3.1 Energie. 3.2 Kenmerken chemische reactie

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Chemie Overal 3 havo

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3

Samenvatting Scheikunde H3 Reacties

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019)

Aantekening Scheikunde Chemie Overal

Hoofdstuk 5. Reacties en energie. J.A.W. Faes (2019)

5 Formules en reactievergelijkingen

Module 8 Chemisch Rekenen aan reacties

Onderwerp: Onderzoek doen Kerndoel(en): 28 Leerdoel(en): - Onderzoek doen aan de hand van onderzoeksvragen - Uitkomsten van onderzoek presenteren.

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6 en 8

6.9. Boekverslag door G woorden 13 december keer beoordeeld. Scheikunde

Hoofdstuk 3-5. Reacties. Klas

SCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

SCHEIKUNDE. Hoofdstuk 9

SCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE

1) Stoffen, moleculen en atomen

Scheidingsmethoden methode principe voorbeeld. destilleren verschil in kookpunt wijn whiskey. filtreren verschil in deeltjesgrootte koffie

Oefenvragen Hoofdstuk 4 Chemische reacties antwoorden

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2

Oefenvragen Hoofdstuk 5 Reacties en energie antwoorden. Vraag 1 Geef bij iedere blusmethode aan, welk onderdeel van de branddriehoek wordt weggenomen.

Aluminium reageert met zuurstof tot aluminiumoxide. Geeft het reactieschema van deze reactie.

Scheikundige begrippen

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4

4 Verbranding. Bij gele vlammen ontstaat roet (4.1)

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 & 5.

Reactievergelijkingen

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen

5-1 Moleculen en atomen

Opgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M

In een reactieschema staan de beginstoffen en de reactieproducten van een chemische reactie.

Rekenen aan reacties 2. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

Een ei wordt tijdens het bakken verhit. Er moet constant warmte toegevoegd worden, deze reactie is daarom endotherm.

Proef Scheikunde Proeven

07 MOLECUULFORMULES & CHEMISCHE BINDINGEN PROCESTECHNIEK

Vorming van niet-metaaloxiden

Samenvatting Scheikunde Samenvatting hoofdstuk 2, Nova Scheikunde klas 3

SCHEIKUNDE VWO 4 MOLBEREKENINGEN ANTW.

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Scheikunde Samenvatting H4 t/m H6

Curie Hoofdstuk 6 HAVO 4

7. Chemische reacties

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Eindexamen scheikunde havo 2001-II

Hoofdstuk 2: Kenmerken van reacties

Rekenen aan reacties (de mol)

Een mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken

Reacties met koper 4.1 (1)

Het smelten van tin is géén reactie.

SAMENVATTING H1-H5. [Chemie Overal 3 VWO]

Natuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen.

Scheikunde Samenvatting H4+H5

H7 werken met stoffen

Aardolie is een zwart, stroperig mengsel van heel veel stoffen, wat door middel van een bepaalde scheidingsmethode in zeven fracties gescheiden wordt.

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Een reactie blijkt bij verdubbeling van alle concentraties 8 maal zo snel te verlopen. Van welke orde zou deze reactie zijn?

Eindexamen scheikunde havo 2006-II

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Extra oefenopgaven H4 [rekenen met: vormingswarmte, reactiewarmte, rendement, reactiesnelheid, botsende-deeltjesmodel]

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2, Paragraaf 1, 2 en 3

Chemie 4: Atoommodellen

Samenvatting 3.1, 3.2 en 3.3 (2)

a. Beschrijf deze reactie met een vergelijking. In het artikel is sprake van terugwinning van zwavel in zuivere vorm.

14 DE ATOOMTHEORIE VAN DALTON PROCESTECHNIEK

Hoofdstuk 6: Moleculen en Atomen 6.1) (1) Moleculen ( ( 6.1) Atomen ( ( 6.2) Rekenen aan reacties ( ( 6.3) Molecuulformules ( (

5 a de gele vlam wappert, is minder heet en geeft roet af b vlak boven de kern c met de gasregelknop d de brander is dan moeilijk aan te steken

Hoofdstuk 5 Reac/esnelheid en evenwichten

Rekenen aan reacties 3. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week

1 Algemene begrippen. THERMOCHEMIE p. 1

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media

Eindexamen scheikunde havo 2002-I

Samenvatting scheikunde hoofdstuk 1 stoffen 1 tm 7 (hele hoofdstuk) + aantekeningen h3a 1.2 veilig onderzoeken Veiligheidsregels

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 6 en 7

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2

- G) - Correctievoorschrift LBO-MAVO-D. ::s ~

Eindexamen scheikunde havo 2002-II

Eindexamen natuurkunde/scheikunde 2 vmbo gl/tl II

Eindexamen scheikunde havo 2007-I

Scheikunde leerjaar 2

Rekenen aan reacties. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week

7,2. Samenvatting door P woorden 3 maart keer beoordeeld. Samenvatting. Scheikunde. hoofdstuk 1 1.1

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

Samenvatting scheikunde Hoofdstuk 4 + 5

Samenvatting Scheikunde Alle hoofdstukken en begrippen

Eindexamen scheikunde havo 2007-II

woensdag 14 december :06:43 Midden-Europese standaardtijd

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 6

De ontbrandingstemperatuur is de laagste temperatuur waarbij een stof gaat branden

Examen VWO. Scheikunde (oude stijl)

De meeste verbrandingsproducten zie en ruik je niet. Maar je kunt ze wel aantonen met een zogeheten reagens.

Eindexamen scheikunde havo 2003-II

2oOO. -Cl) "'C Gl. 1< Onderwijs. > Beroeps. - Correctievoorschrift VBO-MAVO-C. ::a "'C ::;, Voorbereidend. Onderwijs. Tijdvak 1.

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3

Eindexamen scheikunde havo 2008-I

Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 2

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Toets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. ijzeroxide 1 III 1

Transcriptie:

3.1 Energie Wat is energie? Energie voorziening Fossiele brandstof verbranden Co2 komt vrij slecht voor het broeikaseffect Windmolen park Zonnepanelen Energie is iets wat nodig is voor een verbrandingsreactie en wat vrij KAN komen bij een normale reactie. 3.2 Kenmerken chemische reactie Iets is een reactie wanneer er minimaal 2 (begin)stoffen veranderen in 1 of meer andere (eind)stoffen. Energie wat vrijkomt kan ook licht of warmte zijn. De stofeigenschappen veranderen tijdens een chemische reactie. Bij een faseverandering blijven de stofeigenschappen gelijk en is dus geen reactie Beginstoffen eindproduct(en) Als er warmte vrijkomt is het een exotherme reactie Als er warmte nodig is om een reactie te laten verlopen denk aan een verbrandingsreactie dan is het een endotherme reactie. 3.3 Reactieomstandigheden Reactieomstandigheden Reactietemperatuur De minimale temperatuur die nodig is om een chemische reactie te laten plaatsvinden. Factoren die invloed hebben op de reactiesnelheid De beginstoffen De verdelingsgraad van de beginstoffen (poeder of een blok bijv.) Hoe groter de concentratie des te sneller de reactie De temperatuur hoe hoger de temperatuur des te sneller de reactie Een hulpstof (katalysator) 1

Wet behoud van massa / wet van lavoisier De massa van de beginstoffen zijn even groot als de massa van de eindproducten. Beginstoffen = eindproducten Reactieschema Een chemische reactie is weer te geven in een reacteischema Beginstoffen eindproducten Faseaanduidingen! In namen (geen formules) Bijv. koolstof (s) + zuurstof (g) koolstofdioxide (g) Wanneer stopt een reactie? Een reactie stopt wanneer één van de beginstoffen volledig gereageerd is. Wat overblijft is de overmaat. 3.4 Formuletaal Je kan aan de hand van een molecuultekening een formule opstellen door alle moleculen te tellen en te benoemen en dan in de goede volgorde te plaatsen. Een formule bestaat uit 3 delen Symbool (welk element is het) Index (hoe vaak komt dat element voor Coëfficiënt (staat aan het begin van elke formule en geeft aan hoe vaak het element aanwezig is.) C= Coëfficient Symbool= Symbool I= Index C Symbool 2 H O i 2 2

Voorbeeld van een formule 2H2O De elementen zijn H en O H = waterstof O= zuurstof Je hebt 2 waterstof moleculen omdat er een kleine 2 naast de H staat Je hebt 2 water (H2O) moleculen omdat er een 2 voor de formule staat. Molecuulformules Element stof die bestaat uit één atoomsoort Één atomige moleculen bijv. au, na, Twee atomige moleculen H2, O2, Cl2, Br2, I2, N2, F2 Cl. Br I N H O F (Cl. Brinhof ezelsbruggetje alle twee atomige moleculen) 3.5 Reactieschema vergelijking Een reactievergelijking is bijna hetzelfde als een reactieschema het verschil is dat een vergelijking kloppend is en het in formules is. Vb. 2H2 (g) + O2 (g) 2H2O (l) 3.6 Verbrandingsreacties Als door verbranding een stof met zuurstof reageert heb je het over een verbrandingsreactie, vaak zijn hier vuurverschijnselen bij. 3 Voorwaarden voor een verbrandingsreactie zijn: 1. Brandbare stof is aanwezig 2. Voldoende zuurstof aanwezig 3. Ontbrandingstemperatuur is bereikt Bij zo n reactie komt warmte vrij, het is dus een exotherme reactie. Voorbeelden van vuurverschijnselen zijn Vonken vlammen 3

O.a. eiindproducten van een onvolledige verbranding zijn: Rook As Verbranden elementen Een ander eindproduct van een verbranding is een oxide, een verbinding van een stof en zuurstof die is ontstaan door verbranding. Verbranden verbindingen Bij het verbranden van verbindingen van oxides krijgen alle beginstoffen hun eigen oxides. Uitgezonderd zuurstof. Onvolledige verbranding Dit ontstaat wanneer er te weinig zuurstof is toegevoegd. Een voorbeeld hiervan is koolstofmonoxide. Dit ontstaat waneer C(roet) en CO2 met elkaar kunnen reageren. Deze stof kan dodelijk zijn. Oxides die ontstaan door verbranding Brandstof Onvolledige verbranding Volledige verbranding C C (roet) of Co Co2 H H2O H2O N No of N2 No2 S So So2 4

Reagentia Hiermee kan je aantonen dat een bepaalde stof aanwezig is. De kleur van de stof verandert als er een kleine hoeveelheid van de aantoonbare stof aanwezig is. 2 Voorwaarden: Selectief: alleen bij die stof verandert de kleur Gevoelig: als er een hele kleine hoeveelheid van de aantoonbare stof aanwezig is verandert de kleur al. Voorbeelden van die aantoonbare stoffen. Wit kopersulfaat reageert met water kleur= blauw Kalkwater (helder kleurloze vloeistof) reageert met Co2 kleur= witte suspensie Broomwater (heldere geelbruine vloeistof) reageert met So2 kleur= heldere bruine vloeistof Factoren die invloed hebben op de verbrandingsreactie Zie paragraaf 3.3 Factoren die invloed hebben op reactiesnelheid omdat deze namelijk hetzelfde zijn. Kans op explosie is het hoogst als gasvormige brandstof in de juiste verhouding vermengd is met O2. Paragraaf 3.7 Rekenen met massaverhoudingen De massa eenheid van atomen is u (unit). 1u= 1,67 x 10^ 24. 1 gram= 6,022 x 10^23 u. Massaverhouding Je hebt de verhouding van moleculen en atomen. Bijvoorbeeld: Fe (s) + S (l) FeS (s) 1 ijzer : 1 zwavel : zwavelsulfide Je weet niet hoeveel atomen met elkaar reageren in welke verhouding maar wel hoeveel moleuculen met elkaar reageren in welke verhouding. 5

Om dat te bepalen bereken je de atoom massa van elk element, dan weet je de atoom massa. De massa van elk atoom staat in het periodiek systeem bij het symbool. De plaats is verschillend bij elk periodiek systeem. Om dit te vinden kan je aanhouden dat H= 1,008. Dan moet je dat getal vinden en die plaats gebruiken. Als je bijv. in Fe (s) + S (l) FeS (s) 55,85 : 32,06 : 87,91 10,00 : B : A A= 10,00 : 55,85 x 32,06= 05,74 B= 10,00 : 55,85 x 87,91= 15,74 Nieuw : oud x verhoudingswaarde van te berekenen stof Overmaat berekenen Als je niet snapt hoe je de overmaat moet berekenen, app me dan even. Leg ik het dan even uit 6