VJTO 2013 ANTWOORDEN VOORRONDE

Vergelijkbare documenten
Jeugd Technologie Olympiade vraag 1

Alles om je heen is opgebouwd uit atomen. En elk atoom is weer bestaat uit protonen, elektronen en neutronen.

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

Elektriciteit. Wat is elektriciteit

toelatingsexamen-geneeskunde.be

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS.

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS APRIL uur

Elektro-magnetisme Q B Q A

VJTO 2015 ANTWOORDEN FINALE 5/12

Samenvatting NaSk H5 Elektriciteit

Examenopgaven VMBO-BB 2004

ALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa.

Elektriciteit en stroom, wat is het? Proefjes met stroom en electriciteit

HEREXAMEN EIND MULO tevens IIe ZITTING STAATSEXAMEN EIND MULO 2009

TOELATINGSEXAMEN NATIN 2009

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan

Vlaamse Junior STEM Olympiade, Technology approved antwoorden finale 2017

2 Elektriciteit Elektriciteit. 1 A De aal heeft ca 4000 elektrische cellen van 0,15 volt, die in serie geschakeld zijn.

2 VWO 2 HAVO Oefenstof dichtheid.

Om een lampje te laten branden moet je er een elektrische stroom door laten lopen. Dat lukt alleen, als je een gesloten stroomkring maakt.

Tandwielen. Katrollen

Extra opgaven Aanzichten, oppervlakte en inhoud

1 Elektriciteit Oriëntatie 1.1 Elektrische begrippen Elektrische stroomkring

Zwaartekracht. Dat komt door de zwaartekracht. De aarde trekt alles naar beneden.

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4

In een U-vormige buis bevinden zich drie verschillende, niet mengbare vloeistoffen met dichtheden ρ1, ρ2 en ρ3. De hoogte h1 = 10 cm en h3 = 15 cm.

0,8 = m / = m / 650

Elektriciteit, wat is dat eigenlijk?

Mkv Magnetisme. Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar.

Lees eerst bij Uitleg leerlingen, proef 1 alles over de onderdelen van de elektrische kringloop. stroomkring 1 stroomkring 2

Q l = 23ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 23ste Vlaamse Fysica Olympiade 1

En wat nu als je voorwerpen hebt die niet even groot zijn?

AAN DE SLAG Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1)

Exact periode 2.1. Q-test. Dichtheid vaste stoffen Dichtheid vloeistoffen; interpoleren

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

Voorbeeldtoets Natuurkunde voor groep 8. Deze toets bestaat uit 15 opgaven

Vlaamse Junior STEM Olympiade, Technology approved antwoorden finale 2016

Exact periode 2: Dichtheid

6.2 Elektrische energie en vermogen; rendement


TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5)

Vlaamse Fysica Olympiade 27 ste editie Eerste ronde

wiskunde CSE GL en TL

Exact periode 2: Dichtheid

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4

Uitwerkingen Hoofdstuk 2 Licht

Dichtheid.info hoort bij de lesserie Dichtheid praktisch gezien. Alle informatie voor leerlingen is hier te vinden.

Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen)

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 5

Meting zonnepaneel. Voorbeeld berekening diodefactor: ( ) Als voorbeeld wordt deze formule uitgewerkt bij een spanning van 7 V en 0,76 A:

Elektrische stroomnetwerken

OPDRACHT 1 Vul zelf de juiste fase in.

Is het nu geleider of isolator?

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45

WICO CAMPUS TIO OVERPELT

Energie : elektriciteit : stroomkringen

Samenvatting Natuurkunde Kracht

Hier brandt de lamp. Klas:.. Hier brandt de lamp Blz 1 / 13 Cremers François, Boutsen Ingrid, Kenens Hilde

1 Stuiteren (2) Welke tennisbal stuitert het best? A bal 1 B bal 2 C bal 3 D alle ballen even goed. 2 Brandend lampje

Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen

OVERAL, variatie vanuit de kern. LES- BRIEF 3v/4hv. De zonne-energiecentrale van Fuentes de Andalucía

inkijkexemplaar Energie voor de lamp Techniek 1

Stroomkringen. opdracht 2

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN HAVO 2015

Hoofdstuk 3. en energieomzetting

Vrij Technisch Instituut Grote Hulststraat Tielt tel fax

Toets Wetenschap en Techniek groep 8 SAM

Uitwerkingen oefeningen hoofdstuk 3

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

VTO 2014 ANTWOORDEN VOORRONDE

Eindexamen natuurkunde pilot havo I

Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5

Uitwerking examen e tijdvak

wiskunde CSE GL en TL

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l

NATUURKUNDE. Donderdag 5 juni, uur. MAVO-C Il EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN C - niveau

J De centrale draait (met de gegevens) gedurende één jaar. Het gemiddelde vermogen van de centrale kan dan berekend worden:

H7 werken met stoffen

1. Materiaal Onderzoek

Blad 1. Het simulatiespel Bijlage - Simulatiespel 100 gele kaartjes = energiepunten. Digibord Afbeelding van technische tekening

Augustus blauw Fysica Vraag 1

Augustus geel Fysica Vraag 1

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materialen

AAN DE SLAG Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1)

5 Elektriciteit. 5.1 Elektriciteit om je heen

Blad 1. Voor het simulatiespel: 100 gele kaartjes (de energiepunten) 2 A6 met lampsymbool 1 A6 met batterijsymbool. Tijd Totaal 60 minuten.

QUARK_5-Thema-04-elektrische stroom Blz. 1. Grootheid Symbool Eenheid symbool Verband tussen eenheden Stroomsterkte I Ampère A 1 C

Multifunctionele detector Metaal- en stroomdetector

1ste ronde van de 19de Vlaamse Fysica Olympiade 1. = kx. = mgh. E k F A. l A. ρ water = 1, kg/m 3 ( θ = 4 C ) c water = 4, J/(kg.

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

natuur- en scheikunde 1 CSE KB

4 keer beoordeeld 4 maart Natuurkunde H6 Samenvatting

voltooid. Hoeveel jaar is dat geleden? Schrijf je berekening op.

WICO CAMPUS TIO OVERPELT

wiskunde CSE GL en TL

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM HEREXAMEN HAVO 2015

Opgave 5 V (geschreven als hoofdletter) Volt (voluit geschreven) hoeft niet met een hoofdletter te beginnen (volt is dus goed).

Eindexamen natuurkunde / scheikunde 1 vmbo gl/tl II

Transcriptie:

VJTO 2013 ANTWOORDEN VOORRONDE Vraag 1 Antwoord b De beste techniek om te metselen wordt het halfsteenverband genoemd. De volgende laag is hierbij steeds een halve steen opgeschoven ten opzichte van de vorige laag (zoals op afbeelding B) en is iedere steen goed verbonden met de naburige stenen. Vraag 2 Antwoord c a. Vormt een omgekeerde zes ( ) b. Vormt een nul (0) c. Vormt een zes (6) Vraag 3 Antwoord a Blind typen is het intoetsen van tekst op het toetsenbord terwijl je naar het scherm aan het kijken bent. Dus zonder te kijken naar je toetsenbord. Vraag 4 Antwoord b Aan de andere kant van de zijde met 6 ogen bevindt zich 1 oog. Als je beide tegengestelde zijden optelt, bekom je 7. Dus aan de andere kant van 5 bevindt zich 2 en aan de andere kant van 4 bevindt zich 3. Vraag 5 Antwoord b Laat je niet vangen. Beide regentonnen zijn op dezelfde dakgoot en hetzelfde dak bevestigd, dus als het 1 uur regent vangen beide tonnen samen 150 liter op (net zoveel als 1 ton zou doen). Vraag 6 Antwoord b Als 2 extra rijtuigen aan 8 bestaande worden toegevoegd dan zijn er in totaal 10 rijtuigen. Elk rijtuig is 27 meter lang, dus totaal: 10 x 27 = 270 meter lang. Vraag 7 Antwoord b Tin is een metaal met een smeltpunt van ongeveer 230 C. Indien je het tin dus verwarmt tot boven het smeltpunt, wordt het vloeibaar en kan je het in vormpjes gieten en laten afkoelen. Vraag 8 Antwoord c De stroomkring gevormd door lampje A,B,C wordt hier niet onderbroken. Zodoende zullen zowel lampje A, B als C blijven branden.

Vraag 9 Antwoord c Een watertoren is een torenachtig gebouw met bovenin een waterreservoir of watertank. Door de hoogte zal het bovenste water druk uitoefenen op het water eronder en krijg je dus druk in de leidingen. Vraag 10 Antwoord b Het heliumgas (in de ballonnen van de clown) is lichter dan lucht (in de ballonnen van Sander), waardoor de heliumballonnen hoger blijven hangen. In de wereld van de wetenschap zegt men dat helium een kleinere dichtheid heeft dan lucht. Vraag 11 Antwoord a Een smeltveiligheid beschermt de bedrading van elektrische installaties tegen schade door te hoge elektrische stromen. Bij teveel stroom smelt de draad van de smeltveiligheid, waardoor de stroom onderbroken wordt. Vraag 12 Antwoord c Camiel heeft zijn handen gewassen, aangezien er op de voedingsbodem geen bacteriën zijn gegroeid. Bij het wassen heeft Camiel namelijk alle bacteriën van zijn handen gewassen. Vraag 13 Antwoord b Als je goed kijkt kan je zien dat Ella hetzelfde voorwerp in spiegelbeeld gemaakt heeft. Vraag 14 Antwoord c In een minuut gaan 60 seconden. Dus als de computer 960 miljoen berekeningen per minuut aankan, dan zijn dat er 16 miljoen (960 miljoen gedeeld door 60) per seconde. En 1 Hz komt overeen met 1 berekening per seconde. Dus 16 miljoen Hertz (antwoord c). Vraag 15 Antwoord a Om een schok te voelen moet de stroomkring gesloten zijn. Dit kan alleen als de stroom doorheen de koe loopt en vervolgens naar de grond tot aan de batterij. Vraag 16 Antwoord b Hoe groter de massa van een voorwerp, hoe langer de remafstand. Aangezien de goederentrein meer weegt dan de lege personentrein, zal deze de langste remafstand hebben.

Vraag 17 Antwoord b Voor een optimaal rendement van zonnepanelen moeten deze loodrecht op de zon staan. Dit verschilt natuurlijk per seizoen (lage stand in de winter, hoge stand in de zomer), maar is steeds tussen de 30 en 70 graden. Vraag 18 Antwoord c De auto mag slechts kunnen starten als de deuren dicht zijn en de sleutel in het contact. Dus beide voorwaarden dienen waar (=True) te zijn. Vraag 19 Antwoord b Planten doen aan fotosynthese om te groeien. Hierbij wordt koolstofdioxide (CO 2 ) samen met zonlicht omgezet in zuurstof (O 2 ) en nuttige suikers (koolhydraten) voor de plant. Dus hoe meer CO 2 je in de serre toevoegt, hoe beter de planten groeien. Vraag 20 Antwoord c De glazen stolp werkt hetzelfde als het broeikaseffect op aarde. Onder de stolp warmt de lucht op doordat het zonlicht erin kan, maar niet meer eruit. Hoe kan dat? Het zonlicht komt in de stolp terecht als zichtbaar licht. Maar na absorptie door de lucht wordt dit zichtbaar licht omgezet in infrarood licht en kan het bijgevolg niet meer uit de stolp, omdat infrarood een andere golflengte heeft. Vraag 21 Antwoord b Om de lamp te laten branden met behulp van de batterij moet de stroomkring gesloten zijn (NIET zoals in afbeelding A) én doorheen de lamp lopen (NIET zoals in afbeelding C). Vraag 22 Antwoord a Het water van de zee wordt via de slang in afbeelding A naar het Jetpack van Joris gestuurd om vervolgens hard naar beneden te worden gepompt. Door de kracht van het water zal Joris naar boven worden gestuwd.

Vraag 23 Antwoord b Breedte van het bouwwerk = 3 witte blokjes. Lengte van het bouwwerk: 1 e laag: 4 witte blokjes 2 e laag: 3 witte blokjes 3 e laag: 2 witte blokjes 4 e laag: 2 witte blokjes Oppervlakte van het bouwwerk: 1 e laag = 3 x 4 = 12 witte blokjes 2 e laag = 3 x 3 = 9 witte blokjes 3 e laag = 3 x 2 = 6 witte blokjes 4 e laag = 3 x 2 = 6 witte blokjes Totaal aantal witte blokjes: 33 witte blokjes (antwoord b) Vraag 24 Antwoord a Staal is een betere geleider van elektriciteit dan PVC (kunststof) en dan beton. Staal bevat namelijk ijzer en koolstof en deze zijn heel goede geleiders. Vraag 25 Antwoord c 22 * 1000 = 22.000 Ohm Vraag 26 Antwoord a 45 graden is de ideale lanceringshoek om zo ver mogelijk te geraken. Elke vogel moet namelijk met twee zaken rekening houden: 1) Hij moet zo veel mogelijk tijd in de lucht doorbrengen en dat gaat het beste door in een hoge boogbaan te katapulteren. 2) Hij moet zo ver mogelijk komen en dat gaat het beste als hij ook een flinke horizontale snelheid krijgt. De ideale verdeling van energie over die twee richtingen krijg je als je onder een hoek van 45 graden lanceert. Vraag 27 Antwoord a Brug A is het sterkst omdat het gewicht van de brug het best wordt verdeeld/weggeleid door middel van bogen. Als voorbeeld: maak een cilinder door middel van ene papieren blad, maar een vierkante buis door middel van ene blad papier. Test bij beide hoeveel gewicht je kan leggen bogen zijn altijd sterker!

Vraag 28 Antwoord b 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Vraag 29 Antwoord b De elektrische stroom vloeit terug van de koplamp naar de dynamo via het kader van de fiets. Dit omdat de stroomkring gesloten moet zijn (dus NIET antwoord A) en omdat het plastic omhulsel van de draad geen stroom geleidt (dus NIET antwoord C). Vraag 30 Antwoord c Kleine organismen worden bestudeerd met toestel c: een microscoop, om kleine voorwerpen te vergroten. Toestel a is een telescoop om verre voorwerpen van dichterbij te kunnen bekijken (zoals bijvoorbeeld sterren) en toestel B is een videocamera. Vraag 31 Antwoord c eter = 100 cm Totaal volume van de kubus = 100 cm x 100 cm x 100 cm = 1.000.000 cm³ Dichtheid kurk : 0,24 g/cm³. Dus: 0, 24g x 1.000.000 cm³ = 240.000 g = 240 kg. Te zwaar dus. Vraag 32 Antwoord a Knop A dient om het venster te minimaliseren (dus onzichtbaar te maken, maar niet af te sluiten). Knop B dient om het venster te maximaliseren (dus zo groot mogelijk te maken). Knop C dient om het venster af te sluiten.