Rechtbank te Zeist. Datum zitting: 16 april 2010 Rolnummer: 362024 /HA ZA 07-169 P/EB PLEITNOTITIES. inzake:



Vergelijkbare documenten
SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

CONCLUSIE VAN ANTWOORD IN INCIDENT. in de zaak van:

Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid.

Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: / KG ZA van

ECLI:NL:RBROE:2006:AZ0669

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218


ECLI:NL:RBROT:2016:229

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446

ECLI:NL:RBROT:2010:BN8300

Samenvatting. Consument, tegen. Univé Schade N.V., hierna te noemen Aangeslotene. 1. Procedure

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

ECLI:NL:RBMID:2008:BD3414

Uitspraak. Vindplaatsen Rechtspraak.nl NJF 2013/114 S&S 2013/98 GERECHTSHOF AMSTERDAM DERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER BESCHIKKING.

ECLI:NL:RBLEE:2011:BQ7902

SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen. 1. A., 2. MEVROUW B., hierna te noemen opdrachtgevers,


Bij de memorie van eis zijn producties gevoegd (genummerd 1 17).

Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling

Dagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk?

AANWIJZING VOOR DE PRAKTIJK 1 HET VORDEREN VAN BILLIJKE GENOEGDOENING

ECLI:NL:RBROT:2016:665

IN NAAM DER KONINGIN.

Naar aanleiding van de uitzending van Tros Radar d.d. 23 februari 2015.

Partijen hebben voorts ter zitting hun stellingen mondeling nader toegelicht.

Juridische aspecten van de behandeling van beroepsziektezaken. mr Veneta Oskam en Derk-Jan van der Kolk NIS, 16 mei 2013


ECLI:NL:RBROT:2017:3541

ECLI:NL:GHARL:2016:7784

vonnis RECHTBANK Overijssel Team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Almelo Zaaknummer: \CV EXPL Vonnis van 17 april 2018

Partijen zullen hierna [eiseres sub 1], [eiser sub 2] en [gedaagde] genoemd worden. Eisers worden gezamenlijk aangeduid als [eiseres sub 1] c.s.

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

6 De taak van de rechter in het burgerlijk geding

ECLI:NL:RBROT:2017:3565

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris)

ECLI:NL:RBROT:2008:BG2357

zaaknummer / rolnummer: C/09/ / KG ZA

N.V. Univé Schade, gevestigd te Assen, hierna te noemen Aangeslotene.

Rechtbank Maastricht 26 oktober 2011, nr. HA RK 11-88, LJN BU7197 (mr. J.F.W. Huinen, mr. T.A.J.M. Provaas en mr. E.J.M. Driessen)

Coöperatieve Rabobank Dommelstreek U.A., gevestigd te Geldrop, hierna te noemen Aangeslotene.

JURISPRUDENTIE STRAFRECHT. Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop

Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

3. De brief met bijlagen van Consument van 12 februari 2010

ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219

Voorwoord 13. Lijst van gebruikte afkortingen Inleiding Het thema De opzet 26. Deel I 29

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter enl mr. R.G. de Kruif, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. P.G. Salvadori, secretaris)

ECLI:NL:RBMID:2006:AY5851

Voegen in het strafproces

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:


ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

Bestuurs(proces)recht II- B Samenvatting van de stof - Bestuursrecht in het Awb- tijdperk, T. Barkhuysen e.a., Kluwer 2014.


ECLI:NL:GHDHA:2014:3834

mr. Richard A. Korver Communicatietrainer & Advocaat

ECLI:NL:OGEAC:2017:86

ECLI:NL:RBSHE:2012:BW0410

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA

t Twaalfuurtje van deze week

De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 6 februari 2012.

Zaaknummer : S21-78 Datum uitspraak : 23 mei 2017 Plaats uitspraak : Zeist

Hoge Raad der Nederlanden

ECLI:NL:RBALK:2011:BR4675

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. E.L.A. Van Emden, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris)

ECLI:NL:RBARN:2007:BA4247

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBMID:2010:BP5101

zaaknummer / rolnummer: C/09/ / KG ZA

ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927

ECLI:NL:RBSHE:2000:AB2461 Rechtbank 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer / HA ZA

zaaknummer / rolnummer: C/09/ / HA ZA Partijen zullen hierna Stichting de Thuiskopie en [X] genoemd worden.

ECLI:NL:RBOBR:2014:3396

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. E.H.C. Vos, secretaris)

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:RBLIM:2017:8199

SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

ECLI:NL:RBOVE:2014:3241

WEBINAR Kwalitatieve aansprakelijkheid febr. 2015

ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2014:3576 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

Rechtbank Midden-Nederland Zitting: 27 september 2013 Kenmerk: C/16/347668/HA RK 13/200 VERWEERSCHRIFT. Inzake:

ECLI:NL:RBOVE:2016:286

ECLI:NL:RBAMS:2012:BY5052

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235

ECLI:NL:RBMID:2007:BB8676

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483

Aansprakelijkheid van ondernemers. 19 juni Over Juridiq. * eerstelijns juridisch adviesbureau voor ondernemers

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

Rechtbank Rotterdam 27 april 2011; pitbull bijt vierjarig kind in het gezicht. Smartengeld 7.000,00

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari Rapportnummer: 2014/010

ANONIEM BINDEND ADVIES

Aansprakelijkheid Scholen

Transcriptie:

Rechtbank te Zeist Datum zitting: 16 april 2010 Rolnummer: 362024 /HA ZA 07-169 P/EB PLEITNOTITIES inzake: De coöperatieve vereniging Pindacasus U.A., een coöperatie, statutair gevestigd en kantoorhoudend aan de Hooiweg 121 te (9765 AX) Eelde (''Pindacasus''), Advocaat: mr. G.R.G. Driessen, tegen: 1. GERARD HENDRIKUS JANSSEN, woonachtig te Amsterdam, 2. SHERRY JANSSEN-DE WIT, woonachtig te Amstelveen, Advocaat: mr. K.M. Volker,

1. Inleiding 1.1. Domme pech en eigen verantwoordelijkheid: voor velen bestaat het niet meer. Pech moet weg is hun drijfveer, het aansprakelijkheidsrecht hun panacee. Wat ooit als noodlot werd gedragen, wordt nu tot de verantwoordelijkheid van een ander gerekend. Of, in de woorden van Nieuwenhuis: Bij aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad is het de kunst de schade van jezelf andermans schade te maken. 1 We hebben het gezien in de opkomst en terugval van RSI-claims in de oude en nieuwe wereld (zie productie 1). Ook het letselschade-avontuur van de rokers tegen de tabaksindustrie is in 2008 voor de rechtbank Amsterdam in rook opgegaan. 2 Hetzelfde geldt ongetwijfeld voor de fast food claims die in de VS aan de orde van de dag zijn en weldra ook in Europa hun intrede zullen doen. Wat hier stoort is dat andermans verantwoordelijkheid, zorgplicht, voorop wordt gesteld, terwijl de eigen verantwoordelijkheid, eigen schuld, naar de achtergrond wordt gedrongen. En dat terwijl eigen gedrag en eigen keuzes dikwijls een belangrijke rol hebben gespeeld bij het ontstaan van die schade. 1.2. Wat te denken van de rol van de media in dit geheel? Wie in de prijzen valt van het aansprakelijkheidsrecht, heeft recht op volledige vergoeding van zijn vermogensschade en, onder voorwaarden, ook op smartengeld. De media schuwt het stimuleren van die claimbewustheid allerminst. Haar rol als gedragsbeïnvloedingmechanisme moet dan ook niet worden onderschat. Ter illustratie kan worden gewezen op de class action tegen het bedrijf Cheerios, de Amerikaanse producent van ontbijtgranen. Zij werd door een advocaat aansprakelijk gesteld en gedagvaard in verband met de aanwezigheid van een additief dat aan de ontbijtgranen was toegevoegd. De advocaat had door middel van oproepen in de media tientallen claimanten verzameld voor een class action. 3 Hoewel nooit is gebleken dat het bestanddeel in kwestie gevaarlijk was, noch dat een van de claimanten daadwerkelijk schade had geleden, had de producent om verdere negatieve publiciteit en ondergang van haar bedrijf te voorkomen gekozen voor een miljoenen kostende minnelijke regeling. 4 Wat we hier zien is een treffend voorbeeld van de commercialisering van verdriet en 1 Zie J.H. Nieuwenhuis, 'Paternalisme, Fraternalisme, Egoïsme' (afscheidsrede), NJB 2009/35, p. 2254-2263 en de conclusie van A-G Spier bij het arrest van de Hoge Raad van 2 juni 2006, C05/164HR (Campen / Köpcke Global Trading). 2 Zie rechtbank Amsterdam 17 december 2008, LJN: BG 7225, RAV 2009/32. 3 [MEDIA BRONNEN TOEVOEGEN]. 4 Zie J. Joling, Van claimcultuur naar claimmanagement, oratie 22 maart 2007 t.g.v. de aanvaarding van het ambt hoogleraar Schadeonderzoek aan Nyenrode Business Universiteit, p. 11. 2/9

onsmakelijke procespraktijken (althans dreiging daarmee), en niet als laatste de katalyserende rol van de media in dit geheel. 5 1.3. Terug naar vandaag. Pindacasus ziet zich geconfronteerd met een proefproces waarbij de vordering van de nabestaanden van mevrouw Janssen zo uw college deze zou toewijzen haar weerga niet kent. De oproepen in de media hebben gezorgd voor een ware Pinda-hausse. Tot voor kort had het familiebedrijf uit Eelde nog nooit een letselschadeclaim ontvangen. Nadat het sterftegeval van mevrouw Janssen breed door de media is uitgemeten lijkt een scala aan trouwe Pindacasus-eters zijn klachten, variërend van braakneigingen tot hartfalen, toe te schrijven aan het vertrouwde smeersel dat al sinds de kinderjaren het brood siert. En dat terwijl in het geheel niet is komen vast te staan dat de dood van mevrouw Janssen, laat staan de klachten van de achterliggende slachtoffers, door het litigieuze broodbeleg zijn veroorzaakt. Integendeel. In mijn betoog zal ik namens Pindacasus uiteenzetten dat het overlijden van mevrouw Janssen een andere oorzaak kent dan door de nabestaanden wordt beweerd. De vorderingen van haar nabestaanden liggen dan ook voor afwijzing gereed. 1.4. Laat het niet onopgemerkt blijven dat Pindacasus haar oprechte deelneming en medeleven heeft betoond aan de nabestaanden van mevrouw Janssen. Zij beseft dat het verlies van een dierbaar familielid altijd tragisch is. Het enkele medeleven van Pindacasus is echter voor de nabestaanden van mevrouw Janssen onvoldoende gebleken. Een mediacircus en massa's claims zijn het gevolg. 1.5. De zitting van vandaag beperkt zich echter tot het overlijden van mevrouw Janssen en de beweerde schade van haar nabestaanden. Ik zal mij daarom nu richten tot de feiten en omstandigheden van dat specifieke geval. Deze zal ik in een juridisch kader plaatsen, waarna ik de beweerde schade van de nabestaanden zal bespreken en zal concluderen tot afwijzing van de vordering. 2. Feiten en omstandigheden 2.1. Pindacasus is een familiebedrijf dat in 1952 is opgericht te Eelde en daar tot vandaag de dag gevestigd is. Sinds jaar en dag werkt Pindacasus vanuit haar thuisbasis aan de hoeksteen van een gezond ontbijt: pindakaas. Vanuit de gedachte Never change a winning formula is het productieproces in al die jaren nagenoeg ongewijzigd gebleven. Uitsluitend het conserveringsproces van de pindakaas is in de loop der jaren verder ontwikkeld en verbeterd. Om de 5 Zie met betrekking tot het voorgaande T. Hartlief, Leven in een claimcultuur: wie is er bang voor Amerikaanse toestanden?, Njb 22 april 2005/16. 3/9

houdbaarheid van de pindakaas te verbeteren maakt Pindacasus gebruik van het door de Europese Unie goedgekeurde benzoëzuur E210. Een E-nummer is feitelijk een kwaliteitskenmerk; het geeft aan dat de stof goed is onderzocht in de gebruikte toepassing. Daar komt bij dat E210 een noodzakelijk conserveermiddel is voor stoffen die zeer gevoelig zijn voor bederf, zoals pindakaas. Van nature kunnen in pinda s stoffen voorkomen die een groot gevaar voor de gezondheid kunnen opleveren. Daarbij moet onder meer worden gedacht aan aflatoxines, een zeer kankerverwekkende stof. Benzoëzuur is het meest effectief om deze schimmels te voorkomen. 6 2.2. Voorop staat dat benzoëzuur in de door Pindacasus gebruikte hoeveelheid en toepassing geen gevaren voor de gezondheid oplevert. 7 Echter, wat geldt voor gluten en suiker geldt ook E210. Er zijn mensen bij wie de consumptie van E210 een allergische reactie kan opwekken. Zo ook bij mevrouw Janssen, althans zo stellen haar nabestaanden. Vanaf het moment dat de nabestaanden bij Pindacasus hebben gemeld dat mevrouw Janssen volgens hen overleden is als gevolg van het eten van Pindacasus, heeft zij naast haar medeleven direct aangeboden een onderzoek in te stellen naar de samenstelling van de pot pindakaas van mevrouw Janssen. Via Cunningham Lindsey is de pindakaaspot van mevrouw Janssen onderzocht. Uit dat onderzoek is naar voren gekomen dat de pot een verhoogd benzoëzuurgehalte bevatte. Aangezien de gevallen waarin de inname van benzoëzuur tot de dood kan leiden hoogst uitzonderlijk zijn en de doodsoorzaak van mevrouw Janssen niet eenduidig uit het rapport volgt, heeft dit onderzoek voor Pindacasus geen aanleiding gegeven om aansprakelijkheid te erkennen voor het overlijden van mevrouw Janssen en de daaruit voortvloeiende schade. 2.3. Naast het rapport van Cunningham Lindsey is een autopsie uitgevoerd op het stoffelijk overschot van mevrouw Janssen. Daaruit volgt dat het medisch dossier van mevrouw Janssen uitwijst dat zij allergisch was voor benzoëzuur en dat daarin wellicht de oorzaak van haar overlijden zou kunnen worden gevonden. De patholoog anatoom heeft echter tevens geconstateerd dat mevrouw Janssen leed aan coronaire trombose en zij evenwel aan de gevolgen van die aandoening kan zijn overleden. 6 Zie www.food-info.net. 7 Vast staat dat een te hoge inname van benzoëzuur gevaren voor de gezondheid kan opleveren. De hoeveelheid benzoëzuur die aan een voedselproduct mag worden toegevoegd is daarom aan een norm gebonden. Opgemerkt zij echter dat benzoëzuur een natuurlijke stof is en in diverse huis- tuin- en keukenproducten voorkomt. Zo bevatten cranberries zelfs van nature meer benzoëzuur dan volgens de norm toegestaan zou zijn. 4/9

2.4. Omdat het rapport van Cunningham Lindsey en het rapport van de patholoog voor Pindacasus geen uitsluitsel hebben kunnen bieden omtrent de doodsoorzaak van mevrouw Janssen, heeft Pindacasus aansprakelijkheid voor de dood van mevrouw Janssen en de daaruit voortvloeiende schade afgewezen. Daarop hebben de nabestaanden zich gewend tot de media. Het journaal van de publieke omroep waarschuwde vervolgens voor de gevaren van het eten van Pindacasus-pindakaas, het nieuws van de commerciële zenders rapporteerden zelfs over de uitbraak van een heus pindavirus. Ook enkele actualiteitsprogramma s hebben ingehaakt op Pinda-gate. De boodschap was duidelijk: de Pindacasus-etende kijker die al enige tijd last had van overgeven en dunne ontlasting zou mogelijk hetzelfde lot wachten als mevrouw Janssen. Het duurde niet lang of massa s mensen pretendeerden geveld te zijn door het pindavirus van Pindacasus. Naast de nabestaanden van mevrouw Janssen hebben legio mensen Pindacasus voor hun beweerde schade aansprakelijk gesteld. Het proces van de nabestaanden van mevrouw Janssen vormt een zogeheten proefproces. Als hun vordering in rechte wordt gehonoreerd, zullen de anderen volgen. 3. Juridisch kader Inleiding 3.1. Wil de vordering van de nabestaanden op Pindacasus uit hoofde van productaansprakelijkheid slagen, dan zullen zij moeten bewijzen dat: a. de pindakaas van Pindacasus gebrekkig was in de zin van artikel 6:185 BW; b. mevrouw Janssen en de nabestaanden schade hebben geleden; en c. dat die schade is veroorzaakt door een gebrek in de pindakaas van Pindacasus. 3.2. Indien mevrouw Janssen en nabestaanden al in die bewijsvoering zouden slagen, zal Pindacasus niet aansprakelijk kunnen worden gehouden voor hun beweerde schade indien het aannemelijk is dat het gebrek dat de schade heeft veroorzaakt niet bestond op het tijdstip waarop Pindacasus de pindakaas in het verkeer heeft gebracht. Te hoog benzoëzuurgehalte in de pindakaas 3.3. In opdracht van Pindacasus is via Cunningham Lindsey de litigieuze pot pindakaas van mevrouw Janssen onderzocht en een te hoog benzoëzuurgehalte geconstateerd. Aangenomen kan dan ook worden dat de op het aanrecht van 5/9

mevrouw Janssen aangetroffen pot pindakaas gebrekkig is in de zin van artikel 6:185 BW. 3.4. Verder staat vast dat mevrouw Janssen is overleden en dat de patholoog anatoom in het lichaam van mevrouw Janssen een verhoogde concentratie benzoëzuur heeft aangetroffen. Evenwel is niet komen vast te staan dat mevrouw Janssen ook als gevolg van het verhoogde benzoëzuurgehalte is overleden. Dat brengt ons bij de volgende voorwaarde voor aansprakelijkheid van Pindacasus: het causaal verband. Geen causaal verband tussen gebrekkige pindakaas en overlijden mevrouw Janssen 3.5. Op het aanrecht van mevrouw Janssen is een pot pindakaas aangetroffen met een te hoog benzoëzuurgehalte en mevrouw Janssen is overleden. Dit zijn twee op zichzelf staande feiten. 3.6. Primair betwist Pindacasus dat tussen beide feiten een causaal verband bestaat. Autopsie heeft immers uitgewezen dat mevrouw Janssen leed aan coronaire trombose en hierin net zo goed de doodsoorzaak in kan zijn gelegen. Het is algemeen bekend binnen de medische wetenschap dat deze aandoening kan leiden tot een myocardinfarct en zelfs plotselinge dood. Gelet op het feit dat mevrouw Janssen al geruime tijd aan deze aandoening leed en zij reeds de hoogbejaarde leeftijd van 81 jaar had bereikt, is het veeleer aannemelijk dat daarin de doodsoorzaak moet worden gevonden. Deze aandoening, noch de hoge leeftijd van mevrouw Janssen zijn factoren die Pindacasus kunnen worden toegerekend. Gebrek in de pindakaas is later ontstaan 3.7. Subsidiair wijst Pindacasus op het volgende. Zo uw college onverhoopt zou overwegen dat de doodsoorzaak van mevrouw Janssen wel in het verhoogde benzoëzuurgehalte dient te worden gevonden, dan stelt zij zich op het standpunt dat het verhoogde benzoëzuurgehalte in de Pindacasus-kaas niet in de pot aanwezig was op het moment dat deze door Pindacasus in het verkeer werd gebracht, maar pas later is ontstaan (vgl. artikel 6:185 lid 1 sub b BW). Daartoe wijst Pindacasus in de eerste plaats op het feit dat uit de autopsie volgt dat mevrouw Janssen allergisch was voor benzoëzuur en dat haar arts dit reeds geruime tijd voor haar dood heeft geconstateerd. 8 3.8. Verder merkt Pindacasus op dat het benzoëzuur volgens een automatisch gereguleerd proces aan haar pindakaas wordt toegevoegd. Het is dan ook 8 Zie verwijzing patholoog anatoom naar excerpt medisch dossier mevrouw Janssen. 6/9

opmerkelijk dat de pindakaas van mevrouw Janssen een verhoogd benzoëzuurgehalte bevatte dat afweek van de machinaal bepaalde dosering. Immers is niet komen vast te staan dat ook andere in de markt gebrachte potten een verhoogd benzoëzuurgehalte bevatten. Pindacasus vond dit dusdanig opmerkelijk dat zij een privé-detective heeft ingeschakeld om de gangen van de heer Janssen na te gaan. Dit onderzoek heeft geleid tot verontrustende taferelen (zie productie 2; foto s de heer Janssen). Deze foto s wekken de indruk dat de heer Janssen zijn huwelijksbootje tot zinken heeft willen brengen, omdat hij bang was zelf de boot te missen. Nu mevrouw Janssen in de weg stond aan het vrijelijk beleven van zijn tweede jeugd, is het dan ook een aannemelijk scenario dat de heer Janssen die ongetwijfeld op de hoogte was van de allergie van zijn vrouw het vrijelijk verkrijgbare benzoëzuur heeft aangeschaft en aan de pindakaas heeft toegevoegd. Aangezien (i) benzoëzuur een standaardingrediënt is van pindakaas en (ii) mevrouw Janssen een hoogbejaarde vrouw was met een hartkwaal, zou een doodsoorzaak waarschijnlijk hooguit in deze laatste factoren worden gezocht. Conclusie 3.9. Indien uw college dus voorbij gaat aan het primaire verweer van Pindacasus, dienen de vorderingen van de nabestaanden dus te falen op de grond dat het aannemelijk is dat het benzoëzuurgehalte in de pindakaaspot van mevrouw Janssen niet te hoog was op het moment dat deze in het verkeer werd gebracht door Pindacasus. 4. Schade 4.1. De schadevordering van de nabestaanden van mevrouw Janssen bestaat uit overlijdensschade 9 en shockschade. 10 4.2. Ten aanzien van de overlijdensschade merkt Pindacasus op tot dat de heer Janssen tot dusver geen stukken of andersoortige onderbouwing in de procedure heeft overgelegd, waarmee de beweerdelijk door hem geleden overlijdensschade zou kunnen worden onderbouwd. Zij betwist dan ook de omvang van deze schadevordering bij gebrek aan bewijs. 4.3. Wat betreft de beweerdelijk door de nabestaanden geleden shockschade merkt Pindacasus op dat het vaste jurisprudentie 11 is dat uit de aard van het begrip 9 Zie artikel 6:108 lid 1 onder c BW. 10 Zie artikel 6:106 BW. 11 Zie Rechtbank Roermond 8 juni 2004 LJN: AP1094, r.o. 5.9 en HR 22 februari 2002, NJ 2002/240. 7/9

shock-schade volgt dat alleen in zeer ernstige gevallen schadevergoeding op deze grond kan worden toegerekend. Het enkele aantreffen van de overledene (zoals in casu het geval; nt. advocaat) is daartoe onvoldoende. Er dienen bijzondere bijkomstige omstandigheden gesteld en zonodig bewezen te worden. Pindacasus betwist dat de nabestaanden daartoe voldoende hebben gesteld, laat bewezen. Ook deze schadevordering ligt zodoende voor afwijzing gereed. 4.4. Gelet op het voorgaande betwist Pindacasus dat de nabestaanden materiële en/of immateriële schade zou hebben geleden van de door hen beweerde aard en omvang. Zij behoudt zich bovendien het recht voor om zich nader tegen (de omvang van) de gevorderde materiële en immateriële schade te verweren, zodra de nabestaanden hun beweerde schade aan de hand van stukken hebben onderbouwd. Eigen schuld 4.5. Aangezien 'eigen schuld' van de overledene door de producent worden ingeroepen tegen de persoon die een vordering uit hoofde van overlijdensschade instelt, geldt dat deze schade voor rekening van de heer Janssen dient te komen indien Pindacasus onverhoopt aansprakelijk zou worden gehouden voor de schade veroorzaakt door het overlijden van mevrouw Janssen. Vast staat immers dat mevrouw Janssen bekend was met het feit dat zij allergisch was voor benzoëzuur. Het had dan ook op haar weg gelegen om na te gaan aan welke producten benzoëzuur standaard wordt toegevoegd, zodat zij de inname van benzoëzuur (en dus een allergische reactie) had kunnen voorkomen. Het is een feit van algemene bekendheid dat aan pindakaas standaard benzoëzuur wordt toegevoegd om kankerverwekkende schimmels tegen te gaan. Gelet op de mogelijk ernstige consequenties die het eten van deze producten voor haar konden hebben, mag verondersteld worden dat mevrouw Janssen zich deugdelijk heeft laten voorlichten door haar huisarts of diëtist over welke producten Benzoëzuur bevatten en zij dus niet moest eten. Bewijs hiervoor zou terug te vinden moeten zijn het huisartsendossier van mevrouw Janssen. Dit dient de heer Janssen in het kader van art. 21 Rv in het geding te brengen. Nu mevrouw Janssen hoewel bekend met haar allergie - zich er niet van heeft weerhouden pindakaas te eten, is haar overlijden aan haar schuld te wijten en dient op de voet van artt. 6:101 jo 6:108 lid 3 BW de integrale overlijdensschade van de heer Janssen geheel voor zijn rekening te blijven. 8/9

5. Conclusie 5.1. Pindacasus concludeert dat zij niet aansprakelijk dient te worden gehouden voor de beweerde schade van de nabestaanden van mevrouw Janssen. Daartoe geldt primair dat zij een causaal verband tussen het verhoogde benzoëzuurgehalte in de pindakaas en het overlijden van mevrouw Janssen niet is komen vast te staan. Subsidiair stelt Pindacasus zich op het standpunt dat de pindakaas niet gebrekkig was op het moment dat deze in het verkeer werd gebracht. 5.2. Daarnaast speelt de media een katalyserende rol. Dit blijkt wel uit intercontinentale zaken zoals RSI en Cheerio s. Alle informatie die u van te voren heeft vernomen over deze zaak, is afkomstig uit de media. Door het standpunt van hen, die geenszins is onderbouwd, wordt u beïnvloedt. Hierdoor staat Pindacasus al 1-0 achter. Pindacasus verzoekt de leden van de jury dan ook om zich te realiseren dat eisers de media als hefboom gebruiken om hun claim te ondersteunen. De fabrikant staat hiertegen machteloos en is hierin een lijdend voorwerp. 5.3. Voor zover op Pindacasus al enige aansprakelijkheid zou komen te rusten betwist zij de beweerde omvang van die schade, bij gebrek aan ondersteunende stukken en onderbouwing. 5.4. Tenslotte verzoekt Pindacasus uw rechtbank de nabestaanden van mevrouw Janssen te veroordelen in kosten van dit geding. 9/9