heeft een financiële reserve van 4.000,00 voor onvoorziene uitgaven. Tijdens de hoorzitting hebben de ambtenaar en haar raadsman samengevat het volgende verklaard: De raadsman van de ambtenaar constateert dat haar ontslag niet ter discussie staat, al betreurt de ambtenaar dit ontslag wel. De ambtenaar merkt in dit verband op dat het niet haar eigen keuze was om de dienst van de AIVD te verlaten. Zij deed haar werk goed en integer, maar moest vanwege haar persoonlijke omstandigheden bij de AIVD vertrekken. De raadsman van de ambtenaar vestigt de aandacht op de moeilijke financiële situatie waarin de ambtenaar komt te verkeren vanwege haar ontslag bij de AIVD. Hij heeft veel waardering voor de Adviescommissie grondrechten en functie-uitoefening ABB/2016/11561 4/6

geslaagde bemiddeling van werk naar werk, in het kader waarvan de ambtenaar een opleiding heeft gevolgd en zij gedetacheerd is geweest, maar wijst op de forse inkomensachteruitgang die de ambtenaar lijdt en op de financiële problemen waarvoor deze inkomensachteruitgang haar stelt. Ter ondervanging van deze inkomensachteruitgang zou het treffen van een afbouwregeling naar het oordeel van de spreker gerechtvaardigd zijn. Hij rekent het tot de inspanningsverplichting van de AIVD om voor de ambtenaar een baan te vinden waarmee zij ongeveer evenveel kan verdienen als zij gewend was te verdienen bij de AIVD. In antwoord op een vraag vanuit de commissie of de indiensttreding van de ambtenaar bij de gemeente XX direct is gemeld aan de AIVD merkt hij op dat deze indiensttreding niet direct is gemeld, maar op 11 december 2015. De ambtenaar deelt niet de opvatting van de procesvertegenwoordiger van de AIVD dat een termijn van zes maanden een redelijke termijn is voor haar bemiddeling van werk naar werk. Zij wijst erop dat zij deze termijn nodig had voor de verwerking van het verlies van haar werkkring bij de AIVD. Zij had een meer intensieve begeleiding verwacht, die onder meer een introductie inhield bij andere werkgevers. Niet de AIVD maar een vriendin heeft haar geattendeerd op haar huidige functie bij de gemeente XX. Zij vindt deze functie zeer bevredigend, maar heeft toch getwijfeld om deze functie te aanvaarden vanwege het inkomensverlies dat zij hierin lijdt. Zij heeft de AIVD meerdere malen verzocht dit inkomensverlies te compenseren, maar dat was onbespreekbaar. Uiteindelijk heeft zij de haar aangeboden functie bij de gemeente XX toch aanvaard, omdat zij bevreesd was vanaf 1 december 2015 zonder werk en inkomen te raken als zij deze functie niet zou aanvaarden. 4. Overwegingen Bij de beoordeling van de adviesaanvraag staat voorop dat de intrekking van de verklaring van geen bezwaar van de ambtenaar niet ter beoordeling staat van de commissie. Deze intrekking is in rechte komen vast te staan, nu de ambtenaar tegen deze intrekking geen rechtsmiddelen heeft ingesteld. Artikel 125e, tweede lid, van de Ambtenarenwet, verleent aan verzoeker een discretionaire bevoegdheid om eervol ontslag te verlenen aan een ambtenaar die vanwege het bepaalde in artikel 10, tweede lid, van de Wet veiligheidsonderzoeken uit een vertrouwensfunctie moet worden ontheven. Voor de ontslagverlening als bedoeld in artikel 125e, tweede lid, van de Ambtenarenwet is, nu het ontslag zal worden verleend door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, hierover overeenstemming vereist met de Minister-President. Dit volgt uit artikel 97b, tweede lid, van het ARAR. Daarnaast verplicht artikel 97b, eerste lid, ARAR, de voornoemde minister het advies in te winnen van de commissie. Bij de adviesaanvraag van 29 december 2015 heeft hij aan deze verplichting voldaan. Ter beoordeling van de commissie staan de zorgvuldigheid van de wijze waarop het voorgenomen ontslag is voorbereid en de terugwerkende kracht tot 1 december 2015 die verzoeker aan dit ontslag wenst te verlenen. Wat de zorgvuldigheid betreft van de voorbereiding van het voorgenomen ontslag, constateert de commissie dat de raadsman van de ambtenaar voor de begeleiding van werk naar werk die zij heeft ontvangen zijn waardering heeft uitgesproken, ook al vond de ambtenaar deze begeleiding te weinig intensief. De commissie deelt laatstgenoemd oordeel over de begeleiding niet. Zij wijst daartoe allereerst op de financiële inspanning die de AIVD zich heeft getroost voor de financiering van de twee begeleidingsovereenkomsten en van de opleiding van de ambtenaar tot klantmanager en wijst daarnaast op het resultaat van de tweede begeleidingsovereenkomst. De doelen van deze overeenkomst - realisering van een detachering als tussenstap en indiensttreding bij een andere werkgever als uiteindelijk doel - zijn volledig gehaald. Van 1 december 2014 tot 1 december 2015 is de ambtenaar bij de gemeente XX gedetacheerd geweest als klantmanager Sociale Zaken en per 1 december 2015 is zij bij deze gemeente in deze functie in dienst getreden. Er is dan ook sprake van een geslaagde bemiddeling van werk naar werk. Hieraan doet niet af dat de ambtenaar in haar functie bij de gemeente XX volgens de opgave van haar raadsman bijna 400 netto minder verdient dan in haar functie bij de AIVD. De belangrijkste oorzaak van deze inkomensachteruitgang is het verlies van de AIVD-toelage. Deze toelage, die elke medewerker van de AIVD ontvangt, dient ter compensatie van de bezwarende arbeidsomstandigheden bij de AIVD die de raadsman van de ambtenaar heeft genoemd in zijn schriftelijke zienswijze. Bij de gemeente XX zijn deze bezwarende arbeidsomstandigheden niet aan de orde. Er is dan ook geen rechtsgrond om de AIVD-toelage aan de ambtenaar door te betalen nu zij in dienst is getreden bij deze gemeente. Tijdens de detachering van de ambtenaar was voor de doorbetaling van de AIVD-toelage nog wel een rechtsgrond aanwezig, Adviescommissie grondrechten en functie-uitoefening ABB/2016/11561 5/6

omdat zij in deze periode op grond van onderdeel a van artikel 1 van de detacheringsvoorwaarden de rechtspositie hield die zij had bij aanvang van de detachering. Ook voor het overige ontbreekt een rechtsgrond om het inkomensverlies dat de ambtenaar lijdt als gevolg van haar overgang van de AIVD naar de gemeente XX te compenseren. De inspanningsverplichting van de AIVD om de ambtenaar te begeleiden van werk naar werk kan niet dienen als rechtsgrond voor deze compensatie. Het gaat immers om een inspanningsverplichting en niet om een resultaatsverplichting en bovendien is deze verplichting niet gericht op het (volledig) compenseren van het verlies aan inkomen, maar op het compenseren van het verlies van werk. De bovenstaande overwegingen leiden tot de conclusie dat het voorgenomen ontslag voldoende zorgvuldig is voorbereid. Het rechtszekerheidsbeginsel verzet zich niet tegen de voorgenomen effectuering van dit ontslag met terugwerkende kracht tot 1 december 2015. Tijdens de hoorzitting heeft de ambtenaar verklaard dat zij de haar aangeboden functie bij de gemeente XX in tweede instantie toch heeft aanvaard, omdat zij bevreesd was vanaf 1 december 2015 zonder werk en inkomen te raken als zij deze functie niet zou aanvaarden. Blijkens deze verklaring verkeerde de ambtenaar in de veronderstelling dat zij bij de AIVD per 1 december 2015 zou worden ontslagen. Deze verklaring van de ambtenaar correspondeert met de opmerking van de procesvertegenwoordiger van verzoeker dat voorafgaand aan de detachering van de ambtenaar bij de gemeente XX al met haar is besproken dat na afloop van die detachering een einde zou komen aan haar dienstverband bij de AIVD, ongeacht of zij dan in dienst zou kunnen treden bij de gemeente XX. Ten slotte was een ontslag bij de AIVD per 1 december 2015 voor de ambtenaar redelijkerwijs te verwachten gelet op de melding door haar raadsman aan de AIVD van haar indiensttreding bij de gemeente XX met ingang van deze datum. De bovenstaande overwegingen leiden tot het volgende advies. 5. Advies De Adviescommissie grondrechten en functie-uitoefening acht geen beletselen aanwezig om uitvoering te geven aan het voorgenomen ontslag van de ambtenaar op grond van artikel 125e, tweede lid, van de Ambtenarenwet en aan het voornemen om dit ontslag te effectueren met terugwerkende kracht tot 1 december 2015. De commissie stelt het op prijs een afschrift te mogen ontvangen van het besluit dat wordt genomen op basis van dit advies. Amsterdam/Den Haag, 29 januari 2016 prof. mr. M.J. Cohen, voorzitter mr. C.F. Sparrius, secretaris Adviescommissie grondrechten en functie-uitoefening ABB/2016/11561 6/6