Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergelijkbare documenten
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

Praktische opdracht Economie Economische Monetaire Unie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

De tekst van dit document is identiek aan die van de voorgaande versie.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1994 Nr. 266

Tweede Kamer der Staten-Generaal

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1993 Nr. 51. Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992

Eurogroep. 1. Economische situatie in de eurozone

10889/10 VP/mg DG G I

PERSMEDEDELING. 2595e zitting van de Raad STAATSHOOFDEN EN REGERINGSLEIDERS. Brussel, 29 juni 2004

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende de aanneming van de euro door Letland op 1 januari 2014

RESTREINT UE. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1995 Nr. 176

RECHTSGRONDSLAG DOELSTELLINGEN RESULTATEN

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende de aanneming van de euro door Estland op 1 januari 2011

Praktische opdracht Economie Euro

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE EUROPESE CENTRALE BANK

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1. Inleiding Ik ga het in mijn werkstuk over de euro en de Europese Unie hebben. De volgende punten zal ik in mijn werkstuk verwerken;

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ik ga het in mijn werkstuk over de euro en de Europese Unie hebben. De volgende punten zal ik in mijn werkstuk verwerken;

"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 974/98 over de invoering van de euro

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Regels inzake gemeenschappelijke wisselkoersarrangementen van de euro, alsmede wijziging van enkele andere wetten.

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van over het ontwerpbegrotingsplan van België. {SWD(2018) 511 final}

COMMISSE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Centraal Planbureau 1 Europa in crisis

5,2. 1.Het ontstaan van de Europese Unie. 2.Geschiedenis van de EU: Werkstuk door een scholier 1839 woorden 10 oktober keer beoordeeld

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

?? NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 mei 2004 (14.05) (OR. en) 9414/04 POLGEN 21

DE EURO: EEN AANWINST VOOR DE TOEKOMST VAN EUROPA

Europa in crisis. George Gelauff. Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering

Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van , blz. 534), gewijzigd bij:

PERSMEDEDELING. 3345e zitting van de Raad. Economische en Financiële Zaken. Begroting. Brussel, 14 november 2014 PERS

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 oktober 2010 (03.11) (OR. en) 7512/10 ADD 1 PV/CONS 15 ENV 169

Deel 3. Wat doet de Europese Unie? 75

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van SLOVENIË

EURO-MEDITERRAAN PARLEMENTAIR FORUM

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2001) 600 def.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS)

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

2014D26661 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 juni 2005 (OR. en) 9550/05 UEM 130 ECOFIN 175

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de Europese Unie; (met Protocollen) Maastricht, 7 februari 1992

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 september 2001 (13.09) (OR. it) 11551/01 UEM 73 ECOFIN 228

BEGELEIDENDE NOTA Betreft: Monetaire overeenkomst tussen de Italiaanse Republiek, namens de Europese Gemeenschap, en de Republiek San Marino

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Wie bestuurt de Europese Unie?

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van Nederland

Tweede Kamer der Staten-Generaal

EUROPESE CONVENTIE SECRETARIAAT. Brussel, 21 oktober 2002 (29.10) (OR. en) CONV 357/02 WG VI 17

Vier voorzitters - 1

8792/1/16 REV 1 dui/cle/as 1 DG G 2B

Wie bestuurt de Europese Unie?

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2008 Nr. 166

Nr. L 209/6 NL Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen VERORDENING ( EG ) Nr. 1467/97 VAN DE RAAD. van 7 juli 1997

DE BRIEVEN BRIGADE HET VERHAAL VAN DE EUROPESE UNIE TIJDSLIJN

Eurogroep en Ecofin Raad 3 en 4 april te Praag

Wie bestuurt de Europese Unie?

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de uitgifte van euromunten

vaste commissie voor Europese Zaken

- de voorlopige agenda van de zitting in document EEE 1605/03 (zie bijlage I);

VOORLOPIGE AGENDA HET COMITÉ VAN PERMANENTE VERTEGENWOORDIGERS (2e deel) Europagebouw, Brussel 3 en 4 juli 2019 (10.00, 9.00)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

TRACTATENBLAD VAN HET

Tweede Kamer der Staten-Generaal

EUROPEES PARLEMENT. Commissie economische en monetaire zaken. MEDEDELING AAN DE LEDEN nr. 22/2005

Tweede Kamer der Staten-Generaal

DNB organisatievorm & governance

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 21 501-07 Ecofin-Raad 21 501-20 Europese Raad 25 107 Derde fase EMU Nr. 221 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 8 mei 1998 Mede namens de Minister-President en de Minister van Buitenlandse Zaken, reageer ik hierbij op de tijdens de regeling van werkzaamheden van de Tweede Kamer d.d. 7 mei jl. door verschillende afgevaardigden gestelde vragen over de benoeming van de directie van de ECB, in het bijzonder de benoeming van de eerste president van de ECB. Voor een algemeen verslag van de verschillende Raden die in het weekend van 1, 2 en 3 mei hebben plaatsgevonden zij verwezen naar het algemene verslag van het weekend dat u heden separaat is toegegaan, maar dat ook als bijlage van deze brief is toegevoegd. Allereerst kan worden opgemerkt dat de Nederlandse inzet eruit bestond om de heer Duisenberg te benoemen tot eerste president van de ECB. Dit vanzelfsprekend in overeenstemming met de desbetreffende bepalingen in het Verdrag en in de Statuten van de ECB/ESCB. Deze inzet werd realistisch geacht omdat in de aanloop naar het weekend van 1, 2 en 3 mei was gebleken dat een grote meerderheid van lidstaten de kandidatuur van de heer Duisenberg zou ondersteunen. Randvoorwaarde was dat het Verdrag zou worden gerespecteerd. Concreet betekende dit dat Nederland niet akkoord zou kunnen gaan met een benoeming van de president van de ECB voor een periode korter dan acht jaar. Wel moest in de besprekingen die nodig bleken te zijn omdat Frankrijk een eigen kandidaat naar voren had geschoven rekening worden gehouden met het gegeven dat de heer Duisenberg al eerder te kennen had gegeven dat, gelet op zijn leeftijd, het onwaarschijnlijk zou zijn dat hij bij een eventuele benoeming als eerste president van de ECB de volledige termijn zou uitdienen. Ook stond Nederland op het standpunt dat een eventuele afspraak dat een andere lidstaat de mogelijkheid zou krijgen om de volgende president voor te dragen, niet door Nederland zou hoeven te worden geblokkeerd, mede gelet op de in het Verdrag opgenomen waarborgen ten aanzien van de kwaliteitsvereisten voor te benoemen directieleden. Ten aanzien van de gevolgde procedure kan worden opgemerkt dat het Verdrag voorschrijft dat de leden van de eerste directie in onderlinge KST29682 ISSN 0921-7371 Sdu Uitgevers s-gravenhage 1998 Tweede Kamer, vergaderjaar 1997 1998, 21 501-07 enz., nr. 221 1

overeenstemming worden benoemd door de regeringen van de (deelnemende) lidstaten op aanbeveling van de Raad en na raadpleging van het EMI en het Europees parlement. In de aanloop naar het besluitvormingsweekend bleek dat deze kwestie alleen op het hoogste niveau kon worden opgelost, met als gevolg dat in de Ecofin geen bereidheid bestond om tot een aanbeveling te komen voordat er een politieke consensus tussen de regeringsleiders en staatshoofden zou bestaan over de kandidatuur voor het presidentschap van de ECB. Zoals aangegeven had Frankrijk een eigen kandidaat gesteld voor het eerste presidentschap van de ECB. Uiteindelijk is afgesproken dat de heer Duisenberg voor een volledige termijn van acht jaar zal worden benoemd. Tevens bestaat er overeenstemming over dat voor de opvolging van de heer Duisenberg door Frankrijk een kandidaat zal worden voorgedragen. De Raad heeft kennis genomen van de mededeling van President Chirac dat deze kandidaat de heer Trichet zal zijn. Wat betreft de procedure voor de benoeming van de volgende president van de ECB geldt dat de benoeming zal plaatsvinden op aanbeveling van de Ecofin en dat het Europees Parlement en de ECB geraadpleegd zullen worden. Hierbij blijft onverlet dat ook de volgende president moet voldoen aan de eisen en voorwaarden die het Verdrag stelt aan leden van de directie van de ECB, namelijk dat zij worden gekozen uit personen met een erkende reputatie en beroepservaring op monetair of bancair gebied. Het is daarbij in eerste instantie aan de Ecofin, en vervolgens aan de ECB, het EP en de regeringen van de lidstaten, om te beoordelen of de voorgedragen kandidaat aan deze kwaliteitsvereisten voldoet. Ten aanzien van de juridische implicaties van het genomen besluit, inclusief de verklaring van de heer Duisenberg, is een aantal elementen van belang. De benoeming van de heer Duisenberg is voor een periode van acht jaar en derhalve in overeenstemming met het Verdrag. De persoonlijke verklaring van de heer Duisenberg dat hij, gelet op zijn leeftijd, de volledige termijn niet wil uitdienen doet hier niets aan af 1.De heer Duisenberg heeft hierbij uitgesproken dat hij tenminste aanblijft gedurende de periode waarin euro-munten en bankbiljetten in omloop worden gebracht en nationale munten en bankbiljetten uit circulatie worden gehaald. Het tijdstip van aftreden wordt door hem bepaald en door niemand anders. Op basis van deze persoonlijke verklaring kan derhalve geen tijdstip worden aangegeven waarop de heer Duisenberg zal aftreden. Gelet op bovenstaande kan de ECB onder de leiding van de heer Duisenberg een geloofwaardige start maken bij het vestigen van een solide reputatie van de euro. De Minister van Financiën, G. Zalm 1 Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie. Tweede Kamer, vergaderjaar 1997 1998, 21 501-07 enz., nr. 221 2

BIJLAGE Datum: 08-05-98, IMZ 98/1367 Onderwerp: verslag EMU weekend d.d. 1, 2 en 3 mei 1998 Onderstaand volgt een verslag van de beraadslagingen in het «EMU-weekend» van 1, 2 en 3 mei. In dit weekend hebben vier vergaderingen plaatsgevonden: A Ecofin d.d. 1 mei 1998 B Raad in de samenstelling van staatshoofden en regeringsleiders d.d. 2 mei 1998 C Ecofin d.d. 3 mei 1998 D Informele bijeenkomst van de Ministers van de Ecofin, de Commissie en de presidenten van de nationale centrale banken en het EMI Voorafgaand aan de formele Raad (in de samenstelling van staatshoofden en regeringsleiders) heeft een (informele) lunch plaatsgevonden. A Ecofin d.d. 1 mei De Ecofin komt op vrijdag 1 mei om 18.30 uur bijeen om te spreken over de volgende onderwerpen. 1 Intrekking buitensporige tekorten 2 Aanbeveling van de Ecofin inzake toetreding tot de muntunie 3 Verklaring van de Ecofin 4 Verklaring inzake Griekse toetreding 5 Verordening inzake denominaties en technische specificatie euro-muntstukken 1 Intrekking buitensporige tekorten De Europese Commissie heeft op 25 maart jl. een aanbeveling opgesteld voor de intrekking van het buitensporig-tekortoordeel van negen lidstaten: België, Duitsland, Italië, Frankrijk, Oostenrijk, Portugal, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en Zweden. De Commissie licht toe tot dit oordeel te zijn gekomen op basis van de budgettaire uitkomsten over 1997 en de vooruitzichten voor 1998 en daarna. Voor alle negen lidstaten geldt dat het overheidstekort in 1997 onder de 3% BBP is uitgekomen en dat voor 1998 een verdere daling is voorzien. Voor het schuldniveau geldt voor België en Italië dat deze zich op een hoog niveau bevindt, maar dat deze lidstaten hun primaire overschotten op een voldoende hoog niveau zullen houden om een verdergaande duidelijke daling van de schuldquote te bereiken. Voor vijf lidstaten geldt dat geen sprake is van een buitensporig tekort. Ten aanzien van Griekenland geldt dat veel voortgang is geboekt op het terrein van de budgettaire convergentie, maar dat additionele inspanningen nodig zijn voor intrekking van het tekortoordeel. De voorzitter van het Monetair Comité, Wicks, zegt dat hij weinig heeft toe te voegen aan de aanbeveling. Hij benadrukt dat in de aanbeveling wordt aangegeven dat vooral de bereikte convergentie in 1997 van belang is en dat met name voor België en Italië de committeringen voor 1998 en daarna ook relevant zijn voor de beoordeling. Voorzitter Brown concludeert dat er sprake is van een unaniem besluit van de Ecofin voor intrekking van het tekortoordeel van de negen genoemde lidstaten. 2 Aanbeveling inzake toetreding tot de muntunie De Commissie geeft in haar inleiding aan dat zij een positief oordeel heeft ten aanzien van de Ecofin-aanbeveling dat elf lidstaten voldoen aan de noodzakelijke voorwaarden voor de aanname van de gemeenschappelijke Tweede Kamer, vergaderjaar 1997 1998, 21 501-07 enz., nr. 221 3

munt. Het proces van convergentie is echter nog niet voltooid; dit geldt vooral voor lidstaten met een zeer hoge schuld. In dit opzicht is de Commissie verheugd over de verklaring inzake budgettaire consolidatie die verder op de agenda staat. Ook het EMI, bij monde van zijn president de heer Duisenberg, geeft aan dat naast het voldoen aan de criteria, ook de houdbaarheid van de convergentie van groot belang is. Voor een gezonde monetaire unie zijn goed functionerende goederen- en arbeidsmarkten dienstig, terwijl het evenzeer van belang is dat lidstaten hun begrotingsaldo terugbrengen tot nabij evenwicht of in overschot teneinde budgettaire ruimte te creëren onder het tekortplafond van 3% BBP voor tijden van economische tegenwind. Ten aanzien van lidstaten met een zeer hoge schuld zijn duidelijke begrotingsoverschotten noodzakelijk. Enkele sprekers geven vervolgens aan de boodschappen van de Commissie en het EMI te ondersteunen. Minister Zalm zegt dat de rapporten van de Commissie en het EMI duidelijk aangeven dat veel is bereikt op het gebied van economische convergentie. Het is nu zaak dat de bereikte convergentie verder wordt verankerd en uitgebouwd conform het Stabiliteitsen Groeipact. Hij besluit met een persoonlijke noot in het Italiaans gericht aan zijn collega Ciampi. Minister Ciampi reageert onmiddellijk en dankt Zalm hartelijk voor zijn vriendelijke woorden. Voorzitter Brown concludeert dat sprake is van een unanieme aanbeveling van de Ecofin dat elf lidstaten voldoen aan de noodzakelijke voorwaarden voor deelname aan de muntunie. 3 Verklaring van de Ecofin over budgettaire consolidatie Wicks geeft aan dat het Monetair Comité een verklaring heeft uitgewerkt waarin een aantal fundamentele principes om volledige profijt van de muntunie te kunnen trekken, krachtig worden bevestigd. Voor de overheidsfinanciën geeft zij aan hoe het Stabiliteitspact op de meest effectieve wijze kan worden geïmplementeerd. Daarnaast verwijst de verklaring naar de informele bijeenkomsten van de ministers van de deelnemende lidstaten, zoals afgesproken in de conclusies van Luxemburg. De notie in de verklaring dat de EMU geen reden mag zijn voor additionele transfers, betekent niet dat op enigerlei wijze wordt vooruitgelopen op de uitkomsten van besprekingen in het kader van Agenda 2000. De wederzijdse koppeling tussen gezonde overheidsfinanciën, groei van de werkgelegenheid en structurele hervormingen wordt door allen onderkend en ondersteund. De Ecofin aanvaardt deze verklaring unaniem en zonder verdere discussie. 4 Verklaring Griekenland De Ecofin besluit, op Grieks verzoek, een verklaring aan te nemen waarin kennis wordt genomen van de intentie van de Griekse regering om per 1 januari 2001 toe te treden tot de muntunie. Gesteld wordt dat Griekenland op dat moment op dezelfde wijze wordt beoordeeld als de lidstaten die per 1 januari 1999 zullen toetreden tot de muntunie. 5 Verordening denominaties en technische specificatie euro-muntstukken De verordening inzake de technische specificatie van euro-munten wordt aangenomen. Ter vergadering geeft Duitsland aan zorg te hebben over de precieze specificaties van de munten van 20 en 50 cent, omdat automaten deze munten moeilijk van elkaar zouden kunnen onderscheiden. De Commissie zegt toe na te gaan hoe groot de problemen zijn en hoe, indien nodig, ze verholpen kunnen worden. Tweede Kamer, vergaderjaar 1997 1998, 21 501-07 enz., nr. 221 4

B Raad in de samenstelling van de staatshoofden en regeringsleiders d.d. 2 mei Op zaterdag 2 mei komt bovengenoemde Raad zowel formeel als informeel bijeen. In de formele sessie staat slechts één agendapunt geagendeerd, namelijk de bevestiging van de lidstaten die voldoen aan de voorwaarden voor aanneming van de gemeenschappelijke munt. In de informele sessie (tijdens de lunch) wordt gesproken over de samenstelling van de directie van de ECB. 1 Bevestiging welke lidstaten voldoen aan de voorwaarden voor aanneming van de gemeenschappelijke munt Genoemde Raad gaat unaniem akkoord met de aanbeveling van de Ecofin dat elf lidstaten voldoen aan de voorwaarden voor deelname aan de muntunie. Tevens neemt de Raad met instemming kennis van de door de Ecofin aangenomen verklaring inzake budgettaire consolidatie. 2 Samenstelling directie van de ECB Dit onderwerp staat geagendeerd voor de (informele) lunch. De discussie spitst zich toe op de eerste president van de ECB, waarvoor twee kandidaten beschikbaar zijn: de huidige president van het EMI, de heer Duisenberg, en de huidige president van de Franse Centrale Bank, de heer Trichet. Duidelijk is dat de kandidatuur van de heer Duisenberg door een zeer grote meerderheid van lidstaten wordt gesteund. In de daarop volgende besprekingen, die zelden plenair worden gevoerd, wil Frankrijk afspraken maken over een kortere duur van de aanstelling dan de in het Verdrag genoemde acht jaar. Vooral Duitsland en Nederland geven aan niet akkoord te kunnen gaan met een besluit over de duur van het presidentschap, omdat dit Verdragsbreuk impliceert. Wel geven zij aan op de hoogte te zijn van de mening van de heer Duisenberg dat hij niet de volledige termijn van acht jaar wil dienen. Uiteindelijk legt de heer Duisenberg in de plenaire zitting een persoonlijke verklaring af waarin hij aangeeft dat hij gezien zijn leeftijd niet de volledige termijn van acht jaar wil dienen, maar dat hij tenminste aanblijft gedurende de periode waarin euro-munten en bankbiljetten in omloop worden gebracht en nationale munten en bankbiljetten uit circulatie worden gehaald. Hij benadrukt daarbij dat dit besluit zijn eigen besluit is en dat hij dit besluit uit vrije wil heeft genomen. Tevens bestaat er overeenstemming over dat voor de opvolging van de heer Duisenberg door Frankrijk een kandidaat zal worden voorgedragen. De Raad heeft kennis genomen van de mededeling van President Chirac dat deze kandidaat de heer Trichet zal zijn. Voorts bereikt de Raad overeenstemming over de overige kandidaten voor de directie van de ECB. Kandidaat voor vice-president is de heer Christian Noyer (Frankrijk) voor een periode van vier jaar. De overige kandidaten zijn de heer Otmar Issing (Duitsland) voor een periode van acht jaar, de heer Tomasso Padoa Schioppa (Italië) voor een periode van zeven jaar, de heer Eugenio Domingo Solans (Spanje) voor een periode van zes jaar en mevrouw Sirkka Hämäläinen (Finland) voor een periode van vijf jaar. C Ecofin d.d. 3 mei Voor deze Ecofin staan de volgende onderwerpen geagendeerd: 1. Aanbeveling inzake samenstelling ECB-directie 2. Aanbeveling van de Commissie inzake enkele praktische aspecten bij de invoering van de euro Tweede Kamer, vergaderjaar 1997 1998, 21 501-07 enz., nr. 221 5

3. Samenstelling van een commissie inzake de arbeidsvoorwaarden van de ECB-directie 1 Aanbeveling inzake samenstelling ECB-directie De Ecofin doet een formele aanbeveling voor de samenstelling van de leden van de directie. Deze aanbeveling is in overeenstemming met het door de regeringsleiders en staatshoofden bereikte politieke akkoord. 2 Aanbevelingen van de Commissie inzake praktische aspecten invoering euro De Ecofin neemt kennis van een drietal aanbevelingen van de Commissie en geeft aan dat de aanbevelingen een nuttige aanvulling zijn op de nationale inspanningen van lidstaten. De aanbevelingen hebben betrekking op: bankkosten voor de conversie naar de euro; dubbele prijsaanduiding; dialoog, monitoring en informatie om de overgang naar de euro te vergemakkelijken. 3 Samenstelling van een commissie inzake de arbeidsvoorwaarden van de ECB-directie De Ecofin bereikt een akkoord over de samenstelling van een commissie die voorstellen formuleert inzake de (secundaire) arbeidsvoorwaarden voor de directie van de ECB. De commissie zal bestaan uit drie door de ECB benoemde leden en drie door de Ecofin benoemde leden. De leden die de Ecofin benoemt zijn de Minister van Financiën van Luxemburg (Juncker), Italië (Ciampi) en Portugal (Sousa Franco). D Informele bijeenkomst van de Ministers van de Ecofin, de Europese Commissie en de presidenten van de centrale banken en het EMI De Ministers van de Ecofin, de Europese Commissie en de presidenten van de centrale banken en het EMI nemen een gezamenlijk communiqué aan waarin de bilaterale conversiekoersen zijn vastgelegd waartegen de munten zullen worden vervangen door de euro. In dit communiqué is aangegeven dat de huidige spilkoersen van het Europees Monetair Stelsel de onderlinge koersen zullen zijn waartegen de munten van de aan de muntunie deelnemende lidstaten worden vervangen door de euro. Dit communiqué betreft een vooraankondiging van de conversiekoersen, omdat het Verdrag aangeeft dat de conversiekoersen pas op de aanvangsdatum van de derde fase formeel kunnen worden aangenomen door de Ecofin. De reden dat slechts de onderlinge, bilaterale koersen worden aangekondigd, en niet de koersen van de deelnemende munten t.o.v. de euro, is dat het Verdrag vereist dat de conversiekoersen waartegen de nationale munten door de euro worden vervangen niet mogen leiden tot een wijziging in van de externe waarde van de euro (Ecu) op de aanvangsdatum van de derde fase. De externe waarde van de euro kan echter nog niet worden vastgesteld, omdat deze deels wordt bepaald door de waarde van munten (Britse pond sterling, Deense kroon, Griekse drachme) die niet per 1-1-99 zullen worden vervangen door de euro. Tweede Kamer, vergaderjaar 1997 1998, 21 501-07 enz., nr. 221 6