Handleiding Nero SoundTrax

Vergelijkbare documenten
Handleiding Nero SoundTrax

Quickstart. Nero SoundTrax. Ahead Software AG

Nero DriveSpeed Handleiding

Nero DriveSpeed Handleiding

Handleiding Nero ImageDrive

HandleidingNero BurnRights

Handleiding InCD Reader

Nero AG SecurDisc Viewer

Handleiding Nero InfoTool

Nero AG Nero DiscCopy

Handleiding Nero Wave Editor

Handleiding Nero RescueAgent

Gebruikershandleiding bij Nero MediaStreaming voor MCE

Handleiding Nero SoundTrax

Welkom bij de Picture Package Producer 2. Picture Package Producer 2 starten en afsluiten. Stap 1: Beelden selecteren

Welkom bij de Picture Package Producer 2

Nero ControlCenter Handleiding

Handleiding voor de plug-ins Nero Burn/Burn Set tings voor MCE

Startersgids. Nero BackItUp. Ahead Software AG

Handleiding Nero SoundTrax

7. Muziek-cd s branden met Windows Media Player 10

Welkom bij de Picture Package DVD Viewer

Welkom bij de Picture Package DVD Viewer. De Picture Package DVD Viewer starten en afsluiten. Beelden bekijken. Beelden naar een computer kopiëren

Handleiding Nero Wave Editor

Installeren van het stuurprogramma USB-Audiostuurprogramma Installatiehandleiding (Windows)

Praktijk voorbeeld 3: audio opnemen

AAN DE SLAG MET DE DJCONTROL COMPACT EN DJUCED 18

Handleiding Nero WaveEditor

Audio Sporen en Clips. Kanalen, Sporen en Clips. Een spoor in clips opdelen

Migreren naar Access 2010

Handleiding Nero Scout

P-touch Editor starten

Nl_Rhomba CLE.fm Page 29 Wednesday, January 7, :02 PM. Nederlands Overzicht (zie afbeelding op buitenblad)

Nederlands Italiano Español

2 mei Remote Scan

Archive Player Divar Series. Bedieningshandleiding

Easy VHS to DVD 3 & Easy VHS to DVD 3 Plus. Beknopte handleiding

PowerPoint Basis. PowerPoint openen. 1. Klik op Starten 2. Klik op Alle programma s 3. Klik op de map Microsoft Office

CycloAgent v2 Handleiding

Inhoudsopgave. Whisper380-computerhulp 2

Vergelijkingseditor 2007

HANDLEIDING AUDACITY

13. Symbool-, Lijnstijlbibliotheek (Resource Editor)... 1

Muziek toevoegen in PowerPoint Doelstelling

Uw gebruiksaanwijzing. CREATIVE DESKTOP WIRELESS 9000 PRO

Uw persoonlijke voorkeuren aanpassen. Windows 7

Divar - Archive Player. Bedieningshandleiding

Geluidsbewerking met AUDACITY. Deze elektrische puls wordt op ons computerscherm voorgesteld als een geluidsgolf.

Erratum Foto s, video s en muziek in

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken

PICASA PICASA. FOTOBEWERKING Een handleiding Computertraining voor 50-plussers

HP Media Remote Control (alleen bepaalde modellen) Gebruikershandleiding

Windows Media Player:

Handleiding Nero SoundTrax

Algemene basis instructies

Audacity cd bewerken voor dans

Les 6 Geluid en Muziek

::FOTO S IMPORTEREN, ARCHIVEREN EN BEHEREN

HANDLEIDING XTRA CONTROLLER PRO

Windows Movie maker. Inhoud. 1. Installeren van Windows Movie Maker. FILM

AAN DE SLAG MET DJCONTROL INSTINCT EN DJUCED

Workshop Videobewerken met Adobe Premiere Elements

Handleiding Picasa. Inleiding Verwijderen, verplaatsen en hernoemen Opzoeken Importeren Selecties maken Opslaan...

P-TOUCH EDITOR SOFTWAREHANDLEIDING. PJ-623/PJ-663 Mobiele printer. Versie 0 DUT

Ben je klaar met de installatie download dan ook de LAME encoder om te kunnen werken met het MP3 formaat.

Snel aan de slag met Cisco Unity Connection Postvak IN Web (versie 9.x)

Handleiding Nero Scout

Geluidsbewerking met AUDACITY

Snel aan de slag met BasisOnline en InstapInternet

Head Pilot v Gebruikershandleiding

AudioWizard. Gebruiksaanwijzing A31003-P1030-U

VHOPE en bibliotheekbestanden voor VHOPE installeren

Gebruikershandleiding PictogendaPrinter. Bohn Stafleu van Loghum

P-touch Transfer Manager gebruiken

Sneltoetsen in PowerPoint 2016 voor Windows

Handleiding videobewerking met Windows Moviemaker

Via het venster Vormgeving en persoonlijke instellingen kun je je Persoonlijke instellingen aanpassen:

Gebruikershandleiding Brother Meter Read Tool

Bestanden ordenen in Windows 10

Nero Express. Nero Express openen: N-1

Google Drive: uw bestanden openen en ordenen

Advies- en BegeleidingsCentrum voor het onderwijs in Amsterdam. Beeld en geluid. Onderdelen uit de workshop Werken met multimedia

Les 2 De basis (deel 1)

Met een mailing of massaverzending kunt u een groot aantal documenten verzenden naar gebruikelijke adressen, die in een gegevensbestand staan.

AAN DE SLAG MET DJCONSOLE RMX2 EN DJUCED

Multimedia Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding

I) Wat? II) Google documenten. Deel 2 documenten

Handleiding InCD Reader

Nokia Lifeblog 2.5 Nokia N76-1

POWER CINEMA GEBRUIKEN

Via de Startknop, Computer open je het venster Computer. Je ziet een overzicht van de schijven die op de computer aanwezig zijn:

Mac OS X 10.6 Snow Leopard Installatie- en configuratiehandleiding

InterVideo Home Theater Snel op weg-gids Welkom bij InterVideo Home Theater!

ACDSee 9 leerprogramma s > Foto s downloaden met Foto s Ophalen Wizard

NACSPORT TAG&GO HANDLEIDING Eigenschappen knop

GEBRUIKERSHANDLEIDING

Met deze module heeft u de mogelijkheid om gemakkelijk, snel en efficiënt uw documenten als naslag in Unit 4 Multivers te koppelen.

Novell Vibe-invoegtoepassing

Maak een fotoverhaal

Transcriptie:

Handleiding Nero SoundTrax Nero AG

Informatie over auteursrecht en handelsmerken De gebruikershandleiding bij Nero SoundTrax en de volledige inhoud van de handleiding zijn auteursrechtelijk beschermd en zijn eigendom van Nero AG. Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding bevat materiaal dat door internationaal geldend auteursrecht wordt beschermd. Niets uit deze handleiding mag worden verveelvoudigd, overgedragen of overgezet zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Nero AG. Alle merknamen en handelsmerken zijn eigendom van de respectieve eigenaars. Nero AG wijst elke aansprakelijkheid af die niet onder de garantiebepalingen valt. Nero AG aanvaardt geen aansprakelijkheid met betrekking tot de juistheid van de inhoud van de gebruikershandleiding bij Nero SoundTrax. De inhoud van de geleverde software en de handleiding van Nero SoundTrax kunnen zonder waarschuwing vooraf worden gewijzigd. De hier genoemde handelsmerken zijn slechts ter informatie. Copyright 2007 Nero AG REV 1.0 3.0.0.0

Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Algemene informatie 6 1.1 Informatie over de handleiding 6 1.2 Informatie over SoundTrax 6 2 Technische informatie 7 2.1 Systeemvereisten 7 2.2 Ondersteunde indelingen 7 3 Terminologie 8 3.1 Track/clip/project 8 3.2 Audio-specifieke termen 8 4 Het programma starten 9 4.1 Nero SoundTrax via Nero StartSmart starten 9 5 Gebruikersinterface 10 5.1 Taken in Nero SoundTrax selecteren 10 5.2 Hoofdvenster 11 5.2.1 Menubalk 12 5.2.2 Werkbalk 13 5.2.3 Master-gebied 14 5.2.4 Het gebied Toewijsbare effecten 14 5.2.5 Tracks 14 5.2.6 Het gebied Trackweergave 15 5.2.7 Het gebied Project 15 6 Configuratie 16 6.1 Instellingen project 16 6.1.1 Het tabblad Audio-instellingen 16 6.1.2 Het tabblad Algemeen 16 6.1.3 Het tabblad Tempo en meter 17 6.2 Programma-instellingen 17 6.2.1 Het tabblad Algemeen 17 6.2.2 Het tabblad Instellingen opslaan/uitvoer 17 6.2.3 Het tabblad Weergave 18 6.2.4 Het tabblad Mappen 18 6.2.5 Het tabblad VST-plugins 19 6.3 Apparaatinstellingen 19 Pagina 3

Inhoudsopgave 6.4 Instellingen audio-indeling 19 6.4.1 Het tabblad Decoder 19 6.4.2 Het tabblad Encoder 20 6.4.3 Het tabblad Converters 20 7 Audio-bestanden importeren en opnemen 21 7.1 Opnemen van een grammofoonplaat of een cassette 21 7.2 Importeren van een audio-cd 25 7.3 Audio opnemen 26 8 Tracks 28 8.1 Een track bewerken 28 8.1.1 Een volumecurve aan de track toevoegen 31 8.1.2 Een pan-curve aan de track toevoegen 31 8.1.3 Een effectgroepcurve aan de track toevoegen 32 8.2 Verdeling van surround-geluid 33 8.2.1 De verdeling van het surround-geluid wijzigen 33 9 Effectketens 34 9.1 Tools 34 9.2 Effecten 35 9.3 Verbeteringen 36 9.4 Effectketens en effectgroepen 36 9.4.1 Een effectketen bewerken 37 9.4.2 Effectketensjablonen 37 9.4.3 Een effectgroep bewerken 38 10 Surround-projecten 39 11 Exporteren 40 11.1 Naar een audio-bestand exporteren 40 11.2 Naar audio-cd branden 40 12 Nero SoundBox 43 12.1 Hoofdvenster 43 12.1.1 Algemene opties 43 12.1.2 Algemene instellingen 44 12.1.3 Beat Editor 44 12.1.4 Sequencer 45 12.1.5 Text II Speech 45 12.1.6 Sfeer 46 12.2 Patronen 46 12.3 Een SoundBox-clip invoegen 46 Pagina 4

Inhoudsopgave 13 Nero ScratchBox 47 13.1 Hoofdvenster 47 13.1.1 Draaitafels 48 13.1.2 Peak-bestandweergave 48 13.1.3 Mengtafel 48 13.1.4 Bestandsselectie 49 13.1.5 Tools 49 13.2 Een ScratchBox-clip maken 50 13.2.1 Scratch Editor 51 14 Lijst met afbeeldingen 52 15 Index 53 16 Contact opnemen 55 Pagina 5

Algemene informatie 1 Algemene informatie 1.1 Informatie over de handleiding Deze handleiding is bestemd voor alle gebruikers die willen leren werken met Nero SoundTrax. In deze handleiding staat het uitvoeren van taken centraal; dat wil zeggen dat door middel van stapsgewijze oefeningen wordt uitgelegd hoe u een bepaald doel kunt bereiken. In deze handleiding gelden de volgende conventies: Pictogram Betekenis Geeft waarschuwingen, voorwaarden of instructies aan waaraan u zich moet houden. Geeft aanvullende informatie of advies aan. 1. Start OK Hoofdstuk [ ] Een cijfer aan het begin van een regel geeft aan dat er een handeling moet worden uitgevoerd. Voer deze handelingen in de aangegeven volgorde uit. Geeft een tussentijds resultaat aan. Geeft een resultaat aan. Geeft tekst of knoppen aan die in de gebruikersinterface voorkomen. Deze worden vet weergegeven. Dit zijn verwijzingen naar andere hoofdstukken. Het zijn koppelingen die onderstreept en met rode tekst worden weergegeven. Geeft sneltoetsen aan voor het invoeren van opdrachten. 1.2 Informatie over SoundTrax Nero SoundTrax is een professionele toepassing voor het maken van audio-cd's. Met Nero SoundTrax kunt u naast het samenstellen van afspeellijsten voor cd's de inhoud van de audio-bestanden mixen en wijzigen. Het programma bevat een aantal wizards waarmee u uw platen of cassettebandjes in slechts enkele stappen naar uw computer kunt kopiëren. Dankzij de vele sjablonen zijn zelfs veeleisende projecten geen probleem meer: 5.1. surround, 7.1 surround, u selecteert gewoon de juiste sjabloon en Nero SoundTrax wordt met de relevante tracks geopend. Bovendien bevat de geïntegreerde plug-in Nero ScratchBox gebruiksvriendelijke functies voor mixen en scratchen. Pagina 6

Technische informatie 2 Technische informatie 2.1 Systeemvereisten Nero SoundTrax wordt geïnstalleerd als u de Nero-suite installeert en de systeemvereisten zijn identiek aan die van de Nero-suite. Raadpleeg de Nero Startersgids voor meer informatie over de systeemvereisten. Daarnaast gelden de volgende systeemvereisten: Microsoft DirectX 9.0b (of later) U kunt de nieuwste versie van DirectX downloaden op http://www.microsoft.com/windows/directx. Een 16-bits Windows -compatibele geluidskaart met luidsprekers of koptelefoon. Optioneel: cd-recorder Installatie van de nieuwste WHQL-gecertificeerde stuurprogramma's wordt aanbevolen. WHQL is de afkorting van Windows Hardware Quality Labs; een stuurprogramma dat door Microsoft is gecertificeerd en dat compatibel is met Microsoft Windows en de bijbehorende hardware. 2.2 Ondersteunde indelingen De volgende indelingen worden door Nero SoundTrax ondersteund: Audioindelingen (Importeren) AAC AC3 AIF AIFF M4A MP3 MP4 NDA NWF OGG WAV WAVE WMA Audioindelingen (Exporteren) AIF AIFF MP3 MP4 OGG WAV WAVE WMA Pagina 7

Terminologie 3 Terminologie 3.1 Track/clip/project De volgende termen worden in Nero SoundTrax gebruikt: Een clip is een audio-bestand. Een track is een audio-track. Een track kan uit meerdere opeenvolgende clips bestaan. Voor ieder track kunt u het volume en de effecten afzonderlijk instellen. Een Kanaal heeft betrekking op de weergave van de audio-gegevens van een clip, bijvoorbeeld het linker- of rechterkanaal. Een Project is het proces dat bestaat uit het toevoegen van audio-bestanden, het bewerken van de bestanden en het exporteren van het eindresultaat. U kunt een project inclusief alle aangebrachte wijzigingen als een projectbestand opslaan en op een later moment opnieuw openen. Een projectbestand heeft de extensie *.npf (Neroprojectbestand). Projectbestanden bevatten zelf geen audio-bestanden, maar alleen koppelingen naar de gebruikte audio-bestanden, inclusief de mix- en effectinstellingen. Met andere woorden: een project is een bewerkte compilatie van audio-bestanden die uit meerdere tracks bestaat; de tracks bestaan weer uit meerdere clips waarin de audio in meerdere kanalen is opgenomen. 3.2 Audio-specifieke termen Geluid wordt via trillingen door de lucht overgedragen. Deze eigenschap resulteert in onderstaande termen die van belang kunnen zijn bij het gebruik van Nero SoundTrax: Frequentie is het aantal trillingen per tijdseenheid. De frequentie wordt uitgedrukt in Hertz. De maximale verplaatsing van een trilling wordt de amplitude genoemd. De sample-frequentie geeft aan hoe vaak de geluidskaart de gesampelde waarde van een analoog signaal berekent. De sample-frequentie wordt uitgedrukt in sample-waarden per seconde (Hertz ofwel Hz). Een hogere sample-frequentie zorgt voor een geavanceerde berekening en resulteert in een betere geluidskwaliteit. De sample-frequentie heeft gevolgen voor het frequentiebereik. Voor cd's wordt een sample-frequentie van 44.100 Hz gebruikt, met andere woorden 44.100 sample-waarden per seconde. Op basis van een wiskundige wet (sampling-theorie genaamd) kan daardoor een frequentiebereik tot 22.500 Hz worden opgenomen. De Bitdiepte definieert de precisie waarmee een trilling kan worden vastgelegd. Bij een hogere bitdiepte wordt de precisie van het vastleggen verbeterd en dat heeft een betere geluidskwaliteit to gevolg. Op cd's worden audio-gegevens in 16 bits vastgelegd en dat betekent dat iedere sample-waarde maximaal 65.536 waarden kan aannemen. Pagina 8

Het programma starten 4 Het programma starten 4.1 Nero SoundTrax via Nero StartSmart starten Volg onderstaande stappen om Nero SoundTrax via Nero StartSmart te starten: 1. Klik op het pictogram Nero StartSmart. Het venster van Nero StartSmart wordt geopend. 2. Klik op de knop met de pijl in de linkerrand van het venster. Het vensterdeel met extra opties wordt geopend. Fig. 1: Nero StartSmart 3. Selecteer Nero SoundTrax in de lijst Toepassingen. Het venster van Nero SoundTrax wordt weergegeven. U hebt Nero SoundTrax vanuit Nero StartSmart gestart. Pagina 9

Gebruikersinterface 5 Gebruikersinterface 5.1 Taken in Nero SoundTrax selecteren Nadat u Nero SoundTrax hebt opgestart, wordt er een venster weergegeven waarin u projectsjablonen kunt selecteren. De volgende opties zijn beschikbaar: Fig. 2: Taken in Nero SoundTrax selecteren Sjablonen Gebruikerssjablonen Wizards Recent gebruikte bestanden Bestaand project openen Hier kunt u sjablonen selecteren voor veel gebruikte projecten zoals Cd-mix-, stereo- en surroundprojecten (zie Surround-projecten). Hier kunt u sjablonen selecteren die u zelf hebt gemaakt. Hiermee opent u de wizards voor het opnemen van een grammofoonplaat of een cassette (zie Opnemen van een grammofoonplaat of een cassette). Hiermee worden de bestanden weergegeven die u het laatst hebt gebruikt. Hiermee opent u het dialoogvenster Openen waarmee u een bestaand project kunt openen. Pagina 10

Gebruikersinterface 5.2 Hoofdvenster Als u Nero SoundTrax start, wordt het hoofdvenster weergegeven. Het hoofdvenster bestaat uit de volgende gebieden: De menubalk en de werkbalk (1) De master-instellingen (2) Toewijsbare effecten (3) Tracks (4) De trackweergave (5) Project (6) Vanuit het hoofdvenster kunt u alle functies van Nero SoundTrax benaderen. 1 2 3 4 6 5 Fig. 3: Het hoofdvenster van Nero SoundTrax met een geopend audio-bestand Pagina 11

Gebruikersinterface 5.2.1 Menubalk De menubalk bevat de volgende menu's: Het menu Bestand Het menu Bewerken Het menu Bestand bevat opdrachten zoals Openen, Opslaan en Sluiten die u al kent uit Windows. Daarnaast kunt u via dit menu sjablonen maken en openen, cd-tracks exporteren naar audio-bestanden en de tracks die u in SoundTrax hebt gemaakt als audio-bestand exporteren. Het menu Bewerken bevat opdrachten zoals knippen, kopiëren en verwijderen die u al kent uit Windows. Daarnaast kunt u de noten aanpassen van de tracks die u in SoundTrax hebt gemaakt. Een triplet bestaat uit drie tonen met dezelfde nootwaarde die in de plaats komen van twee tonen, waarbij de duur van de oorspronkelijke tonen wordt behouden. Het menu Beeld Het menu Invoegen Het menu Audio Het menu Tracks Het menu Extra Het menu Opties Het menu Help Met het menu Beeld kunt u de menubalk en de werkbalk weergeven en verbergen en de weergave van het project vergroten of verkleinen. Bovendien kunt u de maatinstellingen voor het project wijzigen. Met het menu Invoegen kunt u audio-bestanden, audioloops en SoundBox- en ScratchBox-clips in tracks invoegen die u in Nero SoundTrax hebt gemaakt. Daarnaast kunt u tracks van audio-cd's importeren, een automatische LFEtrack maken, effecten in effectketens invoegen en toewijsbare effectgroepen maken. Met het menu Audio kunt u audio-bestanden opnemen, importeren en afspelen. Met het menu Tracks kunt u tracks toevoegen en verwijderen. Daarnaast kunt u diverse effectcurven aan de track toevoegen en de eigenschappen van de track bewerken. Met het menu Extra kunt u cd's branden, andere Nerotoepassingen openen en wizards selecteren voor het opnemen van analoge audio-tracks. Met het menu Opties kunt u de algemene instellingen en de instellingen voor het geopende project opgeven en de instellingen voor de aangesloten apparaten en voor de audio-indeling. Met het menu Help kunt u de online-help openen, het versienummer bekijken en overige registratiegegevens bekijken. Pagina 12

Gebruikersinterface 5.2.2 Werkbalk De werkbalk bevat de volgende knoppen: Hiermee maakt u een nieuw project. Hiermee opent u een bestaand project. Hiermee slaat u het project op Hiermee knipt u de geselecteerde sectie uit het audio-bestand en plaatst u de sectie op het klembord. Hiermee kopieert u de geselecteerde sectie uit het audio-bestand en plaatst u de sectie op het klembord. Hiermee plakt u de inhoud van het klembord op de geselecteerde plek. Hiermee verwijdert u de geselecteerde clips. Hiermee maakt u de laatste handeling ongedaan. Hiermee herstelt u de handeling die u eerder ongedaan had gemaakt. Hiermee zoomt u in. Hiermee zoomt u uit. Hiermee zoomt u zodanig in dat de gehele selectie zo groot mogelijk op het scherm wordt weergegeven. Hiermee zoomt u zodanig uit dat het gehele project op het scherm wordt weergegeven. Hiermee voegt u een nieuwe track in na de geselecteerde track. Hiermee opent u het dialoogvenster Openen en voegt u op het geselecteerde punt een audio-bestand in. Hiermee brandt u het project naar een cd. Deze knop is alleen beschikbaar als het project minimaal één clip bevat. Hiermee opent u de geselecteerde clip zodat u die kunt bewerken. Als de clip een audio-bestand is, wordt Nero WaveEditor geopend. Als de clip een SoundBox- of ScratchBox-clip is, wordt de bijbehorende toepassing geopend. Deze knop is alleen beschikbaar als er een clip is geselecteerd. Hiermee plaatst u de geselecteerde clips op dezelfde startpositie; de meest linkse startpositie wordt daarvoor gebruikt. Deze knop is alleen beschikbaar als u meerdere clips hebt geselecteerd. Pagina 13

Gebruikersinterface 5.2.3 Master-gebied In het Master-gebied kunt u instellingen opgeven die voor alle tracks van het project gelden. Het Master-gebied bevat de volgende opties: Hiermee wordt de verdeling van het surround-geluid weergegeven. Hiermee wijzigt u het volume van alle tracks in het project. Hiermee opent u het venster Editor effectketen - Master. In dit venster kunt u een effectketen maken voor alle tracks. Hiermee opent u het venster Instellingen project. 5.2.4 Het gebied Toewijsbare effecten In het gebied Toewijsbare effecten kunt u effectketens maken die u later aan specifieke tracks kunt toewijzen. Het gebied Toewijsbare effecten bevat de volgende opties: Hiermee opent u het venster Toewijsbare effectgroepen. In dit venster kunt u effectgroepen maken en bewerken. 5.2.5 Tracks In het gebied Tracks worden de tracks die u hebt ingevoegd weergegeven. In dit gebied kunt u ook de track-instellingen aanpassen. Het gebied Tracks bevat de volgende opties: Hiermee kunt u het surround-geluid aanpassen, dat wil zeggen de verdeling van het volume naar de verschillende kanalen/luidsprekers. Hiermee past u het volume van de track aan. Hier wordt het volume gevisualiseerd. / Hiermee start/stopt u het afspelen. Hiermee opent u het venster Editor effectketen - Track. In dit venster kunt u een effectketen voor de track maken en bewerken. Hiermee opent u het venster Track-instellingen. In dit venster kunt u de instellingen van de track aanpassen. Pagina 14

Gebruikersinterface 5.2.6 Het gebied Trackweergave In het gebied Trackweergave worden de kanaalfrequenties van de ingevoegde audio-clips weergegeven. De audio-clips worden afzonderlijk en in verschillende kleuren weergegeven. 5.2.6.1 Snelmenu U opent het snelmenu door met de rechtermuisknop op de trackweergave te klikken. Als u op een audio-clip klikt, opent u het snelmenu van de clip en als u op een track klikt, opent u het snelmenu van de track. In het snelmenu van een clip kunt u clips verwijderen, selecteren, kopiëren en knippen. Bovendien kunt u clips openen in Nero Wave Editor, de audio-kanalen selecteren en clips groeperen. In het snelmenu van een track kunt u diverse soorten clips invoegen en de track verwijderen, kopiëren of uitschakelen. Bovendien kunt u effecten en effectketens, track-splitsingen, cdindexen en labels toevoegen. 5.2.7 Het gebied Project Het gebied Project bestaat uit het frequentiegebied en de werkbalk. In het frequentiegebied worden de frequenties van alle tracks boven elkaar weergegeven. U kunt de weergavegrootte van het project wijzigen met de rode markeringen. De werkbalk bevat de volgende knoppen: Hiermee opent u het dialoogvenster Opname-instellingen. Vanuit dit venster kunt u een clip opnemen. Hiermee wordt het project afgespeeld vanaf het punt waar de aanwijzer zich bevindt. Hiermee wordt het project vanaf het begin afgespeeld. Hiermee wordt het project of de geselecteerde sectie in een lus afgespeeld Hiermee onderbreekt u het afspelen. Hiermee stopt u het afspelen. Hiermee plaatst u de aanwijzer aan het begin van het project. Hiermee verplaatst u de aanwijzer versneld achteruit. Hiermee verplaatst u de aanwijzer versneld vooruit. Hiermee plaatst u de aanwijzer aan het eind van het project. Hiermee past u het volume aan. Hiermee geeft u het tempo aan in BMP. Pagina 15

Configuratie 6 Configuratie U kunt Nero SoundTrax naar wens configureren. Hiervoor zijn de volgende gebieden beschikbaar: Instellingen project Algemene instellingen Apparaatinstellingen Instellingen audio-indeling 6.1 Instellingen project In het venster Instellingen Project kunt u de projectinstellingen aanpassen. U opent dit venster via het menu Opties > Instellingen Project. 6.1.1 Het tabblad Audio-instellingen Het tabblad Audio-instellingen bevat de volgende opties: De vervolgkeuzelijst Rendering sample-rate De vervolgkeuzelijst Rendering bitdiepte De knop Kanalen Hier kunt u de sample-snelheid opgeven. Standaard is de optie 44100 geselecteerd. Hier geeft u de bitdiepte op. Standaard is de optie 16 bit (cd en DAT) geselecteerd. Hier kunt u het aantal kanalen opgeven. Stereo: deze optie is standaard geselecteerd. 5.1-kanaals surround: 6-kanaals surround-geluid (zie Surround-projecten). 7.1-kanaals surround: 8-kanaals surround-geluid (zie Surround-projecten). 6.1.2 Het tabblad Algemeen Het tabblad Algemeen bevat de volgende opties: Het tekstvak Lengte project Het tekstvak Titel project Het tekstvak Naam artiest Het invoergebied Opmerkingen Het selectievakje Automatisch toevoegen trackscheidingen cd Hier geeft u de lengte op voor het project. Hier geeft u de titel op voor het project. Hier geeft u de naam van de artiest op. Hier kunt u opmerkingen invoeren voor het project. Hiermee kunt u een korte pauze inlassen tussen twee audio-clips in dezelfde track. Pagina 16

Configuratie 6.1.3 Het tabblad Tempo en meter Het tabblad Tempo en meter bevat de volgende opties: Het tekstvak Beats per minuut Het tekstvak Beats per maat Hier kunt u het tempo voor het project opgeven in beats per minuut. Hier kunt u het aantal beats per maat voor het project opgeven. 6.2 Programma-instellingen In het venster Instellingen kunt u de programma-instellingen aanpassen. U opent dit venster via het menu Opties > Instellingen. 6.2.1 Het tabblad Algemeen Het tabblad Algemeen bevat de volgende opties: Het tekstvak Maximum aantal keren "Ongedaan maken" Het tekstvak Standaardlengte van trackscheidingen cd (in seconden) De vervolgkeuzelijst Standaardformat uitvoerbestand Hier kunt u het aantal stappen opgeven dat ongedaan kan worden gemaakt. Hier kunt u de lengte van de pauze opgeven voor nieuwe cd-track-splitsingen (zie Het tabblad Algemeen). Hier kunt u de bestandsindeling opgeven waarin Nero SoundTrax audio-bestanden standaard exporteert. 6.2.2 Het tabblad Instellingen opslaan/uitvoer Het tabblad Instellingen opslaan/uitvoer bevat de volgende opties: Het selectievakje Gebruik dithering bij converteren naar lagere bitdieptes De vervolgkeuzelijst Filter tegen ruisvorming Hiermee schakelt u de filter tegen ruisvorming in voor een betere audio-kwaliteit bij het converteren. Hier geeft u het gewenste filtertype tegen ruisvorming op. IIR-filter (2e graad): (Infinite Duration Impulse Response). Hiermee schakelt u de IIR-filters in. Tweede graad houdt in dat het geluid wordt gedempt met 12 db. IIR-filters geven doorgaans een betere subjective audio-kwaliteit dan FIR-filters, maar er treden wel meer storingen op buiten het hoorbare bereik. FIR-filter (3-taps): (Finite Impulse Response Filter). Hiermee schakelt u de FIR-filters in. Deze optie is standaard geselecteerd. Pagina 17

Configuratie De vervolgkeuzelijst Surround-audio afspelen als Hier geeft u aan hoe surround-audio moet worden afgespeeld. Meerkanaals-audio (echt surround-geluid): Het surround-geluid wordt over alle kanalen afgespeeld. Stereo met Nero HeadPhone (Virtual Surround): Het surround-geluid wordt in stereo weergegeven en er wordt een virtueel surround-effect voor koptelefoons gegenereerd, Stereo met Nero VirtualSpeakers (Virtual Surround): Het surround-geluid wordt in stereo weergegeven en er wordt een virtueel surround-effect voor luidsprekers gegenereerd. 6.2.3 Het tabblad Weergave Het tabblad Weergave bevat de volgende opties: Het selectievakje Trackhoogtes automatisch aanpassen om hoofdvenster te vullen Het selectievakje Padnaam weergeven bij audioclips De weergave van de track wordt aan de grootte van het hoofdvenster aangepast. Naast de bestandsnaam wordt het gehele pad van de clip weergegeven. 6.2.4 Het tabblad Mappen Het tabblad Mappen bevat de volgende opties: Het tekstvak Tijdelijke map Het tekstvak Map met peakbestanden Het tekstvak Map Mijn muziek De knop Het selectievakje Het dialoogvenster Bestand openen altijd starten in de map Mijn muziek. Hier geeft u de map op waarin de tijdelijke bestanden moeten worden opgeslagen. De map moet zich op een schijf bevinden met voldoende vrije opslagruimte. Hier geeft u de map op waarin de peak-bestanden moeten worden opgeslagen. Peak-bestanden zijn cache-bestanden die door Nero SoundTrax worden gebruikt om audio-bestanden sneller te kunnen openen. Hier kunt u de map Mijn muziek opgeven. Hiermee opent u het dialoogvenster waarin u de gewenste map kunt selecteren. Als u het dialoogvenster Openen opent, wordt standaard de map geopend die u in het tekstvak Map Mijn muziek hebt opgegeven. Pagina 18

Configuratie 6.2.5 Het tabblad VST-plugins Het tabblad VST-plugins bevat de volgende opties: Het gebied Geïnstalleerde VSTplugins De knop Verwijderen De knop Plugin toevoegen De knop Map scannen Hier worden de geïnstalleerde VST-plugins weergegeven. Hiermee verwijdert u de geselecteerde VST-plugin. Hiermee opent u het dialoogvenster Openen. Vervolgens kunt u een VST-plugin installeren. Hiermee opent u het dialoogvenster Openen. Vervolgens kunt u in de opgegeven map naar nieuwe VST-plugins zoeken. 6.3 Apparaatinstellingen In het venster Apparaatinstellingen kunt u de instellingen voor de aangesloten apparatuur aanpassen. U opent dit venster via het menu Opties > Apparaatinstellingen. Het gebied Audio-invoer De vervolgkeuzelijst Apparaat Het gebied Audio-uitvoer De vervolgkeuzelijst Apparaat Het tekstvak Vertraging Hier geeft u het audio-apparaat op voor de geselecteerde audio-invoer. Hier geeft u het audio-apparaat op voor de geselecteerde audio-uitvoer. Hier geeft u de vertragingstijd voor de geluidskaart op voor het converteren van het inkomende naar het uitgaande audio-signaal. 6.4 Instellingen audio-indeling Gebruik het venster Instellingen audio-indeling om de audio-instellingen aan te passen. U opent dit venster via het menu Opties > Instellingen audio-indeling. 6.4.1 Het tabblad Decoder Het tabblad Decoder bevat de volgende opties: De knop Info De knop Omhoog De knop Omlaag Hiermee opent u het dialoogvenster Info waarin informatie over de geselecteerde decoder wordt weergegeven. Deze knop is niet voor alle decoders beschikbaar. Hiermee verplaatst u de decoder omhoog in de lijst. Hiermee verplaatst u de decoder omlaag in de lijst. Pagina 19

Configuratie De knop Informatiebron artiest/titel Hiermee opent u het dialoogvenster Informatie artiest/titel ophalen waarin u de bron kunt opgeven van waaruit informatie over de artiest en de titel moet worden opgehaald. 6.4.2 Het tabblad Encoder Het tabblad Encoder bevat de volgende opties: De knop Configureren De knop Info De knop Informatiebron artiest/titel Hiermee opent u het dialoogvenster waarin u aanvullende instellingen voor de geselecteerde encoder kunt opgeven. Deze knop is niet voor alle encoders beschikbaar. Hiermee opent u het dialoogvenster Info waarin informatie over de geselecteerde encoder wordt weergegeven. Deze knop is niet voor alle encoders beschikbaar. Hiermee opent u het dialoogvenster Informatie artiest/titel ophalen waarin u de bron kunt opgeven van waaruit informatie over de artiest en de titel moet worden opgehaald. 6.4.3 Het tabblad Converters Het tabblad Converters bevat de volgende opties: De knop Configureren De knop Info De knop Informatiebron artiest/titel Hiermee opent u het dialoogvenster waarin u aanvullende instellingen kunt opgeven voor de geselecteerde converter. Deze knop is niet voor alle converters beschikbaar. Hiermee opent u het dialoogvenster Info waarin informatie over de geselecteerde converter wordt weergegeven. Deze knop is niet voor alle converters beschikbaar. Hiermee opent u het dialoogvenster Informatie artiest/titel ophalen waarin u de bron kunt opgeven van waaruit informatie over de artiest en de titel moet worden opgehaald. Pagina 20

Audio-bestanden importeren en opnemen 7 Audio-bestanden importeren en opnemen Voordat u audio-bestanden in Nero SoundTrax kunt bewerken, moet u ze eerst importeren of opnemen. 7.1 Opnemen van een grammofoonplaat of een cassette Met de Nero SoundTrax-wizards kunt u muziek van grammofoonplaten (lp's) en cassettes snel en gemakkelijk naar een cd branden. De wizards bevatten filters waarmee u krassen en ruis kunt verwijderen zodat u een optimale geluidskwaliteit kunt realiseren. Aan de volgende vereisten moet zijn voldaan voordat u een opname kunt maken: Er moet een platenspeler of cassetterecorder op de input van de geluidskaart zijn aangesloten. Voer onderstaande stappen uit als u van een grammofoonplaat of cassette wilt gaan opnemen: 1. Als u van een grammofoonplaat wilt gaan opnemen, klikt u op Extra > Wizards > Wizard LP naar CD. Als u van een cassette wilt gaan opnemen, klikt u op Extra > Wizards > Wizard Cassette naar CD. Het venster Opnamepaneel van de wizard LP naar CD of Cassette naar CD Wizard wordt weergegeven. Fig. 4: Het venster Opnamepaneel 2. Selecteer de juiste ingang van de geluidskaart in de vervolgkeuzelijst Audio-invoer lijn. 3. Als u wilt horen hoe de muziek klinkt nadat de u het opnamevolume hebt aangepast, moet u het selectievakje Digitale controle inschakelen. 4. Start het afspelen van de grammofoonplaat of de cassette. Pagina 21

Audio-bestanden importeren en opnemen 5. Gebruik de schuifregelaar Opnamevolume om het opnamevolume af te stellen en zorg ervoor dat de niveaumeters in het gele gebied staan. Als de niveaumeters voornamelijk in het rode gebied staan, wordt het geluid vervormd. 6. Als u de opname automatisch wilt starten als er een signaal wordt gedetecteerd, schakelt u het selectievakje Opname pauzeren totdat een signaal is gevonden in. 7. Als u de opname wilt onderbreken wanneer er binnen 20 seconden geen signaal wordt gedetecteerd (bijvoorbeeld wanneer het eind van een kant van een plaat of cassette is bereikt), schakelt u het selectievakje Na 20 seconden stilte opname pauzeren in. 8. Het doelbestand aanpassen: 1. Klik op de knop Doelbestand wijzigen. Het dialoogvenster Opslaan als wordt geopend. 2. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Opslaan in de map waarin u het audio-bestand wilt opslaan. 3. Geef in het tekstvak Bestandsnaam de gewenste bestandsnaam op. 4. Klik op de knop Opslaan. 9. Klik op de knop. De opname wordt gestart. 10. Als u de opname wilt stoppen, klikt u op de knop. 11. Klik op de knop Volgende. Het venster Automatische trackdetectie wordt weergegeven. Fig. 5: Het venster Automatische trackdetectie 12. Gebruik de knop Drempelwaarde stilte om het volume op te geven waarbij een pauze moet worden gedetecteerd. Pagina 22

Audio-bestanden importeren en opnemen 13. Geef in het tekstvak Minimumlengte van pauze de minimale duur op voor een pauze. Nero SoundTrax gebruikt deze waarde om stille passages in het audio-bestand te detecteren en de opname automatisch te pauzeren. 14. Geef in het tekstvak Minimumlengte van track de minimale duur op voor een track. 15. Klik op de knop Detecteren. De tracks in de opname worden automatisch gedetecteerd. De gedetecteerde tracks worden in het bijbehorende scherm weergegeven. 16. Klik op de knop Volgende. Het venster Ruisonderdrukking wordt weergegeven. Fig.. 6: Het venster Ruisonderdrukking 17. Gebruik de schuifregelaar Niveau ruis verwijderen om de gewenste drempelwaarde op te geven voor het verwijderen van ruis, gekraak en gezoem. 18. Gebruik de schuifregelaar Niveau laag verwijderen om de gewenste drempelwaarde op te geven voor het verwijderen van lage-frequentiesignalen die bij het opnemen van lp's kunnen optreden. Met deze filter verwijdert u ook de lage frequenties uit de oorspronkelijke opname. Zet daarom de drempelwaarde niet te hoog. 19. Gebruik de schuifregelaar Niveau tikken verwijderen om de gewenste drempelwaarde op te geven voor het verwijderen van tikken die bij het opnemen van lp's kunnen optreden. 20. Gebruik de schuifregelaar Niveau kraken wijderen om de gewenste drempelwaarde op te geven voor het verwijderen van gekraak dat bij het opnemen van lp's kan optreden. 21. Klik op de knop Voorbeeld. U hoort nu hoe de opname klinkt met de filters. Pagina 23

Audio-bestanden importeren en opnemen 22. Klik op de knop Stoppen om de voorbeeldweergave te stoppen. 23. Klik op de knop Volgende. Het venster CD-compilatie wordt weergegeven. Fig. 7: Het venster CD-compilatie 24. Als u het project meteen wilt gaan branden, schakelt u het selectievakje Project onmiddellijk branden in (zie Naar audio-cd branden) 25. Als u Nero CoverDesigner wilt starten, schakelt u het selectievakje Nero CoverDesigner starten in. 26. Als u pauzes tussen de afzonderlijke tracks wilt inlassen, schakelt u de optie Pauze in. 27. Als u wilt dat er geen pauzes tussen de tracks worden ingelast, schakelt u de optie Crossfade in. 28. Geef in de tekstvakken de duur in seconden en milliseconden op. 29. Klik op de knop Voltooien. U hebt een lp of cassette opgenomen. Pagina 24

Audio-bestanden importeren en opnemen 7.2 Importeren van een audio-cd Voer de volgende stappen uit als u tracks van een audio-cd wilt importeren: 1. Plaats een audio-cd in het cd-station. 2. Klik op Audio > Importeren van Audio-cd. Het dialoogvenster Audio-cd importeren wordt weergegeven. Fig. 8: Het dialoogvenster Audio-cd importeren 3. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Cd-rom-apparaat het station waarin u de cd hebt geplaatst. 4. Klik op de knop om de map op te geven waarin de geïmporteerde audio-bestanden moeten worden opgeslagen. Het dialoogvenster Map zoeken wordt geopend. 5. Klik in de navigatiestructuur op de map waarin u de geïmporteerde cd-tracks wilt opslaan. 6. Selecteer in de lijst alle tracks die u wilt importeren. Door Shift ingedrukt te houden, kunt u meerdere tracks selecteren. 7. Klik op de knop OK. U hebt tracks van een audio-cd geïmporteerd. Pagina 25

Audio-bestanden importeren en opnemen 7.3 Audio opnemen Voer de volgende stappen uit als u audio wilt opnemen: 1. Klik op de knop. Het dialoogvenster Opname-instellingen wordt geopend. 2. Selecteer de gewenste bitdiepte in de vervolgkeuzelijst Resolutie. 3. Als u een mono-opname wilt maken, schakelt u de optie Stereo-opname uit. 4. Een andere map selecteren waarin het opgenomen bestand moet worden opgeslagen: 1. Klik op de knop. Het dialoogvenster Opslaan als wordt geopend. 2. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Opslaan in de map waarin het audio-bestand moet worden opgeslagen. 3. Geef in het tekstvak Bestandsnaam de gewenste bestandsnaam op. 4. Klik op de knop Opslaan. Het dialoogvenster Opslaan als wordt gesloten. 5. Klik op de knop OK. Het venster Opnamepaneel wordt geopend (zie Opnemen van een grammofoonplaat of een cassette) 6. Selecteer de gewenste opname-ingang in de vervolgkeuzelijst Audio-invoer lijn. 7. Als u wilt horen hoe de muziek klinkt nadat de u het opnamevolume hebt aangepast, moet u het selectievakje Digitale controle inschakelen. 8. Start het afspelen van de grammofoonplaat of de cassette. 9. Gebruik de schuifregelaar Opnamevolume om het opnamevolume af te stellen en zorg ervoor dat de niveaumeters in het gele gebied staan. 10. Als u de opname automatisch wilt starten als er een signaal wordt gedetecteerd, schakelt u het selectievakje Opname pauzeren totdat een signaal is gevonden in. 11. Als u de opname wilt onderbreken wanneer er binnen 20 seconden geen signaal wordt gedetecteerd, schakelt u het selectievakje Na 20 seconden stilte opname pauzeren in. 12. Het doelbestand aanpassen: 1. Klik op de knop Doelbestand wijzigen. Het dialoogvenster Opslaan als wordt geopend. 2. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Opslaan in de map waarin het audio-bestand moet worden opgeslagen. 3. Geef in het tekstvak Bestandsnaam de gewenste bestandsnaam op. 4. Klik op de knop Opslaan. 13. Klik op de knop. De opname wordt gestart. Pagina 26

Audio-bestanden importeren en opnemen 14. Als u de opname wilt stoppen, klikt u op de knop. 15. Klik op de knop Behouden. U hebt een track opgenomen. Pagina 27

Tracks 8 Tracks Nadat u een audio-bestand hebt opgenomen of geïmporteerd, wordt dit bestand als peakbestand in de track weergegeven. Vervolgens kunt u de tracks met audio-bestanden bewerken. 8.1 Een track bewerken Volg onderstaande stappen als u een track wilt bewerken: 1. Klik op Tracks > Track invoegen. In het gebied Tracks wordt een track ingevoegd. 2. De eigenschappen van een track wijzigen: 1. Klik op Tracks > Eigenschappen track. Het venster Eigenschappen track wordt geopend. 2. Pas de eigenschappen van de track naar wens aan. 3. Een audio-clip in de track invoegen: 1. Klik met de rechtermuisknop in de track-weergave om het snelmenu te openen en kies de optie Audio-bestand(en) invoegen. 2. Selecteer het gewenste audio-bestand in het venster Openen dat daarop verschijnt. Het audio-bestand wordt als peak-bestand in de track ingevoegd. 4. Een audio-lus invoegen: 1. Klik met de rechtermuisknop in de track-weergave om het snelmenu te openen en kies de optie Audio-lus(sen) invoegen. Het venster van Openen wordt geopend. 2. Selecteer het audio-bestand dat u wilt invoegen. Het audio-bestand wordt als peak-bestand in de track ingevoegd. 5. Een ScratchBox-clip invoegen: 1. Klik met de rechtermuisknop in de track-weergave om het snelmenu te openen en kies de optie ScratchBox-clip invoegen. Het programma ScratchBox wordt geopend (zie Nero ScratchBox). 2. Maak de ScratchBox-clip in de ScratchBox (zie Een ScratchBox-clip maken). 3. Sluit het programma ScratchBox. De ScratchBox-clip wordt automatisch in de track ingevoegd. 6. Een SoundBox-clip invoegen: 1. Klik met de rechtermuisknop in de track-weergave om het snelmenu te openen en kies de optie SoundBox-clip invoegen. Het programma SoundBox wordt geopend (zie Nero SoundBox). 2. Maak de SoundBox-clip in de SoundBox (zie Nero SoundBox). 3. Sluit het programma SoundBox. De SoundBox-clip wordt automatisch in de track ingevoegd. Pagina 28

Tracks 7. Een audio-clip opnemen en direct in de track invoegen: 1. Klik met de rechtermuisknop in de track-weergave om het snelmenu te openen en kies de optie Audio-clip invoegen. Het dialoogvenster Opname-instellingen wordt geopend. 2. Geef de locatie op waar u de opname wilt opslaan. Het venster Opnamepaneel wordt geopend. 3. Neem de audio-clip op (zie Audio opnemen). 4. Klik na de opname op de knop Behouden. De audio-clip wordt in de track ingevoegd. 8. De effectketen voor de track bewerken: 1. Klik met de rechtermuisknop in de track-weergave om het snelmenu te openen en kies de optie Effectketen track bewerken. Het venster Editor effectketen - Track wordt geopend. 2. Bewerk de effectketen voor de track (zie Effectketens). 9. Een cd-track splitsen: 1. Klik met de rechtermuisknop in de track-weergave om het snelmenu te openen en kies de optie Cd-track splitsen. De splitsing van de cd-track wordt in de track ingevoegd. 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram als u de eigenschappen van de splitsing wilt bewerken. Het venster Eigenschappen trackscheiding wordt geopend. 3. Geef de positie en de lengte van de splitsing op, alsmede de titel van de audio-clip en de naam van de artiest. 10. Een cd-index invoegen: Met een cd-index plaatst u een markering in de cd-track die door de cd-speler kan worden benaderd zonder dat u de track hoeft te splitsen. Niet alle cd-spelers kunnen deze indexen detecteren. 1. Klik met de rechtermuisknop in de track-weergave om het snelmenu te openen en kies de optie Cd-index invoegen. De cd-index wordt in de track ingevoegd. 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram als u de eigenschappen van de cd-index wilt bewerken. Het venster Eigenschappen index wordt geopend. 3. Geef de positie op voor de index. 11. Een label invoegen: Labels worden uitsluitend gebruikt om binnen een project te navigeren. Zij hebben verder geen invloed op het uiteindelijke project. Pagina 29

Tracks 1. Klik met de rechtermuisknop in de track-weergave om het snelmenu te openen en kies de optie Label invoegen. Het label wordt in de track ingevoegd. 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram als u de eigenschappen van het label wilt bewerken. Het venster Eigenschappen label wordt geopend. 3. Geef de positie en de titel voor het label op. 12. Een volumecurve in de track invoegen: 1. Klik op Tracks > Volumecurve toevoegen. De volumecurve wordt in de track ingevoegd. 2. Bewerk de volumecurve (zie Een volumecurve aan de track toevoegen). 13. Panning in de volumecurve invoegen: 1. Klik op Tracks > Pan-curve toevoegen. De pan-curve wordt in de track ingevoegd. 2. Bewerk de pan-curve (zie Een pan-curve aan de track toevoegen). 14. Het geluid van de track wijzigen: 1. Klik in het gebied Track op de knop De effectketen bewerken. Het venster Editor effectketen wordt geopend. 2. Voeg de gewenste effecten aan de effectketen toe uit de categorieën tools, effecten of verbeteringen (zie Effectketens). 15. Een toewijsbare effectgroepcurve aan een track toevoegen: 1. Klik met de rechtermuisknop in de track-weergave om het snelmenu te openen en kies de optie Toewijsbare effectcurve toevoegen. Het venster Effectgroepcurve toevoegen wordt geopend. 2. Selecteer de gewenste effectgroepcurve en klik op de knop OK. De effectgroepcurve wordt in de track ingevoegd (zie Een effectgroepcurve aan de track toevoegen). 16. Als u de track wilt uitschakelen, opent u het snelmenu door met de rechtermuisknop in de track-weergave te klikken en klikt u op Track uitschakelen. De track wordt uitgeschakeld. Het peak-bestand wordt verborgen. 17. Een crossfade voor twee overlappende audio-tracks bewerken: 1. Klik met de rechtermuisknop in de track-weergave om het snelmenu van de crossfade die in de track-weergave wordt weergegeven te openen. 2. Klik op het gewenste crossfade-type. 3. Als u het tempo van de audio-clips op elkaar wilt afstemmen, klikt u op Tempi aanpassen. Het venster Crossfade Tempo wordt geopend. 4. Geef de gewenste instellingen op. 5. Klik op de knop OK. U hebt de track bewerkt. Pagina 30

Tracks 8.1.1 Een volumecurve aan de track toevoegen Met een volumecurve kunt u het volume van de track laten variëren. Voer daarvoor de volgende stappen uit: 1. Selecteer de track waarvan u het volume wilt wijzigen. 2. Klik op Tracks > Volumecurve toevoegen. De volumecurve wordt in de track weergegeven. In de linkermarge van de track wordt de percentageschaal voor het volume weergegeven, met waarden variërend van 0 tot 100%. 3. Verplaats het startpunt van de curve (het rechthoekje in de linkerhoek) naar het gewenste beginvolume. 4. Klik op het punt in de volumecurve waar de wijziging in het volume moet plaatsvinden en verplaats het rechthoekje omhoog of omlaag. 5. Herhaal de voorgaande stappen totdat u alle punten voor de volumecurve hebt ingesteld. 6. Als u een punt van uit de curve wilt verwijderen, klikt u met de rechtermuisknop op het gewenste punt en selecteert u Curvepunt verwijderen in het snelmenu. 7. De instellingen voor een curvepunt nauwkeuriger opgeven: 1. Klik met de rechtermuisknop op het gewenste curvepunt en selecteer Curvepunt bewerken uit het snelmenu. Het dialoogvenster Curvepunt bewerken wordt weergegeven. 2. Geef in de tekstvakken min. en sec. in het gebied Positie tijdlijn de gewenste positie op voor het curvepunt. 3. Geef in het tekstvak Volume in het gebied Waarde het gewenste volume op in decibellen. 4. Klik op de knop OK. U hebt een volumecurve aan de track toegevoegd. 8.1.2 Een pan-curve aan de track toevoegen Met een pan-curve kunt u het volume voor de afzonderlijke kanalen variëren over de lengte van de track. Zo kunt u bijvoorbeeld bij een stereo-bestand het linkerkanaal in eerste instantie harder zetten dan het rechterkanaal en zo een beweging simuleren. Voer daarvoor de volgende stappen uit: 1. Selecteer de track waarvan u de volumeverdeling wilt wijzigen. 2. Klik op Tracks > Pan-curve toevoegen. De pan-curve wordt in de track weergegeven. In de linkermarge van de track wordt de percentageschaal voor het volume weergegeven, met waarden variërend van -100 tot 100. Het uitgangspunt van de curve is 0, de waarde die een evenredige volumeverdeling vertegenwoordigt. 3. Verplaats het startpunt van de curve (het rechthoekje in de linkerhoek) naar het gewenste beginvolume. 4. Klik op het punt in de volumecurve waar de wijziging in de volumeverdeling moet plaatsvinden en verplaats het rechthoekje omhoog of omlaag. Pagina 31

Tracks 5. Herhaal de voorgaande stappen totdat u alle punten voor de pan-curve hebt ingesteld. 6. Als u een punt uit de curve wilt verwijderen, klikt u met de rechtermuisknop op het gewenste punt en selecteert u Curvepunt verwijderen uit het snelmenu. 7. De instellingen voor een curvepunt nauwkeuriger opgeven: 1. Klik met de rechtermuisknop op het gewenste curvepunt en selecteert u Curvepunt bewerken uit het snelmenu. Het dialoogvenster Curvepunt bewerken wordt weergegeven. 2. Geef in de tekstvakken min. en sec. in het gebied Positie tijdlijn de gewenste positie op voor het curvepunt. 3. Geef in het tekstvak Pan in het gebied Waarde de gewenste verdeling op in procenten. 4. Klik op de knop OK. U hebt een pan-curve aan de track toegevoegd. 8.1.3 Een effectgroepcurve aan de track toevoegen Er moet aan de volgende voorwaarde zijn voldaan: Er moet al een effectgroep zijn gemaakt (zie Effectketens). Voer daarvoor de volgende stappen uit: 1. Selecteer de track waaraan u de effectgroepcurve wilt toewijzen. 2. Klik op Tracks > Toewijsbare effectcurve toevoegen. Het venster Effectgroepcurve toevoegen wordt geopend. 3. Selecteer de gewenste effectgroep. 4. Klik op de knop OK. De effectgroepcurve wordt in de track weergegeven. In de linkermarge van de track wordt de percentageschaal voor het volume weergegeven, met waarden variërend van 0 tot 100%. 5. Verplaats het startpunt van de curve (het rechthoekje in de linkerhoek) naar het gewenste beginvolume. 6. Klik op het punt in de effectgroep waar u de wijziging in het effect wilt aanbrengen en verplaats het rechthoekje omhoog of omlaag om de intensiteit van het effect in te stellen. 7. Herhaal de voorgaande stappen totdat u alle punten voor de effectgroepcurve hebt ingesteld. 8. Als u een punt uit curve wilt verwijderen, klikt u met de rechtermuisknop op het gewenste punt en selecteert u Curvepunt verwijderen uit het snelmenu. 9. De instellingen voor een curvepunt nauwkeuriger instellen: 1. Klik met de rechtermuisknop op het gewenste curvepunt en selecteer Curvepunt bewerken uit het snelmenu. Het dialoogvenster Curvepunt bewerken wordt weergegeven. 2. Geef in de tekstvakken min. en sec. in het gebied Positie tijdlijn de gewenste positie op voor het curvepunt. 3. Geef in het tekstvak Volume in het gebied Waarde het gewenste volume op in decibellen. Pagina 32

Tracks 4. Klik op de knop OK. U hebt een effectgroepcurve aan de track toegevoegd. 8.2 Verdeling van surround-geluid Met Nero SoundTrax kunt u verschillende uitvoerniveaus voor de luidsprekers instellen tijdens het afspelen van een track; hiermee wijzigt u het centrale punt van het geluid in de ruimte zodat u het geluid 'verplaatst'. Hiervoor worden sleutelpunten in de track gecreëerd zodat u de verplaatsing van het geluid opnieuw kunt gebruiken bij het afspelen van andere bestanden. Fig. 9: Gewijzigde verdeling van het surround-geluid; sleutelframes in het peak-bestand 8.2.1 De verdeling van het surround-geluid wijzigen Voer onderstaande stappen uit als u het geluid in de ruimte wilt verplaatsen: 1. Klik in het gebied Track in het veld Verdeling surround-geluid op de groene stip en verplaats de stip door de muisknop ingedrukt te houden. In het algemeen geldt: hoe verder u de stip van de luidspreker verplaatst, hoe zachter het geluid van die luidspreker wordt. Hoe dichter u de groene stip bij de bovenkant van het veld plaatst, hoe harder het geluid wordt. Het geluid van de rechter luidspreker wordt harder als u de stip naar rechts verplaatst; het geluid van de linker luidspreker wordt harder als u de stip naar links verplaatst. Als u de stip in de hoek boven een van de luidsprekers plaatst, hoort u alleen die luidspreker; de andere luidspreker wordt dan gedempt. U bereikt hetzelfde effect door op een van de luidsprekers te dubbelklikken, deze luidspreker wordt daarop geel weergegeven. De verplaatsing van de stip wordt door middel van sleutelpunten in de track-weergave weergegeven. De sleutelpunten worden door middel van een stippellijn met ruitvormige pictogrammen bovenin de lijn weergegeven. 2. Als u een sleutelpunt in de track wilt verplaatsen, klikt u op het ruitvormige pictogram boven het gewenste sleutelpunt en verplaatst u het figuur naar links of naar rechts. 3. Als u een sleutelpunt uit de track wilt verwijderen, klikt u op het ruitvormige pictogram boven het gewenste sleutelpunt en drukt u op Delete op het toetsenbord. U hebt de verdeling van het surround-geluid van de track aangepast. Pagina 33

Effectketens 9 Effectketens 9.1 Tools U kunt effectketens (een effectketen is een combinatie van meerdere effecten) aan een specifieke track of aan de master-track toewijzen. Bovendien kunt u effectketens definiëren en deze als een effectgroepcurve aan tracks toewijzen. Met een effectgroepcurve kunt u de intensiteit instellen van de effectgroep over de lengte van de track. Bij het samenstellen van een effectketen kunt u uit de volgende categorieën kiezen: Tools Effecten Verbeteringen Het gebied Tools bevat de volgende opties: Sisklanken verwijderen Dynamische processor Equalizer Karaoke-filter Noise Gate Pitch-instelling Stereo-processor Tijdcorrectie Transponeren Hiermee worden de sisklanken in de stem of de song automatisch verminderd. Dit is een van de muzikale parameters die te maken hebben met het volume van het geluid (de waarneming van het volume). Dit is een apparaat voor het afstellen van de diverse frequenties van het geluid. Dit effect verwijdert de frequenties die op beide tracks identiek zijn. Vaak is dat de stem en die wordt met dit effect dan ook verwijderd. Dit is een effect in de categorie dynamische processors. Hiermee worden zachte signalen in het geluid onderdrukt waardoor bijvoorbeeld achtergrondruis wordt onderdrukt. Het effect Pitch-instelling wordt onder meer gebruikt om de afspeelsnelheid en de toonhoogte aan te passen. Hiermee kunt u instellingen opgeven voor het linker en het rechter audio-kanaal en een kunstmatig stereo-effect genereren. Hiermee kunt u instellingen opgeven voor de afspeelsnelheid. Hiermee kunt u instellingen opgeven voor de toonhoogte van bepaalde passages en de afspeelsnelheid. Pagina 34

Effectketens 9.2 Effecten Het gebied Effecten bevat de volgende opties: Chorus Convolution reverb Vertraging Vervorming Flanger Volume Low Fidelity Modulatie Multi-tap vertraging Phaser Pseudo-omkeren Terug naar analoog Nagalm Staccato Dit is een a modulatie-effect in elektronische muziek waarbij meerdere, enigszins valse signalen met het oorspronkelijke signaal worden vermengd. Dit is een acoustisch nagalmeffect dat het geluid van een ruimte simuleert bij digitale opnamen. Het invoersignaal wordt een of meerdere keren vertraagd herhaald waardoor een echo-effect ontstaat. Vervormt het signaal. Wordt vaak gebruikt voor elektrische gitaren. Het invoersignaal wordt gekopieerd en naar het oorspronkelijke signaal teruggestuurd. Het belangrijkste verschil met een phaser-effect is dat het gekopieerde signaal naar de invoer wordt teruggestuurd. Dit terugsturen kan geheel naar wens worden ingesteld. Dit is een auditief volume. Met dit effect kan het hoorbare volume worden verhoogd zonder de maximaal toegestane amplitude te overschrijden. Hiermee wordt een lage sample-snelheid gesimuleerd waardoor een mindere geluidskwaliteit wordt gegenereerd. Hiermee kunt u het signaal moduleren. U kunt zowel de modulatie van de amplitude als van de frequentie aanpassen. Dit vertragingseffect is opgebouwd uit meerdere vertragingen. Dit is een modulatie-effect. Het invoersignaal wordt gekopieerd, gefilterd met een variabele bandeliminatiefilter en vervolgens naar het oorspronkelijke signaal geretourneerd. Dit effect is vergelijkbaar met het effect flanger. Hiermee wordt de impressie gewekt dat het bestand achterstevoren wordt afgespeeld door fragmenten van het bestand achterstevoren af te spelen; in werkelijkheid wordt het bestand in de normale richting afgespeeld. Dit effect bevat diverse effectopties voor het creëren van een kunstmatig oud geluid door bijgeluiden toe te voegen. Hiermee voegt u galm aan het bestand toe. Dit effect veroorzaakt een hakkelend geluid door delen uit het geluid weg te laten of herhalingen toe te passen. Pagina 35