Blaasstenen In overleg met uw uroloog heeft u besloten om de steen/stenen uit uw blaas te laten verwijderen. U krijgt hiervoor binnenkort een opname in het ziekenhuis. Afhankelijk van de soort operatie wordt u twee tot tien dagen opgenomen. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!
Wat zijn blaasstenen? Blaasstenen zijn verkalkingen die ontstaan doordat urinezuur of calcium neerslaat in de blaas. Soms ontstaan blaasstenen in de nier: ze komen dan via de urineleider in de blaas terecht. Kleine stenen kunt u normaal gesproken gemakkelijk uitplassen. Soms gaat dit niet, bijvoorbeeld doordat een vergrote prostaat in de weg zit. Ze kunnen dan groter worden (aangroeien). De grootte van een blaassteen kan variëren van enkele millimeters tot enkele centimeters. Een blaassteen kan ook ontstaan door blaasontstekingen. Blaasstenen komen vooral bij mannen voor. Uw uroloog kijkt of de eventuele oorzaak van uw blaassteen te behandelen is, om de kans op nieuwe blaasstenen te verkleinen. Voorbereiding Als voorbereiding op uw operatie komt u eerst op het opnameplein. U krijgt hier een aantal gesprekken. Doel is dat we een goed beeld van u krijgen voor de operatie. Een gastvrouw/heer brengt u naar verschillende zorgverleners voor een gesprek: Een apothekersassistent neemt met u uw medicijngebruik door. De spreekuurassistent van de anesthesioloog geeft u voorlichting over de operatie en meet onder andere uw bloeddruk. Een anesthesioloog bespreekt met u hoe u wordt verdoofd tijdens de operatie en luistert naar uw hart en longen. De anesthesioloog schat in welke risico s bij u aan de behandeling en de anesthesie zijn verbonden en hoe deze risico s kunnen worden beperkt. In sommige gevallen krijgt u aanvullend onderzoek, zoals bloedonderzoek, een hartfilmpje (ECG), röntgenonderzoek of laat de anesthesioloog een afspraak voor u maken bij bijvoorbeeld een internist of cardioloog. 2 Blaasstenen
De anesthesioloog vertelt u welke medicijnen u op de dag van de behandeling nog mag innemen en met welke medicijnen u van te voren moet stoppen, zoals bloedverdunners (eventueel in overleg met de operateur). Het is belangrijk dat zich houdt aan de voorschriften van de anesthesioloog en de operateur. Een intakeverpleegkundige neemt een vragenlijst over uw gezondheid met u door en informeert u over de voorbereidingen op de operatie. Opname Meestal gaat u naar het ziekenhuis op de dag van de operatie. Soms wordt u een dag eerder opgenomen. Een verpleegkundige brengt u naar de kamer, neemt eventuele bijzonderheden met u door en beantwoordt uw vragen. Als u op de operatiedag wordt opgenomen, is het nodig dat u nuchter bent. Houdt u zich aan de voorschriften van uw anesthesioloog/operateur. Verdoving Voor de ingreep wordt u verdoofd. Er zijn drie soorten verdoving mogelijk: Algehele verdoving. Hiervoor krijgt u een infuus in de arm waardoor u slaapmiddelen krijgt toegediend. Plaatselijke verdoving door middel van een ruggenprik. Alleen uw onderlichaam wordt verdoofd. Combinatie van plaatselijke verdoving met een kortwerkend slaapmiddel dat u via een infuus in de arm krijgt toegediend. De anesthesioloog bespreekt met u welke verdoving voor u geschikt is. 3
De operatie Als de steen niet te groot is (niet groter dan enkele centimeters), kan de operateur deze vergruizen met behulp van een kijkbuisje via de plasbuis en met een laser of speciale tang. Daarna wordt het gruis weggespoeld. Deze ingreep wordt een cystolithotrypsie genoemd. U krijgt tijdens de operatie een blaaskatheter die de dag na de operatie weer wordt verwijderd. Grotere stenen worden via een buikwond verwijderd. U krijgt een snede in de onderbuik. Daarna wordt de blaas geopend, de steen verwijderd en uw blaas weer gesloten. U krijgt vijf tot tien dagen een blaaskatheter om de wond in de blaas te laten genezen. Zonodig krijgt u een wonddrain (een slangetje in de buik wat eventueel wondvocht afvoert). Deze methode wordt sectio alta genoemd. Na de operatie U gaat voor korte tijd naar de uitslaapkamer. Als u weer voldoende bij kennis bent en de controles van bijvoorbeeld bloeddruk en ademhaling in orde zijn, gaat u terug naar de verpleegafdeling. De verpleegkundige belt dan uw eerste contactpersoon (als u dit wenst). Ook krijgt u vanaf de avond van de operatie dagelijks een injectie om trombose te voorkomen. De verpleegkundige vertelt u wanneer u weer mag beginnen met drinken en eten. Wanneer u een operatie via de plasbuis heeft gekregen, verwijdert een verpleegkundige de ochtend na de operatie de blaaskatheter en het infuus. Wanneer het plassen goed gaat, mag u naar huis. Heeft u een buikwond, dan houdt u de blaaskatheter een aantal dagen. Afhankelijk van hoe u zich voelt, bouwt u drinken en eten voorzichtig op. De wonddrain wordt in overleg met de uroloog vanaf de eerste dag na de operatie verwijderd. 4 Blaasstenen
Vanaf de tweede dag na uw operatie wordt de pleister op de buikwond verwijderd of gewisseld. Na het aantal voorgeschreven dagen (dit bepaalt de uroloog) wordt de blaaskatheter verwijderd, zodat u weer zelf kunt plassen. Ter controle maken we eventueel, na een aantal keer plassen, een echo van uw blaas om te kijken of u goed uitplast. U mag in overleg met uw uroloog aan het eind van de middag of de volgende morgen naar huis. Mogelijke complicaties De operatie geeft normale risico s op complicaties van een operatie, zoals nabloeding, infectie (zoals blaasontsteking, wondinfectie) en trombose. Ontslag uit het ziekenhuis Afhankelijk van de soort ingreep mag u de volgende dag of na een aantal dagen naar huis. Meestal duurt de opname twee tot tien dagen. U krijgt een controleafspraak mee voor de uroloog. Leefregels en adviezen Houdt u zich - voor een goed resultaat van de ingreep- aan de volgende leefregels: Als u een operatie via de plasbuis heeft gehad: Drinken: minimaal twee liter vocht per dag. EXTRA drinken is niet van toepassing als u een vochtbeperkt dieet volgt! Rijd de eerste twee weken geen auto. Om verzekeringstechnische redenen wordt autorijden soms afgeraden. Raadpleeg hiervoor eventueel uw verzekeringsmaatschappij. 5
Wanneer u binnen vier weken koorts krijgt (temperatuurverhoging van boven de 38 C) kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met de polikliniek Urologie. Neem buiten kantoortijden en in het weekend contact op met de Spoedeisende Hulp Rijnstate Arnhem. Als u een buikwond heeft, gelden onderstaande leefregels voor de eerste zes weken: Tillen: niet meer dan twee kilo. Drinken: minimaal twee liter vocht per dag. Niet fietsen of intensieve sporten beoefenen. Doe geen zwaar (huishoudelijk) werk zoals ramen zemen, stofzuigen of de tuin spitten. Voorkom persen bij de ontlasting. Gebruik zo nodig een laxerend dieet of neem een laxerend middel. Luister goed naar uw lichaam en bouw uw conditie rustig op. Rijd de eerste twee weken geen auto. Dit om druk op het wondgebied bij plotseling remmen te voorkomen. Om verzekeringstechnische redenen wordt autorijden soms afgeraden. Raadpleeg hiervoor eventueel uw verzekeringsmaatschappij. Wanneer u binnen vier weken koorts krijgt (temperatuurverhoging van boven de 38 C) kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met de polikliniek Urologie. Neem buiten kantoortijden en in het weekend contact op met de Spoedeisende Hulp Rijnstate Arnhem. Na ontslag kan er bloed in uw urine zitten. Dit is normaal en moet geleidelijk minder worden. Het kan ook gebeuren dat uw urine eerst helder is, maar dat u toch ineens bloed gaat plassen. Dit betekent meestal dat er een korstje is losgeschoten. Zolang u kunt blijven plassen, is dit geen reden voor ongerustheid. U moet, totdat de urine weer helder is, goed drinken. Neemt het bloed bij de urine niet af of kunt u niet meer urineren, neem dan tijdens kantooruren contact op met de polikliniek Urologie en buiten kantooruren en in het weekend met de Spoedeisende hulp. 6 Blaasstenen
Vragen Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, bespreek deze dan voor de operatie met uw uroloog of de verpleegkundige. Zij zullen uw vragen graag beantwoorden. Telefoonnummer Polikliniek Urologie Rijnstate Arnhem 088-005 7705 7
Bij Rijnstate kunt u telefonisch en voor de meeste specialismen via www.rijnstate.nl uw afspraak maken. Rijnstate, uw ziekenhuis in de regio Arnhem, Rheden en De Liemers. @rijnstate facebook.com/rijnstate Rijnstate Postbus 9555 6800 TA Arnhem T 088-005 8888 E info@rijnstate.nl www.rijnstate.nl 092516/2015-12 Uitgave: Afdeling Marketing & Communicatie Rijnstate, 2015