Statistisch Jaarboek Een persoon die alleen woont of deel uit maakt van een samenwoningsvorm anders dan het eigen gezin of dat van de ouders.

Vergelijkbare documenten
Statistisch Jaarboek Een persoon die alleen woont of deel uit maakt van een samenwoningsvorm anders dan het eigen gezin of dat van de ouders.

Statistisch Jaarboek Een persoon die alleen woont of deel uit maakt van een samenwoningsvorm anders dan het eigen gezin of dat van de ouders.

Statistisch Jaarboek Een persoon die alleen woont of deel uit maakt van een samenwoningsvorm anders dan het eigen gezin of dat van de ouders.

Statistisch Jaarboek Een persoon die alleen woont of deel uit maakt van een samenwoningsvorm anders dan het eigen gezin of dat van de ouders.

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden

1 STATISTISCH JAARBOEK 2011

loop van de bevolking

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden

Loop van de bevolking

Persbericht. Niet-westerse allochtonen tweemaal zo vaak een uitkering. Centraal Bureau voor de Statistiek

Statistisch Jaarboek Colofon 3. Voorwoord 5. Verklaring van de tekens en afkortingen 6. Inhoud 7. Definities 15.

Arbeidsparticipatie icipatie Almere 2006

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

Statistisch Jaarboek Colofon 3. Voorwoord 5. Verklaring van de tekens en afkortingen 6. Inhoud 7. Definities 15.

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Statistisch Jaarboek Colofon 3. Verklaring van de tekens en afkortingen 6. Inhoud 7

Centrum voor Beleidsstatistiek en Microdata Services. Documentatierapport Hackaton bestand

Kinderopvang per wijk in Den Bosch, Nicol Sluiter en Anouk de Rijk

Maatschappelijke zorg

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005

Inkomenstatistiek 2008 Westfriesland

Tarieven Europa: staffel 1

Gewoonlijk verblijvende bevolking (Usual residence population - Urespop) Kees Prins, projectleider Urespop

maatschappelijke afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

Statistisch Jaarboek Colofon 3. Voorwoord 5. Verklaring van de tekens en afkortingen 6. Inhoud 7. Definities 15.

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen ROESELARE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van , blz. 534), gewijzigd bij:

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen KORTEMARK. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen SPIERE-HELKIJN. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen LANGEMARK-POELKAPELLE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

De arbeidsmarkt in november 2015

De arbeidsmarkt in oktober 2016

51 Statistisch Jaarboek 2003 volkshuisvesting volkshuisvesting 3 Onderzoek & Statistiek gemeente Hengelo

De arbeidsmarkt in augustus 2016

Migratieachtergrond van werkzoekenden naar regio, beroep en opleidingsniveau, 2017 pilot Barometer culturele diversiteit

Bijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx

10. Veel ouderen in de bijstand

Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid

Inhoudsopgave. Informatie voor grensarbeiders

De arbeidsmarkt in februari 2016

De arbeidsmarkt in januari 2016

volkshuisvesting STATISTISCH JAARBOEK

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen KORTRIJK. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

De arbeidsmarkt in juli 2014

Tarieven Europa: staffel 1

De arbeidsmarkt in juni 2015

maatschappelijke zorg

nr. 811 van TOM VAN GRIEKEN datum: 10 augustus 2015 aan JO VANDEURZEN Kinderbijslag - Kinderen die worden opgevoed in het buitenland

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen OOSTENDE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Inhoudsopgave hoofdstuk 1

De arbeidsmarkt in maart 2016

De arbeidsmarkt in januari 2017

De arbeidsmarkt in februari 2017

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen ARDOOIE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Factsheet Stapelingsmonitor 2014 Gemeente Schiedam

Arbeidsmarkt allochtonen

De arbeidsmarkt in oktober 2015

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen RUISELEDE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

maatschappelijke zorg

STATISTISCH JAARBOEK. 10 maatschappelijke zorg

De arbeidsmarkt in maart 2017

JAAROVERZICHT 2010 gedetailleerd per Categorie, Regio en Land Bron: CBS

CIJFERS INKOMEN EN RONDKOMEN NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

De arbeidsmarkt in mei 2017

De arbeidsmarkt in april 2016

De arbeidsmarkt in december 2014

De arbeidsmarkt in april 2017

Bijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx

Openbare raadpleging over de coördinatie van de sociale zekerheid in de EU

De arbeidsmarkt in augustus 2017

Bijlage bij hoofdstuk 9 Geregistreerde criminaliteit onder nietwesterse allochtonen en autochtonen

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De arbeidsmarkt in september 2014

De arbeidsmarkt in mei 2016

werkwillendheid eid van ouderen (50-64 jaar) in 2007

De arbeidsmarkt in mei 2014

De arbeidsmarkt in oktober 2013

De arbeidsmarkt in april 2015

De arbeidsmarkt in augustus 2014

De arbeidsmarkt- en inkomenspositie van moeders met jonge kinderen in Karin Hagoort, Maaike Hersevoort en Mariëtte Goedhuys

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Inkomenstatistiek Westfriesland

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen BRUGGE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

De arbeidsmarkt in juni 2014

Bijlage VMBO-GL en TL

JAAROVERZICHT 2010 gedetailleerd per Categorie, Regio en Land Bron: CBS

Sociaal-economisch wijkprofiel: De Wierden en gebied 1354

Gemiddelde van grootteklasse 1734 Overbetuwe. aantal uitkeringen einde kwartaal laatste kwartaal afgerond op tientallen abs. perc. abs. perc.

Participatiepotentieel aandachtswijken 2006 Maatwerktabellen Raad voor Werk en Inkomen Centrum voor Beleidsstatistiek

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet

Instituut voor de nationale rekeningen. Statistiek buitenlandse handel. Kwartaalbericht 2014-II

Schiedam, november 2009 Team onderzoek & statistiek

Statistisch Jaarboek inkomen

Instituut voor de nationale rekeningen. Statistiek buitenlandse handel. Kwartaalbericht 2013-I

Factsheet Jongeren buiten beeld 2013

De arbeidsmarkt in mei 2015

Transcriptie:

15 DEFINITIES Afwezigheidsdagen: Dagen dat ziekenhuis-patiënten tijdelijk elders verblijven. Alleenstaande: Een persoon die alleen woont of deel uit maakt van een samenwoningsvorm anders dan het eigen gezin of dat van de ouders. Arbeidsongeschikten: Personen in de leeftijdsgroep 15-64 jaar, die vanwege gezondheidsredenen geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn en als gevolg daarvan één van de onderstaande uitkeringen ontvangen van een bedrijfsvereniging. - WAO : Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering; een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor personen in loondienst die langer dan een jaar ziek zijn en ook geen andere werkzaamheden kunnen uitvoeren tegen een gelijke loonwaarde. - WAZ : Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (sinds 1 januari 1998); een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor personen die als zelfstandige werkzaam zijn als beroepsoefenaar of als meewerkende echtgenoot. - Wajong : Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (sinds 1 januari 1998); een arbeidsongeschiktheidsuitkering voor personen die geen beroep kunnen doen op de WAO omdat een arbeidsverleden ontbreekt (personen die arbeidsongeschikt worden voor hun 17 e levensjaar en personen die een opleiding/studie volgen). Beroepsbevolking (15-64 jaar): Tot de beroepsbevolking worden gerekend: - personen die ten minste 12 uur per week werken, of - personen die werk hebben aanvaard waardoor ze ten minste 12 uur per week gaan werken, of - personen die verklaren ten minste 12 uur per week te willen werken, daarvoor beschikbaar zijn en activiteiten ontplooien om werk voor ten minste 12 uur per week te vinden. Besteedbaar inkomen: In het Regionaal Inkomensonderzoek van het CBS in de periode 1994-2002, is het besteedbaar inkomen gelijk aan het bruto inkomen verminderd met de betaalde overdrachten en de loon-, inkomsten- en vermogensbelasting. De betaalde overdrachten bestaan uit premies volksverzekeringen (AOW, AWW, AAW en AWBZ), premies werknemersverzekeringen (ZW, WW en WAO), premies ziektekostenverzekeringen (ziekenfonds en particulier) en andere overdrachten (zoals premies voor lijfrente en fiscaal aftrekbare echtscheidingsuitkeringen). Het bruto inkomen bestaat uit het primair inkomen verhoogd met de bruto ontvangen overdrachten. De bruto ontvangen overdrachten bestaan uit overdrachten rechtstreeks van de overheid (bijvoorbeeld bijstandsuitkeringen en huursubsidie), overdrachten via de sociale verzekeringen (zoals AOW, WW en WAO) en andere overdrachten (zoals pensioen en lijfrenten). In 2003 heeft een definitiewijziging plaatsgevonden van het besteedbaar inkomen. De belangrijkste wijzigingen zijn: - De ziektekostenpremies zijn niet in mindering gebracht. - In plaats van de economische huurwaarde is het lagere bedrag van de fiscale huurwaardeforfait ingeteld. - De investeringsaftrek is op de fiscale winst in mindering gebracht. Bijzonder woongebouw: Een (deel van een) gebouw(incompleet), blijvend bestemd voor permanente bewoning door een institutioneel huishouden. Een bijzonder woongebouw heeft één adres, in gebruik door één rechtspersoon, voor de huisvesting en de bedrijfsmatige huishoudelijke verzorging van een verzameling personen.

16 Binnen- en buitenstedelijk gebied: Binnenstedelijk gebied is het bebouwde gebied binnen de gemeente. De grens hiervan is vastgesteld door het Ministerie van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) en betreft de situatie in het jaar 2000. Alle overige gebieden zijn daarmee buitenstedelijk (ook wel uitleggebied). Het betreft de buurten: 24 (deels), 39 (deels), 50 (deels), 56, 60 (deels), 66 (deels), 71 (deels), 75 (deels), 76, 83, 84, 85, 91, 92 (deels), 93 (deels), 94, 95, 96, 97 en 99. Centrumring: Het centrum van Hengelo begrensd door Oldenzaalsestraat, Oude Molenweg, Wolter ten Catestraat, Veloursstraat, Industrieplein, Spoorstraat, Marskant, Deldenerstraat. COROP-gebied: (zie ook Twente) De COROP-indeling is een statistische regionale indeling die omstreeks 1970 is ontworpen door de COördinatiecommissie Regionaal OnderzoeksProgramma, de commissie waaraan de indeling de naam dankt. Nederland is ingedeeld in veertig COROP-gebieden, waaraan later drie subgebieden zijn toegevoegd. De COROP-indeling is een regionaal niveau tussen gemeenten en provincie in. Elk COROP-gebied is een samenvoeging van gemeenten. De begrenzing van de COROP-gebieden volgt de provinciale grenzen. COROP-gebied 12 komt overeen met Twente. Economische waarde: De vrije verkoopwaarde van een leeg opgeleverde woning (in euro s) volgens de taxatie voor de onroerende-zaakbelastingen (peildatum 1 januari 2005). Etniciteit: De bevolking is in het Statistisch Jaarboek ingedeeld naar nationaliteit, geboorteland en etniciteit. De etniciteit is voor de jaren 1998-2001 bepaald volgens onderstaande, in 1993 opgestelde definitie door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG): Hierbij is uitsluitend gebruik gemaakt van objectieve demografische indelingscriteria. Er is daarbij derhalve geen rekening gehouden met bijvoorbeeld culturele verschillen, religie, huidskleur, taal, leefstijl, zelfidentificatie of sociaal-economische achterstandsposities. Bij de bepaling van de etniciteit worden drie criteria gehanteerd, te weten (in prioriteitsvolgorde): - het geboorteland van de betrokken persoon. - het geboorteland van diens moeder. - het geboorteland van diens vader. De geboortelanden worden ingedeeld in categorieën, te weten: - A1 : Nederland. - A2 : overige rijke landen die geen onderwerp zijn van achterstandsbeleid (Noordwest Europa, Noord Amerika, Australië, Nieuwzeeland, Japan, inclusief het voormalig Nederlands Indië). - B : landen die potentieel doelgroep zijn van achterstandsbeleid (Oost Europa, Zuid Europa, Azië, Midden Amerika, Zuid Amerika, Afrika). Bij de classificatie wordt prioriteit gegeven aan de identificatie van achterstandsgroepen. De classificatie verloopt als volgt: - In eerste instantie wordt gekeken naar het geboorteland van de betrokken persoon. Iemand geboren in een B-land krijgt de etniciteit van zijn geboorteland. - Als iemand geboren is in een A1/A2-land, dan wordt vervolgens gekeken naar het geboorteland van diens moeder. Als de moeder in dit geval is geboren in een B-land, dan geldt dat land als etniciteit van de betrokken persoon. - In het geval dat zowel de betrokken persoon als diens moeder beide zijn geboren in een A1/A2-land, dan wordt vervolgens gekeken naar het geboorteland van de vader. Als de vader in dit geval is geboren in een B-land, dan geldt dat land als etniciteit van de betrokken persoon.

17 - Wanneer alle drie personen zijn geboren in de A1/A2-landencategorie, wordt de betrokken persoon ook bij deze landen-categorie ingedeeld. Daarbij loopt het onderscheid tussen A1 en A2 analoog aan het onderscheid tussen A en B. - Wanneer geen van de drie personen in een B-land is geboren en minstens één van hen in een A2-land, dan wordt de betrokken persoon ingedeeld bij de A2-categorie. - Zijn beide ouders geboren in dezelfde landencategorie maar in een ander land, dan is het geboorteland van de moeder doorslaggevend. - Indien één of twee geboortelanden ontbreken, worden deze genegeerd. De wel bekende geboortelanden zijn in dit geval bepalend. Bij het ontbreken van alle drie geboortelanden is de etniciteit niet bekend. De etniciteit is vanaf het jaar 2002 bepaald volgens de CBS-definitie, op basis van onderstaande tabel: Tabel ter bepaling van de etniciteit van een persoon, volgens de CBS-definitie. 1) bekende gegevens van de persoon etniciteit persoon volgens de cbs-definitie geboorteland geboorteland geboorteland bepalend autochtoon / persoon moeder vader voor etniciteit allochtoon 1 Nederland Nederland Nederland Nederland autochtoon 2 Nederland Nederland buitenland geboorteland vader allochtoon 2 3 Nederland Nederland niet bekend Nederland autochtoon 4 Nederland buitenland Nederland geboorteland moeder allochtoon 2 5 Nederland buitenland buitenland geboorteland moeder allochtoon 2 6 Nederland buitenland niet bekend geboorteland moeder allochtoon 2 7 Nederland niet bekend Nederland Nederland autochtoon 8 Nederland niet bekend buitenland geboorteland vader allochtoon 2 9 Nederland niet bekend niet bekend Nederland autochtoon 10 buitenland Nederland Nederland Nederland autochtoon 11 buitenland Nederland buitenland geboorteland persoon allochtoon 1 12 buitenland Nederland niet bekend Nederland autochtoon 13 buitenland buitenland Nederland geboorteland persoon allochtoon 1 14 buitenland buitenland buitenland geboorteland persoon allochtoon 1 15 buitenland buitenland niet bekend geboorteland persoon allochtoon 1 16 buitenland niet bekend Nederland Nederland autochtoon 17 buitenland niet bekend buitenland geboorteland persoon allochtoon 1 18 buitenland niet bekend niet bekend geboorteland persoon allochtoon 1 19 niet bekend Nederland Nederland Nederland autochtoon 20 niet bekend Nederland buitenland geboorteland vader allochtoon 1 21 niet bekend Nederland niet bekend Nederland autochtoon 22 niet bekend buitenland Nederland geboorteland moeder allochtoon 1 23 niet bekend buitenland buitenland geboorteland moeder allochtoon 1 24 niet bekend buitenland niet bekend geboorteland moeder allochtoon 1 25 niet bekend niet bekend Nederland Nederland autochtoon 26 niet bekend niet bekend buitenland geboorteland vader allochtoon 1 27 niet bekend niet bekend niet bekend onbekend niet bekend 1) Op basis van de combinatie van geboorteland persoon, geboorteland moeder en geboorteland vader kan in de meest rechtse kolommen worden afgelezen tot welk land deze persoon gerekend wordt, alsmede of hij/zij tot de eerste of tweede generatie gerekend wordt. Bron: Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW). Het CBS rekent iemand tot de allochtonen als ten minste één van diens ouders in het buitenland is geboren. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen personen die zelf in het buitenland zijn geboren (de eerste generatie) en personen die in Nederland zijn geboren (de tweede generatie). De herkomstgroepering wordt bepaald aan de hand van het geboorteland van de persoon zelf (de eerste generatie) of dat van de moeder (de tweede generatie), tenzij de moeder in Nederland is geboren. In het laatste geval is gerubriceerd naar het geboorteland van de vader. Onderscheid wordt gemaakt in westerse en niet-westerse allochtonen. Tot de categorie niet-westerse allochtonen behoren allochtonen uit Turkije, Afrika, Latijns-Amerika en Azië, met uitzondering van Nederlands-Indië/Indonesië en Japan. Op grond van hun sociaaleconomische en culturele positie worden allochtonen uit deze twee landen tot de westerse allochtonen gerekend. Tot de categorie westerse allochtonen behoren allochtonen uit alle landen van Europa (met uitzondering van Turkije), Noord-Amerika, Oceanië, Japan en Indonesië (inclusief het voormalig Nederlands-Indië). Autochtonen zijn personen van wie beide ouders in Nederland zijn geboren, ongeacht het land waar ze zelf zijn geboren.

18 Eu-landen: Momenteel telt de Europese Unie 27 lidstaten namelijk: - België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland (die de EGKS in 1951 oprichtten). - Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk (sinds 1973). - Griekenland (sinds 1981). - Spanje en Portugal (sinds 1986). - Oostenrijk, Finland en Zweden (sinds 1995). - Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije, Tsjechische Republiek (sinds mei 2004). - Bulgarije en Roemenië (sinds januari 2007). Geboorteoverschot: Het verschil tussen het jaarlijks aantal geboorten en het aantal overledenen. Gemiddelde bruto woningbezetting: Het totaal aantal inwoners gedeeld door het totaal aantal woningen. Gezinshoofd: - Man die met zijn echtgenote en/of ongehuwd(e) kind(eren) samenwoont. - Vrouw die met haar ongehuwd(e) kind(eren) samenwoont. Gezinslid: - Echtgenote van gezinshoofd. - Bij de ouder(s) inwonend ongehuwd kind. Hoofdbewoner: De persoon die volgens bepaalde criteria als hoofd van een woonruimte (niet een bijzonder woongebouw) wordt aangemerkt. Bij uitsluitend één gezinshuishouding wordt het gezinshoofd als hoofdbewoner aangemerkt. Bij meer dan één gezinshuishouden wordt het eerst gevestigde gezinshoofd de hoofdbewoner en bij een gelijk of ontbrekend vestigingsjaar wordt het oudste gezinshoofd de hoofdbewoner. In de andere situaties is een gezinshoofd of een alleenstaande de hoofdbewoner, waarbij niet alleen het vestigingsjaar en de leeftijd, maar tevens het geslacht mede bepalend is. Bij verschillend geslacht gaat de man vóór de vrouw. Huursubsidie Het gemiddeld bedrag per huishouden dat men over een geheel jaar aan huursubsidie heeft ontvangen per aanvraag. Indien niet het gehele jaar huursubsidie is ontvangen zijn alle huursubsidiebedragen omgerekend alsof een geheel jaar huursubsidie is ontvangen. De aanvragers zijn onderverdeeld in - Primairen: Huishoudens die al langer dan zes maanden in de woningen wonen, maar voor het eerst huursubsidie aanvragen voor deze woning. - Verhuizers: Huishoudens die korter dan zes maanden in de woningen wonen en voor het eerst voor deze woning huursubsidie aanvragen. - Continuanten: Huishoudens die in het voorgaande tijdvak ook huursubsidie ontvingen in dezelfde woning. Leeftijdsspecifiek vruchtbaarheidscijfer: Het aantal levendgeborenen per 1.000 vrouwen van de gemiddelde bevolking in een jaar in een bepaalde leeftijdsgroep.

19 Leerlinggewicht: Bij het vaststellen van de financiële vergoeding van een basisschool houdt het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap rekening met de achtergrond van de leerlingen. Om de hoogte van de vergoeding te bepalen wordt aan alle leerlingen in het basisonderwijs een gewicht toegekend. Tot en met het schooljaar 2005/06 zijn de criteria voor de extra gewichten: - 0.25 voor Nederlandse (d.w.z. autochtone) kinderen met ouders die een laag opleidingsniveau hebben; - 0.40 voor schipperskinderen; - 0.70 voor woonwagen- en zigeunerkinderen. - 0.90 leerlingen die behoren tot een culturele minderheid met ouders die een laag opleidings- en beroepsniveau hebben. Vanaf het schooljaar 2009/10 gaat het uitsluitend om kinderen van ouders die een laag opleidingsniveau hebben. In de tussenliggende schooljaren (2006/07-2008/09) is er een overgangssituatie, waarbij afhankelijk van de leeftijd van de leerling de oude of nieuwe indeling van toepassing is. In de nieuwe regeling wordt er gewerkt met twee extra gewichten: - 0.30 voor leerlingen waarvan beide ouders maximaal lbo/vbo, praktijkonderwijs of de vmbo basis- of kaderberoepsgerichte leerweg hebben gedaan óf waarvan beide ouders maximaal twee jaar onderwijs in een andere schoolopleiding in het voortgezet onderwijs aansluitend op het basisonderwijs hebben gevolgd, bijvoorbeeld lts, ambachtsschool of huishoudschool; - 1.20 voor leerlingen van wie één van de ouders maximaal basisonderwijs of (v)so-zmlk heeft gehad en de ander maximaal dezelfde opleiding heeft gevolgd óf het lbo/vbo, praktijkonderwijs of de vmbo basis- of kaderberoepsgerichte leerweg heeft doorlopen óf maximaal twee jaar onderwijs in een andere schoolopleiding in het voortgezet onderwijs aansluitend op het basisonderwijs heeft gevolgd, bijvoorbeeld lts, ambachtsschool of huishoudschool. Loop van de bevolking: De ontwikkeling van het aantal inwoners ten gevolge van geboorte, sterfte, vestiging en vertrek. (Door geringe verschillen tussen de officiële cijfers van het CBS en de gemeentelijke statistische gegevens, is het mogelijk dat er enigszins afwijkende aantallen zijn opgenomen). Migratiesaldo: Het verschil tussen het jaarlijks aantal personen dat zich heeft gevestigd en het aantal personen dat is vertrokken. Nationaliteit: Het behoren tot een bepaald land. Iemand met meerdere nationaliteiten wordt gerekend tot de nationaliteit die in de gemeentelijke bevolkingsadministratie (GBA) het eerst is vermeld, tenzij hierbij ook de Nederlandse nationaliteit voorkomt. In dat geval wordt de betreffende persoon als Nederlander gerekend. Netwerkstad: Een projectmatig en resultaatgericht samenwerkingsverband sinds 2001 van de gemeenten Almelo, Borne, Enschede en Hengelo, met de Regio Twente en de provincie Overijssel als bestendige samenwerkingspartners. Per 1 januari 2007 behoort ook de gemeente Oldenzaal tot de Netwerkstad.

20 Opkomsttijd brandweer De totale tijd die de brandweer nodig heeft vanaf de melding tot ter plaatse komen bij het incident.. Zorgnormering geeft per project of incident aan met welke capaciteit en kwaliteit binnen de gestelde opkomsttijd de eenheden (tankautospuiten en redvoertuigen) ter plaatse moeten zijn. Periodieke uitkering: Eén van onderstaande gemeentelijke uitkeringen van Sociale Zaken, bedoeld voor huishoudens die niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. - ABW : Algemene Bijstandswet (vervangen door WWB). - WWB : Wet Werk en Bijstand (voorheen ABW). - IOAW : wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werkloze Werknemers. - IOAZ : wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen. Regio Twente: (zie ook Twente) Een samenwerkingsverband van de Twentse gemeenten (COROP-gebied 12+ de Gelderse gemeente Neede (van 1 april 1994 tot 1 januari 2005). Stadsdelen: De ingedeeld in drie gebieden, elk bestaande uit drie stadswijken en een deel van het buitengebied. De huidige indeling in stadsdelen is met ingang van 1 januari 2005 van kracht geworden en bestaat uit: - stadsdeel Noord bestaande uit de wijken 2, 3 en 8, en de buurt 91. - stadsdeel Midden bestaande uit de wijken 0, 1 en 7, en de buurten 92, 93 en 97. - stadsdeel Zuid bestaande uit de wijken en buurten 4, 5 en 6, en de buurten 90, 94, 95, 96 en 99. Stand van de bevolking: Het totaal aantal inwoners op een bepaalde datum (meestal op 1 januari). (Door geringe verschillen tussen de officiële cijfers van het CBS en de gemeentelijke statistische gegevens, is het mogelijk dat er enigszins afwijkende aantallen zijn opgenomen). Twente: Vóór de gemeentelijke herindeling van Twente per 1 januari 2001, bestaande uit de gemeenten: Almelo, Ambt Delden, Borne, Den Ham, Denekamp, Diepenheim, Enschede, Goor, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Losser, Markelo, Oldenzaal, Ootmarsum, Rijssen, Stad Delden, Tubbergen, Vriezenveen, Weerselo, Wierden. Sinds de gemeentelijke herindeling van Twente per 1 januari 2001, bestaande uit de gemeenten: Almelo, Borne, Dinkelland (tot 1 juni 2002: Denekamp), Enschede, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal, Rijssen-Holten (tot 15 maart 2003: Rijssen), Tubbergen, Twenterand (tot 1 juni 2002: Vriezenveen), Wierden. Werkloze beroepsbevolking: Van de beroepsbevolking worden personen die niet of minder dan 12 uur per week werken tot de werkloze beroepsbevolking gerekend. Werkzame beroepsbevolking: Van de beroepsbevolking worden personen die ten minste 12 uur per week werken tot de werkzame beroepsbevolking gerekend.

21 Werkzoekenden: Het aantal 16-64 jarigen zonder werk (of met werk van minder dan 12 uur per week) dat bij het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) staat ingeschreven voor een baan van ten minste 12 uur per week. Wijk/buurt-indeling: Een door het college van Burgemeester & Wethouders vastgestelde standaardgebiedsindeling van de, primair ten behoeve van de gemeentelijke statistiek. De huidige wijk/buurt-indeling is met ingang van 1 januari 2005 van kracht geworden en bestaat uit 10 wijken en 62 buurten. Winkelvloeroppervlak (WVO.): Het winkelvloeroppervlak van een winkel wordt in het veld opgemeten. Het gaat hier om alle overdekte, voor de consument toegankelijke en zichtbare ruimten. Dit is de (zichtbare) ruimte achter de toonbank en de etalage, maar bijvoorbeeld niet de personeelsruimten, magazijnen en buitenverkoop. Woning: Een tot bewoning bestemd gebouw dat, vanuit bouwtechnisch oogpunt gezien, blijvend is bestemd voor permanente bewoning door één particulier huishouden. Een woning dient te zijn voorzien van een eigen toegangsdeur, een toilet en een keukeninrichting bestemd voor het bereiden van complete maaltijden. Tevens dient een woning ten minste 14 m² verblijfsruimte te bevatten. Wooneenheid: Een deel van een tot bewoning bestemd gebouw dat, vanuit bouwtechnisch oogpunt gezien, blijvend is bestemd voor permanente bewoning door één particulier huishouden en dat voldoet aan alle criteria die gelden voor woningen. Bij een wooneenheid ontbreekt echter een keukeninrichting bestemd voor het bereiden van complete maaltijden en/of een toilet, terwijl die ruimte bovendien gelegen is in een gebouw dat ter compensatie van deze ontbrekende elementen gemeenschappelijke voorzieningen bevat.

22