SUBJUNTIVO. B. Tú + vos. 1. empezar 2. salir 3. decir 4. hacer 5. oír 6. encontrar 7. venir 8. poder 9. conocer 10. vivir

Vergelijkbare documenten
1OEFENINGEN bij WERKWOORDEN (boek CAMINOS 1, PAG.133 e.v.)

EXTRA STENCIL 3 SUBJUNTIVO

SPAANS HERHALINGLES 3 Español

Het belang en het gemak van het Spaanse werkwoord

Leer je talen. Downloads Basiskennis verankeren

Spaans voor zelfstudie

SPAANS LES 8 Español

SPAANS LES 6 Español

SPAANS HERHALINGLES 1 Español

SPAANS HERHALINGLES 2 Español

SPAANS LES 7 Español

Leer je talen. Podcast woordenlijsten

SPAANS LES 4 Español

Keuzevak Spaans voor beginners 1 - Extra oefeningen

A escribir! Periode 2. Schrijfopdrachten Spaans mavo 4

SPAANS LES 5 Español

Woordenlijst Nederlands Spaans

Sí, claro! 1.1. Instaptoets. Opgaven. 4. En un hotel. 1. En un viaje. Perdón, ustedes francés? No, sólo inglés. Hola, cómo? Ernesto, y tú?

SPAANS LES 13 Español

SPAANS LES 12 Español

Bienvenidos - Cuaderno de ejercicios

Zakelijke correspondentie

Zakelijke correspondentie

Inhoud. Over de auteur... x. Inleiding... 1

SPAANS LES 10 Español

Sí, claro! 1.2. Instaptoets. Opgaven. 1. Dos amigos miran el plano de Sevilla. 4. En la oficina de turismo.

Holandés para hispanohablantes A0 A1/A2. Auteur boek: Vera Lukassen Vertaling: Marko Bijl-Beck

de aanbieding offerta De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. alleen solo Hij is niet getrouwd. Hij woont helemaal a, zonder familie.

Serie Crímenes al sol. Pasión mortal

SPAANS LES 2 Español

Inhoud. Inleiding... 11

Reizen Wonen Koken & genieten Cultuur & vermaak

januari el/un coche el/un gato la/una casa la/una chica la/una mesa

Zakelijke correspondentie Brief

k ga naar school Voy al colegio

Quisiera una habitación

RUDOLF RASCH: DUIZEND BRIEVEN OVER MUZIEK VAN, AAN EN ROND CONSTANTIJN HUYGENS - Chièze aan Huygens 30 augustus B -

Wiekendje. Vanuit het MT. Basisschool Het Molenven. In dit nummer: 25 februari

Los verbos regulares (De regelmatige werkwoorden)

Persoonlijke correspondentie Brief

4. Waaraan moet een voorbereidingstekst voor gespreksvaardigheid voldoen?

6.5-De werkwoorden ser en estar

Opdracht Spaans Werkwoorden

cuál? cuál es su número de reserva? a ver... acento, el alfabeto, el apellido, el apellidos, los aquí tiene arroba, la ascensor, el baño, el

Uitwerking Tareas Spaans 3. Qué has hecho hoy?

SPAANS LES 3 Español

GRAMMATICA OEFENSTENCILS DEEL A (WERKWOORDEN)

SPAANS LES 11 Español

Zakelijke correspondentie Brief

Wonen. In deze les leert u

Reizen De weg vinden De weg vinden - Locatie Spaans Nederlands Ik ben de weg kwijt. Kunt me op de kaart aanwijzen waar het is? Waar kan ik vinden?

diez Iedereen kan Spaans leren Desea algo más? ZIEN EN BEGRIJPEN Taalcursus Spaans Voor beginners

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Om de weg naar je accommodatie vragen

Magie en musica kleur en zweet. Zingen, lachen en huilen: ze vermengen meng hun dromen meng pijn en vreugde houd van het leven!

Het Zinnenboek Spaans

oferta De appels zijn in de a. Ze zijn vandaag extra goedkoop. de arm brazo Ik kan vandaag niet zo goed schrijven, want ik heb pijn in mijn a.

Reizen De weg vinden De weg vinden - Locatie Nederlands Spaans Estoy perdido. Me puede mostrar su ubicación en el mapa? En dónde puedo encontrar?

Immigratie Studeren. Studeren - Universiteit. Me gustaría matricularme en la universidad. Aangeven dat u zich wilt inschrijven

Op het potje Al bacín

SPAANS LES 9 Español

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Om de weg naar je accommodatie vragen

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Om de weg naar je accommodatie vragen

bab.la Uitdrukkingen: Persoonlijke correspondentie Gelukwensen Spaans-Nederlands

Schloss Neuschwanstein Füssen

Persoonlijke correspondentie Brief

Persoonlijke correspondentie Brief

Reizen Gezondheid. Gezondheid - Noodgeval. Gezondheid - Bij de dokter. Necesito ir al hospital. Zeggen dat je naar het ziekenhuis moet. Me siento mal.

HLZ Toetsweek Klas V2A, V2B & V2C

Reizen Gezondheid. Gezondheid - Noodgeval. Gezondheid - Bij de dokter. Zeggen dat je naar het ziekenhuis moet. Om ogenblikkelijke medische hulp vragen

Titel van deze les: Leren kun je leren

Bijlage 3. Handleiding video Dynamica 2. Een kijkje in klas 4, 5 en 6 van het Colégio Maaswaal!

HANDLEIDING DEEL 2 hoofdstuk 4 t/m 6

Los verbos regulares (De regelmatige werkwoorden) Antwoorden van Lección 2: Ejercicio 2A:

at zijn Qué es la tecnología Qué es la tecnol connected lif onnected Lif? ts? ts?

Reizen Uit Eten. Uit Eten - Bij de ingang. Uit Eten - Eten bestellen

Maart is een rustige maand. Buiten de vaste waarde van carnaval houden alle takken hun eigen vergaderingen op zaterdag achternoen!!!

cantar cocinar coleccionar novela sello ver casa cero cincuenta cine colección comida contar general gol guerra guitarra jamón jefe la jefa joven

Reizen Gezondheid. Gezondheid - Noodgeval. Gezondheid - Bij de dokter. Zeggen dat je naar het ziekenhuis moet. Om ogenblikkelijke medische hulp vragen

Reizen Gezondheid. Gezondheid - Noodgeval. Gezondheid - Bij de dokter. Zeggen dat je naar het ziekenhuis moet. Om ogenblikkelijke medische hulp vragen

Reizen Uit Eten. Uit Eten - Bij de ingang. Uit Eten - Eten bestellen

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

HLZ Toetsweek klas V2A, V2B en V2C

Nederlands in 4 weken week 1 jsp-taligen.indd :26:18

Villa La Huerta. Samenvatting. Beschrijving. Kaart

Immigratie Studeren. Studeren - Universiteit. Aangeven dat u zich wilt inschrijven. Verklaren dat u graag wilt inschrijven voor een cursus.

Minigramática página 1

Immigratie Studeren. Studeren - Universiteit. Aangeven dat u zich wilt inschrijven. Verklaren dat u graag wilt inschrijven voor een cursus.

Serie de publicaciones - Serie-overzicht

Immigratie Documenten

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1995 Nr. 241

Zakelijke correspondentie Brief

Zakelijke correspondentie Brief

Inleiding!...!i! Les!1:!Welkom!...!1! Inleiding!...!1! De!uitspraak!...!1! Klemtoon!...!2! Dubbele!medeklinkers!...!3! Oefeningen!...!3!

Spaans voor Dummies. 2e editie. Susana Wald. Redactie 2e editie Lucas Langendorff

Manual de instrucciones Gebruiksaanwijzing

Spaans voor zelfstudie

Dos cervezas por favor. Donde está el supermercado? Ga je op vakantie naar Spanje maar weet je niet wat deze zinnen betekenen?

Instaptoets. Opgaven. 1. En un viaje. 4. En un hotel. Hola, cómo? Ernesto, y tú? Perdón, ustedes francés? No, sólo inglés.

Viajar Salir a comer. Salir a comer - En la entrada. Salir a comer - Ordenar comida

Transcriptie:

SUBJUNTIVO 1. Beantwoord de volgende vragen (op je eigen blad) 1. Hoe vorm je de subjuntivo? 2. Welke personen hebben dezelfde uitgang? 3. Is deze vorm goed? puedamos? 4. Welke schrijfverandering krijgen werkwoorden op: a. car > b. zar > c. gar > 5. Wat is de 1e persoon Subjuntivo van a. Estar b. Haber c. Ir d. Saber e. Ser f. Dar 2. Geef de subjuntivo vorm in de aangegeven personen: A. Yo + Nos 1. hablar 2. estudiar 3. leer 4. comer 5. beber 6. trabajar 7. limpiar 8. escribir 9. recibir 10. vender B. Tú + vos. 1. empezar 2. salir 3. decir 4. hacer 5. oír 6. encontrar 7. venir 8. poder 9. conocer 10. vivir C. Ud-ellos 1. ir 2. ser 3. estar 4. llegar 5. jugar 6. recoger 7. pedir 8. saber 9. traducir 10. aparcar 3. Gebruik van de subjuntivo: Als er in de hoofdzin een soort wil/gebod staat, gebruik je in de bijzin een subjuntivo. Geef de vertaling van onderstaande werkwoorden: bijv. aconsejar= aanraden... 1. desear 2. decir 3. exigir 4. impedir 5. dejar/permitir 6. pedir/suplicar/rogar 7. prohibir 8. querer 9. mandar/ordenar/obligar 10. recomendar

4. Maak (volgens het voorbeeld) de volgende zinnen: voorbeeld: comprar el cuadro ik wil, dat... usted compre el cuadro- Zet het tweede deel dus in het Spaans. 1. Alquilar el piso Jij wilt dat jullie 2. Quedarse en casa Zij willen dat hij 3. Pasar por Sevilla Ik wil dat u (mv) 4. Cerrar la ventana Jullie willen dat wij 5. Poder ir al cine U wil dat ik 6. Esperar a Paco Zij willen dat ik 7. Llamar al jefe Ik wil dat jullie 8. Escribir una carta Zij wil dat wij 9. Empezar a tiempo Jij wilt dat hij 10. Tocar el piano Jullie willen dat ik 5. a. Ook zinnen met een gevoel in de hoofdzin krijgen een subjuntivo en de bijzin: Zet het werkwoord in de juiste persoonsvorm in de subjuntivo: 1. Me gusta que (hij komt) a las cuatro. 2. Me alegro de que no (het regent) hoy. 3. Qué pena que Juan (heeft) mucho dolor. 4. Es terrible que (jullie schreeuwen) tanto. 5. Me sorprende que (is) buen tiempo. b. En ná bepaalde voegwoorden komt er ook een subjuntivo: Geef de vertaling van onderstaande woorden: 1. para que 2. de modo que 3. antes de que 4. sin que 5. después de que 6. Zie tekeningen 1 t/m 16 op volgende bladen. a. Vertaal de zinnen onder de tekeningen. b. Geef steeds aan wát de subjuntivo is.

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.

11. 12. 13. 14. 15. 16. Als je klaar bent met het eerste deel van 6, beantwoord dan de volgende vragen: Wat is in het Spaans: 1. bevelen 2. verzoeken 3. aanraden 4. verhinderen 5. verbieden

7. Als de bijzin een voorwaarde inhoudt, krijg je daar ook een subjuntivo. Maak deze (lastige,dus denkwerk) oefening af volgens het voorbeeld: a. Buscamos una casa. La casa debe estar cerca del centro (= moet zijn) b. Buscamos una casa que esté cerca del centro. 1. Se busca ingeniero de telecomunicaciones. Debe saber hablar inglés. 2. Quiere vivir en una gran ciudad. La ciudad debe tener un buen aeropuerto. 3. Necesitamos una secretaria. Debe trabajar eficazmente. 4. Aconséjeme un perfume. El perfume no debe ser muy fuerte. 5. Ellos buscan un abogado. El abogado debe defender bien a sus clientes. 6. Solicitaré una beca. La beca debe permitirme vivir sin problemas. 7. Deseamos un coche. El coche no debe gastar mucha gasolina. 8. Recomiéndame unas revistas. Las revistas deben ser interesantes. 9. Quiero un jersey. El jersey debe ir con esta falda. 10. Esta empresa necesita empleados. Estos empleados deben estar dispuestos a viajar continuamente. 8. Natuurlijk heeft het onzekere zoals es posible ook de subjuntivo. Maak zelf de zinnen (als het voorbeeld) af. Let op: het is vraag + antwoord.(let op ww!) Voorbeeld: Se siente discriminado en la sociedad? Es posible Es posible que se sienta discriminado. 1. Hará mañana buen tiempo? Es posible 2. Acertaremos las quinielas? 3. Viajará usted el mes próximo? 4. Terminará Carlos la tesis el año que viene? 5. Os casaréis pronto? 6. Podrás venir mañana? 7. Resolverás pronto el problema? 8. Nos volveremos a ver? 9. Encontrará Pedro el camino? 10. Se divertirán ellos in la fiesta? 9. Goed lezen en beantwoord de vragen 1 + 2. 9.1 1. Wat wenst Juan zijn vrienden? 2. Heeft hij al lang niet geschreven? 3. Wat is de hoofdreden dat hij schrijft? 4. Waar moet het hotel liggen? 5. Is de prijs van het hotel belangrijk? 6. Waarom moet Juan een tijd naar het buitenland? 7. Vond Juan het idee om in het buitenland te werken prettig? 8. Waar is Juan blij om?

9.2 Haal alle subjuntivovormen eruit (nummer de regel) en zeg waarom je een subjuntivo moet gebruiken. Voorbeeld: regel 1: estéis espero que (ik hoop dat...) enz.

10. Kijk naar het voorbeeld. Begin alle zinnen met de ontkennende vorm van querer (maar let op de juiste persoon!) Dus: Mijn ouders willen niet dat ik... enz. (maar dan in het Spaans natuurlijk). 1. Mi madre no quiere que yo lo visite ahora. 2. invitar a Ana (mijn ouders /ik ) 3. llamar a los Gómez (Tania /jullie ) 4. comer las gambas (ik / zij (mv) ) 5. escribir la carta (Paco.../ jullie ) 6. beber vino (zij /hij ) 7. contar el chiste verde (wij.../jullie...) 8. darle un beso (ik.../hij...) 9. ir al cine (zij.../wij...) 10. salir con nosotros (jullie.../wij...) 11. ponerse el vestido/traje nuevo (ik.../jij...) 12. traer las fotos (zij (mv).../ik...) 11. Kies uit de volgende woorden en vul ze op de juiste plaats in: Volver Tomar fotos Ir a la playa Ver la película Estar en la terraza. 1. Marina, te recomiendo que. Es muy buena. 2. Qué agradable su visita, señora Domínguez! Espero que usted pronto. 3. Niños, no quiero que con las bicicletas. 4. El médico me aconseja que a tomar el sol. 5. Creo que es una zona militar. Por eso no permiten que los turistas. Begin zo: Ik zoek een huis dat modern is... dat een garage heeft... dat geschikt is voor vier personen. Enz. 12 Wanneer (als)... + toekomst (straks, later, zometeen) subjuntivo. Wat zou de vertaling zijn...: Paco: Als ik (later) groot ben, ga ik met je trouwen. Paca: Als ik (straks) naar huis ga, vertel ik het mijn moeder. Paco: Als je vader (straks) thuiskomt, moet je me opbellen. Paca: Als ik 20 jaar ben wil ík misschien niet met jóu trouwen.