01
02
03
04
Het grote voorleesboek voor rond de zes jaar 1
Kijk ook op: www.ploegsma.nl isbn 978 90 216 7351 6 / nur 277 Copyright: diverse auteurs en illustratoren: zie bronvermelding op pagina 230 Omslagillustraties: Els van Egeraat, Ineke Goes, Philip Hopman, Nynke Talsma en Juliette de Wit Samenstelling: Marie Lotte Hagen Vormgeving: Hannah Weis-Roos Deze uitgave: Uitgeverij Ploegsma bv, Amsterdam 2015 Alle rechten voorbehouden. Uitgeverij Ploegsma drukt haar boeken op papier met het FSC-keurmerk. Zo helpen we waardevolle oerbossen te behouden. 2
Het GROTE voorleesboek voor rond de 6 jaar Uitgeverij Ploegsma Amsterdam3
Inhoudsopgave 9 15 19 23 30 36 42 44 49 54 58 62 67 72 Het rommelbeest Tjibbe Veldkamp met tekeningen van Els van Egeraat Het raadsel van de verdwenen onderbroek Marianne Busser & Ron Schröder met tekeningen van Dagmar Stam Een rondje met een pieletje Yvon Jaspers met tekeningen van Philip Hopman Woensdagmiddagwoorden René van der Velde met tekeningen van Mark Janssen De waslijn Hanna Kraan met tekeningen van Mies van Hout Carnaval met het Beest Reggie Naus met tekeningen van Maaike Putman One-two-three Hans & Monique Hagen met een tekening van Gertie Jaquet Het poepkasteel Sunna Borghuis met tekeningen van Harmen van Straaten De waterfiets Lizette de Koning met tekeningen van Ineke Goes Haaske Isabel Versteeg met tekeningen van Marije Tolman De zielige kindertjes Rindert Kromhout met tekeningen van Esther Leeuwrik Weerwolven Paul van Loon met een tekening van Hugo van Look Een briefje voor Lotte Jette Schröder met tekeningen van Juliette de Wit De dwerg Poppel Paul Biegel met tekeningen van Maaike Putman 4
76 86 88 92 102 106 112 118 120 128 134 138 141 148 Weglopen Jacques Vriens met tekeningen van Kees de Boer Monster Theo Olthuis met een tekening van Juliette de Wit Geheimtaal Imme Dros met tekeningen van Harrie Geelen Het raadsel van de aardbeienjam Selma Noort met tekeningen van Linda de Haan Een prima hut Rian Visser met tekeningen van Gertie Jaquet De knuffelrat Maranke Rinck met tekeningen van Esther Leeuwrik Oma Ta en de verrassing Truusje Vrooland-Löb met tekeningen van Gertie Jaquet Samen spelen Nannie Kuiper met tekeningen van Ineke Goes Een heel bijzonder schoolreisje Hanne Snel met tekeningen van Els van Egeraat Tik tik Barbara Scholten met tekeningen van Ingeborg Vriends-van der Steijn Schurft Elle van Lieshout & Erik van Os met tekeningen van Maaike Putman Het mannenkoor gaat werken Marianne Busser & Ron Schröder met tekeningen van Dagmar Stam Griep Sylvia Vanden Heede met tekeningen van Thé Tjong-Khing Storm Sieb Posthuma 5
154 156 163 168 172 176 181 186 188 193 197 204 210 215 Huilerig Nannie Kuiper met tekeningen van Els van Egeraat Boodschappen doen Jaap ter Haar met tekeningen van Nynke Talsma Stickers Isabelle de Ridder met tekeningen van Ingeborg Vriends-van der Steijn Waarom Chinezen geen staarten meer dragen Annie M.G. Schmidt met tekeningen van Els van Egeraat Proefzwemmen Yvon Jaspers met tekeningen van Philip Hopman De wolf en de zeven geitjes Thé Tjong-Khing Verdwaalpiet krijgt een computertje Selma Noort met tekeningen van Tineke van der Stelt Zeven kleine Eskimootjes Annie M.G. Schmidt met een tekening van Sieb Posthuma Keteltje komt op tv Jeska Verstegen Oppassen Burny Bos met een tekening van Harmen van Straaten Het grote-mannen-cadeau Linda Vogelesang met tekeningen van Natascha Stenvert De tandenfee Sanne de Bakker met tekeningen van Ineke Goes Pippi en de dansende kerstboom Astrid Lindgren met tekeningen van Annet Schaap De klassenfoto Ad Grooten met tekeningen van Juliette de Wit 6
220 225 Sjoerd de woerd Pieter Feller met tekeningen van Natascha Stenvert De sneeuwfant Karen van Holst Pellekaan met tekeningen van Rick de Haas 7
8
Het rommelbeest Het is bijna middag en Wilbur ligt nog in bed. Meestal is hij om deze tijd al op. Meestal heeft hij om deze tijd al een boterham met jam gegeten en een beschuit met hagelslag, want een groot dier moet goed eten, vooral hagelslag en jam. Maar vandaag is Wilbur zo soezelig suf dat hij lekker blijft liggen. Hij komt er niet uit, zelfs niet voor het ontbijt. Rommeldebommel, klinkt het opeens. Wilbur doet één oog open. Slaperig rolt hij zijn hoofd naar links en naar rechts om te zien wie daar rommelde. Hij ziet alleen zijn spulletjes, de zwarte kachel met het deurtje en het anker aan de muur. En die rommelen niet. Wilburs oog zakt weer dicht. Rommeldebommel. Daar is het geluid weer. Het klinkt als onweer in de verte, maar dan dichtbij. Wilbur gaat rechtop zitten en wrijft in zijn ogen. Wie maakt er zo n lawaai? Zou het een dier zijn dat hij niet kent? Misschien bestaan er wel rommelbeesten, die herrie schoppen onder je bed. Wilbur gluurt 9
langs de rand van zijn bed. Er staan alleen oude sloffen en die rommelen niet. De deur zwaait open en Otje holt naar binnen. Ze komt spelen. Met niemand kun je zo fijn spelen als met Wilbur. Hé, Wilbur! zegt ze. Wat ben je aan het doen? Ik zoek het rommelbeest, zegt Wilbur. Hij zit hier ergens te rommelen, maar ik weet niet waar. Luister maar. Het blijft even stil, maar dan barst het geluid weer los: rommeldebommel. 10
11
Otje springt op het bed en legt een oor tegen Wilburs buik. Gevonden! roept ze, door het gerommel heen. Het komt uit je maag. Ui-uit mijn maag? stamelt Wilbur. In zijn maag horen boterhammen en chocolademelk. Maar toch geen rommelbeesten? Hij legt zijn handen op zijn buik. Eigenlijk voelt het daar wel raar vanbinnen. Otje buigt zich naar Wilburs navel en zegt: Hallo daar! Kom er eens uit! Wilbur wil je niet in zijn buik, hoor. Rommeldebommel, doet de buik. Het klinkt nog het meest als: ik blijf lekker hier, lekker puh! O, Otje! zegt Wilbur. Zijn onderlip begint te trillen. Een rommelbeest in mijn buik. Wat moet ik nou doen? Ga maar op je hoofd staan, dat helpt altijd, zegt Otje. Kijk zo. Ze maakt een handstand achterover, tegen de muur. Een rommelbeest houdt niet van buiken die op de kop hangen. Dan is ie zo weg. Het kost wat moeite, maar een poosje later staat Wilbur toch op zijn hoofd, met zijn voeten tegen de muur. Otje staat ook op haar hoofd, voor de gezelligheid. Wilburs buik rommelt door. Ik geloof niet dat het helpt, piept Wilbur na een tijdje. Zijn hoofd is helemaal rood geworden. Zullen we iets anders proberen? Buikdansen, zegt Otje. Dat helpt ook altijd. Een rommelbeest houdt niet van buiken die dansen. Dan is ie zo foetsie, let maar op. Wilbur en Otje buikdansen op het bed. Ze springen en hopsen en wiebelen extra met hun buik. Maar het gerommel gaat gewoon door. 12
Met een zucht laat Wilbur zich op bed ploffen. Buikdansen helpt ook niet. En van dat gehos is hij nog duizelig geworden ook. Otje komt naast hem zitten en springt meteen weer op. Je moet eten! roept ze. Als je een boterham eet, krijgt het rommelbeest die op zijn kop. Daar heeft hij pas echt een hekel aan! Nu pas voelt Wilbur dat hij eigenlijk ontzettende honger heeft. Waarom heeft hij ook niet ontbeten? Wilbur eet een boterham met jam en een beschuit met hagelslag en een boterham met beschuit en een hagelslag met jam, wat niet helemaal klopt, maar als je zo veel honger hebt als Wilbur kan dat gebeuren. 13
Otje moedigt hem aan. Kledder alles op zijn rommelkop, Wilbur! Nu de chocolademelk! Gieten maar! Hupsakee, vooruit! Wilbur klokt twee bekers chocolademelk naar binnen en neemt nog een hapje beschuit. Dan is zijn honger over. Ik heb genoeg, zegt Wilbur. Over tafel kijken hij en Otje elkaar gespannen aan. Zou het geholpen hebben? Zou het rommelbeest weg zijn? Er is geen gerommel meer te horen. Maar wel iets anders: Hik, zegt Wilburs buik. En nog eens: Hik! Nu zit er een hikbeest in je buik, zegt Otje. Je moet achteruit hollen met een emmer water op je hoofd, dan gaat ie wel weg. Wacht maar even Ze rent naar de keuken om een emmer water te halen. Hik! doet Wilburs buik. Wilbur vindt het niet erg. Het voelt weer fijn in zijn buik. 14
Het raadsel van de verdwenen onderbroek Er was eens een koning die onderbroeken spaarde. Hij had al een prachtige verzameling: onderbroeken met streepjes en met stippeltjes, onderbroeken met beertjes en met bloemetjes en natuurlijk ook onderbroeken met kroontjes. De koning was vreselijk zuinig op zijn verzameling. De allermooiste onderbroeken bewaarde hij zelfs in een speciaal album. Dat album lag veilig in een kast, met zeven stevige sloten erop. Op een dag wilde de koning zijn mooie verzameling weer eens bekijken. Hij maakte de sloten van de kast open en haalde zijn onderbroekenalbum er voorzichtig uit. Bladzij na bladzij sloeg hij om. Tot hij opeens een lege bladzij zag De koning schrok verschrikkelijk. Hij werd helemaal bleek. Er was een onderbroek verdwenen! De onderbroek met de zeven dwergen was weg. De koning barstte in snikken uit, rende naar de telefoon en belde de politie. Het duurde niet lang of er stond een agent voor de deur. Vertelt u het eens, majesteit, zei de agent. De koning vertelde snotterend het hele verhaal. Van zijn bijzondere verzameling, van de kast met de stevige sloten, en van de verdwenen onderbroek met de zeven dwergen. 15
Zo, zei de agent ernstig. Dat is niet zo mooi. Nee! snikte de koning. Ik ben ontzettend geschrokken. Zo meteen verdwijnen er nog meer onderbroeken en dat zou vreselijk zijn! De agent knikte begrijpend. Dat snap ik, zei hij. Ik ga er meteen werk van maken. Hij pakte zijn blocnote en schreef op: Gezocht: koninklijke onderbroek! Kleur: groen, met zeven dwergen erop. Wie deze onderbroek vindt, krijgt een grote zak met geld! Bel ogenblikkelijk de politie als u iets weet. Ziezo, zei de agent tevreden. Ik zal dit bericht laten voorlezen op radio en televisie, en we zetten het ook in de krant. Ik zou zeggen: maak u niet ál te ongerust. Het komt vast wel goed. Hij dronk nog een kopje koffie en stapte toen weer op zijn fiets. En nu ga ik eerst in bad, zei de koning tegen zichzelf. Hij liet het bad vollopen en deed er een flinke scheut badschuim in. Daarna kleedde hij zich uit en ging voor de spiegel staan. Maar wat was dát? De koning kon zijn ogen niet geloven. De onderbroek met de zeven dwergen was weer terecht. Natuurlijk! schaterde hij. Dat ís ook zo! Die heb ik vanmorgen aangetrokken. Hoe kon ik dat nou vergeten? De koning trok snel zijn badjas aan en belde opnieuw de politie. Ik héb hem! riep hij opgewonden. Mijn onderbroek is weer terug. Ik had hem per ongeluk aangetrokken! Ik kom meteen, zei de agent. Vijf minuten later stapte hij vrolijk binnen. 16
17
Gefeliciteerd! riep hij enthousiast. Enne mag ik de onderbroek misschien ook even zíén? De koning glunderde. Maar natuurlijk, zei hij. Triomfantelijk sloeg hij zijn badjas open. Geweldig, zei de agent vol bewondering. Nog nooit eerder is een zaak zo snel opgelost! En eerlijk is eerlijk: de beloning is voor u. Tenslotte hebt u zelf uw onderbroek weer gevonden. De agent gaf de koning een grote zak met geld. Alstublieft. Maar de koning wilde het geld niet hebben. Ik vind het heel aardig, zei hij, maar dit geld heb ik echt niet nodig. Ik stel voor dat we er iets leuks mee gaan doen. Laten we mijn hele volk prachtige, nieuwe onderbroeken geven. Een week later was het zover. Duizenden mensen stonden in de rij voor het paleis. Een voor een kregen ze van de koning een nieuwe onderbroek. Een onderbroek met een kroontje. Iedereen was dolblij en de koning straalde van geluk. En hoog boven zijn hoofd aan de vlaggenmast wapperde de onderbroek met de zeven dwergen vrolijk in de wind. 18
Een rondje met een pieletje Vandaag is een leuke dag. Trijntje heeft al veel kruisjes gezet op de aftelkalender. En nu is het eindelijk haar verjaardag. Ze heeft vanochtend een pop gekregen. Eentje met heel lange haren, waar je vlechten mee kunt maken of staarten. Vandaag zijn het vlechten. Net als Trijntje zelf heeft. Dat staat feestelijk, zegt mama. Straks komt de visite. In de tuin staat een lange tafel. Er ligt een mooi tafelkleed op met gekleurde bloemen. De tafel staat vol met kopjes en glazen. In het midden staat een grote appeltaart. Trijntje heeft hem samen met mama gebakken. Nu mag ze er zelf de kaarsjes op zetten. Ze klimt via de stoel op de tafel. Het is best een moeilijk klusje, want de glazen mogen natuurlijk niet op de grond vallen. Op haar knieën kruipt ze naar de taart. Mmm, wat ruikt het lekker, denkt Trijntje als ze met haar neus erboven hangt. In haar hand heeft ze zes kaarsjes in allemaal kleuren. Ze prikt ze een voor een in de taart. Dan kijkt ze om zich heen. Niemand die op haar let. Mama is in de keuken, papa draagt stoelen door de tuin en Ties maakt moddersoep in de zandbak. Heel snel breekt ze een stukje van de taart en stopt het in haar mond. Mmm...! Er zitten nootjes en rozijnen door. Eigenlijk kan er best nog een hap bij, denkt Trijntje. Vliegensvlug grijpt ze nóg een hand appeltaart en duwt haar mond zo vol als maar kan. Dat is smullen. Met haar wangen vol kruimels kruipt Trijntje over de tafel. Plots voelt ze iets zachts onder haar knie. Ze kijkt en ziet een grote rode vlek. Bloed? Zo veel bloed? Maar ze voelt geen pijn. Hoe kan dat nou? Ze gaat zitten en bekijkt het eens goed. Dan ziet ze dat ze met haar knie in de schmink is gaan zitten. Getsie. 19
Ties, Ties! Kom kijken! roept ze naar haar broertje. Ties loopt naar de tafel. Als hij haar knie ziet, schrikt hij. Wat heb je? Hoe komt dat? Trijntje lacht. Niks hoor, zullen we schminken? vraagt ze. Ties pakt de blauw en trekt een grote streep over zijn gezicht. Zal ik het even doen? Ik maak wel een piratenlapje van die streep, zegt Trijntje, terwijl ze een rondje om zijn oog tekent. Dat wordt super cool, lacht ze tevreden. Wil je bij mij een zes op mijn wang maken? vraagt ze. Hoe moet dat? vraagt Ties. Nou gewoon, een rondje met een pieletje. Met zijn tong uit zijn mond probeert Ties een goed pieletje te tekenen. Ik wil ook een nummer! zegt hij dan. Goed, zegt Trijntje, dan krijg jij een vier. Nee! schreeuwt Ties. Geen vier, maar een vierenhalf! 20