BELEIDSREGELS UITWEGEN GEMEENTE MAASDRIEL

Vergelijkbare documenten
BELEIDSREGELS UITWEGEN GEMEENTE MAASDRIEL

Beleidsregel uitwegvergunningen gemeente Landsmeer 2015

Vastgesteld door Burgemeester en wethouders In werking getreden op 1 november Toetsingskader Inritten

VERLEENDE VERGUNNINGEN waartegen bezwaar kan worden gemaakt Omgevingsvergunning

Beleidsregel inritvergunningen Bunschoten gelet op artikel 2:12 van de Algemene Plaatselijke Verordening Bunschoten;

i iimiiiiiiiiimimi iniiin

Beleidsregels uitwegen gemeente Voorst

NOTITIE OMGEVINGSVERGUNNING UITWEG

NOTITIE OMGEVINGSVERGUNNING UITWEG WOUDRICHEM

Inleiding In 2002 zijn de Beleidsregels voor de beoordeling van vergunningsaanvragen voor uitritten in Helmond (Beleidsregel) in werking getreden

BELEIDSREGELS INZAKE HET MAKEN, VERANDEREN OF VERWIJDEREN VAN UITWEGEN

CVDR. Nr. CVDR251245_1. Uitwegenbeleid gemeente Heerenveen 1. INLEIDING

Uitwegenbeleid Gemeente Nieuwkoop

GEMEENTEBLAD. Nr Uitwegen Gemeente Haaren 2016

o Onderwerp: Beleidsregel verkoop en verhuur reststroken gemeente Overbetuwe gemeente Overbetuwe 2016

overwegende dat de meldplicht voor het maken van een uitweg met ingang van 1 juli 2014 is

Wij merken op dat deze beleidsregels een vastlegging betreffen van de wijze waarop de afgelopen jaren aanvragen voor inritten zijn behandeld.

Inrittenbeleid gemeente Loppersum

Beleidsregels aanvragen uitwegvergunningen. Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Beleidsnota. Woudenberg

Beleidsregels uitwegen Gemeente Elburg

2 WETTELIJKE GRONDSLAG

Een uitrit is de ruimte (uitgedrukt in lengte en breedte) tussen de kadastrale eigendomsgrens van een perceel en de openbare weg.

Gemeenteblad van Zaltbommel 2010 Nr. 3.4

1M1.1 Zoetermeer OMGEVINGSVERGUNNING

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

gemeente Eindhoven Voorstel De Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven 2010 in overeenstemming met het ontwerpbesluit wijzigen.

b e s l u i t : vast te stellen de eerste wijziging van de Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2012 :

Inrittenbeleid Gemeente Asten 2015

GEMEENTE OLDEBROEK BELEIDSNOTITIE UITWEGEN. Inhoudsopgave: 1. Inleiding Aanleiding Doelstelling Leeswijzer 3

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Wettelijk kader Toets

Onderwerp Het verlenen van de gevraagde omgevingsvergunning Scheveningseweg 114

Overzicht wijzigingen ten opzichte van de Bomenverordening Vlaardingen 2005

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zevenaar;

gemeente %a" Zoetermeer : gemeente Zoetermeer de heer A. M. Kroon : Stadhuisplein 1, 2711EC Zoetermeer; : het kappen van 3 bomen;

Betreft : RAADSVOORSTEL - wijzigingsverordening APV (WA- BO)

Sector Concernbeleid, Ondersteuning en Advies. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 september 2010, kenmerk ;

GEMEENTE OLDEBROEK BELEIDSNOTITIE UITWEGEN

Beleidsregels voor de aanleg van een inrit aanpassing november 2016

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

HOOFDSTUK 2 VOOROVERLEG OF GLOBAAL HAALBAARHEIDSONDERZOEK

13 juni zaaknummer Provinciale weg N330 (Hummeloseweg) te Zelhem, gemeente Bronckhorst

Documentregistratie: Zaaknummer: ZK Inrittenbeleid Gemeente Krimpenerwaard Versie: 10 januari 2017

Beleidsregels. Uitwegen bij particuliere erven

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Voor het maken, hebben, of veranderen van een uitweg. Rockwool B.V.

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 mei 2010; eerste wijziging van de tarieventabel behorende bij de legesverordening 2010.

Beleidsregel tarieven ingebruikgeving gronden gemeente Overbetuwe gelet op artikel 160, eerste lid, sub e. en f. van de Gemeentewet;

Reclameverordening gemeente Utrecht 2017

Wij willen u erop attenderen dat het hier gaat om een ontwerp weigering omgevingsvergunning.

HOOFDSTUK 2 VOOROVERLEG OF GLOBAAL HAALBAARHEIDSONDERZOEK

Bijlagen Voor de procedure, de overwegingen en de voorschriften, die deel uitmaken van deze vergunning, verwijzen wij u naar de bijlagen.

Leges dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Het verlenen van de gevraagde omgevingsvergunning Goudsbloemlaan 131

Gelet op de projectomschrijving en op artikel 2.4 van de Wabo zijn wij in dit geval het bevoegde gezag om op de aanvraag te beslissen.

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004

Op 13 maart 2018 hebben wij de beslistermijn met 6 weken verlengd. De uiterlijke datum om op uw aanvraag te beslissen is 26 april 2018.

Wijziging tarieventabel leges

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor het maken van een uitweg. Dienst Stadsbeheer te Maastricht

Onderwerp: Beleidsregel beëindiging onrechtmatig gebruik gemeentegrond gemeente Overbetuwe 2009

Wijzigingsverordening model-algemene Plaatselijke Verordening

Beleidskader uitwegen

Nota van B&W. In 2009 zijn er 199 ontheffingen verleend op basis van deze artikelen. Probleemstelling

GEMEENTEBLAD. Nr INRITTENBELEID Hoofdstuk 1 Afkortingen- en begrippenlijst

Verordening Leges Omgevingsvergunning 2016 gemeente Utrecht

Besluit van Provinciale Staten van Noord- Holland van 28 september 2015 tot vaststelling van de Wegenverordening Noord-Holland 2015.

Provinciaal blad van Noord-Brabant

VERORDENING Leges omgevingsvergunning 2015

INRITTENBELEID GEMEENTE VOERENDAAL

BELEIDSREGEL NIET-ZELFSTANDIGE WOONRUIMTEN (KAMERVERHUUR)

3 Besluit Gelet op artikel 2.1 van de Wabo besluiten wij de omgevingsvergunning te verlenen voor de volgende activiteiten:

ALGEMENE REGELS WATERKWANTITEIT KEUR WATERSCHAP HUNZE EN AA S 2014 Onderdeel 1 STEIGER pagina 1 van 5

Het verlenen van de gevraagde omgevingsvergunning Laan van Delfvliet ongenummerd

Omgevingsvergunning Zaaknummer

CONCEPT Omgevingsvergunning volgens coordinatieregeling

Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Criteria voor locatiekeuze ondergrondse containers Mei 2013 Project Omgekeerd Inzamelen, gemeente Arnhem. Nr. Criteria Hard (*) Zacht (*)

Postbus AA Zeewolde. Randvoorwaarden uitwegen Gemeente Zeewolde, artikel 2:12 APV (versie 1 augustus 2018)

3 Besluit Gelet op artikel 2.2 van de Wabo besluiten wij de omgevingsvergunning te verlenen voor de volgende activiteit:

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 23 november 2010, Nr. SO/2010/482366;

Leges omgevingsvergunningen 2018

Zaaknummer: Vergunninghouder: Projectomschrijving: Overwegingen Activiteit: Bouwen

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

Specifieke subsidieregeling energiebesparende maatregelen gemeente Overbetuwe

verseonnr tarief 2016

41> it gemeente opp, OMGEVINGSVERGUNNING. : gemeente Zoetermeer t.a.v. De heer A.M. Kroon Postbus 15, 2700 AA Zoetermeer;

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Gemeenteblad van Zaltbommel 2010 Nr. 3.4

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 november 2012, nr. 96;

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Op 22 mei 2017 hebben wij uw aanvraag ontvangen voor werkzaamheden aan nabij Scheurweg 89, 3198NG EUROPOORT ROTTERDAM.

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

D *D * Besluit op aangevraagde omgevingsvergunning (gedeeltelijk verleend)

Paragraaf 2: Indicatie aanvraag omgevingsvergunning

Postbus AA Zeewolde. Randvoorwaarden uitwegen Gemeente Zeewolde, artikel 2:12 APV (versie 20 januari 2009)

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

2.3.1 Bouwactiviteiten. Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit

Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen

Beleidsregels voor het plaatsen van een tijdelijke woonvoorziening

Transcriptie:

BELEIDSREGELS UITWEGEN GEMEENTE MAASDRIEL 2013

INHOUDSOPGAVE pagina Inleiding 2 Beleidsregels 3 Artikel 1 Begripsomschrijving 3 Artikel 2 Toepassingsbereik 3 Artikel 3 Aantal uitwegen 3 Artikel 4 Breedte van een uitweg 3 Artikel 5 Weigeringsgronden 4 Artikel 6 Voorschriften en beperkingen 5 Artikel 7 De kosten 5 Artikel 8 De uitvoering 6 Artikel 9 Intrekken oude regeling 6 Artikel 10 Inwerkingtreding 6 Artikel 11 Citeertitel 6 Algemene Toelichting 7 Nummer 1 Bomen 7 Nummer 2 Watervergunning 7 Nummer 3 Toestemming provincie Gelderland 7 Nummer 4 Toestemming nutsvoorziening 7 Nummer 5 Toestemming andere eigenaren, privaat- en burenrecht 7 Artikelgewijze toelichting Artikel 1 Begripsomschrijving 8 Artikel 2 Toepassingsbereik 8 Artikel 3 Aantal uitwegen 8 Artikel 4 Breedte van een uitweg 8 Artikel 5 Weigeringsgronden 8 Artikel 6 Voorschriften en beperkingen 8 Artikel 7 De kosten 8 Artikel 8 De uitvoering 8 Artikel 9 Intrekken oude regeling 9 Artikel 10 Inwerkingtreding 9 Artikel 11 Citeertitel 9 1

Algemene toelichting Voor het aansluiten van een eigen terrein op de (openbare) weg is een uitweg nodig. Voor het maken, veranderen van een uitweg is op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Maasdriel (hierna: APV) een vergunning nodig. Sinds 1 oktober 2010 valt deze vergunning als gevolg van artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) onder de omgevingsvergunning. In artikel 2:12 APV staan de weigeringsgronden voor een vergunning vermeld. De aanvraag kan worden ingediend via www.omgevingsloket.nl Deze beleidsregel biedt een concreet afwegingskader om te beoordelen of het bevoegd gezag voor de specifieke situatie een vergunning kan verlenen of weigeren. 2

Burgemeester en wethouders van de gemeente Maasdriel; gelet op artikel 4:81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht; gelet op artikel artikel 160, eerste lid, sub e. van de Gemeentewet; gelet op artikel 2:12 van de Algemene Plaatselijke Verordening; b e s l u i t e n: vast te stellen de Beleidsregel uitwegen gemeente Maasdriel 2013 Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze beleidsregel verstaat onder: a. aanvraag: de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e. van de Wabo jo. artikel 2:12 van de APV (uitweg); b. college: het college van burgemeester en wethouders; c. uitweg: het hebben van zodanige voorzieningen op en nabij de grens tussen eigen terrein en de weg dat het mogelijk is van en naar de weg te gaan als fietser, bromfietser, bestuurder van een motorvoertuig, ruiter, geleider van rij- of trekdieren of vee dan wel als bestuurder van een bespannen of onbespannen wagen; d. APV: de geldende Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Maasdriel; e. Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Artikel 2 Toepassingsbereik Deze beleidsregel is van toepassing bij het besluiten op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een uitweg, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e. van de Wabo jo. artikel 2:12 van de APV (uitweg). Artikel 3 Aantal uitwegen 1. Het college kan vergunning voor 1 uitweg verlenen voor een woning. 2. Het college kan vergunning verlenen voor maximaal 2 uitwegen voor bedrijven met een perceeloppervlak tot 7.500 m2, mits er minimaal 6 meter tussen beide uitwegen aanwezig is. Indien het een in- en uitrit betreft (beide eenrichtingsverkeer) mogen deze op kortere afstand van elkaar gerealiseerd worden. In de uitvoering dient echter duidelijk naar voren te komen dat het 2 aparte uitwegen zijn. 3. Het college kan vergunning verlenen voor maximaal 3 uitwegen voor bedrijven met een perceeloppervlak van meer dan 7.500 m2. 4. Het college kan vergunning verlenen voor maximaal 2 uitwegen voor een bedrijfsperceel in combinatie met een dienstwoning. De tweede uitweg dient enkel voor ontsluiting van de dienstwoning. 5. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan het college vergunning verlenen voor een tweede uitweg bij een woning indien wordt voldaan aan de criteria van de APV artikel 2:12 Omgevingsvergunning voor het maken, veranderen van een uitweg. Artikel 4 Breedte van een uitweg 1. De breedte van een uitweg bij een woonperceel bedraagt minimaal 2,5 meter en maximaal 4,5 meter, inclusief kantopsluiting. 2. De minimale diepte van de uitweg bij een woonperceel is 5,50 meter. 3. Als twee uitwegen bij 1 of meer woonpercelen zo dicht bij elkaar liggen dat bij de uitvoering de opgaande trottoirband en de neergaande band tegen elkaar aan komen te liggen, worden deze 2 uitwegen uitgevoerd als 1 uitweg. De breedte van deze uitweg bedraagt in dat geval maximaal 7 meter, inclusief kantopsluiting. 4. De breedte van een uitweg op een bedrijfsterrein bedraagt maximaal 12 meter, inclusief kantopsluiting. De uitweg moet voldoende breed kunnen worden aangelegd om schade aan verhardingen, bermen en groenstroken te voorkomen. 5. In afwijking van het bepaalde in het eerste tot en met het vijfde lid, kan het college vergunning verlenen voor een bredere uitweg, als naar het oordeel van de het college de aanvrager de noodzaak hiervoor schriftelijk heeft aangetoond. 3

Artikel 5 Weigeringsgronden Het college weigert de vergunning voor een uitweg als: a. Door gebruik van de uitweg het verkeer op de weg in gevaar wordt gebracht (artikel 2.12, tweede lid, onder a, van de APV) Dit is het geval als: de uitweg op/nabij een rotonde, kruising, splitsing van wegen, bushalte (m.u.v. buurtbus), opstelstroken dan wel voorsorteervakken of verkeerslichten komt of waar onoverzichtelijke en/of onveilige situaties kunnen ontstaan. Elementen die onder andere meespelen zijn: - bochtstralen; - nabijgelegen oversteekplaatsen; - de verkeersintensiteit en verkeersdoorstroming; - ruimtelijke structuur; - maximum snelheid op de weg. - straatmeubilair; - nabijheid van wegen en ander uitwegen; - kruising van wegvakken met fietsers, voetgangers of landbouwvoertuigen; - bouwwerken voor openbare voorziening (o.a. nuts en abri's); - zichtbeperkende obstakels moeten verlaagd/verwijderd worden in de directe omgeving van de uitweg, deze mogen niet hoger zijn dan 1.20 meter. Ook de inrichting en afmeting van de openbare weg kunnen van invloed zijn op de verkeersveiligheid. Bijvoorbeeld als de breedte van een weg het indraaien in de uitweg onmogelijk maakt. Een ander voorbeeld is een uitweg waarbij eerst een fietspad overgestoken moet worden om voldoende zicht te krijgen op de openbare weg. - in aansluitbochten van kruispunten en binnen 10 meter van het snijpunt van de rijbaankant worden geen uitwegen toegestaan. Een uitzondering hierop zijn de aansluitbochten van kruispunten waar ook de kruisende wegen in een 30 km gebied liggen, die verkeerskundig goed zijn ingericht en geen verkeersonveilige situaties opleveren. de uitweg op een plaats komt waar verlichting en/of bebording is aangebracht en deze uit oogpunt van veilig gebruik van de weg niet verplaatst kan/kunnen worden. de ruimte tussen de lantaarnpaal/bebording en de rand van de uitweg minder dan 1,5 meter bedraagt. de uitweg de afwatering van de weg verstoort. de uitweg op gemeentegrond niet horizontaal wordt aangelegd voor inpandig parkeren/kelder parkeren. De uitweg in de voortuin komt waarvan de voortuin kleiner is dan 45 m² en er geen ruimte is om naast het huis te parkeren. Dit is niet van toepassing op uitwegen t.b.v. inpandige garages. b. Door de aanleg van de uitweg zonder noodzaak een openbare parkeermogelijkheid wordt opgeheven dan wel onbruikbaar gemaakt (artikel 2.12, tweede lid, onder b, van de APV) Dit is het geval: als de uitweg van een woonperceel breder is dan 4,5 meter (incl. kantopsluiting). bij een gecombineerde uitweg van 2 woningen de gecombineerde uitweg breder is dan 7 meter (incl. kantopsluiting). als de uitweg van een bedrijfsperceel breder is dan 12 meter (incl. kantopsluiting). als 1 openbare parkeermogelijkheid komt te vervallen en deze niet als parkeermogelijkheid op eigen terrein wordt gecompenseerd. Uitgangspunt is dat de vervallen parkeermogelijkheid op eigen terrein wordt gecompenseerd. Over het algemeen zal een uitweg in ieder geval 1 parkeermogelijkheid compenseren, namelijk die op eigen terrein wordt gemaakt. Dit is niet altijd het geval. Het kan voorkomen dat de uitweg nodig is voor een laad- en lospunt. In die gevallen wordt de openbare parkeermogelijkheid niet op eigen terrein gecompenseerd. Op deze uitweg mag immers niet geparkeerd worden. Een ander voorbeeld is een uitweg die op twee parkeermogelijkheden uitkomt. In dat geval gaan twee parkeermogelijkheden verloren. Als er sprake is van een parkeertekort, dan moet de tweede vervallen parkeermogelijkheid worden gecompenseerd. Of sprake is van een parkeertekort bepaald de gemeente Maasdriel aan de hand van de parkeernormen zoals deze genoemd zijn in het Mobiliteitsplan. De nieuw aan te leggen parkeermogelijkheid moet openbaar worden aangelegd en mag niet ten koste gaan van openbaar groen. 4

c. Met de aanleg van de uitweg het openbaar groen op onaanvaardbare wijze wordt aangetast (artikel 2.12, tweede lid, onder c, van de APV). De gemeente Maasdriel heeft het behoud van openbaar groen hoog in het vaandel staan. Minimale afmetingen van overblijvende groenstroken is 5 m². Kleinere stroken zullen moeten worden verhard. Een mogelijk alternatief om groen te sparen zijn een andere locatie van de uitweg of een gecombineerde uitweg met een ander perceel. Dat kan betekenen dat de uitweg niet zo kan worden aangelegd of veranderd zoals de aanvrager de uitweg heeft aangevraagd. Het belang dat met het behoud van groen is gediend, prevaleert hier boven de wens van de aanvrager om de uitweg aan te leggen of te veranderen. Als er geen alternatief beschikbaar is dan moeten die maatregelen worden genomen die noodzakelijk zijn om de gevolgen tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen. Een maatregel die getroffen kan worden is om de uitweg smaller aan te leggen. d. Er sprake is van een perceel bij een woning dat al door een andere uitweg wordt ontsloten of een perceel bij een bedrijf dat al door 2 uitwegen wordt ontsloten. (artikel 2.12, tweede lid, onder d, van de APV) Een uitweg zal altijd invloed hebben op de verkeersveiligheid en het aanzien van de weg. Des te meer uitwegen op een weg uitkomen, des te meer de verkeersveiligheid daar onder lijdt. Iedere uitweg geeft een mogelijk conflictpunt tussen 2 verkeersstromen. Daarom hanteert het college een maximaal aantal uitwegen per woon- of bedrijfsperceel. Als het perceel al ontsloten wordt met een uitweg, kan een extra uitweg in de onderstaande situaties worden toegestaan: - Bij bedrijven met een perceeloppervlak tot 7.500 m2 worden maximaal 2 uitwegen toegestaan, mits er minimaal 6 meter tussen beide uitwegen aanwezig is. Indien het een in- en uitrit betreft (beide eenrichtingsverkeer) mogen deze op kortere afstand van elkaar gerealiseerd worden. In de uitvoering dient echter duidelijk naar voren te komen dat het 2 aparte uitwegen zijn. - Bij bedrijven met een perceeloppervlak van meer dan 7.500 m2 worden maximaal 3 uitwegen toegestaan. - Voor bedrijfspercelen met een dienstwoning kan de dienstwoning via een tweede uitweg ontsloten worden. In de uitvoering dient echter duidelijk naar voren te komen dat het 2 aparte uitwegen zijn. Artikel 6 Voorschriften en beperkingen Het college kan aan de vergunning voorschriften en beperkingen verbinden met betrekking tot: a. de materiaalkeuze; b. de fundering; c. de kantopsluiting; d. indien van toepassing, de afmeting en kwaliteit van de aan te leggen duiker(s); e. het graven in de grond; f. het treffen van veiligheidsmaatregelen; g. het onderhoud van de weg, verharding/ duiker(s). Artikel 7 De kosten De kosten van het aanleggen, verwijderen of wijzigen van een uitweg zijn voor de aanvrager. Onder de kosten van het eerste lid vallen ook eventuele bijkomende kosten voor het aanleggen, verwijderen of wijzigen van een uitweg, zoals: het aanleggen, wijzigen, veranderen of verwijderen van de uitweg op privé terrein en openbaar terrein (gemeentelijk, provinciaal, Waterschap, etc.); het verplaatsen van kolken, verlichting, bebording, nutsvoorzieningen of andere zaken; het plaatsen, wijzigen of verwijderen van een brug/duiker; het kappen, (her)plaatsen van een (nieuwe) boom/bomen; het waarborgen van de afwatering van de weg; het schoonhouden en het bouwkundig onderhoud van de brug/duiker; de leges voor het behandelen van de aanvraag omgevingsvergunning. 5

Artikel 8 De uitvoering 1. De aanleg of het verwijderen van een uitweg op openbaar terrein moet door een erkende aannemer in de wegenbouw worden uitgevoerd. De toe te passen constructies zijn opgenomen in de basis leidraad Openbare Ruimte van de gemeente Maasdriel. Deze is in te zien op onze website. 2. Nadat de omgevingsvergunning is geaccepteerd moet deze binnen 2 jaar na dagtekening zijn gerealiseerd, anders vervalt de uitwegvergunning. 3. Minimaal 1 week voor aanvang van de werkzaamheden dient de gemeentelijke opzichter telefonisch geïnformeerd worden, tel. 14 0 418. Deze houdt toezicht op de uit te voeren werkzaamheden op openbaar terrein. Zijn aanwijzingen moeten worden opgevolgd. 4. Bij een uitweg die komt te vervallen moet de ontsluiting op de openbare weg worden weggehaald en terug worden gebracht in de originele staat. Artikel 9 Intrekken oude regeling De beleidsregels uitwegen van juli 2009 worden ingetrokken. Artikel 10 Inwerkingtreding Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking. Artikel 11 Citeertitel Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel uitwegen gemeente Maasdriel 2013. Aldus besloten in de vergadering van 22 oktober 2013. 6

Algemene toelichting Voor het realiseren van een uitweg kunnen meerdere toestemmingen nodig zijn dan enkel de omgevingsvergunning. Het kan voorkomen dat er geen redenen zijn om de omgevingsvergunning te weigeren, maar dat eigendomverhoudingen of andere regelgeving de uitweg niet toestaan. De uitweg mag dan niet gerealiseerd worden, ondanks dat de omgevingsvergunning is verleend. Hieronder staan toestemmingen die o.a. kunnen samenlopen met de omgevingsvergunning: 1. bomen; 2. watervergunning Waterschap Rivierenland; 3. toestemming provincie Gelderland; 4. toestemming nutsvoorzieningen; 5. toestemming eigenaren, privaat- en burenrecht. 1. Bomen Als de uitweg ten koste gaat van een boom die is opgenomen in de waardevolle bomenlijst of in het bomenstructuurplan van de gemeente Maasdriel, dan moet tevens de omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden worden aangevraagd. Beide activiteiten kunnen in 1 aanvraag worden aangevraagd. In het boomstructuurplan is aangegeven welke duurzame boomstructuren ontwikkeld en behouden moeten worden en welke inrichtingsrichtlijnen daarbij gehanteerd worden. De boomstructuur beschrijft de karakteristieke boomstructuur die in Maasdriel ondersteuning geeft aan landschappelijke, stedenbouwkundige of wegenpatronen van de gemeente. De gewenste boomstructuur bestaat uit een hoofd- en nevenstructuur, overige bomen en monumentale bomen. Elke structuur heeft zijn eigen kwaliteiten, status, mate van bescherming en mogelijkheden voor inspraak door burgers. De gemeente Maasdriel heeft het kapbeleid aangepast. Nu is het niet meer noodzakelijk om voor alle bomen een omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden aan te vragen. Het betekent niet dat een boom zonder meer gekapt kan worden. Naast het gemeentelijke beleid geldt ook landelijke wetgeving zoals de Flora- en faunawet en Boswet. Vanuit deze wetgeving worden mogelijk beperkingen opgelegd voor het kappen van bomen. 2. Watervergunning Waterschap Rivierenland Er zijn percelen die van de weg worden gescheiden door een watergang (dijken/sloten). Om een uitweg aan te brengen moet een sloot worden gekruist d.m.v. een brug of duiker. De aanvrager is verantwoordelijk voor deze kosten. Naast de omgevingsvergunning van de gemeente moet door de aanvrager bij Waterschap Rivierenland te Tiel een watervergunning worden aangevraagd. Ook de afwatering van de weg moet worden gewaarborgd. Hiervoor kan het nodig zijn om langs de bestaande weg een constructie te maken zoals een goot met kolken. 3. Toestemming provincie Gelderland Door de gemeente wordt voor uitwegen naar provinciale wegen advies ingewonnen bij de provincie Gelderland. Dit advies prevaleert boven het gemeentelijk uitwegenbeleid. Het kan zijn dat ondanks dat een uitweg voldoet aan de voorwaarden van de gemeente, de provincie toch negatief adviseert of afwijkende aanvullende voorwaarden stelt. 4. Toestemming nutsvoorzieningen Het kan voorkomen dat een bovengrondse nutsvoorziening (versterkerkast, controlekast e.d.) verplaatst moet worden voor de aanleg van een uitweg. De nutsvoorzieningen zijn eigendom van het nutsbedrijf. De aanvrager van de uitweg moet toestemming hebben voor het verplaatsen van nutsvoorzieningen. Meestal zal het nutsbedrijf zelf de nutsvoorziening (laten) verplaatsen. De kosten worden door het nutsbedrijf in rekening gebracht bij de aanvrager van de uitweg. Het initiatief voor verplaatsing ligt bij de aanvrager. 5. Toestemming andere eigenaren, privaat- en burenrecht Als het een uitweg betreft over het perceel van een particuliere grondeigenaar dan heeft u tevens zijn toestemming nodig. Het is een taak van de aanvrager van de uitweg om medewerking te krijgen van de grondeigenaar. 7

Artikelgewijze toelichting Artikel 1 Begripsomschrijvingen In dit artikel zijn de in deze beleidsregels gehanteerde begrippen omschreven. Artikel 2 Toepassingsbereik Dit artikel geeft het toepassingsbereik van deze beleidsregel: het gaat hier om het besluiten op een aanvraag voor het maken of veranderen van een uitweg waarvoor (sinds 1 oktober 2010) een omgevingsvergunning noodzakelijk is. De APV geeft hiervoor het afwegingskader. Artikel 3 Aantal uitwegen Hierin is het aantal te verlenen vergunningen voor uitwegen geregeld conform eerder beleid. Artikel 4 Breedte van een uitweg Om zo veel mogelijk uniformiteit bij de aanleg van uitwegen te realiseren is de breedte ervan aan een maximum gebonden. Dit heeft te maken met de breedte die nodig is om veilig en doelmatig van de uitweg gebruik te kunnen maken, maar ook met de beeldkwaliteit en doelmatige inrichting en gebruik van de openbare ruimte. Met betrekking tot het vierde lid wordt opgemerkt dat de breedte van een uitweg op een bedrijfsterrein afhankelijk is van het soort bedrijf en het type bedrijfspand; desalniettemin geldt het uitgangspunt van een breedte van 12 meter, zoals vermeld in het vijfde lid van artikel 4. Artikel 5 Weigeringsgronden Deze zijn nader toegelicht in de beleidsregel zelf. Artikel 6 Voorschriften en beperkingen Op grond van artikel 1:4 APV kunnen er aan een op grond van de APV verleende vergunning of ontheffing voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze mogen slechts strekken tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist. Als voorbeeld kan hier worden gewezen op de verplichte samenvoeging van de aangevraagde uitweg met die van het buurperceel in verband met een doelmatig gebruik van de ruimte. Of dat in het openbaar gebied de gemeente de uitweg aanlegt of laat aanleggen. De gemeente bepaalt in dat geval ook de te gebruiken materialen. Bij het graven in de grond geldt nog dat de aanvrager in verband met de ligging van kabels en leidingen een klic-melding moet doen. Artikel 7 De kosten De kosten voor de aanleg van een uitweg zijn voor de aanvrager. Worden er naast de aanleg van de uitweg nog andere aanpassingen gedaan, dan zijn de werkelijke (bijkomende) kosten hiervan ook voor de aanvrager. Artikel 8 De uitvoering Het trottoir en bermen zijn in eigendom van de gemeente. De gemeente bepaalt met welke materialen en technieken de uitweg wordt aangelegd. De toe te passen materialen zijn veelal hetzelfde als gebruikt bij andere uitwegen in de omgeving. Afhankelijk van de locatie zijn bij de gemeente ook beeldkwaliteitplannen beschikbaar, ook hierin staan materialen genoemd voor o.a. uitwegen. Bij het aanleggen van een uitweg mag geen verwarring ontstaan van de status van de aansluiting. Voorkomen moet worden dat de uitweg kan worden gezien als een zijweg, door toepassing van specifieke materialen kan het onderscheid worden aangeven. De uitweg moet worden uitgevoerd in een elementenverharding, zoals klinkers of tegels. Elementenverharding is van belang voor de bereikbaarheid van kabels en leidingen. Elementenverharding kan (makkelijker) worden verwijderd. Ook is het van belang bij de esthetisch/stedenbouwkundige inpassing in het straatbeeld. De gemeente is verantwoordelijk voor beheer en onderhoud van de verharding binnen het gemeentelijk openbaar gebied. 8

Artikel 9 Intrekken oude regeling Dit artikel behoeft geen nadere toelichting. Artikel 10 Inwerkingtreding Dit artikel behoeft geen nadere toelichting. Artikel 11 Citeertitel Dit artikel behoeft geen nadere toelichting. 9