Financial accounting: DE VERWACHTINGSKLOOF TUSSEN ACCOUNTANT EN FINANCIËLE FUNCTIE



Vergelijkbare documenten
WAARDECREATIE VIA FINANCIËLE FUNCTIE EN ACCOUNTANT

WAT IS DE WAARDE VAN DE CONTROLEVERKLARING?

Concept NBA-handreiking Publicatie kwaliteitsfactoren 17 april 2015

NIEUWE REGELGEVING VOOR ORGANISATIES VAN OPENBAAR BELANG De gevolgen voor uw organisatie op een rij

De accountant en het bestuursverslag Visie NBA Young Profs

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT i

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Betreft: Reactie discussienota "Aanpakken en Bestrijden van Fraude."

Prof dr Philip Wallage 2 JUNI 2010 AMSTERDAM SEMINAR EUMEDION, NIVRA EN VBA

Dit document maakt gebruik van bladwijzers

AUTEUR Corporate Control VERSIE finale versie 31 oktober 2012 PAGINA 1 van 5. Audit Charter TenneT

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

5. Beschrijving van het onderzoek

Accountant: Registeraccountant of Accountant-Administratieconsulent met certificeringsbevoegdheid.

De reactie van de NBA Young profs op het consultatiedocument Transparant over de controle' van 17 november 2014

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Wetgeving voor accountantsorganisatie van OOB s Verplichte kantoorroulatie (ingangsdatum: 1 januari 2016) en scheiding van controle en advies (einde

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Meer in detail besteden we aandacht aan de volgende onderwerpen.

Concept Praktijkhandreiking 1119 Nadere toelichtingen in de goedkeurende controleverklaring

Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2016 van Lavide Holding N.V. te Alkmaar gecontroleerd.

Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V.

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE TELEGRAAF MEDIA GROEP N.V.

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2016 van de gemeente IJsselstein te IJsselstein gecontroleerd.

Naleving overgangsregeling scheiding controle en advies. 27 maart 2013

Datum Onderwerp Referentie Bijlage(n) Doorkiesnummer 11 juni 2015 Herziening van de Code

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 260 COMMUNICATIE OVER CONTROLE-AANGELEGENHEDEN MET HET TOEZICHTHOUDEND ORGAAN

Kwaliteit van de accountantscontrole

Geachte leden van de rekeningencommissie,

26 mei secretaris - mr. C. Heck-Vink - Postbus BA Den Haag - tel fax c.heck@knb.nl

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN VAN ACCELL GROUP N.V.

Het assurance-raamwerk De accountant en het verstrekken van zekerheid

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT. A. Verklaring over de in de jaarstukken opgenomen jaarrekening 2016

Lessen uit de kredietcrisis

De accountant verklaart!

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur van Stichting Steun Goois Natuurreservaat A. Verklaring over de jaarrekening 2017

Toenemende aandacht voor toezicht niet-oob accountantskantoren

naar aanleiding van de inwerkingtreding van de Wet op het Accountantsberoep

Praktijkhandreiking 1119 Nadere toelichtingen in de controleverklaring 24 april 2012

De toegevoegde waarde van de accountant

Accountants BERK CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT. A. Verklaring over de in de jaarstukken opgenomen jaarrekening 2017


Naar mijn stellige overtuiging is dit een van de belangrijkste oorzaken van de verwachtingskloof.

Fiscale compliance. Loyens & Loeff. Fiscale compliance

AFM: Eerste bijdragemodel geeft inzicht in markt

Verordening Onafhankelijkheid

Discussienota Aanpakken en bestrijden van fraude

Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) Antonio Vivaldistraat HP AMSTERDAM

Wim Eysink Deloitte IIA Raad van Advies. Voorstellen herziene Corporate Governance Code

Continuous auditing and continuous monitoring: continuous solutions? J. Jacobs en M. Hoetjes

INGETROKKEN PER 6 DECEMBER 2016

Resultaten 2 e ESAA Accountantspanel: nieuwe controleverklaring en afzonderlijke beoordelingsverklaring

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Praktijkhandreiking 1115 Aanpassing van het oordeel in de controleverklaring bij materiële tekortkomingen in de toelichting op de jaarrekening

Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2017 van Samenwerkingsstichting Kans & Kleur gecontroleerd.

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE VAN DE RAAD VAN TOEZICHT ROC RIVOR

Reglement van de auditcommissie van de Raad van Toezicht van Hogeschool Van Hall Larenstein

Arjan Brouwer in gesprek met Jaap van Manen

Copro 18053B. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Mededeling GMO Groenten en fruit : WAP 2016 bijlage III

ISA 610, GEBRUIKMAKEN VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN INTERNE AUDITORS

INGETROKKEN PER 6 DECEMBER 2016

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

BluefieldFinance. BluefieldFinance. Toegevoegde waarde vanuit inhoud

Handreiking ViO: spreek nu of zwijg voorgoed!

4-DAAGSE ACCOUNTANCY & CONTROLLING

Robert Mul Beroepsontwikkeling & Beleid. 31/10/18 ICT-accountancy 1

Kan ik procesbijstand verlenen bij een fiscale procedure van een audit cliënt van een geassocieerde accountant?

REGLEMENT RISK- EN AUDITCOMMISSIE N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN

Grip op fiscale risico s

Dit document maakt gebruik van bladwijzers.

Maturiteitsmodel financieel professional 2022:

Algemeen. 6. Publicatie Priciples De meest actuele versie van deze Principles of Fund Governance is te vinden op

De accountant verklaart!

OPENBARE ACCOUNTANTS Survey: Vragenlijst voor RA in Nederland

CONCEPT FRAUDE PROTOCOL

SIS FINANCE. voor professionals door professionals. consulting. interim management. finance professionals. SIS finance

Waarom de slanke ViO?

Offerte aanvraag Accountantscontrole t.b.v. Stichting PeelrandWonen te Boekel

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant. Verklaring over de in de jaarstukken opgenomen jaarrekening 2016

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE STICHTING WOONLINIE d.d. 1 januari In dit reglement hebben onderstaande begrippen de navolgende betekenis:

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan de raad van toezicht van Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs Paul Krugerweg 44 38

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Meer aandacht voor het bestuursverslag in de controleverklaring


TOTAAL GENERAAL - analyse Survey: Vragenlijst voor RA in Nederland

Ons oordeel met beperking Wij hebben de jaarrekening 2017 van gemeente Tiel te Tiel gecontroleerd.


Bijlagen. Behorende bij rapport Kwaliteit OOB-accountantsorganisaties onderzocht

VRAGENLIJST NADERE VOORSCHRIFTEN ONAFHANKELIJKHEID 1. (deel A: cliëntniveau) Cliëntnaam: Cliëntnummer: Jaar: Paraaf Datum Dossiercode

Verschillenanalyse ViO t.o.v. NVO en CoE 20 mei 2014

Belang van het wetgevend kader voor accountants (COS 250 / Handreiking 1104) Jeroen Preijde Partner EY Accountants

INT / 2435 A.van Genderen. Jaarstukken ODRU 2016 en accountantsverklaring

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan de Raad van Toezicht en het Bestuur van Stichting STBN A. Verklaring over de in het jaarversla

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING

De kwaliteit van governance, verslaggeving en accountantscontrole gaat omhoog

Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) Antonio Vivaldistraat HP AMSTERDAM.

A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2017


Transparantieverslag 2009

Transcriptie:

Financial accounting: DE VERWACHTINGSKLOOF TUSSEN ACCOUNTANT EN FINANCIËLE FUNCTIE De financiële functie, of dat nu de controller, de administrateur, de financieel directeur of de CFO is, zit regelmatig aan tafel met de controlerend accountant waarbij vaak stevige discussies worden gevoerd. Het is daarom van belang dat de financiële functie weet wat van de nieuwe accountant kan worden verwacht en wat de accountant van de financiële functie verwacht. Het gaat hier dus vooral om de verwachtingskloof tussen de accountant en de financiële functie bij de gecontroleerde. Dit artikel gaat nader in op de bronnen van deze verwachtingskloof en zet uiteen dat het in het belang is van zowel de accountant, de gecontroleerde, als het maatschappelijk verkeer om deze verwachtingskloof te overbruggen. 22 MCA: april 2015, nummer 2

Eddy Vaassen: Het zal u niet ontgaan zijn dat de controlerend accountant zware kritiek te verduren heeft en dat de beroepsgroep momenteel alle zeilen aan het bijzetten is om het vertrouwen van de samenleving te herstellen. De incidenten die nog steeds opduiken helpen daar niet aan mee, maar er gloort licht aan het einde van deze lange tunnel. Op de weg naar vertrouwensherstel zien we twee bewegingen. De eerste betreft de maatregelen die beleids makers (o.a. de wetgever, de NBA, de Europese Commissie) en toezichthouders (o.a. de AFM) het beroep opleggen. De tweede betreft de grootschalige verbeteringen die van binnenuit de kantoren komen. Een belangrijk onderdeel, en voor klanten van de kantoren van bijzonder belang, is het steeds intensiever gebruik maken van de mogelijkheden die de informatie- en communicatietechnologie biedt om de noodzakelijke kwaliteitsverbetering in de accountantscontrole te realiseren. Het idee is dat er uiteindelijk een nieuwe accountant zal opstaan die fouten in de jaarrekening eerder zal detecteren en bovendien minder vatbaar zal zijn voor ongewenste beïnvloeding door de klant waardoor hij ook op de juiste manier zal handelen aangaande die fouten. Veranderingen in het beroep De grote en minder grote schandalen waarbij accountants betrokken zijn hebben tot heftige reacties geleid onder beleidsmakers, toezichthouders op nationaal en internationaal niveau, en in het maatschappelijk verkeer. De blogs op www.accountant.nl spreken voor zich. Die reacties nemen de vorm aan van meer en striktere regelgeving, meer aandacht voor beroepsethiek en professioneel scepticisme, en toenemende druk vanuit het maatschappelijk verkeer die niet genegeerd kan worden. Daarnaast hebben de snelle ontwikkelingen op het terrein van de informatie- en communicatietechnologie (IT) een enorme invloed op de wijze waarop informatieverzorging plaatsvindt en daardoor ook op hoe de accountantscontrole daarop moet en kan plaatsvinden. Accountants worden vrijwel zonder uitzondering als medeschuldige aan boekhoudschandalen en andere fraudes bij door hen gecontroleerde ondernemingen genoemd. De kwaliteit van de door hen uitgevoerde controles zou beneden de maat zijn waardoor signalen niet tijdig werden opgevangen en daardoor tijdig ingrijpen niet heeft plaatsgevonden. Daar komt bij dat er verschillende interne schandalen zijn geweest bij accountantsorganisaties waarin accountants ook een dubieuze rol hebben gespeeld. Uiteindelijk zien we dat de politiek de discussie over de kwaliteit van de accountantscontrole naar zich toe heeft getrokken met als gevolg een overdaad aan wet- en regelgeving en studierapporten met als doel de kwaliteit van de accountantscontrole drastisch te verbeteren. Een van de meest in het oog springende rapporten is de Green Paper van Eurocommissaris Barnier. Hij doet onder andere aanbevelingen voor scheiding van controle en advies door accountantsorganisaties en verplichte wisseling van accountantsorganisatie na een bepaald aantal jaren. De Green Paper is de aanzet geweest voor nieuwe accountantswetgeving in Nederland, wat uiteindelijk tot enkele wijzigingen in de Wet Toezicht Accountantsorganisaties (WTA) heeft geleid, waarvan er twee behoorlijk ingrijpend zijn voor de zogenoemde organisaties van openbaar belang (OOB s). De eerste betreft de verplichte wisseling van accountantsorganisatie na acht jaar en de tweede betreft het verbod om naast controlediensten ook adviesdiensten aan te bieden. Beide wetswijzigingen beogen vooral om de onafhankelijkheid van accountants te vergroten. In theorie zou dat ook moeten werken, immers Onder de nieuwe onafhankelijkheidsregels zal de accountant steeds vaker moeten aangeven dat hij de gevraagde adviezen niet mag geven MCA: april 2015, nummer 2 23

de vertrouwdheid met de gecontroleerde die de terugtredende accountant mogelijk had, is er niet bij de nieuw aantredende accountant, en door scheiding van controle en advies kan de accountant nooit zijn eigen adviezen keuren. Naast onafhankelijkheid is er echter ook nog de deskundigheid van de accountant (DeAngelo, 1981). Daar zijn recent in allerlei Nederlandse rapporten ook aanbevelingen voor gedaan waarvan het rapport In het publiek belang, over de toekomst van het accountantsberoep, het meest in het oog springt. Naarmate de aanbevelingen van dit rapport worden geïmplementeerd zal de markt de effecten van dit rapport goed gaan merken. Samenloop van dienstverlening Bij accountantsorganisaties zien we vaak allerlei vormen van adviesdiensten, waaronder fiscale advisering, corporate finance advisering, bedrijfsjuridische advisering, IT-advisering en samenstellingsopdrachten in combinatie met controleopdrachten. Voor OOB s geldt hier een expliciet verbod om naast de wettelijke controle ook dergelijke adviesdiensten aan te bieden. Voor niet-oob s (het overgrote deel van de wettelijke controles in Nederland) ligt het wat ingewikkelder. In hoofdlijnen gelden de volgende drie onafhankelijkheidsregels voor niet- OOB s: 1. Als de controlerend accountant in het kader van een adviesdienst namens de klant beslissingen neemt die effecten hebben op de jaarrekening van deze klant, dan mag de accountant niet de controle van de jaarrekening uitvoeren. Bijvoorbeeld, de controlerend accountant die specialist is op het gebied van IFRS helpt de klant met het op de juiste wijze toepassen van een bepaalde verslaggevingsstandaard. De klant heeft géén deskundigheid op dit terrein. In dit geval neemt de accountant beslissingen namens de klant (namelijk het bepalen welke bedragen in de jaarrekening worden verwerkt en de toelichting daarbij). Deze combinatie van advies en controle is altijd verboden. 2. Als de controlerend accountant een adviesdienst verleent aan dezelfde klant en die dienst heeft materiële invloed op de jaarrekening, dan moet de accountant maatregelen 1 treffen om de bedreiging van de onafhankelijkheid weg te nemen. Bijvoorbeeld, als de accountant de klant adviseert over een bepaalde fiscale constructie, dan moet de accountant in essentie de jaarrekening vóór en na implementatie van deze constructie opstellen en voor het verschil vaststellen of een rationele gebruiker van deze jaarrekening hierdoor mogelijk andere beslissingen zal nemen. Als die gebruiker andere beslissingen neemt, dan is de adviesdienst van materiële invloed. 3. Als een adviesdienst van materiële invloed is op de jaarrekening, dan is in sommige gevallen slechts één enkele maatregel geschikt om de bedreiging van de onafhankelijkheid weg te nemen, namelijk het teruggeven van ofwel de controleofwel de adviesopdracht. Dit is het geval als de adviesdienst: a. subjectief of niet-routinematig is. Bijvoorbeeld, de bepaling van de fiscale positie van de klant is over het algemeen een routinematig en objectief proces van gegevensverwerking door de accountant, waar de advisering over een fiscale structuur berust op allerlei aannames die de accountant maakt waardoor dit een subjectief proces is waarin een andere accountant mogelijk tot een ander advies zal komen; b. een verwerkingswijze in de jaarrekening tot gevolg heeft waarvan het controleteam betwijfelt of deze verwerkingswijze passend is. Bijvoorbeeld, een fiscalist van het accountantskantoor dat de controle doet brengt een advies uit over de waardering van een bepaalde voorraad waarvan de controlerend accountant van mening is dat deze waardering onjuist is; of c. leidt tot een bedreiging uit hoofde van belangenbehartiging. Bijvoorbeeld, de accountant handelt namens de klant in aandelen of treedt op als partijdeskundige namens de klant in een juridische procedure. Het is voor de financiële functie van de klant vaak voor de hand liggend om de controlerend accountant te vragen om over een bepaalde aangelegenheid advies uit te brengen. Onder de nieuwe onafhankelijkheidsregels zal de accountant echter steeds vaker moeten aangeven dat hij de gevraagde adviezen niet mag geven. Langdurige betrokkenheid Als een senior lid van het controleteam bij een niet-oob (meestal is dit de externe accountant of een andere accountant die de operationele leiding over de controle heeft of belangrijke besprekingen 24 MCA: april 2015, nummer 2

De financiële functie krijgt hoe dan ook te maken met een ander type accountant met de klant voert) langer dan zeven jaar betrokken is bij de controle, dan mag ervan worden uitgegaan dat er sprake is van een bedreiging van de onafhankelijkheid. De accountant moet dan ofwel onderbouwen waarom hij van mening is dat er géén sprake is van een bedreiging (bijvoorbeeld het hele management van de gecontroleerde en de laag eronder is verdwenen doordat de onderneming een nieuwe eigenaar heeft gekregen), ofwel een maatregel treffen om de bedreiging tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen. Een maatregel is in veel gevallen het in het controleteam opnemen van een tweede externe accountant die een toezichthoudende taak op de verantwoordelijk accountant heeft. Hoe dan ook zal het senior lid van het controleteam naarmate hij langer dan zeven jaar betrokken is bij de controle van de desbetreffende klant steeds alerter moeten worden op een te grote vertrouwdheid met de klant. Het beleid van de grote en middelgrote accountantskantoren is om hier maar heel beperkt speelruimte te bieden. Voor de financiële functie betekent het terugtreden van de accountant die altijd zijn aanspreekpunt was dat hij mogelijk bepaalde zaken opnieuw moet uitleggen aan de nieuwe accountant. Zeker in situaties waarin de accountant al zeer lange tijd bij de klant betrokken was soms langer dan twintig jaar zal dit als een inefficiëntie kunnen worden gezien. Verwachtingskloof Accountants geven in hun controleverklaring zekerheid omtrent de getrouwheid van de cijfers van een onderneming. De accountant kan daardoor medeverantwoordelijk worden gehouden voor fouten in door hem gecontroleerde cijfers. Litjens en Vergoossen (2012) onderzoeken de relatie tussen de controleverklaring en de verwachtingen die het maatschappelijk verkeer heeft ten aanzien van de accountant. Het bestaan van een verwachtingskloof tussen de accountant en het maatschappelijk verkeer is uitgebreid gedocumenteerd in de literatuur (zie o.a. Liggio, 1974; Porter, 1993). Porter (1993) geeft aan dat de verwachtingskloof bestaat uit: (1) het onvoldoende presteren van de accountant, (2) belemmerende regelgeving en (3) onredelijke verwachtingen van het maatschappelijk verkeer. Het onvoldoende presteren van de accountant is te herleiden tot een deskundigheidsprobleem en het ontbreken van de instrumenten om dit te compenseren (zie o.a. Vaassen, 2011). De inzet van informatie- en communicatietechnologie voor data-analyse in de controle kan daarbij van groot nut blijken. Het maatschappelijk verkeer verwacht echter ook dat de accountant bij zijn controle van de cijfers een vorm van toezicht op de bedrijfsvoering door het management houdt en verbetervoorstellen doet. Deze rol blijkt ook uit onderzoek. ~ De mate waarin de accountant fraude kan tegengaan en ontdekken is onder andere onderzocht door Wallace (2004) en Abdel-Khalik (1993). Doordat in het proces van de accountantscontrole risico s worden ingeschat op het terrein van integriteit van het management, controleerbaarheid van de organisatie en mogelijkheden tot fraude leidt een accountantscontrole tot een beter inzicht in zwakke plekken in de organisatie waar fraude mogelijk een rol speelt en tevens tot het signaleren van leemten in de interne beheersing met dienovereenkomstige verbetervoorstellen. ~ De mate waarin de accountant aan belanghebbenden kan laten zien dat het management er alles aan heeft gedaan om de organisatie goed te besturen en te beheersen (Carey e.a., 2000; Chow, 1982). Het gaat hierbij om mogelijke belangenconflicten tussen het management, aandeelhouders en obligatiehouders. De accountantscontrole kan een mitigerende rol spelen in dergelijke belangenconflicten. Hoe meer vreemd vermogen, hoe groter de organisatie en hoe meer schuldcontracten die gebaseerd zijn op financiële rapportages, hoe zinvoller het is om een accountantscontrole te laten uitvoeren. MCA: april 2015, nummer 2 25

~De mate waarin de accountant de contractvoorwaarden van de diverse (formele en informele) contracten die de organisatie met haar belanghebbenden heeft helpt verbeteren (Bertrand e.a., 2013; Minnis, 2011; Duréndez, 2003; Soltani, 2000). Dit kan zich bijvoorbeeld vertalen in lagere transactiekosten bij het opstellen van inkoopof verkoopcontracten, hogere beurskoersen, betere toegang tot de markt voor risicodragend kapitaal, lagere rente, of meer kredietruimte bij de bank. ~ De mate waarin de accountant de eigenaren en het management ondersteunt bij het in control brengen en houden van de organisatie en aldus bijdraagt aan het management control systeem van de organisaties (Fan & Wong, 2005; Abdel- Khalik 1993). De accountant kan in het kader van zijn jaarrekeningcontrole aanvullend (maar meestal is dit een onderdeel van de zogenaamde integrated audit ) de beheersings- en risicomanagementsystemen van de organisatie onderzoeken en beoordelen. Het gaat hierbij om de effi ciëntie en effectiviteit van de bedrijfsvoering die kan verbeteren door inzet van de accountant. De waarde van de accountantscontrole wordt dus niet slechts bepaald door het vergroten van de geloofwaardigheid van de cijfers van de gecontroleerde, maar ook door allerlei adviesdiensten die als een bijproduct van de accountantscontrole worden verleend. De vraag kan dan gesteld worden of het reëel is dat de accountant medeverantwoordelijk wordt gehouden voor bijvoorbeeld mismanagement of het nemen van onverantwoorde risico s door het management als hij vanuit de onafhankelijkheidsregelgeving daar strikt genomen maar een zeer beperkte rol in kan spelen. De hiervoor genoemde regelgeving inzake samenloop van dienstverlening en langdurige betrokkenheid plaatst de controlerend accountant voor een dilemma. Aan de ene kant heeft de accountant een zorgplicht om de klant erop te wijzen dat deze bepaalde zaken verkeerd aanpakt, maar aan de andere kant mag de accountant in veel gevallen niet adviseren over verbeteringen in de bedrijfsvoering (samenloop van dienstverlening) of zal hij door verplichte rotatie zijn kennis van de gecontroleerde organisatie niet meer kunnen aanwenden ter verbetering van de bedrijfsvoering aldaar. In het publiek belang Eind 2014 is het rapport In het publiek belang verschenen (Werkgroep Toekomst Accountantsberoep 2014). Dit rapport doet aanbevelingen voor een toekomstbestendig accountantsberoep. De thema s hierin lopen uiteen van het governancemodel en de beloningsstructuur tot de cultuur en relevantie van de controle. De financiële functie bij de controleklanten van de accountant (de gecontroleerden) zal vooral de effecten van de voorgestelde maatregelen ondervinden op de volgende gebieden: ~ De accountant geeft een aparte beoordelingsverklaring af bij de risicoparagraaf, continuïteitsanalyse en corporate governance informatie in het jaarverslag (Aanbeveling 4.3). Om deze verklaring te kunnen afgeven zal de accountant controle-informatie moeten verzamelen die verdergaat dan die welke betrekking heeft op de betrouwbaarheid van de jaarrekening. Hierbij kan gedacht worden aan informatie ter onderbouwing van de strategie, fraude en andere ongebruikelijke transacties, informatie over de duurzaamheid van de bedrijfsvoering, continuïteits- en andere risico s. ~ De accountant staat het bestuur en het toezichthoudend orgaan van de gecontroleerde organisatie toe om in het jaarverslag en tijdens de aandeelhoudersvergadering informatie te verstrekken over de inhoud van de management letter (Aanbeveling 4.6). Aangezien de management letter vaak betrekking heeft op zaken die de financiële functie aangaan, zal uit deze aanbeveling een aanvullende informatie-uitvraag voortkomen bij de financiële functie. ~ Er moet worden onderzocht of de grenzen voor de wettelijke controle kunnen worden verhoogd (Aanbeveling 4.8). Als deze worden verhoogd, dan is het mogelijk dat de organisatie ervoor kiest om een vrijwillige controle te laten uitvoeren waarvan de aandachtspunten mogelijk anders komen te liggen dan in de wettelijke controle. Als de organisatie ervoor kiest om géén controle meer te laten doen, zal een deel van de monitoring op de informatie- en interne beheersingssystemen van de accountant worden overgeheveld naar de financiële functie. Daarbij zal zij de tijd die niet meer aan de controlerend accountant wordt besteed aanwenden om zélf de systemen op het juiste niveau te brengen en te houden. ~ Er moet worden onderzocht of het mogelijk is om meer organisaties aan te merken als OOB 26 MCA: april 2015, nummer 2

(Aanbeveling 4.9). Als meer organisaties worden aangemerkt als OOB (waaronder mogelijk gemeenten, zorginstellingen en woningcorporaties), dan zullen de strikte onafhankelijkheidsregels van de accountant uiteraard ook voor de nieuwe OOB s gaan gelden. Dit kan betekenen dat afscheid moet worden genomen van de accountant als klankbord in het kader van de natuurlijke adviesfunctie en daarvoor een aparte adviseur moet worden ingeroepen dan wel eigen deskundigheid moet worden ontwikkeld of in huis gehaald. Naast de effecten van deze maatregelen is het aannemelijk dat de aanbevelingen die betrekking hebben op cultuurmeting, professioneel kritische instelling, beroepseed en andere meer zachte maatregelen (Aanbevelingen 1.1-1.4) ertoe leiden dat de accountant steeds kritischer wordt bij de uitvoering van de controle en daarbij tevens steeds meer afstand neemt van de klant. Ook de interne maatregelen bij de accountantskantoren die een belangrijke rol aan de raad van commissarissen toedelen (Aanbevelingen 2.1-2.8), het beloningsbeleid (Aanbevelingen 3.1-3.8), het kwaliteitsbeleid (Aanbevelingen 5.1-5.10), lerend vermogen (Aanbevelingen 6.1-6.3), de sectorbrede definiëring van succesfactoren (Aanbevelingen 7.1-7.8), de verantwoording over de implementatie van de maatregelen (Aanbeveling 8.1) en de monitoring van de implementatie van de maatregelen bij de kantoren door een monitoringcommissie en de AFM (Aanbevelingen 9.1-9.2) zullen uiteindelijk effect hebben op de wijze waarop de accountant bij de klant acteert. De financiële functie krijgt hier hoe dan ook te maken met een ander type accountant. Procesmatige veranderingen De hiervoor beschreven maatregelen en verbetervoorstellen hebben vooral invloed op de markt voor accountantsdiensten en de wijze waarop de accountant bestaande controlemethoden en -technieken toepast. De druk van buitenaf in combinatie met de noodzaak controles zo efficiënt mogelijk in te richten maken nieuwe methoden en technieken van accountantscontrole echter eveneens noodzakelijk. Waar vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw de oplossing vooral werd gezocht in risicogericht controleren, is nu een duidelijke tendens waarneembaar tot optimaal gebruik maken van informatie- en communicatietechnologie in de controle. In het hiervoor genoemde rapport In het publiek belang is op verschillende plaatsen te lezen dat data-analyse moet worden ingezet om de controle effectiever en efficiënter te maken. Bijvoorbeeld: ~ Wel hebben alle stakeholders een idee bij zaken die bijdragen aan controlekwaliteit, zoals goede coaching, opleiding, en investeringen in moderne controlemiddelen, zoals data-analyse (p. 10). ~ Dergelijke grote netwerken [van internationale accountantskantoren] zijn daarnaast ook van belang voor de grote investeringen die noodzakelijk zijn in het beroep, bijvoorbeeld als het gaat om investeringen in elektronische dossiers, controlesoftware, data-analyse en andere innovaties (p. 29). ~ Daarnaast ziet de werkgroep hier een noodzaak tot innovatie in de accountantscontrole door het gebruik van tools als data-analyse bij het identificeren van verslaggevingsfraude (p. 60). ~ De inzet van data-analyse dient onderdeel te zijn van het controleplan dat is gericht op de afdekking van frauderisico s (p. 61). ~ De werkgroep is daarnaast van mening dat de huidige controlestandaarden nog onvoldoende zijn ingericht op moderne controletechnieken, zoals data-analyse (p. 64). ~ Ook dient de wetenschap een rol te spelen bij het verder vormgeven van het beroep van de toekomst, bijvoorbeeld via gedetailleerde stakeholderanalyses en verdere ontwikkeling van op dataanalyse gebaseerde assurance (p. 75). Onder data-analyse wordt een breed scala van IThulpmiddelen verstaan waaronder continuous auditing, data-mining, process-mining en de analyse van big data waarin interne gegevens met externe gegevens worden gecombineerd. Het is opvallend dat er een grote consensus lijkt te zijn onder accountants over de noodzaak om data-analyse toe te passen, maar dat nog grote stappen moeten worden gezet om dit te integreren in de controleaanpak. Het feit dat de controlestandaarden zowel nationaal als internationaal nog nauwelijks rekening houden met de mogelijkheden van data-analyse draagt ook bij aan de trage uitrol. Daarnaast zijn de investeringen aanzienlijk, zoals ook opgemerkt in het voornoemde rapport, waardoor alleen op grote internationale schaal voldoende middelen kunnen worden vrijgemaakt. Hierdoor is de implementatie van data-analyse fragmentarisch en MCA: april 2015, nummer 2 27

afhankelijk van de interesse en deskundigheid van de specifieke accountant. De financiële functie zal dat merken doordat er bij de proposities van verschillende accountants soms een traditionele aanpak wordt voorgesteld en soms een meer innovatieve waarbij data-analyse een belangrijke rol speelt. Als de accountant data-analyse toepast, zal hij de databases van de klant willen inlezen om daar zijn analyse op toe te passen. Dit vereist een initiële investering in tijd zowel aan de kant van de accountant als aan de kant van de financiële functie, maar de baten zijn evident: beter inzicht in de bedrijfsvoering, prestaties van de onderneming, mate van naleving van relevante wet- en regelgeving, risico s, en externe benchmarks uit traditionele bronnen (bijvoorbeeld brancheonderzoeken) en minder traditionele (bijvoorbeeld Google-zoekgedrag en andere data uit social media). Dit vereist aan de kant van de financiële functie eveneens een andere visie op rapportagestructuren en de invulling van de eigen rol. Toekomst Door de grote institutionele veranderingen in het accountantsberoep (waaronder striktere onafhankelijkheidsregels, meer compliance vereist, meer toezicht, andere beloningsmodellen, andere verdienmodellen) is een veranderproces ingezet dat niet meer teruggedraaid kan worden. Er zal een nieuwe accountant opstaan die kritischer is, de regels strikter naleeft, rechtlijniger is, minder vatbaar is voor beïnvloeding door de klant, die daardoor ogenschijnlijk minder toegevoegde waarde heeft voor de klant, maar die dat compenseert door effectief gebruik te maken van data-analyse met dienovereenkomstige verbeterde rapportages en dus rijkere stuurinformatie voor de klant. De interactie tussen de financiële functie en de accountant zal door de veranderingen zoals beschreven in dit artikel de komende jaren een aantal iteraties doormaken en uiteindelijk op een nieuw evenwicht uitkomen. Hierin is er meer afstand maar dat heeft door effectievere controlemethoden en -technieken geen negatief, en mogelijk zelfs een positief effect op de toegevoegde waarde van de accountant. Noot 1 Mogelijke maatregelen zijn: een verplichte kwaliteitsreview op de controleopdracht, een andere accountant toezicht laten uitoefenen op de controle, overleg met de belastingdienst over fiscale adviezen zodat deze adviezen worden geobjectiveerd, afstemming met de onafhankelijkheidsfunctionaris bij de eigen organisatie, het inzetten van specialisten op de adviesdienst die op geen enkele wijze betrokken zijn bij de controle, of de klant intern een persoon laten aanwijzen die de verantwoordelijkheid draagt voor de uitvoering van de adviezen van de accountant. Literatuur ~ Abdel-Khalik, R. (1993). Why do private companies demand auditing? A case for organizational loss of control. Journal of Accounting, Auditing and Finance, 8:1, 31-52. ~ Bertrand. R.M.M., A.J.H.C. Schram & E.H.J. Vaassen (2013). Understanding contract audits: an experimental approach. Auditing: A Journal of Practice and Theory, 32:1, 1-31. ~ Carey, P., R. Simnett & G. Tanewski (2000). Voluntary demand for internal and external auditing by family businesses. Auditing: A Journal of Practice and Theory, 19:1, 37-51. ~ Chow, C. (1982). The demand for external auditing: Size, debt and ownership influences. The Accounting Review, 57:2, 272-291. ~ DeAngelo, L.E. (1981). Auditor Independence, Low Balling, and Disclosure Regulation. Journal of Accounting and Economics, 3, 113-127. ~ Duréndez Gómez-Guillamón, A. (2003). The usefulness of the audit report in investment and financing decisions. Managerial Auditing Journal, 18:6/7, 549-559. ~ Fan, J. & T. Wong (2005). Do external auditors perform a corporate governance role in emerging markets? Evidence from East Asia. Journal of Accounting Research, 43:1, 35-72. ~ Graaf, F.J de & H. van der Wal (2012). Controller moet eigen rol en positie herdefiniëren. Finance & Control, april, 38-43. ~ Liggio, C.D. (1974). The expectation gap: the accountant s Waterloo. Journal of Contemporary Business, vol. 3, 27-44. ~ Litjens, H.J.R. & R.G.A. Vergoossen (2012). De controleverklaring en de verwachtingskloof in het midden- en kleinbedrijf. MAB, maart, 5873. ~ Minnis, M. (2011). The value of financial statement verification in debt financing: evidence from private U.S. firms. Journal of Accounting Research, 49:2, 457-506. ~ Porter, B.A. (1993). An empirical study of the audit expectation-performance gap. Accounting and Business Research, vol.24, 49-68. ~ Soltani, B. (2000). Some empirical evidence to support the relationship between audit reports and stock prices The French case. International Journal of Auditing, 4:3, 269-291. ~ Vaassen, E.H.J. (2011). Het primaat van deskundigheid; Accountancy in roerige tijden. Oratie Tilburg University. Tilburg: PrismaPrint. ~ Werkgroep Toekomst Accountantsberoep (2014). In het publiek belang, Maatregelen ter verbetering van de kwaliteit en onafhankelijkheid van de accountantscontrole. Amsterdam: NBA. ~ Wallace, W. (2004). The economic role of the audit in free and regulated markets: a look back and a look forward. Research in Accounting Regulation, 17, 267-298. ~ Willenborg, M. (1999). Empirical analysis of the economic demand for auditing in the initial public offerings market. Journal of Accounting Research, 37:1, 225-238. Eddy Vaassen Hoogleraar Accountancy, Tilburg University Directeur Vaktechniek, Baker Tilly berk 28 MCA: april 2015, nummer 2