1. Verhalen en initiatieven van burgers Ans Lensink (locatiemanager Zorggroep Sint Maarten): Informele zorg naast professionele zorg. Wat is informele zorg? Informele zorg bestaat o.a. uit de onbetaalde zorg door mantelzorgers en vrijwilligers. Mantelzorg is: Mantelzorgers zorgen langdurig en onbetaald voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende partner, ouder, kind of ander familielid, vriend of kennis. Mantelzorgers zijn geen beroepsmatige zorgverleners, maar geven zorg omdat zij een persoonlijke band hebben met degene voor wie ze zorgen. Mantelzorg, daar kies je niet voor... dat overkomt je. Mantelzorgers zorgen soms 24 uur per dag, zeven dagen per week. Vrijwilligers: Vrijwilligers kiezen er voor om te zorgen. Als zij met het vrijwilligerswerk starten, is er (nog) geen emotionele band. Daarnaast zorgen zij voor een afgebakende tijd (bijvoorbeeld een dagdeel per week) en kunnen zij de zorg op eigen initiatief beëindigen. Vele vrijwilligers dragen ook nu al dagelijks een steentje bij op allerlei gebied. U kunt hierbij denken aan wandelen, helpen bij activiteiten, koffieschenken maar ook het wegbrengen van warme maaltijden in de wijk. Werkzaamheden die vaak als leuk en zinvol door de vrijwilliger worden omschreven, vrijwilligerswerk is van grote waarde, het verbindt het maakt dat men voelt dat een ieder er toe doet, vrijwilligers zijn onmisbaar en maakt net het beetje extra ( menselijke) aandacht mogelijk. De transitie in zorg en welzijn welke aanstaande is, brengt meer met zich mee dan alleen het afgebakende vrijwilligers werk. In onze gemeente wordt gestreefd naar een vitale samenleving die draait om mensen, dit houdt in dat zoveel mogelijk mensen en gezinnen actief participeren, werken en in hun eigen onderhoud en dat van hun gezin voorzien, zelf de regie voeren over het leven en tevens bijdragen aan het welbevinden van anderen. Professionele hulp en dienstverlening zijn aanvullend. Zij die dit echt nodig hebben kunnen hierop rekenen. Zo schrijft de gemeente Lochem in haar algemeen beleidskader sociaal domein. Deze transitie houdt een enorme verandering in. Er wordt vanuit gegaan dat men het in eerste instantie zelf oplost, al dan niet met behulp van buren, vrienden en vrijwilligers. In de praktijk zullen
de partner, de kinderen, de ouders het eerst aan de beurt en zijn indien men een netwerk heeft en dit is voor een korte termijn te overbruggen. Zodra er echter sprake is van langere termijn spreken we van Mantelzorg. Mantelzorgers, ik noemde ze in het begin van mijn verhaal, hebben geen keus, mantelzorg over komt je. Niet in een afgebakende tijd maar 24/7! Nu dagopvang wegbezuinigd wordt en Huishoudelijke Hulp 1 geschrapt, ligt overbelasting van de mantelzorger op de loer. Een overbelasting met alle gevolgen van dien: De relatie mantelzorger en partner/ouder/ kind komt onder druk te staan, de professionals moeten naast de zorg voor de cliënt in deze transitie ook aandacht en zorg voor de mantelzorger hebben, maar wie signaleert? Onze overheid voorziet ook overbelasting van de mantelzorgers, men vreest zelfs toename van huiselijk geweld. Veel organisaties werken al met de meldcode huiselijk geweld en professionals worden hier allen op geschoold. Het is met name aan de professional om zo vroeg mogelijk te signaleren of er sprake is van over belasting en overvraging van de mantelzorger. Moet het eerst zover komen? De rol van de professional is heel anders dan we gewend waren. Ook professionals zullen moeten wennen aan deze nieuwe rol. Zijn we wel voorbereid op deze rol? Is er geld en ruimte voor het inrichten van deze rol? Deze transitie leert ons dat veel taken overgeheveld zullen worden naar vrijwilligers en mantelzorgers. Veelal zal dat gaan over ondersteunende zaken, maar steeds vaker zullen we ook met zorgtaken een beroep moeten doen op de mantelzorger/ vrijwilliger. Zorgorganisaties bieden inmiddels voor mantelzorgers een cursus ziekenverzorging thuis aan. Ook nu weer heeft de professional vooral de rol om naast de cliënt en de mantelzorger te blijven staan. Vanuit haar of zijn professie en deskundigheid de ondersteuning te bieden die nodig is, nadat de zorg en hulpvraag complex geworden is. De zelfredzame burger, de woonwijken waar men iets over heeft voor elkaar, het platteland waar naoberhulp vanzelfsprekend is, zijn telkens de uitgangscenario s waar over gesproken wordt. Is dit ook de werkelijkheid? Of stevenen we af naar een samenleving met overbelaste burgers, mantelzorgers, vaak mensen die een baan en een gezin moeten combineren met mantelzorg! Spanningen in gezin en op het werk ten gevolge van de overbelasting zijn niet denkbeeldig. Mensen blijven langer thuis wonen, in vakliteratuur worden de zorgen uitgesproken over dwalende en dolende mensen op straat. Kunnen we er dan vanuit gaan dat een goedwillende buurman of buurvrouw ingrijpt? Risico op vereenzaming is groot. Op welk moment schuift de professional in en wie signaleert dit? Niet iedereen heeft een voldoende sociaal netwerk. Mantelzorgers doen hun taak vanuit een persoonlijke relatie, veelal met liefde en zullen niet snel klagen of vragen, men ziet het ook als plicht, dit wordt immers van hen verwacht. En de cliënt zelf? In het mooiste scenario weet de cliënt zelf precies wanneer en bij wie hij/zij hulp moet vragen, de werkelijk is vaak anders. De cliënt is uiteindelijk degene die de dupe wordt, men ziet de overbelaste mantelzorger en zal niet vragen. De professional is een belangrijke samenwerkingspartner en een belangrijke schakel met de informele zorger en de cliënt. Goede communicatie en afstemming is van essentieel belang, maar is het voldoende dat de professional alleen coördineert en regisseert?
Margreet de Vries (jeugdpsychiater): Zijn kinderen kostbaar? Margreet toont een powerpoint en noemt een aantal aandachtspunten: - het regelen van het beroepsgeheim is belangrijk: gegevens mogen niet zomaar op straat komen te liggen, mensen moeten weten dat hun gegevens in goede handen zijn. Anders is het moeilijk om hulp te vragen. De neiging om het te doen is er wel en er zijn al meerdere waarschuwingen van het College Bescherming Persoonsgegevens aan gemeentes gegeven. - Zingeving is voor iedereen belangrijk. Mensen kunnen zich alleen voelen, ook als er van alles geregeld is. Ze is er blij mee dat ook een dominee deel kan uitmaken van de gebiedsgerichte sociale teams. - Ze benadrukt het belang dat alle dimensies die belangrijk zijn voor mensen in de teams vertegenwoordigd zijn: de lichamelijke kant (artsen, verpleegkundigen), de psychologische kant (orthopedagoog, psycholoog of psychiater), de sociale invalshoek (maatschappelijk werk, opbouwwerker en gezinstherapeut) en de spirituele kant (zingeving). - Maatwerk is belangrijk, daar moeten we op blijven letten. Het is niet per se duurder. Waarborg de keuzevrijheid. Door zorgverzekeraars worden deze punten steeds meer ingeperkt. Keuzevrijheid aan mensen geven, kan ook betekenen dat men er eerder uitkomt. Alles wat je aandacht geeft groeit =bloemetje Later wordt het duurder om het kind dat niet aan de bel trekt te helpen. Wie ziet het getraumatiseerde kind dat zelf niet aan de bel trekt? Haar motto: zorg voor de toekomst via de jeugd! * Vraag Wilma Heessen: wat is uw beeld op een preventieve aanpak bij jeugd? Margreet de Vries: preventie is erg belangrijk. Hulp aan huis, dicht bij de mensen is belangrijk. De Wmo is een mooie uitdaging, maar het is van belang om het gedegen neer te zetten. * Waar kunnen we nadere informatie vinden? Voorzitter: op de Website van de gemeente en op de website van de Wmo-raad
Ine Spuls ( Project de Villa Doetinchem): Arbeidsparticipatie van onderop? Op mijn werk gebruiken ze mijn achternaam niet. Als je geluk hebt, heb je een naam, als je geen geluk hebt, heb je een bijnaam. Maar je hebt een naam. Villa Doetinchem is een project dat ontstaan is van, voor, met en door de straat. Hebben we daklozen dan? Ja, die zijn onder dak. Wat is preventie? Hierbij sluit zij aan op de vorige spreekster, waarvan zij onder de indruk is. Ik heb de mensen waar als kind niet op gelet is, die traumatische ervaringen hebben gehad, die afgeranseld zijn door pa en ma, die niet meer weten wie ze zijn. In je jeugd leer je de dingen die later van pas komen, maar die hebben ze niet. Wat gebeurt er in de villa? Wij zijn de groep waar het over gaat. We zijn er uit gevallen, we hebben geen kracht, we moeten verzorgd, vertroeteld worden en doen wat het systeem van ons verwacht. Dan komt het wel goed met ons. Dat is dus geen eigen initiatief: Doen wat de dokter zegt, op tijd je pilletjes slikken, therapeut, gedagactiveerd. Er worden geen vragen meer gesteld. Wat konden wij? Waar waren wij goed in? We waren goed in grote hoeveelheden drank in een dag achterover slaan zonder lichamelijk letsel. Dat heet een goede conditie. Wij hebben geen geld, maar kunnen goed keuzes maken. We kunnen ons geld zo beheren dat we eind van de maand nog biertjes kunnen kopen. Dat vond men niet goed: We kwamen in afkickklinieken, in de dagbesteding. In de afkickkliniek komen ze er nog net zo slecht weer uit. Deze groep is kwetsbaar, verslaafd, totaal niet in de eigen kracht. We mogen weer meedoen, in onze eigen kracht. Ik heb de vraag voorgelegd aan de groep bij mij - ongeveer 20 mensen die verslaafd, half verslaafd zijn, maar barstensvol talenten - Arbeidsparticipatie van onder op, wat vinden jullie daarvan? Het is voor hen niet 1 zin: het gaat over arbeid, participatie, van onder op. Reacties: ik zit op de top van mijn kunnen, ik zit bovenaan. Als ik mijn buurvrouw help dan zegt de ambtenaar als je je buurvrouw kan helpen dan kun je ook andere dingen. Onderop, van wat eigenlijk? Wat is bovenop en als je bovenaan bent, is er dan nog wat of kan je weer naar onderen. We zijn er niet uit gekomen. Ik ben bang dat ik geen advies kan geven. Mag ik nog verder naar onderen, want ik kan niet meer. Als kinderen worden verwaarloosd weten ze niet meer wat onder of boven is. Wij zijn de groep die er uitgevallen is. Wij hebben onze eigen kracht, maar die sluit niet aan bij wat bedoeld wordt met eigen kracht in de participatiesamenleving, want wij horen er niet bij. We worden constant afgerekend op ons probleem, niet op ons product. Mijn advies aan de gemeente: Ik zou wel drie keer nadenken voordat u burgerinitiatieven toelaat. U wilt geen burgerinitiatieven, want ze zijn niet te besturen, ze doen dingen die u niet wilt, ze praten overal doorheen, ze kosten niets of weinig, ze organiseren zichzelf en ze hebben de gemeente niet zo nodig.
Eric Hendriks (lid Cliëntenraad Het Plein en Wmo-raad Lochem): Wat betekent de transitie participatie voor iemand die werkloos is of wordt. Eric is werkloos en als vrijwilliger actief bij de stichting Welzijn Lochem (buurtbemiddelaar en maatje bij Grip op je knip). Daarnaast doet hij vrijwilligerswerk bij Sensire, maatschappelijke dienstverlening. Wat betekent die participatiewet die er aan komt voor mensen die werkloos worden? Drie jaar geleden werd mij verteld dat ze niet langer gebruik konden maken van mijn arbeidsvermogen, ik kon gaan. Wat betekent dat? Je komt thuis te zitten en bent het contact met klanten en collega s kwijt. En wat moet je dan? Als je dan werkloos bent, moet je veel weerstand overbruggen, je wordt er ziek van. Je krijgt allerlei begeleiding en adviseurs. Welk beeld heeft u bij een werkloze? Het gaat over werken en leven. Ik ben opgevoed met het motto als je wilt eten, zul je moeten werken. Maar ik vraag me af wat belangrijk is in het leven: Werken wij om te leven of leven we om te werken? Als je met beeldvorming van werklozen bezig bent, wat heeft dat te maken met kansen voor werklozen? Het (negatieve) beeld van werklozen is dat het mensen zijn die om een uur of twaalf uit hun bed komen, veel voor de televisie op de bank hangen. Ik word niet betaald voor het werk dat ik doe, maar als werkloze moet ik ook meer met minder doen. Dit sluit aan bij wat van ons allemaal wordt gevraagd, namelijk meer uitgaven om de economie te steunen. Werklozen dragen hier hun steentje aan bij. Eric vindt de beeldvorming rond werklozen schrijnend en wil er voor pleiten dat we er meer bij stilstaan dat werklozen actieve mensen zijn. Hij sluit af met de opmerking: wat is de zin van het leven? Dat je er zin in hebt!