W E T M I L I E U B E H E E R - B E S C H I K K I N G. ambtshalve wijziging. RMW/MIL/ Deventer, 23 oktober 2006

Vergelijkbare documenten
LPG-tankstation Gildetrom 2 Veenendaal

Externe Veiligheid BEVI / REVI / LPG

Doel van dit schrijven is u nader te informeren over het op 22 juni jl. ondertekende convenant LPGautogas.

Bedrijventerrein Buitenvaart II,

Urgente sanering LPGtankstations

Sanering LPG-tankstations

Veiligheidsrisico s tankstation met lpg. 1. Besluit externe veiligheid inrichtingen

Bestemmingsplan Veluweweg 62 Kootwijkerbroek Beoordeling externe veiligheid

Wijzigingsplan. Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 2 e planwijziging. President Rooseveltlaan 768 / 768a

memo betreft: Quickscan externe veiligheid, Westzijde , Zaandam, ons kenmerk

Bestemmingsplan Kern Roosteren. Teksten t.b.v. verantwoording groepsrisico

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam

Ruimtelijke onderbouwing Starterskantorengebouw Markerkant 10. Externe veiligheid.

Aanvullend advies externe veiligheid emplacement. Stationsstraat short stay appartementen. Servicebureau Gemeenten, dd

Externe Veiligheid: de Basis Beginselen. Ir. D.J. de Boer

Bestemmingsplan Leidsestraatweg 229, Woerden. Bijdragen aan de paragraaf externe veiligheid

4.7 Externe veiligheid

BUREAUSTUDIE EXTERNE VEILIGHEID BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD

Onderzoek Externe Veiligheid Bestemmingsplan Stadscentrum, deelplan Prins Mauritsplein 2012 Gemeente Hoogeveen

Verantwoording groepsrisico

Gelet op de artikelen 4, vijfde lid, 5, derde lid, en 18, tweede lid, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

11 juni L.C. Luijendijk. Onderwerp Verantwoording groepsrisico bestemmingsplannen Bergweg Zuid e.o. en Boterdorp Zuidwest/Oosthoeck

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Bijlage Nota van wijzigingen. Paragraaf Externe veiligheid Herziening Metal Valley

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen. : de heer R. Polman

Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Sneek Van Giffenstraat

Groepsrisico LPG-tankstation Roermondsweg 112, Weert

Rapport. Plaatsgebonden risico en Groepsrisico LPG-tankstation Laan der Verenigde Naties

Ontwerpwijzigingsplan. Rijsenhout en omgeving 1 e wijziging

Essentie uitspraak: Casus: Noot

Onderzoek externe veiligheid bestemmingsplan Olympisch Stadion e.o.

Voorstel EV Ruimtelijke onderbouwing Harderweide deelplan 2

Advies omgevingsveiligheid over gebruik van Ruimte-voor-Ruimte kavels

Essentie uitspraak: Zie omtrent dit besluit ook: Casus: Noot van de commissie:

Groepsrisico LPG-tankstation Venrayseweg Horst aan de Maas

Externe veiligheidstoets LPG-tankstation Obers Gemert B.V. Boekelseweg 3, Gemert-Bakel

GR-tabel voor LPG-tankstations die voldoen aan het LPG-convenant

Informatieblad Implementatie Convenant LPG-autogas 2005 : veel gestelde vragen en antwoorden

Informatieblad Implementatie Convenant LPG-autogas 2005 : veel gestelde vragen en antwoorden

Groepsrisico LPG-tankstation Venrayseweg Horst aan de Maas

Burgemeester en wethouders van Voorst maken het volgende bekend:

Quickscan externe veiligheid Woningbouw Merellaan te Capelle aan den IJssel

** [ /1/M1.], [10 november 2010]: [afstandseis tussen een lpg tankstation en een scholengemeenschap ], [Harlingen]

Bijlage 6 Uitwerking aspecten externe veiligheid

het college van burgemeester en wethouders van Hoogeveen Eerste aanleg - meervoudig

Essentie uitspraak: Uit deze uitspraak blijkt dat bij een saneringssituatie met een lpg tankstation het vigerende bestemmingsplan leidend is.

Gewijzigde afstanden LPG-autogastankstations (voor bestaande situaties)

: De heer H. Draaisma : Postbus 126 : 2200 AC Noordwijk

Risicoberekeningen Schoutenstraat te Barneveld. Risicoberekeningen Schoutenstraat Barneveld

vaststelling bestemmingsplan 'Bedrijvenpark het Hoog l, derde partiele herziening

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G U I T G E B R E I D E P R O C E D U R E

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is

Daarnaast is op p. 18 de geluidslijn m.b.t. de boegkavel niet juist weergegeven.

Planlocatie Nuland Oost te Nuland

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen

Aard voorstel: Strategisch > Politiek gevoelig Regelgeving Risico s:

Externe Veiligheid 023 -terrein te Haarlem

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID

Vastgesteld wijzigingsplan. Rijsenhout en omgeving 1 e wijziging

Datum : 24 januari : Frederik Stouten. : Marcel Scherrenburg. Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid.

memo betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728)

Verantwoording groepsrisico gemeente Roosendaal Bestemmingsplan Wouwse Plantage

Externe veiligheid. Algemeen

Het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen

Nota van beantwoording behorende bij ontwerp Facetbestemmingsplan Klazienaveen, Bedrijventerrein Pollux II en III (externe veiligheid).

Reactienota Zienswijzen. Bestemmingsplan Havenkwartier

Risicoberekening LPG tankstation Total Drentse Poort Nieuw Buinen

Cumulatie van risico's

Risicoanalyse LPG-tankstation Nieuwe Hemweg te Amsterdam

B.R01. IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein. datum: 10 oktober 2013

Verantwoording groepsrisico

2. Situering. Notitie : Externe veiligheid Van der Valk Hotel Vianen (overflow-parkeerterrein) Berg en Terblijt, 14 november 2016

Rapportage advies externe veiligheid

BIJLAGE 1 Ligging plangebied

Risicoanalyse Avia tankstation. Drievogelstraat in Kerkrade. Adviseurs voor de externe veiligheid

BESTEMMINGSPLAN. Zone Oss - Berghem Bijlage 7 Rapport Externe Veiligheid zone Oss-Berghem

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan De Geer. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen

Voorontwerp bestemmigsplan verplaatsing LPG tank Jan Heijmanslaan, mei

Verantwoording groepsrisico. Bestemmingsplan VOSKO, Goudse Poort gemeente Gouda

Externe Veiligheid. 6 - contour). Rondom een bedrijf is dat vaak een cirkel. Alle punten op de cirkel vertegenwoordigen

Advies Externe Veiligheid Van Rogier van Kalken bij ruimtelijke plannen Datum 19 oktober 2007

Memo. memonummer 1 datum 26 februari J. Eskens. Bestemmingsplan Roodeschool Eemshaven projectnr Notitie Externe veiligheid

Kennisgeving. Burgemeester en wethouders van Voorst maken het volgende bekend:

Risicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F

Plattelandmuseum Roosendaalseweg 39 te Sint Willebrord Externe Veiligheid. Datum 27 juni 2012 Referentie Uw referentie AM12173

Advies externe veiligheid

BEOORDELING EXTERNE VEILIGHEID. Plan nieuwbouw school Plein. Gemeente Kerkrade

Memo externe veiligheid

Onderdeel van onderbouwing van de aanvraag tot wijziging van het bestemmingsplan

Algemeen. Externe Veiligheid

Groepsrisico LPG-tankstation TNK Zeggelaan in Terheijden. Gemeente Drimmelen

Memo. Inleiding. Beleidskader

Verantwoording groepsrisico Hogedruk aardgastransportleidingen. Bestemmingsplan 'Bedrijventerrein 2013' d.d. 14 november 2012

Bedrijventerrein De Vaandel Heerhugowaard. Bijdrage aan de paragraaf externe veiligheid: Advies verantwoording groepsrisico

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Bestemmingsplan Bergpas/Geluidwal Amersfoort. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen

De QRA en de gegevens van het nieuwe en oude plan zijn opgevraagd bij de partijen.

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID BOSSCHEBAAN 37 TE HEESCH GEMEENTE BERNHEZE

Advies Externe veiligheid inclusief verantwoording GR ten behoeve van bestemmingsplan Leeuwarden Industrieterreinen Leeuwarden-Oost en De Hemrik

Transcriptie:

W E T M I L I E U B E H E E R - B E S C H I K K I N G ambtshalve wijziging RMW/MIL/06.9496 Deventer, 23 oktober 2006 Burgemeester en wethouders zijn voornemens op grond van artikel 8.22 en 8.23 Wet milieubeheer de volgende aan Garage Boveree B.V. verleende vergunningen ingevolge de Wet milieubeheer ambtshalve te wijzigen. Het betreft: de op 6 februari 1990, kenmerk DNM 89.4203 verleende vergunning tot het oprichten en in werking hebben van een garagebedrijf/showroom annex verkooppunt van motorbrandstoffen op het perceel Hanzeweg 36; de op 3 september 1991, kenmerk DNM 91.3709 verleende vergunning voor het uitbreiden of wijzigen van een garagebedrijf/showroom annex verkooppunt van motorbrandstoffen op het perceel Hanzeweg 36. Motivatie Wij hebben in het kader van deze procedure onderzocht in hoeverre de voorschriften waaronder bovengenoemde vergunningen zijn verleend nog steeds toereikend zijn gezien de ontwikkelingen op het gebied van de technische mogelijkheden tot bescherming van het milieu en de ontwikkelingen met betrekking tot de kwaliteit van het milieu. Hieruit is gebleken dat een groot aantal van deze voorschriften zijn verouderd. Voorts is gebleken dat de op 3 september 1991, kenmerk DNM 91.3709 verleende uitbreidings- / wijzigingsvergunning alleen betrekking had op de verkleining van de opslagcapaciteit van de ondergrondse tanks ten behoeve van het tankstation en de uitbreiding van de inrichting met een wasplaats. Aan de uitbreidings-, wijzigingsvergunning zijn voorschriften verbonden voor de ondergrondse tanks en de wasplaats. Met het van kracht worden van het Besluit tankstations op 1 maart 1994 zijn de voorschriften van bijlage I van dit Besluit op het tankstationgedeelte van toepassing geworden en daarmee zijn de voorschriften verbonden aan de op 3 september 1991, kenmerk DNM 91.3709 verleende uitbreidings-, / wijzigingsvergunning van rechtswege komen te vervallen. Wij hebben derhalve besloten de voorschriften verbonden aan de oprichtingsvergunning ingevolge de Wet milieubeheer van 6 februari 1990 op grond van artikel 8.23 Wet milieubeheer integraal te wijzigen. Dit betekent dat de voorschriften behorende bij deze vergunningen met het van kracht worden van deze beschikking komen te vervallen en integraal zullen worden vervangen door de voorschriften die aan dit Besluit zijn verbonden. Zoals hiervoor ook al is opgemerkt vallen enkele activiteiten binnen de inrichting onder de werkingssfeer van een besluit als bedoeld in artikel 8.40 van de Wet milieubeheer. Op het tankstationgedeelte zijn respectievelijk het Besluit tankstations milieubeheer en het Besluit LPGtankstations milieubeheer van toepassing. Degene die de inrichting drijft, dient, behalve aan de voorschriften die aan de vergunning zijn verbonden, te voldoen aan de voorschriften die zijn opgenomen in de bij het Besluit tankstations milieubeheer behorende bijlage I en de voorschriften die zijn opgenomen in de bij het Besluit LPGtankstations milieubeheer behorende bijlage I. De voorschriften voor het onderdeel garagebedrijf die aan dit besluit zijn verbonden, zijn grotendeels gebaseerd op het Besluit inrichtingen voor motorvoertuigen milieubeheer. Alle niet vergunningplichtige garagebedrijven in Nederland moeten aan deze voorschriften voldoen. Wij vinden het dan ook redelijk deze voorschriften ook aan dit besluit te verbinden. Externe veiligheid

Op 27 oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI) van kracht geworden. Hierin zijn de risiconormen voor externe veiligheid met betrekking tot bedrijven met gevaarlijke stoffen wettelijk vastgelegd. Het Besluit heeft als doel zowel individuele burgers als groepen burgers een minimum beschermingsniveau te bieden tegen een ongeval met gevaarlijke stoffen. Om dit doel te bereiken verplicht het besluit de bevoegde gezagen in het kader van de Wet milieubeheer en de Wet op de ruimtelijke ordening, in deze gemeenten en provincies afstand te houden tussen gevoelige objecten (zoals woningen en dergelijke) en risicovolle bedrijven. Op grond van het BEVI worden ook LPGtankstations als risicovolle bedrijven beschouwd en zodoende zijn in het kader van dit besluit voor deze LPG-stations afstandseisen vastgesteld. Deze afstandseisen zijn opgenomen in de Regeling externe veiligheid inrichtingen (REVI). In onderstaande tabellen zijn de afstandseisen voor LPG-tankstations, zoals deze zijn opgenomen in het REVI vermeld. Tabel 1: afstanden in meter tot al dan niet geprojecteerde kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten, waarbij wordt voldaan aan de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico 10-6 per jaar, onderscheidenlijk de richtwaarde 10-6 per jaar. Type inrichting LPG-doorzet tot 1500 m 3 per jaar LPG- doorzet tot 1000 m 3 per jaar afstand (m) vanaf vulpunt afstand (m) vanaf ondergronds reservoir afstand (m) vanaf afleverzuil 110 25 15 45 25 15 Tabel 2: Afstanden in meter tot kwetsbare objecten, waarbij wordt voldaan aan de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico 10-5 per jaar. Type inrichting afstand (m) vanaf afstand (m) vanaf vulpunt ondergronds reservoir doorzet tot 1500 m 3 25 15 Op grond van artikel 17 van het BEVI moet indien op het tijdstip van inwerkingtreding van het BEVI (27 oktober 2004) ter plaatse van een kwetsbaar object, het plaatsgebonden risico hoger is dan 10-5 per jaar, binnen drie jaar daarna sanering plaatsvinden. Op grond van artikel 18 van het BEVI moet indien op het tijdstip van inwerkingtreding van het BEVI het plaatsgebonden risico ter plaatse van een kwetsbaar object hoger is dan 10-6 per jaar, uiterlijk per 1 januari 2010 worden voldaan aan een plaatsgebonden risico 10-6 per jaar. Deze afstandseisen zijn gerelateerd aan de jaarlijkse LPG-doorzet. De LPG-doorzet over de afgelopen jaren bedraagt volgens schriftelijke opgave van exploitant van het tankstation: 2000: 1.043,895 m 3 per jaar; 2001: 995,731 m 3 per jaar; 2002: 944,826 m 3 per jaar; 2003: 813,785 m 3 per jaar; 2004: 667,376 m 3 per jaar. Uit voorgaande blijkt dat de LPG-doorzet van het tankstation al vier jaar achtereen niet meer dan 1000 m 3 heeft bedragen. Derhalve hebben wij besloten in het kader van dit besluit tevens de jaarlijks, maximaal toegestane LPG-doorzet te beperken tot 1000 m 3. Bij de toetsing aan de in het BEVI gestelde grenswaarden gaan wij hieronder dan ook uit van een LPGdoorzet van maximaal 1000 m3 per jaar. Uit tabel 1 blijkt dat bij een LPG-doorzet tot 1000 m3 per jaar, de afstand tussen het vulpunt en een kwetsbaar object waarbij wordt voldaan aan de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico van 10-6 per jaar, 45 meter bedraagt.

Uit tabel 2 blijkt dat bij een LPG-doorzet tot 1500 m3 per jaar de afstand tussen het vulpunt en een kwetsbaar object waarbij wordt voldaan aan de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico van 10-5 per jaar, 25 meter bedraagt. Toetsing grenswaarde voor het plaatsgebonden risico 10-5 per jaar Binnen een straal van 25 meter van het vulpunt van de LPG-tank bij onderhavig tankstation, bevindt zich geen kwetsbare object. Wel bevindt zich op een afstand van 9 meter van het vulpunt de vestiging van Jan van Leusen (groothandel) dit is een beperkt kwetsbaar object. Toetsing grenswaarde voor het plaatsgebonden risico 10-6 per jaar Op een afstand van 41 meter van het vulpunt bevindt zich het pand Van Volker Stevin Rail en traffic service. Hierin bevindt zich een werkplaats met kantoor (met een bruto kantooroppervlakte van 1560 m 2 ). Op grond van artikel 1.m. onder c. van het BEVI moeten gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, zoals kantoorgebouwen met een bruto- vloeroppervlak van meer dan 1500 m 2 per object, als een kwetsbaar object worden beschouwd. Op basis van het voorgaande wordt geconcludeerd dat in de huidige situatie niet wordt voldaan aan de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico 10-6 per jaar. Dit in verband met de ligging van een kwetsbaar object op een afstand van 40 meter van het vulpunt van de LPG-installatie. Op grond van artikel 18 van het BEVI moet indien op het tijdstip van inwerkingtreding van het BEVI het plaatsgebonden risico ter plaatse van een kwetsbaar object hoger is dan 10-6 per jaar, uiterlijk per 1 januari 2010 worden voldaan aan een plaatsgebonden risico 10-6 per jaar. Dit betekent dat uiterlijk 1 januari 2010 het vulpunt zodanig moet worden verplaatst dat wordt voldaan aan de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico 10-6 per jaar. Toetsing grenswaarde voor het plaatsgebonden risico voor geprojecteerde (beperkt)kwetsbare objecten Het tankstation is gevestigd binnen het bestemmingsgebied conform het bestemmingsplan Bergweide-1969 met de herzieningen 1979 en 1985 alsmede de wijzigingen conform artikel 19 met betrekking tot de wijziging van de bestemming van een deel van het genoemde bestemmingsgebied. Laatstgenoemde wijzigingen wettigen de vestiging van het tankstation aan de Hanzeweg 36 en het kantoorpand met bedrijfshal van VolkerRail Services b.v. aan de Duurstedeweg 4 op een afstand van ca. 41 m van het LPG-vulpunt van het tankstation. Het tankstation heeft een doorzet van minder dan 1000 m 3 per jaar. Uit de toetsing van het vigerende bestemmingsplan en de herzieningen hierop blijkt dat binnen het invloedsgebied de vestiging van niet voor bewoning bestemde gebouwen en andere bouwwerken ten dienste van handel en verkeer, alsmede kantoren en ontspanningsruimten behorende bij een op deze gronden gevestigde inrichting of bedrijf. is toegestaan. Dit betekent dus dat het vigerende bestemmingsplan en de wijzigingen daarop de vestiging van kwetsbare objecten rondom het bedrijf niet uitsluit. In verband met dit knelpunt wordt opgemerkt dat Bestemmingsplan Bergweide binnen afzienbare tijd zal worden herzien en wij voornemens zijn in dit kader deze problematiek mee te nemen. Verantwoording groepsrisico tankstation In het BEVI is bepaald dat voor veel voorkomende, relatief eenvoudige risicobedrijven zoals LPGtankstations en CPR 15-2-opslagen, de zogenaamde categorale bedrijven, geen berekening van het (groeps)risico behoeft te worden uitgevoerd. Dit betekent dat voor het groepsrisico standaard tabellen mogen worden gebruikt om te bepalen of het aantal personen in het invloedsgebied, in combinatie met het gevaar van de risicobron, de oriënterende waarde overschrijdt (zie de navolgende tabel) Type inrichting Aantal personen per ha. vanaf de grens van de 10-5 PR contour tot de grens van Aantal personen per ha. vanaf de grens van de 10-6 PR contour tot de grens van

LPG-tankstation met een doorzet tot 1000 m 3 /jaar het invloedsgebied. het invloedsgebied 16 17 Bij LPG-stations is de straal van het invloedsgebied vastgesteld op 150 meter (Bijlage 2, tabel 1, van het REVI). Binnen een straal van 150 meter van het vulpunt bevinden zich naast het hiervoor genoemde kwetsbare object VolkerRail Services b.v aan de Duurstedeweg 4 (160 personen) de volgende beperkt kwetsbare objecten: 1. op een afstand van 39 meter, Hanzeweg 34 Technische Unie BV (30 personen); 2. binnen een straal van 90 meter Hanzeweg 32 Bruynzeel Keukenadviescentrum (3 personen); 3. binnen een straal van 54 meter, Dalcon Dullaert en Scholten Textiel Hanzeweg 38/Hoek Dordrechtweg (3 personen); 4. binnen een straal van 9 meter, Jan van Leusen Hanzeweg 38 (25 personen); 5. binnen een straal van 148 meter JVZ-adviesbureau 1 e verdieping en TB&O ingenieursbedrijf 2 e en 3 e verdieping, Hanzeweg 57 (0 personen gesteld i.v.m.ligging trappenhuis in gebouw); 6. binnen een straal van 126 meter Debon Banden Hanzeweg 53-55 (8 personen); 7. binnen een straal van 128 meter bedrijfspand Schildersbedrijf Lenferink, Hanzeweg 5 (3 personen); 8. binnen een straal van 135 meter bedrijfspand Diac, Dordrechtweg 31001 (10 personen). In totaal zullen zich binnen het invloedsgebied om en nabij 242 personen bevinden. De inventarisatie van de binnen het invloedsgebied aanwezige personen heeft plaatsgevonden door deze gegevens bij bovengenoemde bedrijven op te vragen. Bij een LPG-doorzet tot 1000 m3 ligt de 10-6- -contour op 45 meter van het vulpunt. De 10-5 contour ligt op circa 25 meter van het vulpunt. Tussen de 10-5 en de10-6 contour zijn (beperkt) kwetsbare objecten gelegen. Dit betekent dat de richtwaarde voor het aantal personen voor de toetsing van het groepsrisico 16 personen per ha. is bij een oppervlakte van het invloedsgebied vanaf de 10-5 PRcontour tot de grens van het invloedsgebied. Hiermee is deze oppervlakte 3,1416* (150 2 25 2 )*0,0001 = 6,9 ha. De bestemming van het gebied valt onder de categorie kantoren, bedrijven en instellingen zonder bewoning waaraan volgens de handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico een verblijfstijdcorrectie met een factor 2,2 is gekoppeld. Hiermee is de richtwaarde van het aantal personen binnen het invloedsgebied 16*2,2*6,9 = 242. Deze waarde is gelijk aan het aantal personen dat zich naar schatting in het gebied bevindt. De huidige situatie voldoet daarmee aan de richtwaarde voor het groepsrisico. Opgemerkt wordt dat de oriënterende waarde moet worden beschouwd als een ijkpunt bij de beoordeling van de toelaatbaarheid, het is nadrukkelijk geen norm. Derhalve hebben wij in het kader van deze procedure tevens onderzocht: de mogelijke en voorgenomen maatregelen tot beperking van het groepsrisico in de nabije toekomst. Naar aanleiding hiervan wordt opgemerkt dat de exploitant van het tankstation op grond van het Besluit LPG-tankstations de volgende maatregelen en voorzieningen heeft getroffen: de LPG-tank is ondergronds gelegen, de betreffende locatie is omgeven door een hekwerk; het vulpunt bevindt zich op een zodanige plaats dat de LPG-tankwagen zich tijdens het lossen op een geschikte en hiertoe bestemde plaats bevindt waar het overige verkeer geen gevaar vormt voor de tankwagen; de LPG-tankwagen is tijdens het lossen zodanig opgesteld dat deze ingeval van calamiteiten gemakkelijk en ongehinderd het terrein kan verlaten; zowel de afleverinstallatie als het vulpunt zijn tegen aanrijden beschermd; zowel bij het lossen als het afleveren van LPG is roken en open vuur verboden (binnen de inrichting is dit aangegeven door middel van borden); de gehele LPG-installatie wordt volgens de voorschriften onderhouden en gekeurd. Dit geldt ook voor de LPG-tankwagen en de vulslang; Voorts wordt in dit verband, op het convenant LPG-autogas van 22 juni 2005 gewezen. in het kader van dit convenant heeft het ministerie VROM afspraken gemaakt over de invoering van aanvullende veiligheidsmaatregelen. De invoering van deze veiligheidsmaatregelen vermindert de

externe veiligheidsrisico s bij de overslag van een LPG autogasinstallatie naar een LPG-opslagtank en langs de transportroute van LPG-tankauto s. Het betreft de volgende twee maatregelen: 1) Het toepassen van een verbeterde vulslang op LPG-tankauto s. Door het toepassen hiervan daalt de kans op een lekkage of een breek en vermindert het aantal knelpunten met het plaatsgebonden risico. 2) Het aanbrengen van een hittewerende coating op alle LPG-tankauto s. Het aanbrengen van een hittewerende coating levert de brandweer meer tijdswinst op (voor ontruimingsmaatregelen en brandweerinzet), waardoor zij meer mogelijkheden heeft om een warme Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion (BLEVE) te voorkomen. De maatregelen van het convenant moeten voor 2010 worden getroffen. Wij zijn van mening dat door het invoeren van deze maatregelen de situatie met betrekking tot het groepsrisico zal verbeteren. De mogelijkheden tot de voorbereiding op de bestrijding van en de beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval. Naar aanleiding hiervan wordt opgemerkt dat exploitant van het tankstation de volgende veiligheidsmaatregelen heeft getroffen: het beheer van een LPG-afleverinstallatie wordt uitgevoerd door terzake geïnstrueerde personen; aflevering van LPG geschiedt onder toezicht. De met het toezicht belaste personen, hebben een leeftijd van ten minste 18 jaar en hebben de onmiddellijke beschikking over een op het openbaar telefoonnet aangesloten telefoontoestel; De met het toezicht belaste persoon beschikken over voldoende deskundigheid, zowel ten aanzien van de bij normaal bedrijf in acht te nemen veiligheidsvoorschriften, als ten aanzien van de in geval van een gaslekkage of brand noodzakelijk te verrichten handelingen; binnen de inrichting is een noodplan aanwezig, dat is opgesteld overeenkomstig CPR 8-1, bijlage I. Het bedienend personeel is op de hoogte gebracht van de inhoud van het noodplan; De werkbaarheid van de vastgestelde noodprocedure wordt regelmatig in de praktijk beproefd; zowel ter plaatse van de LPG-afleverpomp als in de shop is een noodknop aangebracht waarmee de gehele installatie door toezichthoudend c.q. bedienend personeel kan worden uitgeschakeld; ook de LPG-tankwagen is voorzien van een noodknop waarmee de aflevering kan worden stopgezet. Voorts wordt opgemerkt dat ten behoeve van de voorbereiding op de bestrijding van en de beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval voor onderhavig LPG-tankstation. in januari 2003 door ons een Rampenbestrijdingsplan is vastgesteld. De mogelijkheden voor personen die zich bevinden in het invloedsgebied van de inrichting om zich in veiligheid te brengen indien zich in die inrichting een ramp of zwaar ongeval voordoet. In verband hiermee wordt opgemerkt dat de mensen binnen de inrichting en in de omgeving doorgaans een redelijke mate van zelfredzaamheid hebben het zijn immers mensen die hier werken. Voorts wordt opgemerkt dat binnen de inrichting (tankstation + garagebedrijf) slechts 4 personen werkzaam zijn. De tot de inrichting behorende gebouwen zijn beperkt van omvang, overzichtelijk en zijn voorzien van voldoende vluchtwegen. Met betrekking tot bezoekers aan de inrichting wordt opgemerkt dat het slechts om enkele personen (per keer) gaat (er verblijven dus geen grote aantallen bezoekers binnen de inrichting) en dat de medewerkers binnen de inrichting ingeval van calamiteiten zijn geïnstrueerd op welke wijze bezoekers in veiligheid moeten worden gebracht. Ook het terrein van de inrichting is overzichtelijk en kan in geval van calamiteiten gemakkelijk worden verlaten. Voor wat betreft de mensen die in de omgeving van de inrichting verblijven wordt opgemerkt dat daarvan wordt verondersteld deze doorgaans een redelijke mate van zelfredzaamheid hebben. Het zijn immers mensen die werkzaam zijn bij één van de bedrijven binnen het invloedsgebied dan wel bezoekers van deze bedrijven. Toetsing oriënterende waarde voor het groepsrisico voor geprojecteerde situatie

Zoals hiervoor al is aangegeven sluit het vigerende bestemmingsplan en de wijzigingen daarop de vestiging van kwetsbare objecten rondom het bedrijf niet uit. Hierdoor is het dus mogelijk dat er zich meerdere kantoren waarin grotere aantallen mensen verblijven binnen het invloedsgebied vestigen. Dit zal dan leiden tot een overschrijding van de oriënterende waarde voor het groepsrisico. In verband met dit knelpunt wordt opgemerkt dat Bestemmingsplan Bergweide binnen afzienbare tijd zal worden herzien en wij voornemens zijn in dit kader deze problematiek mee te nemen. Gelet op bovenstaande overwegingen met betrekking tot de verantwoording van het groepsrisico zijn wij van mening dat onderhavige situatie acceptabel is. Procedure Van het voornemen tot het opstellen van deze ambtshalve wijziging is de vergunninghouder bij brief van 1 juni 2006 geïnformeerd. Daarbij is de mogelijkheid geboden om binnen twee weken een zienswijze naar voren te brengen. De vergunninghouder heeft hier geen gebruik van gemaakt. De Provincie Overijssel en de Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland zijn bij de procedure betrokken.. Van de ontwerpbeschikking is mededeling gedaan in de rubriek Deventer Nu van de Deventer Post d.d. 26 juni 2006. Er konden tot en met 10 augustus 2006 zienswijzen ingediend worden. Gebr. Jongste B.V. heeft op 9 augustus 2006 een zienswijze ingebracht. Ingekomen adviezen n.a.v. de ontwerpbeschikking Naar aanleiding van de conceptbeschikking is op 28 juli 2006 advies uitgebracht door Brandweer veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland. Samengevat luidt het advies: 1) binnen de 10-6 plaatsgebonden risicocontour van het LPG-vulpunt van onderhavige inrichtring is een kwetsbaar object aanwezig. Voor deze situatie is een saneringstermijn van belang die het BEVI ten aanzien van kwetsbare objecten voorschrijft in artikel 18. Het bevoegd gezag dient er voor te zorgen dat ten aanzien van de kwetsbare objecten uiterlijk 1 januari 2010 aan de de 10-6 grenswaarde voor het plaatsgebonden risico wordt voldaan. 2) Het groepsrisico van het tankstation voldoet net aan de eisen van het BEVI en is uitzonderlijk hoog. Het is mogelijk dat bij herbestemming van de bebouwing of bij vervanging van de bestaande bebouwing door nieuwbouw op het bedrijventerrein Bergweide een toename optreedt van het groepsrisico, waardoor wel tot een overschrijding van de richtwaarde van het groepsrisico plaats gaat vinden. 3) Gezien de getroffen veiligheidsvoorzieningen door het LPG-tankstation en de saneringsverplichting voor 2010 achten wij het groepsrisico acceptabel. Wij beschouwen het advies van de Brandweer veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland als een bevestiging van de resultaten van het onderzoek dat wij in het kader van deze procedure hebben uitgevoerd en als een ondersteuning van ons standpunt in het kader van deze procedure. Ingekomen zienswijzen Ten aanzien van de ontwerpbeschikking is door de Gebroeders Jongste B.V., Centraleweg 9, Postbus 86, 4930 AB Geertruidenberg (exploitant tankstation), tijdig schriftelijk een bedenking ingebracht. Gebroeders Jongste B.V. uit in haar brief van 9 augustus 2006 de volgende bedenking. Zij maakt bezwaar tegen de ambtshalve wijziging van de beperking van de LPG-doorzet tot maximaal 1000 m 3 per jaar. Zij baseert haar bezwaar op een uitspraak van de Raad van State van 31 mei 2006. Het betreft zaaknummer 200507197/1 en deze heeft betrekking op de intrekking van de milieuvergunning op grond van artikel 8.25 van de Wet milieubeheer van een LPG-tankstation in de gemeente Spijkenisse voor de verkoop van meer dan 500 m 3 LPG per jaar, omdat gedurende drie jaren een lage doorzet heeft plaatsgevonden. Zij voert aan dat deze zaak vergelijkbaar is met de situatie waarop deze beschikking betrekking heeft. Wij delen echter deze mening niet. Immers onderhavig besluit heeft geen betrekking op het intrekken van de milieuvergunning (zoals bedoeld in artikel 8.25 van de Wet milieubeheer) maar op het ambtshalve wijzigen op grond van artikel 8.23 van de Wet milieubeheer. Uit deze uitspraak blijkt juist dat

de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van oordeel is dat het limiteren van de doorzet van LPG moet worden aangemerkt als een beperking in de zin van artikel 8.10, tweede lid van de Wet milieubeheer. Op grond van artikel 8.23, eerste lid, kan een beperking waaronder de vergunning kan worden verleend alsnog worden aangebracht in het belang van de bescherming van het milieu. Onderhavige beschikking is gebaseerd op de artikelen 8.22 en 8.23 van de Wet milieubeheer. Op grond van artikel 8.22 van de Wet milieubeer is het bevoegd gezag juist verplicht regelmatig te bezien of de beperkingen waaronder een milieuvergunning is verleend, en de voorschriften die aan een vergunning zijn verbonden, nog toereikend zijn gezien de ontwikkelingen op het gebied van de technische mogelijkheden ter bescherming van het milieu en de ontwikkelingen met betrekking tot de kwaliteit van het milieu. Met het van kracht worden van het BEVI zijn voor de LPG-tankstations de risiconormen vastgelegd. Op grond van artikel 8.22 zijn wij verplicht deze te toetsen. Artikel 8.23 van de Wet milieubeheer geeft ons de bevoegdheid ambtshalve dan wel op verzoek van derden beperkingen waaronder een vergunning is verleend, en voorschriften die daaraan zijn verbonden, wijzigen, aanvullen of intrekken, dan wel alsnog beperkingen aanbrengen of voorschriften aan een vergunning te verbinden in het belang van de bescherming van het milieu. Mede gelet op de door Gebroeders Jongste B.V. aangehaalde uitspraak van de Raad van State zijn wij van mening dat de beperking van de jaarlijkse doorzet van LPG tot maximaal 1000 m 3 per jaar waarop dit besluit onder meer betrekking heeft correct is gebaseerd op artikel 8.23 van de Wet milieubeheer. De ingediend bedenking wordt derhalve als ongegrond beschouwd. Gelet op het voorafgaande en gezien artikel 8.22 en 8.23 van de Wet milieubeheer B E S L U I T E N W I J: de op 6 februari 1990 aan Garage Boveree B.V. verleende vergunning ingevolge de Wet milieubeheer voor het oprichten en in werking hebben van een garagebedrijf/showroom annex verkooppunt van motorbrandstoffen op het perceel Hanzeweg 36, ambtshalve te wijzigen. Met het van kracht worden van deze beschikking vervallen de aan bovengenoemde vergunning verbonden voorschriften. Ambtshalve wijziging vindt plaats door de voorschriften opgenomen in bijlage I aan voornoemde vergunningen te verbinden. Voorts houdt de ambtshalve wijziging in dat de jaarlijkse LPG-doorzet is beperkt tot maximaal 1000 m 3. Burgemeester en wethouders van Deventer, namens hen, het hoofd van de afdeling Milieu Drs. W.J. Bolkestein