Cursus : Judo. Vakgroep BETR, Faculteit LK. Prof. Dr. E. Zinzen Drs. K. Ramon. Eerste Bachelor LO Tweede Bachelor REVAKI

Vergelijkbare documenten
Techniekenboekje. geel-oranje U9

HANDLEIDING GORDELEXAMENS

OEFENPROGRAMMA 5 KYU WIT- GEEL GEEL 1 / 8

EXAMEN LEERSTOF GROEN

EXAMEN LEERSTOF BLAUW

OEFENPROGRAMMA 2 KYU BLAUW 1/35

EXAMEN PROGRAMMA VOOR GOKYU (GELE GORDEL OF 5 de KYU)

Techniekenboekje. geel-oranje-groen U11

Programmaboekje van gele tot en met bruine gordel

EXAMEN LEERSTOF GEEL

EXAMEN LEERSTOF BRUIN

GELE GORDEL 5 DE KYU

Examenprogramma geel (5 e kyu) EXTRA

Techniekenboekje. geel-oranje-groen-blauw U13

EXAMEN LEERSTOF ORANJE

JUDO EXAMENPROGRAMMA

GROENE GORDEL 3 DE KYU

V.J.F. Leerstof voor ZWARTE GORDEL, 1ste Dan.

Samenstelling: Rico Rutten

programma te kennen voor gele gordel

Examenvereisten bij Judoclub leopoldsburg. 4 de Kyu

JUDOCLUB TERVUREN. LESPROGRAMMA GELE GORDEL 5 e kyu (Gokyu) Victor Vandesande, 6 e Dan Hoofdtrainer JC Tervuren,

Techniekenboekje. Geel - Oranje - Groen. Judoclub Hirano Brecht

VZW Judoclub Lokeren Buitenbeentjes. Programma. 1. Ukemi s in trainingsvorm Ushiro ukemi achterwaartse val. Programmaboekje examen / 21

ORANJE GORDEL 4 DE KYU

-14 jaar. EXAMENPROGRAMMA GELE GORDEL 5de kyu

KINDER- en JEUGDPROGRAMMA JUDO -14 JAAR Inleiding.

Fudoshin Zoersel Kapelstraat Zoersel. Judoprogramma

Examenprogramma groene gordel (3 e kyu)

EXAMEN PROGRAMMA VOOR SANKYO (GROENE GORDEL OF 3 de KYU)

JUDOCLUB TERVUREN. LESPROGRAMMA voor ORANJE GORDEL 4 e kyu (Gokyu)

PROGRAMMA JUDO + 14 jaar

KBTS JUDO PROGRAMMA Beste judoka s

Exameneisen Judo Shi-Sei

JUDOCLUB BOECHOUT. Nota: Programma boekjes mogen enkel door de leden van judoclub Boechout gebruikt worden. SHIKYU 1 / 10

Vlaamse Judofederatie Parantee

KBTS JUDO PROGRAMMA GRAADVERHOGINGEN. Beste judoka s

Exameneisen Judo Shi-Sei

LEERLIJN VOOR KYU & DAN GRADEN.

Techniekenboekje. geel-oranje-groen-blauw-bruin +13

4 de Kyu ORANJE. hoofdthema: Worpen. - 4 de Kyu / oranje -

VZW Judoclub Lokeren Buitenbeentjes. Programma : Bijlage

Fudoshin Zoersel Kapelstraat Zoersel. Judoprogramma

JU-JUTSU ZELFVERDEDIGING JEUGD EXAMENPROGRAMMA

Examenprogramma blauwe gordel (2 e kyu)

5 de Kyu GEEL. hoofdthema: Klemmen. - 5 de Kyu / geel -

LEERSTOF ORANJE GORDEL

Gedragscode peter tas en de Vlaamse judofederatie

Wit. Eindterm: eerste gevechtjes in de club

Het NAGE NO KATA is samengesteld uit vijf groepen van telkens drie technieken. Deze groepen zijn uiteraard dezelfde als die van het NAGE WAZA.

Examenboekje. Oefenprogramma Judo. Judoka:... Lidnummer:

Spreekbeurtinformatie en Informatie voor verslagen

Examenprogramma voor dan-graden

LEERSTOF GROENE GORDEL

GELE GORDEL OP... /... /...

Geel en gele wimpel VAL OEFENINGEN: WORPEN : HOUDGREPEN

Te-Waza Armtechnieken Indraai Ippon-seoi-nage Rechts Links R /beweging L /beweging Morote-seoi-nage Rechts Links R /beweging Tai-Otoshi Rechts Links

Spreekbeurtinformatie en Informatie voor verslagen

6 de Kyu. WIT met gele streep. hoofdthema: Bevrijdingen. - 6 de Kyu / wit -

LEERSTOF BLAUWE GORDEL

Judo. De geschiedenis

TECHNISCH TRAINEN UKEMI S. SHISEI: De lichaamshouding

Door de invoeging van de nieuwe leeftijdscategorieën was het noodzakelijk om de leerlijnen te herbekijken.

Judo Examengids Fit & Wellness Center Oosterbeek

Examenprogramma voor dan-graden

VZW Vlaamse Judofederatie

Examenprogramma bruine gordel (1 e kyu)

ashi ashi-gatame ayumi-ashi barai de-ashi-harai revers (kraag van de judogi) onverstoorbare geest ontsnappingstechnieken

Judo regels in begrijpelijke taal

Gedetailleerde uitleg van de nieuwe regelgeving (Versie 14 januari 2018)

JU-JITSU EXAMENPROGRAMMA VOLWASSENEN (+14) VOOR HET BEHALEN VAN EEN GRAAD (van 6 de KYU tot en met 10 de DAN) (volgens boek stijl Tomonokai)

Judo Club Zwijndrecht Examenprogramma

Techniekenboekje. Geel - Oranje - Groen. Judoclub Hirano Brecht

Examenprogramma JC Meeuwen-Gruitrode

VZW Vlaamse Judofederatie

VZW Vlaamse Judofederatie

3 e Kyu Groene band: Valbreken: Ebo no kata. Serie 1 Serie 2. 3 e Kyu Groene Band 1

JU-JUTSU ZELFVERDEDIGING

1eDAN -SHODAN ZWARTE GORDEL

Koshi-Waza Heupworpen Uke-Goshi Kleine heupworp

6,7. Werkstuk door een scholier 2603 woorden 7 juli keer beoordeeld

JUDO WEDSTRIJDREGLEMENT VOOR MENSEN MET EEN BEPERKING

VZW Vlaamse Judofederatie

VZW Vlaamse Judofederatie

EXAMEN PROGRAMMA VOOR IKKYU (BRUINE GORDEL OF 1 de KYU) HARAI-TSURI-KOMI-ASHI (al heffend en trekkend de voet vegen)

Spreekbeurtinformatie en Informatie voor verslagen

Leerstof 1 de kyu. Onder de bevoegdheid van de pedagogische commissie.

Uitleg judowedstrijdregels JBN

Budo Ryu Rotterdam Maté

Met betrekking tot hygiëne van judoka s zijn de volgende punten van belang:

JUDO BOND NEDERLAND JUDO. Vaardigheidseisen Danexamen. opgesteld door de Nationale Graden Commissie Judo (N.G.C.J.)

Japanse (judo)woorden

JUDO BOND NEDERLAND JUDO. Vaardigheidseisen Danexamen. opgesteld door de Nationale Graden Commissie Judo (N.G.C.J.)

EXAMENBOEK JUDO LOSSER. (achtergrondinformatie)

EXAMENBOEK JUDO LOSSER. (achtergrondinformatie)

JUDO BOND NEDERLAND JUDO. Vaardigheidseisen Danexamen. opgesteld door de Nationale Graden Commissie Judo (N.G.C.J.)

JUDO BOND NEDERLAND JUDO. Vaardigheidseisen Danexamen. opgesteld door de Nationale Graden Commissie Judo (N.G.C.J.)

Judo- Jiu-Jitsu -Do ver eniging Budospor t Heer ler baan Pet er Vluggen J udo-, Jiu-J it suler aar B. Naam groep. Exameneisen Jiu Jitsu Budosport 1

Uitleg judowedstrijdregels JBN

Transcriptie:

Cursus : Judo Voor : Eerste Bachelor LO Tweede Bachelor REVAKI Vakgroep BETR, Faculteit LK Prof. Dr. E. Zinzen Drs. K. Ramon

INHOUD Deel 1 : Judo 4 I INLEIDING 5 1) Ontstaan & filosofie 5 2) Betekenis van judo 6 II DE GRADEN 7 1) Leerlinggraden 7 2) Meestergraden 8 III DE GROET 9 IV HET VALBREKEN 10 1) Ushiro Ukemi 11 1.1 Bewegingsbeschrijving 11 1.2 Aanleren van Ushiro Ukemi 11 2) Yoko Ukemi migi/hidari 12 2.1 Bewegingsbeschrijving 12 2.2 Aanleren van Yoko Ukemi (hidari) 12 3) Mae Ukemi 12 3.1 Bewegingsbeschrijving 12 3.2 Aanleren van Mae Ukemi 12 4) Zempo Kaiten 13 4.1 Bewegingsbeschrijving 13 4.2 Aanleren van Zempo Kaiten 14 V TECHNIEK 15 1) Katame Waza 15 1.1 Osae Komi Waza 15 1.1.1.a Kesa Gatame 15 1.1.1.b Kuzere Kesa Gatame 15 1.1.2 Tate Shio Gatame 16 1.1.3 Kami Shio Gatame 16 1.1.4 Yoko Shio Gatame 17 1.2 Kansetsu Waza 17 1.3 Shime Waza 18 2) Nage Waza 19 2.1 Kumi Kata 19

2.2 Indeling van de worpen 20 2.2.1 O Soto Gari 21 2.2.2 Koshi Gruruma 21 2.2.3 Uki Goshi 22 2.2.4 O Uchi Gari 22 VI IETS OVER WEDSTRIJDJUDO 23 1) De gewichtscategorieën 23 1.1 Heren 23 1.2 Dames 23 2) De wedstrijdgordels & -judogis 23 3) De tatami 23 4) De scheidsrechters 23 5) Het puntensysteem 23 5.1 Houdgreep 24 5.2 Judoworp 24 5.3 Opgave van de tegenstrever 24 5.4 Strafpunten 24 6) Het scorebord 25 7) Enkele ippons in de maak 26 VII WOORDENSCHAT 27 VIII LITERATUUR EN MEER INFO 28 IX EXAMEN 29

I INLEIDING 1) Ontstaan & filosofie Judo is ontstaan uit het Jujutsu. Toch zijn deze twee disciplines totaal verschillend van elkaar. Een groot verschil uit zich al in de doelstellingen. Het doel van Jujutsu is de tegenstander overwinnen. Judo daarentegen is een studie en methode van training voor geest en lichaam, met als voornaamste oefenstof de aanval en verdediging in het gevecht van man tegen man. Ook qua mentaliteit zijn er grote verschillen op te merken. De stichter, Jigoro Kano: judo is het principe van het meest nuttige gebruik van geest en lichaam. judo beoefenen betekent geest en lichaam ontwikkelen door het spel van aanval en verdediging en zodoende zichzelf vervolmaken tot een harmonisch mens om daarmee bij te dragen tot voorspoed voor alle mensen. Meester Jigoro Kano (1860-1938) In Japan, waar het Kodokan Judo zijn ontstaan kende, worden deze principes hoog in het vaandel gedragen. Het Kodokan International Judo Center is gevestigd in Tokyo. Deze principes werden vertaald in de twee grote formules van Jigoro Kano, de hoofdpijlers waarop judo steunt, namelijk: Seiryoku Zenyo (maximale doeltreffendheid bij een minimum van inspanning) Jita Kyoei (voorspoed en algemeen welzijn) 4/28

2) Betekenis Ju betekent soepel, mee- of toegeven (om te overwinnen) Do betekent weg of principe Judo betekent dus letterlijk zachte (in de betekenis van soepel) weg. Het middel hiertoe is de maximale doeltreffendheid van geest en lichaam. Dit is het fundamentele beginsel voor alle technieken van het echte judogevecht, waarbij elk begrip van overwinning en nederlaag is voorbijgestreefd. Het beoogt eveneens de ontwikkeling van het lichaam (lichamelijke opvoeding), alsook de geestelijke opvoeding door middel van studie en karaktervorming. Daarnaast is het een manier van eten, kleden, wonen en omgang met mensen. Het is een levenskunst. De doelen van het judo zijn voorspoed, algemeen welzijn, wederzijdse meegaandheid en hulpvaardigheid. Judo betekent dus: - door eigen vervolmaking de gemeenschap verrijken & - wederzijdse meegaandheid (soepelheid) is de weg naar voorspoed voor alle mensen. ju & do 5/28

II DE GRADEN Er zijn twee soorten graden, nl de Kyu - graden = leerlinggraden en de Dan - graden = meestergraden 1) Leerlinggraden (Kyu) 6de Kyu rokyu witte gordel 5de Kyu gokyu gele gordel 4de Kyu yonkyu oranje gordel 9 jaar worden in het lopende kalenderjaar 3de Kyu sankyu groene gordel 11 jaar worden in het lopende kalenderjaar 2de Kyu ninkyu blauwe gordel 13 jaar worden in het lopende kalenderjaar 1ste Kyu ikkyu bruine gordel 15 jaar worden in het lopende kalenderjaar Bij leerlingen (wit tot en met blauwe gordel) ziet men op de gordel soms gekleurde (- 15 jaar) of zwarte (+15 jarigen) streepjes. Deze duiden op de vorderingen die de judoka gemaakt heeft als witte, gele,oranje, groene of blauwe band. De gekleurde streepjes hebben dezelfde kleur als de volgende te behalen graad. Om zo n streepje te bekomen moet men een kleine test afleggen over een deel van de te kennen oefenstof voor de volgende graad. De bedoeling van dit systeem is ervoor te zorgen dat de judoka beter voorbereid wordt op het examen voor de volgende graad. Om een volgende graad te behalen moet men eerst en vooral over de nodige aanwezigheden beschikken om te mogen deelnemen aan het examen. Ten tweede moet men de vijf gekleurde of drie zwarte streepjes behaald hebben. Uiteindelijk wordt het examen afgenomen over de volledige te kennen stof. Deze bestaat uit alle technieken die verondersteld worden gekend te zijn door een judoka met zijn huidige graad met daarbovenop de nieuwe oefenstof voor de volgende graad (cfr. Het programma voorzien door de Vlaamse Judofederatie (VJF)). Alle examens tot en met 1ste Kyu of bruine gordel worden afgenomen door de hoofdtrainer in de eigen club. In Japan blijft men witte gordel tot en met 2de Kyu. Het systeem met de gekleurde gordels is ginds niet van toepassing is. Leerlingen dragen dus enkel de witte of bruine band. 6/28

2) Meestergraden (DAN) 1ste Dan shodan zwarte gordel 2de Dan nidan zwarte gordel 3de Dan sandan zwarte gordel 4de Dan yodan zwarte gordel 5de Dan godan zwarte gordel 6de Dan rokudan zwarte of rood/wit geblokte gordel 7de Dan shichidan zwarte of rood/wit geblokte gordel 8 ste Dan hachidan zwarte of rood/wit geblokte gordel 9 de Dan kudan zwarte of rode gordel 10 de Dan judan zwarte of rode gordel Om de fel beheerde zwarte band (en dit tot en met 5 de DAN) te behalen (in België) moet men deelnemen aan speciale competities shiai te Zele (thuisbasis van de VJF). Op deze speciaal ingerichte competities moet men tien punten (ippons of waza-ari s) scoren om te mogen deelnemen aan het examen. Op sommige officiële wedstrijden kunnen ook shiai punten verdient worden. Afhankelijk van de leeftijd bestaat de mogelijkheid om een deel of alle shiai punten te vervangen door kennis van extra oefenstof (extra kata s of stijloefeningen). Voor het examen van 6de Dan en hoger moet men wachten op een uitnodiging van de federatie en hoeft men geen shiai meer te doen. 7/28

III DE GROET Vooraleer een judoles begint zitten alle leerlingen in kniezit op een frontrij of op verschillende frontrijen achter elkaar. Tegenover de leerlingen zit de leraar aan de kant van de KAMIZA (dit is de plaats van de godheid, deze bevindt zich rechtover de ingang van de dojo. Op deze plaats wordt ook weleens een foto gehangen van de stichter Jigoro Kano). De hoogste in graad van de leerlingen zit links van de leraar op het einde van de rij. Op teken van de leraar zal deze laatste rei roepen waarop iedereen samen de geknielde groet uitvoert. Indien er meerdere leraars zijn zit de hoogste in graad aan de linkerzijde (dus net omgekeerd als bij de leerlingen). Indien er bezoekers of genodigden zijn in de club worden deze aan de linkerzijde van de leraars geplaatst. Deze zijde van de zaal wordt ook de JOSEKI genoemd. Dit is ook de plaats waar de jury zal zetelen bij examens van de kata s (stijloefeningen) Leraar hoogste in graad Leerling hoogste in graad Zijde van de JOSEKI Zijde van de Kamiza Het groeten is een vorm van beleefdheid. Het is een teken van eerbied tegenover de tegenstrever, trainer, partner, met wie men dezelfde sport op éénzelfde respectvolle manier wil gaan beoefenen. Wanneer een judoka de mat wil betreden of verlaten moet hij groeten aan de rand van de tatami. Het groeten is tevens de eerste inleiding tot de oefeningen. Een oefening start en eindigt met de groet. Dus twee judoka s die samen gaan oefenen, groeten elkaar. 8/28

Ritsurei (rechtstaande groet) Zarei (geknielde groet) Ritsurei : basishouding : voeten zijn aangesloten, handen langzij groet : een lichte voorwaartse buiging waarbij de handen voorwaarts op de dijen komen waarna men terugkomt tot de basishouding Zarei : vanuit stand naar zit : eerst linkerbeen dan rechts basishouding : kniezit, rechter dikke teen over linker, handen op dijen (ellebogen open) groet : voorwaartse buiging, handen op tatami net voor u : vingers wijzen naar elkaar en hoofd in neutrale positie (dus niet inplooien) waarna men terugkomt tot de basishouding rechtstaan : eerst tot hoge kniezit komen met tenen in de mat plaatsen : eerst rechterbeen, dan links. IV HET VALBREKEN Het valbreken is van uitzonderlijk belang in judo. Het is een vereiste om deze bewegingen te beheersen indien men op een veilige manier judo wil beoefenen. Het is dan ook noodzakelijk dat in elke judoles de nodige aandacht besteed wordt aan valtechnieken. Dit gebeurt meestal vlak na of tijdens de opwarming. Er bestaan vier verschillende manieren om de val te breken, namelijk de achterwaartse, de zijwaartse, de voorwaartse val of plankval en de voorwaartse rol. 9/28

1) Ushiro Ukemi (rugwaarts valbreken) 1.1 Bewegingsbeschrijving: Strstd./ Knn. bg., zitvl. achter Hln. pl., Bn gestr. verticaal hff., afkloppen met gestr. An op 45 v/h Lich. zr dat Hfd mat raakt 1.2 Aanleren van ushiro ukemi: 3 klimmingen klimming 1: ruglg. op tatami, Hfd. geh./ An. opw. hff. en krachtig afw slaan op tatami (An 45 tov lich.) met gestr. Vgrs. klimming 2: hurkz, Kin tg Bst./ raakt rugl. Afrollen en terug tot hurkz. zr dat Hfd mat klimming 3: id klimming 2 met afslaan op 45 10/28

2) Yoko Ukemi migi/hidari (zijwaartse valbreken rechts/links) 2.1 Bewegingsbeschrijving (linkse uitvoering): Strstd./ l. B. voor r. B. schuiven terwijl r. B. bg., l. A. voor Lich. naar r. zw., zitvl. naast r. Vt. pl., afrollen & afslaan met l. H., beide Bn. gestr. hff., eindigen met r. H. op Dij rustend, r.vt.-zool plat op mat & l. Vt. met laterale Zij. tg mat, Hfd. hff. 2.2 Aanleren yoko ukemi (zowel linkse als rechtse uitvoering): 3 klimmingen klimming 1: strzit/ zijw. afrol. met afklop. op 45 klimming 2: hurkstd./ zitvl. naast r. (l.) Vt. pl., zijw. afrol. klimming 3: hurkstd. l. (r.) B. gestr. voorw., l. H. horiz. zijw./ l. A. afw. zw. met B. zijl. meenemen, afrol. tot zijlg. met afklop. 3) Mae Ukemi (voorwaartse val of plankval) 3.1 Bewegingsbeschrijving: Strstd./ gestr. voorw. vallen, afrem. door slag met vooran. & Hn., Bk. raakt mat niet 3.2 Aanleren van Mae Ukemi Klimmingen: vanuit Knnstd vanuit hurkstd voorw. duiken Deze valbeweging is van minder belang voor beginnelingen, omdat men bij correct uitgevoerde technieken toch altijd op de rug belandt. Het is dus veel interessanter om de andere valbewegingen eerst aan te leren. Mae Ukemi komt al eens voor op tornooien of randoris, wanneer men wil vermijden dat men op de rug valt. 11/28

4) Zempo Kaiten migi/hidari (voorwaartse rol rechts/links) 4.1 Bewegingsbeschrijving: sprstd. r. Vt voorw./ l. H. op mat pl. met Vgrs voorw., voorw. rol. over r. A., over Rug & l. Hp., afklop. 45 v/h Lich. met l. H., eindigen in zijlg. met r. H. op Dij, r. Vtzl plat op mat, l. Vt. zijl. op mat, Hfd. geh. tot zijlig: (rechtse uitvoering : Zempo Kaiten Migi) tot stand: 12/28

4.2 Aanleren van de beweging: 4 klimmingen klimming 1: bgzit/ rugw. rol. over r.(l.) Sch. tot Knn mat raken en terugker. klimming 2: bgzit/ rugw. rol. over r.(l.) Sch. tot ½ Knnstd. en terugker. klimming 3: ½ Knnstd., l. H. thv r. Vt pl. met Vgrs voorw., r. Elbg. voorw. dr. & r. H. tuss. l. H. & r. Vt pl. met Vgrs rugw./ afduw. met l. Vt., voorw. rol. over r. An over Rug & l. Hp., afklop. 45 v/h Lich. met l. H., eindigen in zijlg. met r. H. op Dij, r. Vtzl plat op mat, l. Vt. zijl. op mat, Hfd. geh. klimming 4: id. vanuit Hrkstd. r. Vt voorw. met Hn gepl. 13/28

V TECHNIEK 1) Katame Waza (controletechnieken) 1.1 Osae komi waza (houdgrepen) Houdgrepen moeten voldoen aan volgende voorwaarden 1) UKE moet met zijn rug, beide schouders of met één van beide schouders in contact zijn met de mat 2) TORI moet controle hebben over UKE, deze controle kan uitgeoefend worden van de zij-, achter- en voorkant van UKE 3) TORI mag zijn been/benen of lichaam niet laten controleren (insluiten) door UKE s benen 4) TORI moet met het bovenste deel van de romp naar de romp van UKE gedraaid zijn. 1.1.1a Kesa gatame (fundamenteel flank houden) TORI omklemt rechterpols van UKE onder de linker oksel en neemt de rechtermouw vast met de linkerhand. TORI komt in spreidzit op de rechterdij tegen de rechterflank van UKE zitten en grijpt met de rechterduim de kraag vast rond het hoofd van UKE. Vervolgens buigt TORI de romp naar voor en trekt met beide handen kraag en mouw naar zich toe. 1.1.1.b Kuzure Kesa gatame (variatie flank houden) Idem Kesa gatame maar de rechterhand neemt de linker schouder van UKE (via de oksel) in controle. De romp wordt iets minder naar voor gehouden. 14/28

1.1.2 Tate Shio gatame (in de lengte/bovenop 4 punten houden) TORI bovenop UKE, beide handen glijden onder de oksels door. De linkerhand grijpt de eigen rechterkraag vast en de rechterhand grijpt met de duim in de kraag van UKE. Het hoofd neigt naar de rechterschouder van UKE toe. Controle van de benen door wegduwen steunbeen van UKE bij poging tot bruggen of door beide voeten tot onder het zitvalk van UKE te brengen 1.1.3 Kami Shiho gatame (langs achter 4 punten houden) TORI achter UKE, beide handen glijden onder de oksels door en grijpen de gordel. Uke wordt met zijn schouders tot tegen de knieën getrokken, Controle met de romp, hoofd Tori (normaliter) zijwaarts op buik UKE. 15/28

1.1.4 Yoko Shiho gatame (zijwaarts 4 punten houden) TORI aan zijkant UKE, linker hand maakt plaats aan de gordel, rechter hand Tori gaat onder verste been UKE (bij een rechtse uitvoering is dit het linker been van UKE) en grijpt de gordel. Goede controle nemen, waarna linker hand Tori in de kraag schuift van UKE. Linker knie Tori (bij een rechtse uitvoering) neemt controle onder de oksel van UKE en de rechter knie net boven de bekkenkam van UKE. 1.2 Kansetsu waza (klemtechnieken; in deze cursus enkel ter informatie) In judo zijn alle mogelijke klemmen verboden, behalve de elleboogklem. Er zijn twee mogelijkheden om een elleboogklem te zetten. - overstrekken van een gestrekte arm & - verdraaien van de elleboog op een geplooide arm Bij het aanzetten van een klem moet TORI er eerst voor zorgen dat hij controle heeft over UKE. Daarnaast is veel zelfbeheersing vereist van TORI, opdat hij op tijd de klem kan lossen om op die manier kwetsuren te voorkomen. UKE moet eveneens zichzelf beveiligen door tijdig af te kloppen (tweemaal op mat, of lidmaat kloppen met hand of voet = opgave). TORI is dan verplicht onmiddellijk te lossen. Op wedstrijd is het eveneens de taak van de scheidsrechter om tijdig in te grijpen. Vb. van een overstrekking van de arm : Juji gatame. 16/28

Vb. van het verdraaien (ook wel oprollen genoemd) van de elleboog op een geplooide arm : ude garami 1.3 Shime waza (wurgingen; in deze cursus enkel ter informatie) Ook bij wurgingen is controle over UKE vereist. Bij afkloppen (overgave) van UKE moet TORI onmiddellijk loslaten. Men onderscheid wurgingen die de luchttoevoer blokkeren en wurgingen die de bloedtoevoer naar de hersenen afsluiten. Een opmerking die hier gemaakt kan worden is dat bij het aanleren van de meeste NE WAZA technieken (technieken op de grond) UKE steeds 1 been geplooid heeft. De oorsprong van deze gewoonte kan men vinden bij de wurgingen. Immers wanneer iemand het bewustzijn verliest zal het lichaam onspannen en het gebogen been dus onderuit schuiven. Naast opgave door afkloppen is dit dan ook een teken voor TORI om de wurging ogenblikkelijk los te laten. Vb. van een wurging op de luchttoevoer : Kataha Jime 17/28

Vb. van een wurging op de bloedtoevoer : (variatie van) Ryote Jime 2) Nage Waza (werptechnieken) 2.1 Kumi kata (manier van vastnemen) Elke randori of wedstrijd start met een gevecht om het vastgrijpen. De kumi kata is essentieel in een rechtstaand gevecht, omdat dit de vertrekbasis is voor de meeste worpen. De fundamentele manier van vasthouden is als volgt: - rechterhand neemt kraag vast ter hoogte van de clavicula - linkerhand neemt mouw vast ter hoogte van de elleboog migi (rechtse uitvoering) hidari (links) Natuurlijk zijn er oneindig veel variaties mogelijk, bv gordel (fig 1), hoog in de kraag (fig 2) of ter hoogte van pols, broek De bedoeling is steeds om tussen beide handen (grip) van TORI een band te creëren waardoor men controle verwerft over UKE. Op wedstrijden werden er beperkingen ingevoerd. Men mag bijvoorbeeld de broek of gordel geen vijf seconden vasthouden zonder een aanval in te zetten. Hetzelfde geldt 18/28

voor het vastnemen met beide handen aan één kant (fig 3). Indien dit toch gebeurt wordt men bestraft, eerst met shido1, vervolgens met shido2, dan shido3 en uiteindelijk hansoku make (uitsluiting; zie ook verder in de cursus bij scores) Opgelet: deze regels gelden enkel voor het rechtstaand gevecht. fig 1 fig 2 fig 3 Op school kan men meestal geen gebruik maken van een judogi om de partner vast te nemen. Om een worp te oefenen laten we de leerlingen als volgt de basis kumi kata nemen : de rechter hand grijpt de linker schouder en de linker hand het ellebooggewricht of bovenarm van de partner. 2.2 Indeling van de werptechnieken Tachi Waza (staande worpen) - Ashi waza (beentechnieken) - Koshi waza (heuptechnieken) - Te waza (handtechnieken) Sutemi Waza (opofferingsworpen) - Mae sutemi waza (voorwaartse) - Yoko sutemi waza (zijwaartse) 19/28

2.2.1 O soto gari (grote buitenwaartse beenveeg = beentechniek) Linker voet plaatsen naast rechter voet partner (een goede voetbreedte tussen), eigen evenwicht rechtboven linker been brengen, partner naar je toe brengen door armen te plooien tot contact met schouders tot aan knie (het evenwicht van je partner komt hierdoor op zijn rechter been te liggen), rechter been voor opzwaaien, veegbeweging bestaat uit het samen naar achter zwaaien van het rechter been en het voorwaarts zwaaien van de romp. Zie ook filmpje op Pointcarré. uitvoering 1 uitvoering 2 2.2.2. Koshi guruma (heup rad) Partner voorwaarts uit evenwicht brengen, rechter voet plaatsen op ongeveer 20 cm voor de partner en iets binnen, arm schuift in de nek en hand blijft gestrekt (zelfde beweging als voorwaartse val), linker been bijplaatsen zodat je met rug naar partner staat, bekken draait iets voorbij partner en benen geplooid, door een draaibeweging met de arm en romp de partner over de rug laten draaien zonder de benen te strekken! Zie ook filmpje op Pointcarré. 20/28

2.2.3. Uki goshi (drijvende heup) Partner voorwaarts uit evenwicht brengen, rechter voet voor de voet van de partner brengen, tenen 45 gedraaid tov van deze van de partner, rechter arm op de gordel op de rug van de partner plaatsen, linker been beetje bij plaatsen (positie blijft 45 tov van de partner), arm die op de rug van partner ligt aantrekken zodat partner tegen jou komt, draaibeweging door linker hand te laten trekken aan mouw (ongeveer een horizontale beweging) en deze draaibeweging ondersteunen met de rechter hand. Partner bij val ophouden met linker hand. Zie ook filmpje op Pointcarré. 2.2.4. O uchi gari (grote binnenwaartse beenveeg) Partner schuin rechts uit evenwicht brengen door linker voet tussen de beide benen te plaatsen (partner staat het gemakkelijkst in hidari shizen hon tai = linker been voorruit), tegen partner aanlopen en rechter voet thv de Achillespees haken achter de linker voet van de partner, met dit been eerst de benen van de partner spreiden en dan een draaibeweging maken zodat partner schuin naar achter valt. Partner loslaten of mee opvallen (om naar een houdgreep te gaan bvb). Zie ook filmpje op Pointcarré. 21/28

VI IETS OVER WEDSTRIJDJUDO 1) De gewichtscategorieën 1.1 Heren -60 kg -66 kg -73 kg -81 kg -90 kg -100 kg +100 kg 1.2 Dames -48 kg -52 kg -57 kg -63 kg -70 kg -78 kg +78 kg Dit zijn de gewichtscategorieën voor junioren & senioren. Voor kadetten en beloften liggen deze gewichtsklassen anders. 2) De wedstrijdgordels & -judogis Op wedstrijden worden er twee manieren gehanteerd zodat scheidsrechters en publiek de twee judoka s kunnen onderscheiden: door middel van een wedstrijdgordels (rode & witte gordel) De eerste judoka die afgeroepen wordt, draagt de rode gordel bovenop zijn gordel en de tweede doet de witte gordel om. Vervolgens gaan beide judoka s aan overeenkomstige kant van het scorebord staan. door middel van een blauwe en witte judogi De judoka die als eerste afgeroepen wordt, draagt dan de blauwe judogi en de andere de witte judogi. 3) De tatami De wedstrijdmat bestaat uit een rubberen vierkant met daarin de vechtruimte. Deze wordt afgebakend door een rode gevarenzone. Rond de vechtruimte moet een veiligheidszone voorzien zijn van 3m. De vechtruimte met gevarenzone noemt men de wedstrijdzone Deze heeft een minimum afmeting van 8m x 8m en maximum 10m x 10m. 4) De scheidsrechters Een kamp wordt geleid door één hoofdscheidsrechter en twee hoekrechters. Zij hanteren een soort democratisch systeem waarbij de hoofdscheidsrechter de knoop doorhakt. Als echter beide hoekrechters het oneens zijn met zijn beslissing, kunnen zij ingrijpen en de hoofdscheidsrechter dwingen tot een correctie. Wanneer een kamp onbeslist eindigt doordat beide judoka s evenwaardige scores hebben, dan wordt de winnaar gekozen door middel van vlaggetjes. Indien met rode en witte gordel gewerkt wordt, gebruikt men rode en witte vlaggetjes. In het geval van de gekleurde judogis worden blauwe en witte vlaggetjes gehanteerd. De drie scheidsrechters heffen tegelijkertijd (op teken van de hoofdscheidsrechter) het vlaggetje opwaarts dat overeenstemt met de judoka, die volgens hen de overwinning verdient. Het spreekt voor zich dat deze beslissing soms ter discussie kan staan. Toch kan men hier niet meer op terugkomen eenmaal de winnaar aangeduid is. 22/28

Tegenwoordig wordt ook de golden score ingevoerd op verscheidene tornooien. Wie eerst scoort in de verlengingen, wint de kamp. 5) Het puntensysteem In judo kan men punten scoren door ofwel: 1) de tegenstander in houdgreep vast te houden 2) de tegenstander op de rug te werpen 3) de tegenstander te dwingen tot overgave 4) de tegenstander krijgt strafpunten 5.1 houdgreep vanaf 10 seconden = vanaf 15 seconden = vanaf 20 seconden = vanaf 25 seconden = koka yuko waza-ari ippon de klok wordt pas geactiveerd wanneer de scheidsrechter Osae-komi roept en stilgezet bij Toketa 5.2 judoworp TORI werpt UKE met een judotechniek op: zitvlak = koka zij = yuko rug = waza-ari rug = ippon het verschil tussen waza-ari en ippon is soms zeer klein. Een waza-ari kan men het best omschrijven als een bijna ippon. Een hapering in de uitvoering, gebrek aan snelheid, techniek of controle kunnen de scheidsrechter ertoe aanzetten waza-ari te geven in plaats van een ippon. Als ippon gelijk is aan 100%, dan is waza-ari 99%. 5.3 opgave van de tegenstrever Men kan de tegenstrever dwingen tot opgave door een armklem, wurging of houdgreep toe te passen. Een judoka kan zijn opgave duidelijk maken door met een vrije hand of voet om meermaals op de mat of een lidmaat te kloppen. Bij afkloppen van de tegenstrever is men verplicht deze onmiddellijk los te laten. De scheidsrechter heeft hier de niet onbelangrijke taak de kamp stil te leggen vooraleer ongelukken gebeuren. Een andere mogelijkheid om de opgave duidelijk te maken is Maitta roepen, wat betekent: ik geef op. 23/28

5.4 strafpunten Het is zo wanneer een judoka een shido krijgt, dan wordt een koka score bij de tegenstrever geplaatst. Bij een volgende shido bestraffing (shido 2), dan wijzigt men de koka in yuko. Hetzelfde gebeurt bij een 3de betraffing met shido (shido 3). Dan wordt de yuko vervangen door waza-ari. De volgende bestraffing is Hansoku make. Dit betekent uitsluiting en dus winst voor de tegenpartij. shido shido 2 shido 3 hansoku make koka voor tegenpartij yuko voor tegenpartij waza-ari voor tegenpartij = uitsluiting en winst voor tegenpartij Strafpunten krijgt men wegens: - passiviteit en ontwijken van het gevecht (gaan lopen mag niet) - weigeren kumi kata te nemen - valse aanval: zonder judotechniek van recht naar grond - buiten rode mat stappen - wurging toepassen op de kin - judogi van tegenstrever vastnemen met vingers in mouw of broekspijp - vingers grijpen (naar achter plooien) - in het aangezicht van de tegenstrever komen - klemmen op polsen, knie, schouder, (enkel elleboogklemmen toegelaten) - iemand van de mat heffen en terug werpen - 6) Het scorebord In dit geval staat de judoka met rode wedstrijdgordel voor met een waza-ari (scorebord rechts). Voor leken kan men stellen dat het 100 (voor rood) tegen 10 (voor wit) is. Verder is het nog belangrijk te weten dat twee waza-aris samengevoegd worden tot ippon. Dit is de enige cumulatieve score. Eén waza-ari is altijd hoger dan meerdere yukos, evenals één yuko hoger is dan x- aantal kokas. Men kan een onbeperkt aantal yuko s en koka scoren zonder dat de wedstrijd beëindigd wordt. In tegenstelling tot de puntenscore is de score voor straffen echter wel cumulatief. 24/28

7) Enkele ippons in de maak 25/28

VII WOORDENSCHAT dojo gesa goshi/koshi hajime hansokumake hidari hikiwake hon hontai ippon jigotai judo judogi judoka kake kansetsu ko koka kuzure kuzushi matte migi ne o obi osae komi randori rei shido shiho shime shisen hontai of ook shisen tai sore made soto tachi tatami tate toketa tori tsukuri uchi komi uchi uke waza waza-ari yaku soku geiko yuko oefenzaal met zijkant controleren heup begin strafpunt, uitsluiting links onbeslist fundamenteel beslissing (scheidsrechters kiezen winnaar met vlaggetjes) 10 punten (winnaar) natuurlijke verdedigingshouding zachte weg judokledij, judopak (versterkt katoenen pak afgeleid van de Japanse kimono) hij die judo beoefent worp klemmen klein 3 punten variante onevenwicht wacht, stop rechts op grond (ne waza) groot gordel houdgreep vrije oefening; oefengevecht groet strafpunt vier punten controleren wurgen natuurlijke (lichaams)houding (voeten op schouderbreedte) einde gevecht, einde les buitenwaarts rechtstaand (tachi waza) mat recht, verticaal houdgreep verbroken hij die uitvoert voorbereiding herhaald inkomen bij partner; veelvuldig inkomen van een beweging binnenwaarts hij die ondergaat techniek 7 punten beiden soepel aanvallen zonder de andere te blokkeren 5 punten 26/28

VIII. LITERATUUR EN MEER INFO : HAESENDONCK, van, F. & M., Judo, Standaard uitgeverij n.v., Antwerpen, 1992, (9 de herziene druk) KANO, Jigoro, Kodokan Judo, Kodansha International,Tokyo New York London, 1986. Initiator jeugdsportbegeleidercursusssen VTS Judo Information Site, www.judoinfo.com (met filmpjes van de basistechnieken) Judoworld website, www.judoworld.com Judonet website, www.judonet.be Website Judoclub Brugge, www.users.skynet.be/judobrugge/ 27/28

IX. EXAMEN : - Kennis van algemene aard (zie inleiding), terminologie en wedstrijdreglementen en verloop - Knopen gordel - Kennis en demo van AL de valtechnieken - Kennis en demo van ; - O soto gari - Koshi guruma - Uki goshi - O uchi gari - Kennis en demo van : - Kesa gatame - Kuzure kesa gatame - Yoko shio gatame - Kami shio gatame (met specifieke omkeertechniek) - Tate shio gatame - Kennis en demo van : - omkeertechnieken (min 2 waaronder de techniek van Kami mag zitten) 28/28