Vrije Universiteit Brussel Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte Studiegebied Archivistiek: Erfgoedbeheer en Hedendaags Documentbeheer

Vergelijkbare documenten
Toelichting kwaliteitslabel

Ontwikkelingen in het

Geconsolideerde versie van het Cultureel-erfgoeddecreet:

Cultureel-erfgoedconvenant tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie

Informatiemoment Grote lijnen van een nieuw CULTUREEL- ERFGOEDDECREET TOELICHTING KVS

Het museum: - beschikt over een kwaliteitslabel als museum - heeft tijdig een aanvraag ingediend voor Vlaamse indeling en subsidiëring

Voorontwerp van decreet houdende de ondersteuning van cultureel-erfgoedwerking in Vlaanderen

Cultureel-erfgoedconvenant tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband van het Land van Waas

Eerst en vooral wil ik de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het. Land van Waas bedanken voor de uitnodiging en de jarige proficiat

Regionale depotwerking in de PROVINCIE ANTWERPEN

[ew32] 4 SUG s. Serious Game vs. Urban Game vs. Serious Urban Game. Nieuwe tendensen binnen digitale participatie

Gecoördineerde tekst:

Kaderconventie van de Raad van Europa over de bijdrage van cultureel erfgoed aan de samenleving, opgemaakt in Faro op 27 oktober 2005

Cultureelerfgoeddecreet 2017: voorwaarden en criteria voor werkingssubsidies

ERFGOEDDECREET VAN 6 JULI 2012 SAMENWERKINGSVERBANDEN EN DE

Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed in Vlaanderen

DECREET. houdende de erkenning en de subsidiëring van organisaties voor volkscultuur en de oprichting van het Vlaams Centrum voor Volkscultuur

Voorontwerp van decreet houdende de ondersteuning van cultureel-erfgoedwerking in Vlaanderen

Inhoudstafel. Reglement. Artikel 1. Doel. Artikel 2. Definities (cfr. Cultureel-erfgoeddecreet, 6 juli 2012)

Vrijdag 7 september Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR

Dialoogmuseum Parkabdij. toekomstvisie op de geïntegreerde erfgoedwerking van CRKC. Adviesforum CRKC 22 september 2016 Interdiocesaan Centrum, Brussel

Cijferboek cultureel erfgoed algemeen rapportageverslag

INTERGEMEENTELIJKE ONROERENDERFGOED- DIENSTEN (IOED S)

Gecoördineerde tekst: Decreet houdende de organisatie en subsidiëring van een

In de bres voor het Brabants trekpaard.

b) Welke projecten werden in het verleden door de VGC ingediend? Welke werden goedgekeurd? Voor welk bedrag?

Samenwerken, netwerken en clustering in de erfgoedsector

Cijferboek cultureel erfgoed algemeen rapportageverslag

CULTUUR. Provincieraadsbesluit van 22 mei 2014 in verband met de goedkeuring van het reglement kunstuitleen collectie provincie Antwerpen

Decreet Bovenlokale Cultuurwerking

Cijferboek cultureel erfgoed algemeen rapportageverslag

Cijferboek cultureel erfgoed algemeen rapportageverslag

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het Cultureelerfgoeddecreet van 24 februari 2017

Het is mij een grote eer om u hier vanavond van harte geluk te. mogen wensen met de opname van de Jaarmarkt Houtem op de

DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, JEUGD, SPORT, BRUSSELSE AANGELEGENHEDEN EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING,

KWAMEN HET VOLGENDE OVEREEN: Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen en beleidskader

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

Infosessie Circusdecreet 1 maart Aanvraagprocedure

Cijferboek cultureel erfgoed algemeen rapportageverslag

Woensdag 6 april 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Erfgoeddag 11e editie Armoe troef

Cijferboek cultureel erfgoed algemeen rapportageverslag

Reglement Nominaties voor de lijsten en het register van de UNESCO-Conventie voor het borgen van het immaterieel cultureel erfgoed (2003)

Vlaamse Regering DE VLAAMSE REGERING,

Het Cultureel-erfgoeddecreet: eindpunt of tussenstop?

Cultureel erfgoed = roerend en immaterieel erfgoed = Cultuur => Gemeenschapsmaterie

Vlaamse Regering. Erfgoedconvenant tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband van het Land van Waas.

Cijferboek cultureel erfgoed algemeen rapportageverslag

Cijferboek cultureel erfgoed algemeen rapportageverslag

Ontwerp van decreet. houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op

HANDLEIDING PROJECTOPROEP VAN 15 MEI 2019 VOOR PROJECTEN DIE VAN START GAAN VANAF 1 JANUARI Decreet Bovenlokale Cultuurwerking

Cijferboek cultureel erfgoed algemeen rapportageverslag

Cijferboek cultureel erfgoed algemeen rapportageverslag

Welkom bij FARO, het Vlaams steunpunt voor cultureel-erfgoed. U. wacht al een tijdje op deze bijeenkomst en de bekendmaking van een

Cultureel-erfgoedconvenant tussen de Vlaamse Gemeenschap en de projectvereniging Cultuurregio Pajottenland en Zennevallei

ARDUIN 13 jaargang 7 juni 2013 p cllct

Het Archiefdecreet nu en in de toekomst. COP Documentbeheer en archivering 10 maart 2010

INFORMATIEMOMENT VOORONTWERP CULTUREEL- ERFGOEDDECREET. Afdeling Cultureel Erfgoed

Transitiereglement voor de subsidiëring van culturele projecten met een regionale uitstraling

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

Memorie van toelichting. 1. Inleiding

REGLEMENT. Tussenkomsten voor internationale reis- en verblijfskosten van cultureelerfgoedorganisaties/

Het belang van regionaal erfgoed

houdende de ondersteuning van cultureelerfgoedwerking in Vlaanderen

Werkingssubsidies voor intergemeentelijke samenwerking in het kader van het decreet bovenlokale cultuurwerking

Cijferboek cultureel erfgoed algemeen rapportageverslag

TRANSITIEREGLEMENT VOOR CULTURELE PROJECTEN MET EEN BOVENLOKALE UITSTRALING

STEL U KANDIDAAT ALS COMMISSIELID OF EXPERT CULTUREEL ERFGOED

Vrijdag 18 november 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Jubileum 25 jaar Fevlado-Diversus - Gent

Beschikken over een collectie cultureel erfgoed die van landelijk en internationaal belang is.

Decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

Ontwerp van decreet. Tekst aangenomen door de plenaire vergadering ( ) Nr. 8 6 juli 2011 ( ) stuk ingediend op

Agrarisch en ruraal erfgoed, of het DNA van boer en plattelander

immaterieel cultureel erfgoed

vijf misverstanden om komaf mee te maken in een toekomstig cultureel-erfgoedbeleid

31/01/18. Artikel 1 Definities. Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

Tradities verbonden aan de kerk Kansen en uitdagingen van immaterieel cultureel erfgoed

college van burgemeester en schepenen Zitting van 11 maart 2016

Subsidiedossier Projectsubsidiereglement van 4 februari 2009 ter versterking van het lokaal cultureel erfgoedveld herziene versie juli 2010

Samenwerkingstraject Op handen gedragen Erfgoed van processies

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het Cultureelerfgoeddecreet DE VLAAMSE REGERING,

Reglement museumregistratie

Vlaamse Regering DE VLAAMSE REGERING,

I. Toetsing van het voorliggend ontwerp van decreet aan het advies van de Raad voor de Kunsten van 3 maart 2004

Cijferboek cultureel erfgoed algemeen rapportageverslag

Vlaamse Regermg DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, artikel 55 tot en met 58;

Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Maandag 17 mei 2010 Erfgoedconvenant Land van Rode

Inspiratiegids stakeholders k.erf

CULTUREEL- ERFGOEDDECREET VAN 6 JULI 2012

Cijferboek cultureel erfgoed algemeen rapportageverslag

VERORDENING 02/11 HOUDENDE ERKENNING VAN DE GEMEENSCHAPSRADEN EN VAN DE VZW S GEMEENSCHAPSCENTRUM IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

CULTUREEL- ERFGOEDDECREET VAN 6 JULI 2012

Cijferboek cultureel erfgoed algemeen rapportageverslag

Beurzen voor het doorgeven van vakmanschap in een meesterleerling-traject

DEPARTEMENT CULTUUR, JEUGD & MEDIA

Leidraad voor het indienen van een aanvraag voor structurele subsidiëring of erkenning als landelijk georganiseerde jeugdvereniging

Naar een geïntegreerd bovenlokaal cultuurwerk. Sylvia Matthys Steunpunt voor Bovenlokale Cultuur 14 juni 2019

WELZIJN. Provincieraadsbesluit van 30 april 2014 in verband met de goedkeuring van het reglement impulssubsidie arbeidszorg

Transcriptie:

Vrije Universiteit Brussel Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte Studiegebied Archivistiek: Erfgoedbeheer en Hedendaags Documentbeheer Proef ingediend voor het behalen van de graad van Master na Master in de Archivistiek: Erfgoedbeheer en Hedendaags Documentbeheer door Bart Seldeslachts Met erfgoed in BED. Een theoretische studie over lokale erfgoeddepots aan de hand van het Bierbeeks ErfgoedDepot. Promotor: Prof. Dr. Frank Scheelings Academiejaar 2011-2012 Brussel 2012

Vrije Universiteit Brussel Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte Studiegebied Archivistiek: Erfgoedbeheer en Hedendaags Documentbeheer Proef ingediend voor het behalen van de graad van Master na Master in de Archivistiek: Erfgoedbeheer en Hedendaags Documentbeheer door Bart Seldeslachts Met erfgoed in BED. Een theoretische studie over lokale erfgoeddepots aan de hand van het Bierbeeks ErfgoedDepot. In BED with heritage. A theoretical study on local heritage depots based on the depot in Bierbeek. Promotor: Prof. Dr. Frank Scheelings Academiejaar 2011-2012 Brussel 2012 1

Verwijzing, korte inhoud en samenvatting Als er naar dit eindwerk verwezen wordt graag met volgende vermelding: Seldeslachts, Bart, Met erfgoed in BED. Een theoretische studie over lokale erfgoeddepots aan de hand van het Bierbeeks ErfgoedDepot, interuniversitaire opleiding master na master Archivistiek: Erfgoedbeheer en Hedendaags Documentenbeheer, promotor Prof. Dr. Frank Scheelings, Brussel, 2012, 280 P. Dit eindwerk gaat over de wenselijkheid om erfgoed te bewaren in lokale erfgoeddepots. Hiervoor is er een paradigmaverschuiving noodzakelijk in het beleid. Het lokale beleid wordt dan de belangrijkste spelverdeler voor het bewaren van erfgoed. Ondersteuning van een intermediair bestuursniveau, zoals de provincie, is wenselijk. Er is aandacht voor het Vlaams en provinciaal wetgevend kader op het vlak van erfgoed en meer in het bijzonder van de erfgoeddepots. Er worden 13 verschillende aandachtspunten, uitdagingen of spanningsvelden besproken die nuttige onderwerpen zouden kunnen zijn in een netwerk van lokale erfgoeddepots. Tenslotte wordt er een stappenplan in de vorm van bouwstenen aangereikt om een lokaal depot en de depotwerking op te starten. Voor een samenvatting van dit eindwerk verwijzen we naar pagina 160 waar een algemeen besluit wordt geformuleerd. 2

Inhoudstafel Verwijzing, korte inhoud en samenvatting 2 Inhoudstafel 3 Inleiding 5 Hoofdstuk I: De weg van een Vlaams erfgoedbeleid 8 1. Topstukkendecreet 9 2. Immaterieel erfgoed 11 3. Cultureel-erfgoeddecreet 13 3.1 Het decreet en de uitvoerbesluiten 13 3.2 Bespreking van het decreet en de uitvoerbesluiten 19 4. Naar een nieuw beleid? 26 5. De provincie als speler 30 5.1 Provinciaal (depot)beleid 30 5.2 Provincie Vlaams-Brabant 33 5.3 De Provincie Vlaams-Brabant en lokale depots 37 6. Besluit hoofdstuk I: Het bovenlokale beleid. 40 Hoofdstuk II: Spanningsvelden in depotwerking 42 1. Soorten depots en depotwerking 42 2. Verzamelen, heemkunde en erfgoedbeheer 45 3. Een nieuw erfgoedparadigma 48 4. Privébeheerder, vrijwilliger en professionele erfgoedbeheerder 51 5. Veranderde missie: de dynamische collectie: bewaren én gebruiken 58 6. Het Collectieplan 62 7. Waardering van erfgoed 66 8. Ontsluiten 74 9. Digitaal erfgoed 83 10. Samenwerken 93 11. Juridische aspecten 99 12. Veilig behouden 109 13. Erfgoedmanagers? 116 14. Besluit hoofdstuk II: Van (interne) spanningen naar een professioneel werkveld. 119 Hoofdstuk III: Bouwstenen naar een lokaal depot 125 1. Stappenplan naar een lokaal depot 125 2. Fundament: bouwsteen 1: missie, visie, opdracht en doelstellingen 126 3. Fundament: bouwsteen 2: beleid en kwaliteitsbewaking 127 4. Pijler erfgoed: bouwsteen 3 en 4: erfgoedsoort en materiaalsoort 130 5. Pijler erfgoed: bouwsteen 5: juridische aspecten 131 6. Pijler werking management: bouwsteen 6: beheer en statuut 138 7. Pijler werking management: bouwsteen 7: personeel en deontologische code 142 8. Pijler werking management: bouwsteen 8: communicatie 144 9. Pijler werking management: bouwsteen 9: veiligheid en risicobeheer 145 10. Pijler werking management: bouwsteen 10: financiën 147 11. Pijler werking management: bouwsteen 11: samenwerking 148 12. Pijler objectgerichte werking: bouwsteen 12: transporteren en hanteren 148 3

13. Pijler objectgerichte werking: bouwsteen 13: in depot nemen en bestemmen. 149 14. Pijler objectgerichte werking: erfgoed: bouwsteen 14: inventariseren en registreren. 149 15. Pijler objectgerichte werking: bouwsteen 15: documenteren 150 16. Pijler objectgerichte werking: bouwsteen 16: materiële instandhouding 150 17. Pijler objectgerichte werking: bouwsteen 17: onderzoek 151 18. Pijler publieksgerichte werking: bouwsteen 18: ontsluiten 152 19. Pijler publieksgerichte werking: bouwsteen 19: extern ontsluiten 152 20. Pijler infrastructuur: bouwsteen 20 en 21: inplanting en periferie 152 21. Pijler infrastructuur: bouwsteen 22: casco 153 22. Pijler infrastructuur: bouwsteen 23 en 25: interne constructie, volume en oppervlakte 154 23. Pijler infrastructuur: bouwsteen 24 en 26: zone, ruimte indeling en circulatie 155 24. Pijler infrastructuur: bouwsteen 27 en 28: materiaalgebruik en depotinrichting 156 25. Besluit hoofdstuk III: stap voor stap bouwen aan een professioneel depot. 157 Algemeen besluit 160 Bibliografie 166 1. Algemeen. 166 2. Relevante adviezen, wet- en regelgeving. 181 3. Contracten en reglementen. 187 4. Werkbezoeken. 187 5. Verslagen en varia. 187 Inhoudstafel Bijlagen 189 1. Huishoudelijk reglement Bierbeeks ErfgoedDepot (BED) 190 2. Organiek reglement Bierbeeks ErfgoedDepot en Werkgroep BED van de GER 195 3. Deontologische code BED 199 4. Schenkingscontract BED 201 5. Bewaargevingovereenkomst BED 205 6. Document voorlopige aanvaarding BED 211 7. Bruikleenovereenkomst BED 214 8. Modaliteiten archeologisch deponering BED 218 9. Leeszaalreglement BED 223 10. Onderzoeksverklaring BED 227 11. Aanzet beleidsplan BED 228 12. Collectieplan BED 230 13. Kwaliteitshandvest BED 235 14. Leeszaalregister BED 237 15. Plaatsingslijst BED 238 16. Aanwinstregister BED 239 17. Depotlijst BED 240 18. Onderhoudslogboek BED 2012 241 19. Bruikleenregister BED 242 20. Bibliografie Bierbeek 243 21. Huidig bestaande reglementen en contracten BED 271 4

Inleiding Dit eindwerk is het sluitstuk van de opleiding Archivistiek: Erfgoedbeheer en Hedendaags Documentenbeheer. Ik ben aan deze opleiding begonnen nadat ik, samen met andere vrijwilligers in Bierbeek, de tanden had stuk gebeten op een poging om een lokaal depot uit de grond te stampen. Nochtans hadden we alles mee: het gemeentebestuur was positief, een grote groep van vrijwilligers wilde op de achtergrond feedback geven, voldoende vrijwilligers wensten de kar te trekken, er waren vrijwilligers met een achtergrond uit alle relevante universitaire richtingen, de heemkundigen waren enthousiaste medewerkers van het eerste uur, een lokaal was beschikbaar, de lokale verenigingen deden mee, het erfgoed diende zich aan, en toch verliep onze poging moeizaam. Moeizaam omdat het terrein van de kleine, niet professionele lokale depots die uitsluitend draaien op vrijwilligers en een professioneel depot willen opstarten, totaal braakliggend terrein is. Ofwel zitten we in de private sfeer van een lokale heemkring, ofwel zitten we in de professionele wereld van het (stedelijk of regionale) depot. Massa s goede raad die moeilijk lokaal toepasbaar was en veel gespecialiseerde hulp op een te hoog niveau was er te vinden. Een stappenplan, een back-uplijn, modelformulieren en gepaste antwoorden op onze vragen waren er niet. Dit eindwerk probeert een aanzet te zijn om als lokaal depot aan de slag te gaan. Oorspronkelijk was het de bedoeling aan de hand van een stageproject bij de provincie Vlaams-Brabant de depotwerking van vier verschillende lokale depots in opstart te vergelijken en hiervoor een netwerk, samen met de provincie Vlaams-Brabant, op te zetten. Dit vergelijkende perspectief hebben we moeten verlaten om diverse redenen. Ten eerste werd er tijdens de stageperiode een nieuwe consulent behoud en beheer, Jürgen Vanhoutte, aangeworven die ook de taak kreeg dit project te begeleiden. Hierdoor konden de verkennende gesprekken met andere opstartende depots pas doorgaan in het voorjaar van 2012. De geplande start van het netwerk is opgeschoven naar het najaar van 2012 mede doordat de provincie Vlaams-Brabant op dit vlak haar rol nog aan het zoeken is en deze studie dan afgerond is. Hierdoor verschoof de focus van deze studie naar een meer theoretische invulling en minder een vergelijkende studie. In een eerste hoofdstuk belichten we het wetgevend kader van het erfgoedbeleid op Vlaams en provinciaal gebied. Op provinciaal vlak wordt de rol van het depotbeleid toegelicht. Voor de provincie Vlaams-Brabant bekijken we het depotbeleid grondiger. In het tweede hoofdstuk onderzoeken we verschillende onderwerpen aan de hand van 13 aandachtspunten, uitdagingen of spanningsvelden die naar bovenkwamen op werkbezoeken bij (startende) lokale depots. Deze 13 onderwerpen leven bij lokale depots in meer of mindere mate en zijn uiterst interessant om een samenwerking op te starten in een netwerk. In het laatste hoofdstuk hebben we een stappenplan voor het opstarten van een regionaal depot hertaald naar een stappenplan voor een lokaal depot. Als er onvoldoende personeel is in een lokaal depot om dit structureel aan te pakken, kan men beter werken met de individuele bouwstenen om stapsgewijs kwaliteitsverbetering te bekomen. In bijlagen van dit eindwerk hebben we een aantal beleidsdocumenten voor het Bierbeeks ErfgoedDepot (BED) uitgewerkt die, mits de aanpassing aan de lokale situatie, kunnen gebruikt worden door lokale depots. Een belangrijke inleidende vraag is: Wat is erfgoed? Met deze vraag openen we onmiddellijk de doos van Pandora. Er zijn heel wat definities en "er bestaat geen pasklare definitie. Erfgoed is een vlag die een rijke lading dekt. Het is een verzamelbegrip. Het staat voor alles wat we overerven van vorige generaties én wat we het bewaren waard vinden: gebouwen en monumenten, maar ook archeologica, kunstwerken, historische voorwerpen zoals eeuwenoude manuscripten, gebruiksvoorwerpen, foto's,... Erfgoed omvat ook minder tastbare dingen, zoals verhalen, tradities, feesten, liederen, dialecten,... Of erfgoed de moeite waard is om te bewaren, te verzorgen, te documenteren en 5

te laten zien, bepalen mensen zelf. Als een hele groep mensen dit doet, spreken we van cultureel erfgoed. Erfgoed kan een nieuw leven leiden als mensen het een plaats geven in hun eigen wereld. Erfgoed zit als het ware in al onze vezels, alleen zijn we er niet altijd van bewust. 1 In nauwelijks een paar decennia tijd is erfgoed alom tegenwoordig geworden. 2 We staan er niet bij stil, maar ook vandaag maken we heel wat toekomstig erfgoed aan. Erfgoed evolueert voortdurend. 3 De UNESCO omschrijft cultureel erfgoed als volgt: Het cultureel erfgoed neemt verschillende vormen aan, zowel tastbare (monumenten, landschappen, objecten enzovoort), als niet-tastbare (talen, knowhow, podiumkunsten, muziek enzovoort) en is van onschatbare waarde voor de culturele verscheidenheid. Het is een bron van waaruit creativiteit en welvaart ontspringen. Volkeren ontlenen een gevoel van identiteit en samenhorigheid aan hun erfgoed. De oorsprong van het erfgoed is divers en de ontwikkeling ervan is gekleurd door een veelheid aan invloeden. 4 De lidstaten van de Raad van Europa leggen de nadruk op de waarde en het potentieel van cultureel erfgoed dat wijs gebruikt kan worden als een hulpbron voor duurzame ontwikkeling en levenskwaliteit in een voortdurend evoluerende maatschappij. De deelnemers erkennen dat het uitoefenen van het recht op cultureel erfgoed alleen onderworpen mag zijn aan die beperkingen die nodig zijn in een democratische samenleving voor de bescherming van het publiek belang en de rechten en vrijheden van anderen. 5 Erfgoed voor de doden, de levenden en de toekomst is een democratische plicht en in deze zin niet echt conservatief. Bewaren van cultuur is een democratische opdracht. Verleden en heden zij altijd verbonden en beheerders kijken tegelijk vooruit en achteruit. 6 Hoe kunnen we dit echter allemaal lokaal, met beperkte middelen, waarmaken? De lokale gemeenschap is de plaats bij uitstek waar het sociaal leven in verenigingen zich afspeelt. In kleine gemeenten, zoals bijvoorbeeld Bierbeek, zijn deze lokale verenigingen de dragende kracht van het cultureel leven in de gemeente. Erfgoed is hier een onderdeel van. Het meeste erfgoed wordt door de lokale gemeenschap het hoogst gewaardeerd op verschillende vlakken zoals het financiële, het emotionele, de herkenbaarheid, de zingeving, de gebruikswaarde, Het archief van de lokale fanfare wordt waarschijnlijk door de nietlokale mensen gezien als het archief van de zoveelste fanfare in Vlaanderen. Voor de lokale gemeenschap is het hun traditie, hun familie, hun vriendschap, hun emotie, hun geschiedenis, hun identiteit, hun erfgoed. Vanuit deze lokale bril gezien, moet de lokale gemeenschap ook de verantwoordelijkheid dragen over dit erfgoed. Natuurlijk is veel erfgoed ook voor een grotere gemeenschap betekenisvol. Dan zouden deze kunnen bijspringen in het beheer. Met dit eindwerk willen we een aanzet geven voor lokale depotwerking. Natuurlijk staan er geen standaardoplossingen in, het zal altijd maatwerk zijn om een lokaal depot op te richten. Dikwijls wordt een depot ingericht in een restruimte: de kelder, zolder of één of andere 1 http://www.erfgoedcelnoorderkempen.be/item.php?itemno=1_4&lang=nl geraadpleegd op 11-04-2011. 2 Algoed, Marianne, Debyser, Johan, Ryckaert, Marc, Erfgoed: een legaat uit het verleden met relevantie voor de toekomst. Rede door Paul Breyne, Gouverneur van West-Vlaanderen uitgesproken in de provincieraad van 6 oktober 2009, P. 5. 3 Erfgoedcel Antwerpen, Beleidsplan erfgoedconvenant Stad Antwerpen - Vlaamse Gemeenschap 2009-2014, P. 1. 4 Memorie van toelichting bij het voorontwerp cultureel erfgoeddecreet, P. 2. http://www.kunstenerfgoed.be/ake/view/nl/1386563-memorie+van+toelichting.html (Geraadpleegd op 21-03- 2011) 5 Jacobs, Marc, De kaderconventie van de Raad van Europa over de Waarde van Cultureel Erfgoed voor de Samenleving (Faro, 27 oktober 2005), 9 P. http://www.faronet.be/files/bijlagen/edocumenten/kaderconventie.pdf (Geraadpleegd op 28-03-2011.) 6 Capenberghs, Joris, Cools, Jan, De Rynck, Patrick, [Culturele Bibliografie Vlaanderen], Visies op erfgoed in Vlaanderen en Europa. Visions of Heritage in Flanders and Europe. Optiques de gestions du patrimoine en Flare et en Europe, P. 14-15. 6

achterkamer die geen andere functie heeft. Nochtans is het depot het geheugen van onze samenleving, de verzameling van het mens-zijn, de verzameling van ons erfgoed voor nu en later. Tenslotte wens ik een aantal mensen te bedanken. In de eerste plaats wens ik mijn promotor Professor Doctor Frank Scheelings te bedanken voor de talrijke tips voor, na en tijdens de lessen en het vertrouwen dat hij gesteld heeft in mij om dit onderwerp in veel vrijheid te laten uitwerken. Ook de provincie Vlaams-Brabant wens ik te danken voor de kansen die ik gekregen heb op stage. Ik heb fijne collega s ontmoet op de tiende verdieping van het provinciehuis te Leuven. In het bijzonder wens ik Goedele Deseyn en Jürgen Vanhoutte te bedanken. In de eerste fase van mijn stage heeft Goedele Deseyn me wegwijs gemaakt in de provinciale administratie en de provinciale werking. Zelf geef ik dan wel les in het provinciaal onderwijs van Antwerpen, het was toch zeer leerrijk en verhelderend om mee te kunnen draaien in de provinciale administratie. In de tweede fase van mijn stage heb ik veel gehad aan Jürgen Vanhoutte. Samen hebben we verschillende lokale depots bezocht en moeilijkheden en mogelijkheden van lokale depots besproken. Voor het lezen, herlezen en het elimineren van storende fouten wens ik mijn zoon Tom en vrouw Kristel te danken. Mijn grootste erkentelijkheid gaat uit naar mijn echtgenote Kristel. Zij heeft mij altijd gesteund, ook al moest ik studeren, was ik dagen van huis op stage, zat ik altijd aan de computer of was ik weer een boek aan het lezen van de erfgoedgekken. Studeren en een eindwerk schrijven brengt een extra last in huis, die voor diegenen die niet studeren geen meerwaarde inhoudt, maar is ze gewoon een last. De gezamenlijke vakanties in het onderwijs, en dat zijn er wel wat, werden automatisch studiemomenten voor mij, waardoor Kristel alleen met drie kinderen en een druk gezinsleven kwam te staan. Gelukkig was er begrip, zelfs van de driejarige Joke omdat papa s altijd moeten werken. Zowel door de steun van Kristel als het begrip van de kinderen is het gelukt een haalbare combinatie te vinden in fulltime werken, gezin, studies, stage, eindwerk en natuurlijk een maatschappelijk engagement in diverse verenigingen want daarom waren we in de eerste plaats begonnen te studeren! 7

Hoofdstuk I: De weg van een Vlaams erfgoedbeleid. In de jaren zeventig en tachtig stond het beleid vooral in teken van de cultuurverspreiding. Vanaf het midden van de jaren tachtig en negentig verschoof de aandacht van de Vlaamse overheid meer naar de verschillende disciplines uit het brede culturele veld als uitgangspunt. Een globale aanpak ontbrak. Belangrijke ijkpunten en relevante wetgeving voor een Vlaams erfgoedbeleid zijn: Unesco: -Verdrag inzake de middelen om onrechtmatige import, export en overdracht van eigendom van cultuurgoederen te verbieden en te verhinderen (1970). -Werelderfgoedconventie (1972). -Verdrag inzake de bescherming van het onderwatererfgoed (2001). -Verdrag inzake het beschermen van het immaterieel erfgoed (2003). Europees: -Europese Culturele Conventie (1954). -Conventie voor de Bescherming van Architecturaal Erfgoed van Europa (Granada, 1985). -Europese Conventie over de Bescherming van het Archeologisch Erfgoed (Malta, 1992) -Europese verordening betreffende de uitvoer van cultuurgoederen (1992 en 2009) -Europese richtlijn betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op een onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht (1993) -Europese Conventie over het Landschap (Firenze, 2000). -Kaderconventie van de Raad van Europa over de bijdragen van het cultureel erfgoed aan de samenleving (Faro, 2005). Nationaal: -Wet op het behoud van monumenten en landschappen van 1931. -Archiefwet 1955 en gewijzigd in 2009 met KB van 1957, 2009 en 2010. -Monumentendecreet van 1976. -Decreet privaatrechtelijke archief- en documentatiecentra 1985. -Bescherming van de persoonlijke levenssfeer 1992 en gewijzigd in 1999 met KB van 2001 en 2003. -Openbaarheid van bestuur 1993 in grondwet en wet van 1994 en 1997 en (Vlaams) decreet 2004 en 2007. -Wet betreffende het auteursrecht en de naburige rechten 1994 en gewijzigd in 2005. - Decreet houdende bescherming van het archeologisch patrimonium van 1993, gewijzigd in 1999, 2003 en 2006 en het Besluit Vlaamse Regering van 1994 en gewijzigd in 2003 en 2006. -Landschapsdecreet van 1996 en gewijzigd in 2001. -Museumdecreet 1996 en de uitvoeringsbesluiten van 1998, 2001 en 2002. -Decreet op de volkscultuur 1998. -Decreet houdende privaatrechtelijke culturele archiefwerking (archiefdecreet) van 2002 en gewijzigd in 2005 en Besluit Vlaamse Regering 2002. -Decreet houdende bescherming van het cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang (Topstukkendecreet) van 2003 en Besluit Vlaamse Regering 2003. -Decreet houdende de organisatie en subsidiëring van een cultureel-erfgoedbeleid (erfgoeddecreet) van 2004 en gewijzigd in 2005 en Besluit Vlaamse Regering 2004 en 2005. -Gemeentedecreet 2005. -Provinciedecreet 2005. 8

-Decreet houdende de ontwikkeling, de organisatie en de subsidiëring van het Vlaams cultureel-erfgoedbeleid (cultureel-erfgoeddecreet) van 2008 en gewijzigd in 2009 en Besluit Vlaamse regering 2008 en 2009. -Decreet betreffende de bestuurlijke-administratieve archiefwerking van 2010. Alle regelgeving en wetten in het brede erfgoedveld bespreken zou te ver leiden maar toch heerst het besef dat veel regelgeving indirecte gevolgen heeft voor erfgoedbeheer. 7 Het is nuttig de huidige wetgeving rond cultureel erfgoed hier onder weer te geven en te duiden. Voor de lokale depotwerking is vooral het cultureel-erfgoeddecreet belangrijk. Vermits het de intentie is van de Vlaamse overheid om aparte regionale depots te voorzien voor archeologisch erfgoed wordt er ook zijdelings ingegaan op het onroerende erfgoeddecreet. Het beleid van Vlaamse Gemeenschap omvat drie sporen 8 : -Een beschermingsbeleid via het Topstukkendecreet. -Een borgingsbeleid waarbij aan cultureel-erfgoedgemeenschappen de kans wordt gegeven om immaterieel cultureel erfgoed te herkennen, te benoemen en door te geven. De Vlaamse gemeenschap doet dit door: de uitbouw van de Inventaris Vlaanderen van immaterieel cultureel erfgoed, de ontwikkeling van een databank voor het documenteren van immaterieel cultureel erfgoed, de ondersteuning van expertisekernen en netwerken om erfgoedgemeenschappen te begeleiden in het herkennen, benoemen en doorgeven van immaterieel cultureel erfgoed, en het stimuleren van het internationaal debat. -Een ondersteuningsbeleid via het Cultureel-erfgoeddecreet voor cultureelerfgoedorganisaties en gemeente- en provinciebesturen die zich inzetten voor de zorg voor en de ontsluiting van het cultureel erfgoed. 1. Topstukkendecreet. Dit decreet is de Vlaamse toepassing van de UNESCO conventie van 1972 inzake de bescherming van het cultureel erfgoed. Dit decreet beschermt het belangrijkste cultureel erfgoed in publiek of privaat domein en in het bijzonder alle voorwerpen, documenten, boeken, archieven van bijzondere archeologische, historische, cultuurhistorische, artistieke of wetenschappelijke betekenis. 9 Deze stukken of collecties komen op een lijst en ze zijn onderworpen aan beschermingsmaatregelen en uitvoerbeperkingen. De stukken op de lijst worden geacht in Vlaanderen te blijven en er zijn restauratiepremies. Eigendomsoverdracht moet steeds gemeld worden aan de overheid. Indien er geen overeenkomst met de Vlaamse Gemeenschap gevonden wordt over de aankoop van de stukken aan marktprijs, kunnen ze wel elders verkocht worden. Om op de lijst geplaatst te kunnen worden, moeten de voorwerpen zeldzaam én onmisbaar zijn. Onder zeldzaam verstaat men dat nagenoeg geen andere, gelijke 7 Voor een opsomming en bespreking van Europese wetgeving en haar gevolgen voor het erfgoedbeheer zie: Bruneel, Natan, Rapport Vlaams erfgoedbeleid in Europese context. Aanbevelingen vanuit het veld van erfgoedvrijwilligers, 2006, 24 P. 8 Ontwerp van decreet houdende de ontwikkeling, de organisatie en de subsidiëring van het Vlaams cultureelerfgoedbeleid. Memorie van toelichting, 13 januari, 2012, P. 9. 9 Gecoördineerde versie van het Topstukkendecreet, 11 P.: Decreet van 24 januari 2003 houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang (14-03-2003) Decreet van 30 april 2009 tot wijziging van het decreet van 24 januari 2003 houdende de bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang. (08-06-2009) http://www.kunstenenerfgoed.be/ake/view/nl/698861- Topstukkendecreet.html (Geraadpleegd op 28-03-2011.) en Memorie van toelichting bij ontwerp van decreet houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang, 2002, 34 P. http://www.kunstenenerfgoed.be/ake/view/nl/698861-topstukkendecreet.html (Geraadpleegd op 28-03-2011) 9

of gelijksoortige stukken in dezelfde staat binnen de Vlaamse gemeenschap aanwezig zijn. 10 Stukken zijn onmisbaar hetzij ze: -van bijzondere waarde zijn voor het collectieve geheugen, in het bijzonder een persoon, een gebeurtenis, traditie, -een schakelfunctie hebben (bijvoorbeeld in de evolutie van de kunst, de cultuurgeschiedenis, archeologie, of wetenschapsbeoefening) -een ijkwaarde hebben (bijvoorbeeld een prototype zijn, het enige of het belangrijkste werk zijn met een datering, signatuur, ) -een bijzondere artistieke waarde hebben (bijvoorbeeld een unieke positie innemen in een kunstproductie, ) De eigenaars, bezitters of houders van de beschermde voorwerpen zijn er toe gehouden deze in goede staat te bewaren zoals een goede huisvader. Er moeten tijdig maatregelen genomen worden om een geschikte en stabiele bewaaromgeving te garanderen, zoals door gepaste klimaatregeling, door het vermijden van water- en lichtschade en door het weren van stof, ongedierte en schimmels. Er moeten de nodige beveiligingsmaatregelen en veiligheidsvoorzieningen worden genomen, zoals brand- en inbraakpreventie, regelmatig nazicht op het onderhoud, voorzieningen tegen breuk-, stoot-, of andere schade bij de opberging of presentatie, de nodige voorzichtigheid en zorgvuldigheid bij verplaatsing, verpakking en transport. Elke schade dient onmiddellijk gemeld te worden. Alleen na toestemming, behalve in noodgevallen, van de Vlaamse regering mag een fysieke ingreep gebeuren. 11 In 2010 stonden er 320 objecten en 19 verzamelingen op de lijst. 12 Er is een topstukkenraad samengesteld om de overheid advies te geven over de samenstelling van de lijst. Bij de start van het decreet was men bij de VVBAD vol lof, maar een paar jaar later was het oordeel vernietigend: het topstukkenbeleid is een mooie façade maar het huis erachter is aan het instorten. 13 Het decreet is vooral tot stand gekomen door een defensieve reflex, nu wordt het meer en meer proactief ingevuld waarbij men actief erfgoedobjecten gaat opsporen. 14 In 2012 wordt er een commissie samengesteld om het Topstukkendecreet te evalueren. Los hiervan is het idee van topstukken te beschermen een goed idee. Mogelijk is een soortgelijk systeem op lokaal of regionaal niveau een meerwaarde in het erfgoedbeleid. Een betere bewustwording zou zeker al een invloed hebben op de bewaaromstandigheden. Naast het Topstukkenfonds stelt de Vlaamse Gemeenschap ook gelden ter beschikking voor de verwerving, al dan niet in samenwerking met een private partner, van sleutelwerken voor de Collectie Vlaanderen. De minister wil de slagkracht van dit fonds vergroten en eventueel samenwerken met private partners. 15 Op dit moment is het juridisch of het wetgevende 10 Vlaamse Overheid: Kunsten en erfgoed, "Het topstukkendecreet", P. 2. http://www.kunstenenerfgoed.be (Geraadpleegd op 28-03-2011) en Koeck, Nadia, Flowchart (versie 4): selectiecriteria voor topstukken in het Vlaamse Topstukkendecreet, 1 P. http://www.kunstenenerfgoed.be (Geraadpleegd op 28-03-2011) 11 Uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet van 24 januari 2003 houdende bescherming van het roerende cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang, 2003, 13 P.http://www.kunstenenerfgoed.be/ake/view/nl/698861-Topstukkendecreet.html (Geraadpleegd op 28-03-2011) 12 Schauvliege, Joke, [Vlaams minister voor Leefmilieu, Natuur en Cultuur], Beleidsprioriteiten 2010-2011, P. 36. 13 Zie onder andere VVBAD [Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek-, Archief- en Documentatiewezen vzw], Perstekst Voor het eerst in kaart gebracht: topstukken uit archieven en bibliotheken, 2004, 2 P. en Braet, Jan, De Gruuthusefactor in Knack van 27 mei 2007, P. 80-81. 14 Depondt, Paul, [Agentschap Kunsten en Erfgoed, Faro, BAM], Met nieuwsgierige blik. collectievorming & aankoopbeleid in Vlaanderen, P. 144-145. 15 Schauvliege, Joke, [Vlaams minister voor Leefmilieu, Natuur en Cultuur], Beleidsnota Cultuur, P. 28. http://www.faronet.be/files/beleidsnota_cultuur_0.pdf (Geraadpleegd op 28-03-2011) 10

instrument wel gemaakt maar het is nog niet echt operationeel. 16 Met de virtuele Collectie Vlaanderen, waarvan onder meer Lukasweb, de databank van de Vlaamse Kunstcollectie, de Erfgoedbibliotheek en Archiefbank Vlaanderen eerste voorbeeldprojecten zijn, wil de Vlaamse overheid relevante en representatieve digitale data samenbrengen. 17 Beschermen van cultuurgoederen staat ook internationaal op de agenda. De conventie van Den Haag van 1945 verbiedt in geval van een gewapend conflict cultuurgoederen uit een bezet land of een land in oorlog aan te kopen. 18 In 2003 pleite de internationale archiefraad voor het oprichten van een Nationaal Blauwe Schild Comité om in geval van gewapend conflict of natuurramp het cultureel erfgoed te beschermen. 19 In het kader van de UNESCO conventie van 1970 kan een land geroofde of illegaal uitgevoerde kunstvoorwerpen terugvorderen. De Europese verordening betreffende de uitvoer van cultuurgoederen (1992) en de Europese richtlijn betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op een onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht (1993) brengen op Europees vlak een verzoening tussen bescherming van cultuurgoederen en het vrij verkeer van goederen. 20 Om het toepassingsgebied van verordening en richtlijn af te bakenen is aan beide een bijlage met vijftien categorieën toegevoegd met voor iedere categorie een bepaalde waarde en ouderdomsdrempel. Het is belangrijk dat het erfgoed tot één van die categorieën behoort, dat het land kan bewijzen dat het om cultureel erfgoed uit zijn land gaat, dat er een verklaring is dat de stukken onrechtmatig verdwenen zijn van het grondgebied en dat het na 1993 gebeurd is. 2. Immaterieel erfgoed. Immaterieel erfgoed komt niet enkel in cultureel erfgoedbeleid aan bod, maar bijvoorbeeld ook in het beleidsdomein Landbouw in de vorm van kennis en vaardigheden om streekproducten te vervaardigen. Een overkoepelend immaterieel erfgoedbeleid staat nog in zijn kinderschoenen. De eerste belangrijke aanzet is de visienota van de minister. In de memorie van toelichting van het ontwerp van het nieuwe cultureel-erfgoeddecreet is deze visie al doorgedrongen. Immaterieel erfgoed is niet-tastbaar. Het zijn die gewoontes, gebruiken, kennis en praktijken die een gemeenschap of groep overgeërfd heeft gekregen of in een historisch continuüm kunnen gevat worden en die de gemeenschap of groep in consensus voldoende belangrijk acht om door te geven aan toekomstige generaties. Het gaat steeds om immateriële en dus niet-tastbare uitingen van de interactie tussen de mens en zijn omgeving. Het is een culturele actie die ingrijpt op de gewoonte, het gebruik, de kennis en de 16 Depondt, Paul, [Agentschap Kunsten en Erfgoed, Faro, BAM], Met nieuwsgierige blik. collectievorming & aankoopbeleid in Vlaanderen, P. 143. 17 Schauvliege, Joke, [Vlaams minister voor Leefmilieu, Natuur en Cultuur], Beleidsnota Cultuur, P. 30. http://www.faronet.be/files/beleidsnota_cultuur_0.pdf (Geraadpleegd op 28-03-2011) 18 De Ren, L., Museumkunde en tentoonstellingswezen, P. 33. 19 Janssens, Gustaaf, Put, Eddy, Archivistiek: theorie en methodologie. Syllabus, P. 184. 20 Verordening (EG) nr. 116/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de uitvoer van cultuurgoederen (Gecodificeerde versie). http://eurlex.europa.eu/lexuriserv/lexuriserv.do?uri=celex:32009r0116:nl:not (Geraadpleegd op 26-03-2012), Verordening (EEG) nr. 3911/92 van de Raad van 9 december 1992 betreffende de uitvoer van cultuurgoederen. http://eur-lex.europa.eu/lexuriserv/lexuriserv.do?uri=celex:31992r3911:nl:html (Geraadpleegd op 26-03-2012) en Richtlijn 93/7/EEG van de Raad van 15 maart 1993 betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een Lid- Staat zijn gebracht. http://eurlex.europa.eu/lexuriserv/lexuriserv.do?uri=celex:31993l0007:nl:not (Geraadpleegd op 26-03-2012) 11

praktijk. Het benoemen geeft de mogelijkheid om proactief te handelen en zorgt ervoor dat het doorgegeven wordt of dat actief kan ingezet worden op processen van doorgeven. 21 Een belangrijk kenmerk van immaterieel erfgoed is dat het een dynamisch proces is dat voordurend evolueert. Het zijn cultureel-erfgoedgemeenschappen die erfgoed benoemen als dingen die vandaag nog steeds waardevol zijn. Dit betekent dat die dingen in het verleden een betekenis hadden en ook nu nog een rol- dat is vaak, en mag ook, een andere zijn dan in het verleden- kunnen spelen, ze vandaag nog een functie of een betekenis hebben, en die men waardevol genoeg acht om door te geven aan toekomstige generaties. Iets tot erfgoed benoemen is afhankelijk van het waardepatroon van een gemeenschap. De groepsnorm is vaak het legitimerende. Erfgoed is bijgevolg geen vaststaand feit. Echt objectieve parameters om iets als erfgoed te labelen, zijn er vaak niet. Een groep vindt iets de moeite waard om te bewaren omdat hij er zich mee identificeert en zijn identiteit ermee vorm geeft en construeert. De groep koestert het erfgoed en plaatst het onder zijn bescherming. Het meer subjectieve karakter van erfgoed staat in contrast met het meer objectieve van geschiedenis. Geschiedenis is door zijn wetenschappelijke methodologie en de kritische analyse van bronnen om het verleden te begrijpen objectiever. Erfgoed is collectief bezit. Binnen de groep of gemeenschap. Erfgoed is altijd tijdsgebonden, plaatsgebonden en groepsgebonden 22 Het immaterieel erfgoed bestaat doordat het wordt toegeëigend door een cultureelerfgoedgemeenschap die het immaterieel erfgoed benoemt. Het proces van toe-eigening wordt nu vaak niet herkend. Met benoemen geeft een erfgoedgemeenschap aan dat ze het immaterieel cultureel erfgoed wenst te documenteren, te inventariseren en de ontwikkeling in kaart te brengen. Dat documenteren is geen evidentie. Immaterieel cultureel erfgoed is dynamisch, het ontwikkelt en evolueert. Vastleggen en dynamisch zijn moeilijk te verzoenen en vaak elkaars tegengestelde. 23 Er wordt bewust gesproken over waarborgen in plaats van beschermen. Waarborgen moet verstaan worden als vrijwaren en verzekeren. De kern van het waarborgen of vrijwaren van het immaterieel erfgoed ligt in het doorgeven. 24 Traditie moet in een immaterieel cultureel erfgoedbeleid gelezen worden in combinatie met dynamiek, verandering, ontwikkeling en met het doorgeven aan volgende generaties. Traditie gaat over het continuüm en over de processen van toe-eigening. De voorwaarde is dat er consensus over is en dat het in een continuüm kan worden geplaatst en dat de gemeenschap dat immaterieel cultureel erfgoed wenst door te geven of de omgeving en context wenst te scheppen waardoor het immaterieel cultureel erfgoed verder kan ontwikkelen. 25 De Vlaamse overheid borgt immaterieel cultureel erfgoed door aan de erfgoedgemeenschappen kansen te geven. Laten verdwijnen en in leven houden zijn geen keuze van de overheid maar van de erfgoedgemeenschap die het immaterieel cultureel erfgoed koestert en wenst door te geven. 26 Elk erfgoedverhaal krijgt haar betekenis in het vertellen, het is levend erfgoed. Het is het vertellen in het heden dat de geschiedenis betekenis geeft. Een erfgoedverhaal is daarom nooit afgesloten. De verteller heeft de mogelijkheid om met betekenissen te gaan schuiven en nieuwe verbindingen te gaan leggen. Elke culturele 21 Ontwerp van decreet houdende de ontwikkeling, de organisatie en de subsidiëring van het Vlaams cultureelerfgoedbeleid. Memorie van toelichting, 13 januari 2012, P. 29. 22 Schauvliege, Joke, Een beleid voor immaterieel cultureel erfgoed in Vlaanderen Visienota, 2010, P. 7-8. http://www.faronet.be/files/bijlagen/e-documenten/2010_4_visienota.pdf (Geraadpleegd op 28-03-2011) 23 Schauvliege, Joke, Een beleid voor immaterieel cultureel erfgoed in Vlaanderen Visienota, 2010, P. 19. http://www.faronet.be/files/bijlagen/e-documenten/2010_4_visienota.pdf (Geraadpleegd op 28-03-2011) 24 Schauvliege, Joke, Een beleid voor immaterieel cultureel erfgoed in Vlaanderen Visienota, 2010, P. 27. http://www.faronet.be/files/bijlagen/e-documenten/2010_4_visienota.pdf (Geraadpleegd op 28-03-2011) 25 Schauvliege, Joke, Een beleid voor immaterieel cultureel erfgoed in Vlaanderen Visienota, 2010, P. 10. http://www.faronet.be/files/bijlagen/e-documenten/2010_4_visienota.pdf (Geraadpleegd op 28-03-2011) 26 Schauvliege, Joke, Een beleid voor immaterieel cultureel erfgoed in Vlaanderen Visienota, 2010, P. 13-14. http://www.faronet.be/files/bijlagen/e-documenten/2010_4_visienota.pdf (Geraadpleegd op 28-03-2011) 12

daad krijgt betekenis door hem te stellen. De nadruk ligt op het handelen met erfgoed, niet op het voorzichtig bewaren, op het doen leven van erfgoed, niet op het omzichtig mummificeren. Belangrijk is dat een verleden nooit voltooid verleden tijd is, maar dat getoond wordt hoe verhaallijnen doorlopen in het heden en hoe erfgoed vandaag leeft en verandert. Dat blijven uitstellen van het einde zorgt voor een openheid die culturele verstarring vermijdt. 27 3. Het cultureel-erfgoeddecreet. 3.1 Het decreet en de uitvoerbesluiten. Het cultureel-erfgoeddecreet 28 van 2008 is het belangrijkste wetgevende document voor deze verhandeling. De belangrijkste doelstellingen van dit decreet zijn: -cultureel-erfgoedbeleid uit te bouwen door middel van een geïntegreerde aanpak, een kwaliteitsvolle en duurzame zorg voor ontsluiting van cultureel erfgoed te stimuleren. -het tot stand brengen van een netwerk van erfgoedorganisaties om de cultureelerfgoedbeleving te cultiveren, te representeren, te erkennen en te valoriseren. -een verdere ontwikkeling van de archiefwetenschap en het hedendaagse documentbeheer, de informatie- en bibliotheekwetenschappen, de museologie, de etnologie en de verschillende cultureel-erfgoedpraktijken. -nodige aandacht voor interculturaliteit ontwikkelen binnen het cultureel-erfgoedbeleid. Het decreet voorziet hiervoor in: -de oprichting en subsidiëring van FARO, het steunpunt voor cultureel erfgoed. -de toekenning van een kwaliteitslabel aan collectiebeherende cultureel-erfgoedorganisaties. -de indeling van erkende musea en culturele archiefinstellingen bij het Vlaamse niveau. -de subsidiëring van landelijke cultureel-erfgoedorganisaties. -de subsidiëring van een regionaal depotbeleid voor cultureel erfgoed. -de subsidiëring van gemeentelijke overheden, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden van omliggende gemeenten en van de Vlaamse Gemeenschapscommissie om een geïntegreerd en integraal lokaal cultureel-erfgoedbeleid te voeren. -de subsidiëring van cultureel-erfgoedprojecten. FARO heeft drie belangrijke taken: -praktijkondersteuning: actieve dienstverlening op het vlak van deskundigheidsbevordering, kwaliteitszorg, informatie en documentatie, management, publieksopbouw, publieksparticipatie en internationale samenwerking. -praktijkontwikkeling: bijdragen aan de continue ontwikkeling van het cultureel-erfgoedveld en het overheidsbeleid op basis van evaluatie en toegepast onderzoek. 27 http://www.erfgoedkaffee.be/wiki/tiki-index.php?page=beleidsplanningsproces+2012-2014&structure=beleidsplanningsproces+2012-2014 (Geraadpleegd op 18-04-2011) 28 Geconsolideerde versie van het Cultureel-erfgoeddecreet, 42 P.: Decreet van 23 mei 2008 houdende de ontwikkeling, de organisatie en de subsidiëring van het Vlaams cultureel-erfgoedbeleid. ( 23-05-08), Decreet van 13 maart 2009 houdende wijziging van het Cultureel-erfgoeddecreet van 23 mei 2008, wat betreft de indeling van musea en culturele archiefinstellingen en de interbestuurlijke samenwerking. (13-03-09) http://www.kunstenerfgoed.be/ake/view/nl/1386549-decreet.html (Geraadpleegd op 21-03-2011), De Ren, L., Museumkunde en tentoonstellingswezen, P. 33-51, Handleiding bij het Cultureel-erfgoeddecreet: Infosessies Cultureel -erfgoeddecreet: plenaire en individuele vragen, 11 P. http://www.kunstenenerfgoed.be/ake/view/nl/1579617-handleiding+cultureel-erfgoeddecreet.html (Geraadpleegd op 21-03-2011) en Hoorzitting naar een nieuw erfgoeddecreet, 11 juni 2007, 29 P. http://www.museumvereniging.be/images/dbimages/docs/ppt_hoorzitting_ed_110607.pdf?phpsessid=1e315 b5f6a1aabf2b0fab431770b0f99 (Geraadpleegd op 18-04-2011) 13

-beeldvorming en communicatie: organiseren of coördineren van activiteiten die de kennis van het cultureel erfgoed en de cultureel erfgoedorganisaties bij het publiek, de overheid en het buitenland bevorderen en die bijdragen tot een kwalitatief en kwantitatief ruimere cultuurparticipatie. Het decreet kent kwaliteitslabels toe aan collectiebeherende cultureel-erfgoedorganisaties. Om hiervoor in aanmerking te komen en om het label te behouden moet de organisatie voldoen aan het volgende: 1. Een permanente organisatie zijn ten dienste van de gemeenschap en haar ontwikkeling, die toegankelijk is voor het publiek, niet gericht is op het maken van winst en die cultureel erfgoed verzamelt, beheert, behoudt, wetenschappelijk onderzoekt, presenteert en daarover informeert voor doeleinden van studie, educatie en genoegen. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen een museum, culturele archiefinstelling en een erfgoedbibliotheek die allen moeten functioneren binnen de praktijk en theorie van hun wetenschap. 2. Beschikken over een collectie cultureel erfgoed die door haar onderlinge samenhang en profiel, door de verbanden en de context, door de mogelijke uniciteit of de materiële waarde ervan, door en voor een cultureel-erfgoedgemeenschap voldoende belangrijk wordt geacht om in een collectiebeherende cultureel-erfgoedorganisatie te worden ondergebracht. 3. De basisfuncties vervullen, namelijk de verzamelfunctie, de behoud- en beheerfunctie, de onderzoekfunctie en de publieksfunctie. Om deze basisfuncties te vervullen kan de collectiebeherende cultureel-erfgoedorganisatie samenwerken met andere cultureelerfgoedorganisaties. In voorkomend geval bepaalt de collectiebeherende cultureelerfgoedorganisatie die het kwaliteitslabel aanvraagt mee het beleid voor die functionele samenwerking. 4. Een duidelijke visie hebben op de totaliteit van de werking van de collectiebeherende cultureel-erfgoedorganisatie, waarbij de basisfuncties op elkaar zijn afgestemd. 5. Aan het cultureel erfgoed aangepaste, algemeen aanvaarde standaarden en kwaliteitsvolle dynamische werkvormen en methoden hanteren. Voor digitaliseringinitiatieven moet dit gebeuren volgens de algemene aanvaarde internationale en desgevallend door de Vlaamse Regering opgelegde standaarden. 6. Voldoende garanties geven op het vlak van toegankelijkheid, infrastructuur en financiële en personele middelen, zodat de basisfuncties, binnen het kader van de visie, gerealiseerd kunnen worden. 7. Voldoende garanties geven over het in de toekomst blijven bestaan van de collectiebeherende cultureel-erfgoedorganisatie en de bewaring van het culturele erfgoed voor een lange periode kunnen verzekeren. 8. De algemeen aanvaarde deontologische regels in acht nemen. 9. Beheerd worden door een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersoon zonder winstgevend doel. 10. Zetel hebben in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel- Hoofdstad. Een visitatiecommissie beoordeelt of dat de culturele archiefinstelling of de musea ingedeeld worden bij het Vlaamse niveau aan de hand van volgende criteria: 1. Het belang van het culturele erfgoed en de geografische reikwijdte van het thema waarop het museum of de culturele archiefinstelling focust. 2. Het ontwikkelen van een werking met een landelijke reikwijdte die relevant is voor Vlaanderen. Het museum of de culturele archiefinstelling moet zich met die werking 14

binnen een internationale context opereren en internationale expertise binnenhalen die relevant is voor de cultureel-erfgoedgemeenschap. 3. De culturele en maatschappelijke verantwoordelijkheid die het museum of de culturele archiefinstelling op zich neemt. 4. De inhoud van en de wijze waarop de kennis en de expertise op een actieve en receptieve manier ter beschikking gesteld wordt van de cultureelerfgoedgemeenschap. 5. De kwaliteit van de uitvoering van de basisfuncties, waarbij bovendien de programmotorische vrijheid van de conservator of archivaris gegarandeerd moet worden. 6. De kwaliteit van het beheer van het museum of de culturele archiefinstelling. 7. De geografische reikwijdte van het publieksbereik. 8. De inspanningen op het gebied van interculturaliteit, meer bepaald op het vlak van programmering, participatie, personeelsbeleid en/of beheer. 9. De positionering, samenwerking en netwerkvorming. Het decreet voorziet subsidiëring voor het realiseren van het complementair cultureelerfgoedbeleid door de Vlaamse Gemeenschapscommissie, provincie- en gemeentebesturen. Er is een cultureel-erfgoedconvenant afgesloten met de provincies voor de subsidiëring van een provinciaal cultureel-erfgoedbeleid voor: -minstens de ondersteuning van musea die een kwaliteitslabel hebbenen bij het regionale niveau worden ingedeeld. -desgewenst de uitbouw van een regionaal depotbeleid, 29 in overleg met de lokale besturen en de cultureel-erfgoedorganisaties, dat tegemoet komt aan de noden van het cultureel erfgoed dat aanwezig is op het grondgebied. 30 Om in aanmerking te komen voor deze subsidiëring moet er onder andere een cultureelerfgoedbeleidsplan opgesteld worden. 31 Het lokale cultureel-erfgoedbeleid wordt gesubsidieerd door een cultureel erfgoedconvenant te sluiten met: -de gemeentelijke overheden, zijnde gemeenten of rechtspersonen, die rechtstreeks of onrechtstreeks onder determinerende invloed staan van een gemeente. -de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden van omliggende gemeenten. -de Vlaamse Gemeenschapscommissie. De subsidie wordt toegekend voor: -de werking van de cultureel-erfgoedcel die het lokale cultureel-erfgoedveld door projectmatig werken en door de uitwisseling van kennis en expertise versterkt en mede het maatschappelijk draagvlak voor het cultureel erfgoed vergroot. -de uitbouw van een cultureel-erfgoedforum als de Vlaamse Regering een beslissing heeft genomen voor deze gemeente. -de ondersteuning van de lokale cultureel-erfgoedactoren door logistieke, financiële, en personele middelen te verstrekken. De hier bedoelde subsidies van de Vlaamse Gemeenschap 29 VVP [Vereniging Vlaamse Provincies], Cultuur: naar een nieuw Cultureel-erfgoeddecreet, in Nieuwsbrief nr. 4, 9de jaargang, 2008. http://www.vlaamseprovincies.be/nieuwsbrief0804/080407.html (Geraadpleegd op 21-03- 2011) 30 Zie ook: Vlaamse Overheid: Kunsten en erfgoed, Informatievoormiddag 15 december 2009: doelstelling 'in kaart brengen', 8 P. http://www.kunstenenerfgoed.be (Geraadpleegd op 28-03-2011) 31 Bij wijze van voorbeeld zie: Vlaamse Gemeenschapscommissie: De raad, Cultureel beleidsplan erfgoed 2012-2016 ingediend door heer Bruno De Lille, collegelid, bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport, Ambtenarenzaken, zitting 25 november 2010, 65 P. http://www.raadvgc.be/documenten/stuk438_nr1_2010.pdf (Geraadpleegd op 18-04-2011) 15

zijn een aanvulling op de eigen lokale ondersteuning van de gemeente, het intergemeentelijk samenwerkingsverband of de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Om in aanmerking te komen moet er een cultureel-erfgoedbeleidsplan opgesteld worden. 32 Dit plan bevat de missie en de visie die de aanvrager heeft op het te voeren geïntegreerde en integrale lokale cultureel-erfgoedbeleid. Het beschrijft beknopt alle doelstellingen, werkmethodes en middelen. Het beleidsplan bevat eveneens een meerjarenplanning en meerjarenbegroting. In het cultureel-erfgoedbeleidsplan van een intergemeentelijk samenwerkingsverband van omliggende gemeenten worden ten minste de gemeenschappelijke acties opgesomd voor de ondersteuning van de lokale cultureelerfgoedactoren door logistieke, financiële en personele middelen te verstrekken. De door de Vlaamse Regering aangewezen dienst en de bevoegde beoordelingscommissie zal het beleidsplan beoordelen op basis van: -het belang van het aanwezige cultureel erfgoed en de cultureel-erfgoedactoren in de betrokken gemeente(n). -de kwaliteit van de visie op en doelstellingen van een geïntegreerd en integraal lokaal cultureel-erfgoedbeleid. -de wijze waarop dat beleid gevoerd zal worden. -de wijze waarop extra personeel, binnen een cultureel-erfgoedcel, ingezet zal worden om de reeds aanwezige expertise samen te brengen met het oog op een betere zorg voor en ontsluiting van het cultureel erfgoed. -de spreiding van de cultureel-erfgoedconvenants in Vlaanderen. -de wijze waarop de verschillende cultureel-erfgoedgemeenschappen door de gemeentelijke overheid, het intergemeentelijke samenwerkingsverband van omliggende gemeenten of de Vlaamse gemeenschapscommissie binnen het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad worden betrokken bij het lokale erfgoedbeleid. -de inspanningen inzake interculturaliteit op het vlak van programmering, participatie, personeelsbeleid en bestuur. -de haalbaarheid en het realiteitsgehalte van de begroting. -de inbreng van middelen door de betrokken overheid in het lokale cultureel-erfgoedbeleid. Het decreet voorziet ook subsidiëring van: -de landelijke cultureel-erfgoedorganisaties voor volkscultuur en landelijke expertisecentra voor cultureel erfgoed. 33 -de Vlaamse erfgoedbibliotheken. -een samenwerkingsverband voor het beheer van de Archiefbank Vlaanderen. -de collectiebeherende cultureel-erfgoedorganisaties. 34 -de samenwerkingsverbanden met het oog op de versterking van de internationale profilering van kunstcollecties. 35 32 Bij wijze van voorbeelden zie: Gagelmans, Nathalie, Matthé, Jan, Beleidsplan Erfgoedconvenant Projectvereniging Erfgoed Noorderkempen - Vlaamse Gemeenschap 2009-2014, 2009, 221 P., Matthé, Jan, Sweygers, Annelies, Vanistendael, Cor, Cultureel-erfgoedbeleidsplan Noorderkempen 2012-2014, 2010, 104 P., Provincie Vlaams-Brabant, Hageland. Cultureel-erfgoedbeleidsplan 2013-2014, 2011, 91 P. en Sneijers, Els, Vandenhove, Ludwig, Beleidsplan erfgoedcel Sint-Truiden 2009-2014, 60 P. 33 Handleiding bij het Cultureel-erfgoeddecreet: Werkingssubsidies voor landelijke cultureelerfgoedorganisaties: landelijke organisaties voor volkscultuur en landelijke expertisecentra voor cultureel erfgoed, 2011, 22 P. http://www.kunstenenerfgoed.be/ake/view/nl/1579617-handleiding+cultureelerfgoeddecreet.html (Geraadpleegd op 21-03-2011) 34 Handleiding bij het Cultureel-erfgoeddecreet: Werkingssubsidies voor collectiebeherende cultureelerfgoedorganisaties: Musea culturele archiefinstellingen, 2010, 18 P. http://www.kunstenenerfgoed.be/ake/view/nl/1579617-handleiding+cultureel-erfgoeddecreet.html (Geraadpleegd op 21-03-2011) 16