5-6-28 Infonamiddag ILVO / Visserij Programma Laat je niet vangen! Teruggooi en mogelijkheden tot reductie 1/ Voorstelling van de projectresultaten van TOETS met (1) methoden voor het opmeten van teruggooi, (2) effecten van technische aanpassingen, (3) analyse van historische teruggooigegevens 2/ Belang van benthos in onderzoek naar teruggooi 3/ e rol van vissers in onderzoek naar teruggooi 4/ offie en versnaperingen 5/ e stand van zaken betreffende teruggooi-reducerende maatregelen 6/ Algemene discussie over de teruggooiproblematiek TOETS = Teruggooi in de Boomkorvisserij: Optimalisatie van het Onderzoek, Evaluatie van Reducerende Technische Maatregelen en Sensibilisering van de Sector. FIOV project September 7 mei 8 Sofie Vandendriessche, elle Moreau, ieter Anseeuw, Sofie Vandemaele en Coenraad eputter TOETS omvat vier luiken: oel van het project Ontwikkeling van geschikte methodologie voor de monitoring van de bijvangsten en de teruggooi van mariene organismen (zowel commerciële als niet-commerciële) in de boomkorvisserij. Vergelijkend onderzoek naar de omvang en de samenstelling van de bijvangsten en de teruggooi in een traditionele en een alternatieve boomkor. Verwerven van een beter inzicht in de teruggooiproblematiek van de boomkorvisserij in diverse zeegebieden. Informatie verstrekken aan de sector met betrekking tot de Europese plannen om ongewenste bijvangsten te verminderen en teruggooi te vermijden. Projectluik 1 - Achtergrond Projectluik 1 - Eerste scenario Vanaf 29 wordt discard-onderzoek in het kader van het NGP uitgebreid tot (i) alle niet-commerciële vissoorten, en (ii) een selectie van 'gevoelige' invertebraten. Vraag: Wat is daarvoor beste methodologie? oel: Verschillende staalname- en analysemethoden vergelijken op haalbaarheid Uitvoerbaarheid van diverse scenario's; hoeveel slepen kunnen op die manier per zeereis geanalyseerd worden; hoe robuust zijn de resultaten; etc. Twee scenario's: Bemonstering aan boord en analyse van de monsters aan land. Bemonstering én analyse aan boord. Scenario: Bemonstering aan boord en analyse van de monsters aan land. Monsters van telkens vier viskisten niet-commerciële discards. Niet-commerciële discards = wat rest na uitrapen commerciële vis. Streefdoel minstens één monster per dag. Analyse monsters gebeurt aan land, in subsets van telkens twee kisten Onderlinge vergelijking van subsets met het oog op eventuele reductie van monstervolume. 1
5-6-28 Projectluik 1 - Eerste scenario Projectluik 1 - Tweede scenario Scenario: Bemonstering aan boord en analyse van de monsters aan land. Ruwe vangst Comm. vis iscards Comm. discards Niet-comm. discards Monster Scenario: Bemonstering én analyse aan boord. Uitbreiding van bestaand staalnameprotocol voor zeegaande waarnemersopdrachten. Twee mogelijkheden: Eén waarnemer (TOETS'er), die op zee alle bemonsteringen en metingen uitvoert. Twee waarnemers (één NGP'er, één TOETS'er), die samen op zee gaan en complementair werken. Meting op zee Meting aan land Aantal geplande zeereizen: 8 à 12 (Noordzee, Engels anaal). Projectluik 1 - Tweede scenario Projectluik 1 - Analyse resultaten Scenario: Bemonstering én analyse aan boord. Ruwe vangst Meting op zee Meting aan land Comm. vis iscards Comm. discards Niet-comm. discards Aantal geplande zeereizen: 6 (Noordzee, Engels anaal). Monster Cruciale vraag waarop antwoord wordt verwacht Welk scenario geniet voorkeur in functie van: Technische uitvoerbaarheid. Vereiste voorkennis van de fauna. Repliceerbaarheid van de resultaten. Analyse van de resultaten moet hierop afgestemd worden it impliceert dat informatie moet verzameld worden, Niet alleen over de samenstelling van vangsten en discards, Maar ook over de technische aspecten van beide scenario's: Tijd nodig om de analyses uit te voeren, 'moeilijke' gevallen en hoe die op te vangen, etc. Projectluik 1 Zeereizen (okt 27 maa 28) Samenstelling iscards Totale discards versus totale vangst ICES gebied Vaartuig (#slepen) G% discards VII f A (6) 22.5 ± 1.7 VII f B (9) 49.9 ± 9.1 IV c C (2) 68 ± 11.2 VII f C (44) 75 ± 9.2 Oorzaken van variatie tussen slepen timing sleep tijd sinds opening sector ruimtelijke effecten tussen zeereizen temporele effecten ruimtelijke effecten bemanning fluctuerende marktprijs 2
5-6-28 Samenstelling iscards Samenstelling iscards - Benthos (Abundanties) Schelvis Tongschar Wijting Steenbolk Hondshaai Pladijs Gewone Zeester Schar Gewone Zee-egel (Gewichten) 5 47% van gewicht totale vangst 91 soorten Gewone Zeester Luidia ciliaris Schar Ijszeester Gewone Zeester Wijde Mantel Schar Ganzenpootje Staalname- en verwerkingsmethode aan boord - werken in verschillende omstandigheden ruimtelijke configuratie beschikbare werkruimte Staalname- en verwerkingsmethode aan boord - werken in verschillende omstandigheden ruimtelijke configuratie beschikbare werkruimte efficiëntie fysieke belasting Staalname- en verwerkingsmethode aan boord - werken in verschillende omstandigheden ruimtelijke configuratie beschikbare werkruimte efficiëntie fysieke belasting Aantal zeegaande waarnemers één of twee Aantal bemonsterde slepen per tijdseenheid - trade-off met aantal zeegaande waarnemers één waarnemer max. 3 slepen/dag (37%) twee waarnemers 4 slepen/dag (5) - oppassen met vergelijken van data die volgens verschillende methoden bekomen werden - 3 mogelijkheden : selectie schepen ifv bepaalde methode verschillende methoden vereenvoudigde methode - kan worden opgedreven andere taken toenemende ervaring en routine 3
5-6-28 Omvang en aantal stalen - omvang staal = volume van een viskist (of mandje) = 4 l (35 kg) - aantal stalen per sleep 1 vs 2 vs meerdere trade-off met aantal bemonsterde slepen - resultaten lage intra-sleep variatie grotere variatie tussen slepen Samenstelling discardstalen ondermaatse commerciële vis commerciële vis die niet weerhouden wordt (diverse redenen) niet-commerciële vis ongewervelden inert materiaal - staalname spreiden over de verwerktijd van de transportband Samenstelling discardstalen ondermaatse commerciële vis commerciële vis die niet weerhouden wordt (diverse redenen) niet-commerciële vis ongewervelden inert materiaal onmiddellijke verwerking aan boord geen probleem stalen bijhouden en aanlanden vergunningen - controle geen vis in de stalen eterminatieniveau - streefdoel soortniveau - soms onmogelijk aan boord vb.1 zeeanemonen, zeenaaktslakken, zeekomkommers, vb. 2 polychaeten, Pomatoschistus sp. - soms te tijdrovend te weinig informatie Inachus sp., Macropodia sp. meerdere sterk gelijkende soorten sterk overwicht van één soort Locatie van verwerking (op zee vs aan land) bijhouden werktijden nooit groter op zee Projectluik 1 Protocol per sleep 1 waarnemer Invulformulier brug Vis - sorteren per soort - aantallen - gewichten - lengteverdeling Totaal volume Benthos Staal - 1 mandje - verspreid - gewicht Aangelande vis : gewicht / soort - sorteren per soort/groep - selectie soorten - aantallen - gewichten - (lengteverdeling) Inert materiaal - gewicht Projectluik 2 Reducerende technische maatregelen Via technische aanpassingen aan de boomkor is het mogelijk de ongewenste bijvangsten fors te reduceren. Aanpassingen getest in het verleden: Benthos Release Panel (BRP, schelpentrape) T9 kuil grote mazen in de rug Project TOETS: testen op een commercieel vaartuig BRP SMCE BRP + SMCE 4
5-6-28 Planning en uitvoering Vergelijkende proeven (op zee) tussen: Standaardconfiguratie boomkor; en Experimentele optuiging met selectieve kuil en/of BRP. Gedetailleerde analyse van de vangstsamenstelling: Commerciële vissoorten. Niet-commerciële vissoorten. Benthische invertebraten. Restfractie. Aantal geplande zeereizen: 3 Twee waarnemers (één TOETS'er, één ervaren technicus) Overzicht van de reizen Reis Periode Bezochte visgronden Configuratie Experimentele zijde Aantal slepen Z121 (1) 2/1/8 6/1/8 W Fairy Banks Galloper N Sandettie SMCE 31 Z121 (2) 17/1/8 27/1/8 Trevose BRP 58 Z121 (3) 13/3/8-25/3/8 Seinebaai anaaleilanden / Hurd deep Owers / Beachy Head SMCE + BRP 83 SMCE: kuil met vierkante mazen SMCE: kuil met vierkante mazen Het SMCE (84mm maaswijdte) vervaardigd uit klassiek ruitvormig netwerk dat vierkant werd getrokken reis 1: 31 vierkante mazen breed en 1 mazen lang. Bij deze kuil bleken de mazen echter te krimpen en te vervormen, vooral aan de voorkant van de kuil (benen van de maas niet meer gelijk) reis 2: de eerste 15 mazen werden opnieuw vervaardigd uit klassiek ruitvormig netwerk, en het deel met vierkante mazen werd korter en breder (6 mazen lang, 36 mazen breed). mazen 5 4 aanzet 4 1 31 mazen 5 klassieke mazen 5 5 15 mazen 5 5 aanzet 5 6 5 klassieke mazen 36 mazen 5 klassieke mazen 5 5 31 mazen tussen de naden + 2 keer 4 mazen voor 36 mazen tussen de naden + 2 keer 4 mazen voor naden naden SMCE 1 SMCE 2 5
5-6-28 BRP vierkante mazen van 12mm (volle maas) reis 1: 2 mazen breed en 1 mazen van de kuil, maar verlies van schelpen (zie resultaten) reis 2: BRP 5 mazen verbreed en 2.5 mazen verder van de kuil vastgezet. 2 mazen 25 mazen REIS 1: SMCE Galloper bank, W Fairy Bank en de Sandettie bank (ICES gebied IVc) niet in detail uitgewerkt omdat er nog technische aanpassingen aan de configuratie nodig bleken: door de vervorming van de mazen geen constante reglementaire maaswijdte 3 mazen 3 mazen geen vangstverlies en minder gekopte vis, wat voor de bemanning minder werk teweegbrengt na het lossen van de kuil kuil stabiel in de waterkolom. 1 mazen boven aanzet kuil 12.5 mazen boven aanzet kuil (net boven steentrape) aan de experimentele zijde meer kleine maatse tong en ondermaatse tong REIS 2: BRP Trevose (ICES gebied VIIf) 25 2 S solea: length-frequency (com m ercial catch + discards) 14 12 ongewervelden: mediane reductie in aantallen van 45.8% (vooral zeesterren) - mediane reductie in gewichten van 3.9% => meestal de kleinere en lichter fractie van de ongewervelden ontsnapt number 15 1 1 8 6 ST EXP % in exp duidelijke reductie van het gewicht van de inerte fractie (mediane reductie van 48.6%) => positief voor de kwaliteit van de vis door een vermindering van de beschadiging door scherpe voorwerpen zoals stenen en schelpfragmenten + vermindering van verwerkingstijd van de vangst 4 5 2 1 6 11 16 21 26 31 36 41 46 51 56 61 66 71 76 length (cm ) vorming van een zak vóór het BRP: secundair neteffect => ongewenste verlies van maatse schelpen (Pecten maximus, -44.6%) + wrschl deels verantwoordelijk voor verlies inert materiaal zak net voor BRP BRP Asterias rubens Crossaster papposus 13 11 9 % verschil st vs exp Asterias rubens 11 9 7 % verschil st vs exp Crossaster papposus aantal exp st % in exp tov st 14 6 12 5 1 4 8 3 6 4 2 2 1 2 4 6 8 1 12 14 16 18 2 22 24 aantal exp st % in exp tov st 3 12 25 1 2 8 15 6 1 4 5 2 2 4 6 8 1 12 14 16 18 2 22 24 7 5 lengte (cm) lengte (cm) 5 3 Astropecten irregularis Pecten maximus 3 exp st % in exp tov st exp st % in exp tov st 1-1 2 4 6 8 1 12 14 16 18 2 % verschil st vs exp Astropecten irregularis 1 5 1 15 2 25-1 % verschil st vs exp aantal ongew ervelden in teruggooi aantal 12 14 1 12 1 8 8 6 6 4 4 2 2 2 4 6 8 1 12 14 16 18 2 22 24 aantal 4 12 35 1 3 25 8 2 6 15 4 1 5 2 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 11 12 13 14 15 3 lengte (cm) lengte (cm) 11 9 2 7 1 5 3 2 4 6 8 1 12 14 16 18 2 1-1 2 4 6 8 1 12 14 16 18 2-1 Grote variatie van effect tussen de slepen: patchiness van de zeebodem aantal Solea solea exp st % in exp tov st MLS 4 35 3 25 2 15 1 5 4 8 12 16 2 24 28 32 36 4 44 48 lengte (cm) 5 4 3 2 1 A. rubens: reductie over alle lengteklasses tot ong.14 cm Ǿ meer rigide zeesterren C. papposus en A. irregularis: reductie was bij lengteklasses < 1cm idem voor P. maximus, maar opnieuw verlies vanaf 1 cm: door de beschreven zak bereikten grotere specimens de kuil niet S. solea: verlies van ondermaatse individuen + toename van maatse individuen van 24-28cm 6
2 18% 16% 14% 12% 1 8% 6% 4% 2% 2 18% 16% 14% 12% 1 8% 6% 4% 2% st exp % in exp tov st 5 1 15 2 25 3 35 4 45 5 55 6 st exp % in exp tov st 5 1 15 2 25 3 35 4 45 5 55 6 3 25 2 15 1 5 3 25 2 15 1 5 2 18% 16% 14% 12% 1 8% 6% 4% 2% 5 45% 4 35% 3 25% 2 15% 1 5% st exp % in exp tov st 5 1 15 2 25 3 35 4 45 5 55 6 st exp % in exp tov st 2 4 6 8 1 12 14 16 18 2 3 25 2 15 1 5 35 3 25 2 15 1 5 5-6-28 REIS 3: SMCE+BRP Seinebaai, de anaaleilanden/hurd eep en de Owers/Beachy Head (ICES gebieden VIId & VIIe) Gemeenschappen binnen teruggooi: visgronden Stress:.7 Stress:.7 analyse van aantallen en gewichten benthos, vis in teruggooi en commerciële fractie: vooral toenames ipv verwachte reducties of status quo => scherper vissen van experimentele zijde, onafh van toepassing BRP en SMCE gew icht (kg ) 5 4 3 2 Seinebaai inerte fractie totaal gewicht ongewervelden totaal gewicht vis in teruggooi Owers Asterias rubens: 24.6% Limanda limanda: 16.1% Aequipecten opercularis: 13.4% Significante reducties enkel waargenomen voor scharren (L. limanda; -5) in de Seinebaai en voor pladijs (P. platessa; -48.2%) in de anaaleilanden 1 8 st exp SMCE+BRP Seinebaai Solea solea comm Pecten maximus comm Gadidae sp comm anaaleilanden Asterias rubens: 13.4% Luidia sp. :11.4% Trisopterus sp.: 1.5% Seinebaai Aequipecten opercularis: 3.2% Asterias rubens. :27.1% Psammechinus miliaris: 12% effecten op bepaalde soorten niet consequent zijn tussen de 3 visgronden: efficiëntie van technische aanpassingen mogelijk beïnvloed door de densiteiten van de organismen gew ich t (kg) 7 6 5 4 3 2 1 st exp SMCE+BRP Seinebaai - Solea solea Owers - Solea solea anaaleilanden - Solea solea anaaleilanden - Pecten maximus Samenvatting resultaten BRP en SMCE: kinderziekten weggewerkt door aanpassingen aan het ontwerp Beperkte verschuivingen in lengteverdelingen van tong geen verlies van schelpen door aanpassingen aan BRP geen vervormingen meer van de vierkante mazen door aanpassingen SMCE Reducties grootst bij toepassing BRP, maar bijkomend onderzoek nodig voor werking SMCE met aandacht voor zowel teruggooi als aanvoer effecten op bepaalde soorten niet consequent tussen tussen slepen en visgronden: efficiëntie van technische aanpassingen beïnvloed door de densiteiten van de organismen + patchiness van de zeebodem Methodologische aanbevelingen Experimentele behandeling wisselen tussen BB en om effecten van verschillen in vangstefficiëntie tussen de korren de elimineren Experimenten in mate van het mogelijke uitvoeren in gebieden met uniforme bodemsamenstelling Informatie per sleep verzamelen over alle fracties (benthos, vis in teruggooi, inert materiaal, aanvoer) om een quantitatieve evaluatie te kunnen maken en om te kunnen vergelijken met andere reizen en vaartuigen. Vergelijking met andere studies: SMCE Vis in teruggooi Benthos aanvoer TOETS?? > ondermaatse en kleine maatse tong Catchpole et al (27) (Nephrops) Ontsnapping kabeljauw & schelvis / / Revill et al (27) -4-7% Verlies gecompenseerd door hogere prijs verlies van schelpen Voor vangstvergelijking info nodig van organismen met kenmerkend gedrag: tijdens TOETS enkel teruggooi en tong, maar ook info nodig over respons andere platvis, rondvis en kraakbeenvis 7
5-6-28 TOETS (12mm) Revill & Jennings (25) (15mm) Revill et al (27) (2mm) epestele et al (28) (12mm 15-2) RV, eurokotter, groot segment Vergelijking met andere studies: BRP Vis in teruggooi Benthos aanvoer Status quo 46% in aantal, 4% in gewicht Vooral zeesterren Reductie 75-8 (aantal), vooral zeemuis, kamster, cirkelronde krab, queenie, slangsterren, heremieten Geen verlies Geen verlies -6 in aantal -43% in volume verlies van schelpen 48-64% in gewicht bij RV & eurokotter, reductie vooral heremiet, wulk, slangsterren 18-21% in gewicht bij groot segment Bij eurokotter verlies van tong Projectluik 3 - Achtergrond en doel ILVO-Visserij beschikt over uitgebreide reeksen discard-gegevens over boomkorvisserijen in Noordzee, Engels anaal, eltische Zee, Ierse Zee en Golf van Biskaje (meeste gebieden sinds 23). Gegevens zijn echter nog niet geanalyseerd. oel: Grondige analyse van bestaande discard-gegevens. Vragen die daarbij aan bod dienen te komen: Graad van variatie tussen slepen, vaartuigen, seizoenen, etc. Wat is meest geschikte raising-procedure? ienen sampling-protocols aangepast te worden? Zo ja, op welke manier? Inspiratiebronnen: Ph Lisa Borges, rapporten van diverse workshops rond discard-problematiek, etc. Projectluik 3 - Achtergrond en doel Situering van het probleem ILVO-Visserij beschikt over uitgebreide reeksen discard-gegevens over boomkorvisserijen in Noordzee, Engels anaal, eltische Zee, Ierse Zee en Golf van Biskaje (meeste gebieden sinds 24). Gegevens zijn echter nog niet geanalyseerd. oel: Grondige analyse van bestaande discard-gegevens. Vragen die daarbij aan bod dienen te komen: Graad van variatie tussen slepen, vaartuigen, seizoenen, etc. Wat is meest geschikte raising-procedure? ienen sampling-protocols aangepast te worden? Zo ja, op welke manier? Inspiratiebronnen: Ph Lisa Borges, rapporten van diverse workshops rond discard-problematiek, etc. Wereldwijd: 8% visserijvangst teruggegooid 2 miljoen (Alverson et al. 1994) tot 7.3 miljoen ton (elleher 25) orrevisserij: 5 van de totale teruggooi 22.5% van de totale aanvoer Voornaamste redenen: Commercieel (soort, grootte, kwaliteit) Regelgeving (MLS, quota) Impact: Aangroei bestanden (biomassa & recrutering) Beschikbare gegevens België Beschrijvende statistieken NGP programma 52 observatie reizen 24: 14 trips 25: 22 trips 26: 16 trips (27: nog ontbrekend) 4 verschillende schepen Gewichten aanvoer + teruggooi vis Lengte frequenties commerciële vissoorten Gemiddelde teruggooi: 36 kg vis /CPUE Gemiddelde vangst: 88.1 kg vis /CPUE Gemiddelde verhouding: 25.5% vis teruggooi Sterke fluctuaties log(iscards) 2 4 6 3.5 4. 4.5 5. 5.5 6. 6.5 7. log(landings) 8
5-6-28 Variantie analyse Soorten compositie Linear mixed modeling Variantie Component Teruggooi gewichten Aanvoer gewichten tussen vaartuigen 6.7% 33.1% tussen strata binnen vaartuigen 6.1% 6.3% tussen visreizen binnen strata 4.9% 13.9% tussen vangsten binnen visreizen 24.1% 39.9% tussen residu s 4.2% 6.7% Vessel1&2 Vessel 3 Vessel 4 Specifieke teruggooi Tong en Schol Species kg discarded/cpue kg landed/cpue discard ratio Tong (Solea solea).9 18.2 5.2% Schol (Pleuronectes platessa) 6. 2.8 22.2% Schar (Limanda limanda) 6.4 3.5 48.5% Steenbolk (Trisopterus luscus) 6.7 6.4 49.8% abeljauw (Gadus morhua) 2.9 8.4 27% Zeeduivel (Lophius piscatorius) 2.5 13 18.2% Ponen (Trigla spp.) 5. 9.6 33.9% Roggen (Raja spp.) 8.9 15.4 3.2% Haaien (Scyliorhinus spp.) 11.5 6. 33.8% Specifieke variantie analyse Opwerking gegevens Tong & Schol 5-5 variatie binnen en tussen reizen Schol in sector IV J aar S ector % (totale teruggooi) % (s cholvangs t) 24 IV b 12,3 15,5 IV c 14,5 23,5 25 IV b 14,2 16,3 IV c 13,8 19,8 26 IV b 9,9 11,1 IV c 8,3 2,6 Opwerking via extrapolatie Teruggooi op sleep niveau Teruggooi op trip niveau Teruggooi op scheepsniveau Teruggooi op vlootniveau Verhouding (lineair stijgend) tussen teruggooi en aanvoer Aanvoerstatistieken gegeven 9
5-6-28 Opwerking teruggooi Opwerking aanvoer byhaul ratio Methode 1 4 Gemiddeld circa 5 ton per sector per kwartaal x 1 35 1,4 ton (VII h) tot 35 ton (IV c) 3 Methode 25 2 Gemiddeld 2 circa 31 ton per sector per kwartaal 5,7 15ton (VII h) tot 166 ton (VII d) [methode 1: 27 ton (VII d)] Methode 1 1 > Methode 2 5 1 3 5 7 9 11 13 15 17 19 21 23 25 27 29 31 33 35 37 39 41 43 45 47 49 51 53 55 Raised Official Methode 1 45 Gemiddeld 4 circa 15 ton per sector per kwartaal x 1 3,3 35 ton (VII h) tot 415 ton (VII d) 3 Officiële aanvoer 25 Gemiddeld circa 811 ton per sector per kwartaal 2 33.715 ton (VII h) tot 29 ton (VII d) 1 Opgewerkte aanvoer = 1,3 x officiële aanvoer 5 1 3 5 7 9 11 13 15 17 19 21 23 25 27 29 31 33 35 37 39 41 43 45 47 49 51 53 55 Conclusies Lage coverage ¼ totale visvangst wordt teruggegooid Sterke variaties Schip Temporeel Gebied Verschil schol discard versus Nederland Aanzienlijke hoeveelheden impact assessment 1