Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag. Geachte Voorzitter,

Vergelijkbare documenten
Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer H.J. Kamp Postbus LV Den Haag. premie-differentiatie. Geachte heer Kamp,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Type organisatie (uitvoeringsorganisatie, toezichthouder, inspectie);

Actal. Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer H.J. Kamp Postbus LV 's-gravenhage. Geachte heer Kamp,

Toetsingskader. Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Mevrouw drs. E.I. Schippers Postbus EJ DEN HAAG

Datum 19 september Aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw mr. drs. J.W.E. Spies Postbus EA DEN HAAG

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer mr. L.F. Asscher Postbus LV DEN HAAG. Geachte heer Asscher,

Aanleiding voor het wetsvoorstel. Aan de Minister voor Wonen en Rijksdienst De heer drs. S.A. Blok Postbus EA DEN HAAG. Geachte heer Blok,

Aan de Staatssecretaris van Financiën De heer ir. E.D. Wiebes Postbus EE DEN HAAG. Geachte heer Wiebes,

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport De heer drs. M.J. van Rijn Postbus EJ DEN HAAG. Geachte heer Van Rijn,

Aan de minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus EK DEN HAAG. Geachte heer Kamp,

Proportionaliteit van de regeldruk niet te beoordelen door ontbreken van een berekening van de gevolgen voor de regeldruk

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer mr. L.F. Asscher Postbus LV DEN HAAG. Geachte heer Asscher,

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De heer dr. R.H.A. Plasterk Postbus EA DEN HAAG. Geachte heer Plasterk,

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Datum 31 januari Betreft Nota van wijziging Wet verhoging pensioenleeftijd, extra verhoging AOW en flexibilisering ingangsdatum AOW (33046)

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Mevrouw drs. J. Klijnsma Postbus LV DEN HAAG

i.n Q Aan de Minister van Veiiigheid en Justitie De heer mr. G.A. van der Steur Postbus EH DEN HAAG 28 september 2015

/Actal GESCAND 1 8NOV Postbus NL-2500 BE Den Haag

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Mevrouw drs. J. Klijnsma Postbus LV DEN HAAG. Geachte mevrouw Klijnsma,

No.W /III 's-gravenhage, 30 mei 2012

Aan de minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus EC DEN HAAG. Geachte heer Kamp,

Aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Mevrouw drs. T. van Ark Postbus LV DEN HAAG

Bevindingen. Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Mevrouw drs. E.I. Schippers Postbus EJ DEN HAAG. JtH/RvZ/MK/2014/118

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Mevrouw drs. J. Klijnsma Postbus LV DEN HAAG. Geachte mevrouw Klijnsma,

Systeemtoets. Wordt de (departementale) toetsing op regeldruk goed en consequent uitgevoerd?

Aan de Minister en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus LV DEN HAAG

Afbeelding invoegen:voorblad werkprogramma met onderin datum en locatie symposium

Verhoging AOW-leeftijd

Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. S. van Veldhoven Postbus EK DEN HAAG

Op 12 oktober 2018 heeft u het voorstel voor de Regeling Tachografen aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) aangeboden voor toetsing.

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Toetsingskader. Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VOLKSGEZONDHEID WELZIJN EN SPORT 10NOV. 20V*

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. C. Van Nieuwenhuizen Postbus EK DEN HAAG. Geachte mevrouw Van Nieuwenhuizen,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Tijdelijke regeling overbruggingsuitkering AOW wordt als volgt gewijzigd:

Aanleiding en context. Aan de minister van Financiën De heer mr. W.B. Hoekstra Postbus EE DEN HAAG. Geachte heer Hoekstra,

André Goudriaan Reactie Actal op Verordening jeugdhulp Beuningen 2015

Aan de minister voor Medische Zorg en Sport De heer mr. drs. B.J. Bruins Postbus EJ DEN HAAG. Geachte heer Bruins,

Versobering van de fiscale pensioenopbouw

Notitie. 1. Inleiding

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer drs. W. Koolmees Postbus LV DEN HAAG. Geachte heer Koolmees,

Nr. 2 Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG. Geachte mevrouw Ollongren,

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer mr. L.F. Asscher Postbus LV DEN HAAG. Geachte heer Asscher,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

/Actal. De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Mevrouw drs. J. Klijnsma Postbus LV DEN HAAG. Geachte mevrouw Klijnsma,

AFP M RL/JB/2003/157

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG

1. Uitvoering. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus EC DEN HAAG. Geachte heer Kamp,

1 Inleiding. Wanneer ga jij met pensioen Versie: Pagina: 3 van 7

7 november 2000, SUWI/SEC/00/351 mr. A.de Heij, drs. N.van Seumeren

Nieuwe wetgeving voor de loonadministratie. Wet tegemoetkoming loondomein (Wtl) Deel 2: het loonkostenvoordeel (LKV)

D e n H a a g 12 juni 2012

Beantwoording Kamervragen over de pensioenmaximering op en de verlaging van de opbouw

Datum ons kenmerk telefoonnummer 9 april 2019 RvB.50 /19/STS/ptb. Betreft: uitvoeringstoets Wetsvoorstel temporisering AOW-leeftijd

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Mevrouw A. van Miltenburg Postbus EA DEN HAAG. Geachte Voorzitter,

Bijgaand treft u het advies van het CBP aan. Het advies kan als volgt worden samengevat.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Het kabinet is de Afdeling erkentelijk voor de voortvarendheid waarmee het advies inzake het bovenvermelde voorstel is uitgebracht.

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE RAADSVRAGEN 2017, NUMMER 50

Wanneer ga jij met pensioen?

Drs. K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Vaste commissie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

: Tijdelijke regels aanscherping Wet werk en bijstand

Eerste Kamer der Staten Generaal t.a.v. de vaste commissie voor Financiën Postbus EA DEN HAAG

Toetsingskader. Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Mevrouw drs. K.H. Ollongren Postbus EA DEN HAAG

Agenda. Workshop overgangsregelingen

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

Deutsche Bank Nederland Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland

UWV 0 5 JUNI Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De directeur Werknemersregelingen, ir. H. Ton Postbus LV DEN HAAG

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid Karabulut (SP) over het benutten van inkomensvoorzieningen.

Wijzigingen in de pensioenwetgeving Belangrijke gevolgen van de pensioenwijzigingen... 4

Afweging Het voorstel is om kennis te nemen van de raadsinformatiebrief en deze met bijgaand memo ter kennisname aan te bieden aan de raadsleden.

Dienst Uitvoering Onderwijs Ministerie van Onderwijs, Cultuuren Wetenschap

ONDERDEEL Leven Zakelijk

Wij adviseren u om de regeldruk als gevolg van het wetsvoorstel te verminderen door in het wetsvoorstel en de toelichting:

Verhoging AOW- en pensioenleeftijd: wat betekent dat voor mijn adviespraktijk? Erik Schouten AEGON Adfis 26 september 2012

De belangrijkste maatregelen uit de gewijzigde Kra die met dit besluit worden geïmplementeerd

Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) Deel 1: Het lage-inkomensvoordeel (LIV)

Aan de minister van Economische Zaken en Klimaat De heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK DEN HAAG. Geachte heer Wiebes,

Invoering van pensioen- en lijfrente-excedentregelingen (Wet pensioenaanvullingsregelingen) VOORSTEL VAN WET

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 5 februari Stand van zaken SVG. 1 van 20

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Beleidsregels Re-integratievoorzieningen en eigen bijdrage voorzieningen Gemeente Wijdemeren. College van burgemeester en wethouders

Tweede Kamer der Staten-Generaal

datum kenmerk Telefoonnummer 30 juni 2014 RvB79/14/NV/ptb

Aan de minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus EK DEN HAAG. Geachte heer Kamp,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 augustus 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport De heer drs. M.J. van Rijn Postbus EJ DEN HAAG. Geachte heer Van Rijn,

B Sociale Verzekeringsbank Voorzitter Raad van Bestuur

Raadsvoorstel agendapunt

Transcriptie:

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Datum 15 juni 2012 Onderwerp Wetsvoorstel verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd nr. 33290 Uw kenmerk Kamerstukken nr. 33290 Ons kenmerk JtH/RvZ/MK/2012/054 Bijlage(n) Geachte Voorzitter, Op 5 juni 2012 is bij de Tweede Kamer ingediend het Wetsvoorstel tot wijziging van de AOW, de Wet op de Inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de Loonbelasting 1964 in verband met stapsgewijze verhoging en koppeling aan de stijging van de pensioenleeftijd (Wetsvoorstel verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd nr. 33290). Gelet op de verwachte (maatschappelijke) effecten voor burgers en bedrijven hebben wij dit voorstel getoetst op de gevolgen voor de regeldruk. Gezien de risico s en effecten voor de regeldruk geven wij in overweging het wetsvoorstel pas per 1 januari 2014 in te voeren. Wij zien verder mogelijkheden om deze gevolgen te beperken. Dit kan door in ieder geval voor het eerste jaar na invoering van de maatregel de voorschotmogelijkheid te vervangen door een minder-belastend alternatief waarin de eerste zes maanden AOW-uitkering worden gemiddeld over de eerste zeven maanden na het bereiken van de 65 jarige leeftijd. Verder is het ter beperking van de regeldruk nodig om op individueel niveau maatwerkinformatie te verstrekken over aanspraken op vervangende voorzieningen. Deze informatievoorziening kan namelijk extra regeldruk door noodzakelijk herstelwerk in het kalenderjaar na invoering voorkomen. Ons advies treft u hieronder aan. Toetsingskader Wij hanteren bij de ex-ante beoordeling van de regeldruk het zogeheten beoordelingskader voor vermindering van regeldruk. Hieraan is ook dit wetsvoorstel getoetst. De vragen zijn: - Nuloptie: Is er een taak voor de overheid en is regelgeving het meest aangewezen instrument? - Is de regeldruk proportioneel ten opzichte van het beleidsdoel? Zijn er minderbelastende alternatieven mogelijk? - Is gekozen voor een passende uitvoeringswijze met het oog op de dienstverlening? Contact Lange Voorhout 58 2514 EG Den Haag Postbus 16228 2500 BE Den Haag T (070) 310 86 66 F (070) 310 86 79 www.actal.nl info@actal.nl

Nuloptie: Is er een taak voor de overheid en is regelgeving het meest aangewezen instrument? Het kabinet wijst in zijn motivering er op dat er een noodzaak is om maatregelen ten aanzien van de AOW te treffen vanwege de financiële situatie, waarin Nederland thans verkeert. Deze dwingt volgens de Memorie van Toelichting (MvT) bij het wetsvoorstel tot een aantal ingrijpende maatregelen, waaronder de wijziging van de AOW. Doordat de aanspraken op AOW wettelijk verankerd zijn, is wetswijziging noodzakelijk om de voornomen beleidsmaatregelen ten uitvoer te brengen. Is de regeldruk proportioneel ten opzichte van het beleidsdoel? Zijn er minder-belastende alternatieven mogelijk? Vanuit de optiek van vermindering van de regeldruk hebben wij het wetsvoorstel beoordeeld op minder-belastende alternatieven. Wij zien bij dit wetsvoorstel drie mogelijkheden, die betrekking hebben op: 1. De stapsgewijze verhoging van de ingangsdatum. In het wetsvoorstel is de keuze gemaakt om de ingangsdatum jaarlijks aan te passen (de zogeheten stapsgewijze verhoging). Uit oogpunt van beperking van de gevolgen voor de regeldruk verdient het de voorkeur om in tijd het aantal wijzigingsmomenten zo beperkt mogelijk te houden en het liefst te beperken tot slechts één wijzigingsmoment (in ingangsdatum en fiscale facilitering). Ook het kabinet heeft in een eerder stadium dit standpunt al eens ingenomen. Een stapsgewijze (jaarlijkse) verhoging van de AOW zou leiden tot minder transparantie en de complexiteit van de wijziging sterk doen toenemen. Deze complexiteit schept grote risico s voor tijdigheid en juistheid van ICT-aanpassingen, waar ook de Sociale Verzekeringsbank (Svb) al op heeft gewezen. Wij kunnen hier vanuit de optiek van regeldruk aan toevoegen dat jaarlijkse wijzigingen tot herhaling van handelingen en daarmee tot verhoudingsgewijs hogere kosten (van regeldruk) leiden. Bij elk wijzigingsmoment moeten namelijk initiële administratieve lasten en inhoudelijke nalevingskosten worden gemaakt, zoals: - de kennisnemingskosten van de wijzigingen voor de rechthebbenden op AOW-uitkering (wil de informatievoorziening effectief zijn, dan moet de bijstelling jaarlijks worden gecommuniceerd en kan niet worden volstaan met eenmalige informatievoorziening voor de periode tot 2024); - de aanpassingskosten van systemen en administratieve organisatie van bedrijven, pensioenfondsen en verzekeraars (jaarlijkse releases in plaats van een eenmalige release); - de wijzigingen en aanpassingen die jaarlijks in CAO s en arbeidsovereenkomsten moeten worden doorgevoerd met de daarbij behorende medezeggenschapstrajecten; - de informatievoorziening en uitvraag over de wijzigingen voor het personeel (voor een effectieve informatievoorziening aan het personeel volstaat het niet om de Blad 2/5

veranderingen die in de komende jaren zullen optreden, eenmalig te communiceren maar zal de verandering jaarlijks moeten worden gecommuniceerd); - het doorvoeren van (de telkens opvolgende) wijzigingen in de tweede en derde pijler pensioenvoorzieningen en verzekeringen; - de informatievoorziening en uitvraag over de wijzigingen in deze voorzieningen; - de informatie-uitvraag over de consequenties voor voorzieningen die aan het inkomensniveau van de burger zijn gekoppeld, zoals de huurtoeslag en de zorgtoeslag. Een beperking van het aantal wijzigingsmomenten heeft daarom vanuit oogpunt van regeldruk de voorkeur. Wij adviseren u het aantal wijzigingsmomenten in de ingangsdatum en fiscale facilitering te beperken. 2. De voorschotverlening ter overbrugging van de tijdsperiode van geen uitkering. Het wetsvoorstel schept de mogelijkheid voor rechthebbenden om een voorschot aan de Svb te vragen ter overbrugging van de periode dat de AOW later ingaat. Dit voorschot moet in de daarop volgende maanden worden terugbetaald/verrekend. De in het wetsvoorstel opgenomen mogelijkheid brengt met zich mee dat rechthebbenden om het voorschot moeten verzoeken (aanvraag), dat er een beslissing over moet worden uitgereikt (met mogelijkheid van bezwaar en beroep) en dat het voorschot in de daarop volgende maanden weer moet worden verrekend (inclusief de administratieve afwikkeling hiervan, ook in fiscaal opzicht bij overgang in kalenderjaren). Een minder-belastend alternatief in ieder geval in het eerste jaar na invoering is om (het recht op) de uitkering wel over de eerste maand na het bereiken van de 65-jarige leeftijd (toe te kennen en) te verstrekken, maar deze in die maand en de daarop volgende zes maanden naar rato te verlagen. Deze verlaagde uitkering over de eerste zeven maanden is dan in totaal gelijk aan de AOW-uitkering over een periode van zes maanden zonder deze verlaging. Het uitkeringsbedrag over zes maanden wordt in het alternatief dus over zeven maanden gemiddeld. Wij merken op dat deze middelingsvariant naar aard en strekking niet kan worden gezien als een compensatieregeling. Materieel (in geld) is het effect over de eerste zeven namelijk gelijk aan dat van de voorschotvariant. Verrekening, separate aanvraag en besluitvorming blijven in deze variant echter achterwege. Na verloop van tijd zal het belang van een achterliggende voorziening afnemen, omdat rechthebbenden dan voldoende tijd hebben gehad om voorzorgsmaatregelen te treffen ter overbrugging van het inkomensvacuüm. Maar ook dan blijft middelen van AOW-uitkering ten opzichte van de voorschotverstrekking een minderbelastend alternatief als achterliggende voorziening, als in de jaren na het eerste jaar nog een noodzaak daartoe bestaat. Wij adviseren u het middelen van de AOW-uitkering over 7 maanden in overweging te nemen als alternatief voor de voorschotvariant. Blad 3/5

3. Invoeringsdatum Het wetsvoorstel kent een zeer korte implementatieperiode, die maximaal zes maanden beslaat. In deze periode moet er zeer veel gebeuren op het terrein van de informatievoorziening, aanpassing van processen en ICT-systemen en wijziging van afspraken tussen (individuele) werkgevers en werknemers. Aan deze uiterst krappe invoeringstermijn zijn grote (uitvoerings)risico s verbonden, zeker nu deze vragen om ingrijpende aanpassingen van ICTsystemen. De Svb heeft hier ook al op gewezen. Aan de door de Svb geschetste uitvoeringsrisico s kunnen de risico s voor de regeldruk worden toegevoegd. Deze risico s zijn er met name voor de burger. Voor sommige burgers geldt dat zij al na een tijdsspanne van zes maanden met een mogelijk inkomensvacuüm te maken krijgen. Deze burgers krijgen dan te maken met de volgende regeldrukkosten: - De kosten van kennisname van en informatie-uitvraag over: - de wijziging in de wetgeving en de consequenties voor de aanspraken op AOW in 2013 - de consequenties voor de aanspraken op de tweede en derde pijler pensioenvoorzieningen; - de consequenties voor aanspraken op inkomensgerelateerde voorzieningen, zoals de zorgtoeslag en huurtoeslag - Activiteiten om het inkomensvacuüm te overbruggen, zoals: - het aanpassen van einddatum van de arbeidsovereenkomst; - het verzoeken tot aanpassing van prepensioen/vut-regeling; - het aanvragen van een voorschot op de AOW; - het aanvragen van (bijzondere) bijstand. Deze effecten worden versterkt als de ondersteunende ICT en processen van publieke en private uitvoerders niet tijdig zijn aangepast en/of niet optimaal presteren. De risico s hierop zijn als gevolg van de zeer krappe voorbereidingsperiode zeer groot. Wij adviseren u op basis van deze risico s voor de regeldruk uitstel van invoering tot 1 januari 2014 in overweging te nemen. Is gekozen voor een passende uitvoeringswijze met het oog op de dienstverlening? Het is vanuit perspectief van regeldrukvermindering verder van belang dat de categorie rechthebbenden de gelegenheid wordt geboden om tijdig de vereiste maatregelen te treffen. Om de daarmee gepaard gaande administratieve lasten en inhoudelijke nalevingskosten voor hen beperkt en beheersbaar te laten zijn, is noodzakelijk dat alle betrokken publieke (maar ook private) dienstverleners onmiddellijk na aanvaarding van het wetsvoorstel de vereiste informatie over de gevolgen en mogelijkheden proactief aan hen ter kennis brengen. Maatwerk moet hierbij uitgangspunt zijn. Vertraging in de informatieverstrekking leidt er toe dat de door burger ervaren regeldruk van het wetsvoorstel alleen maar zal toenemen. De toenemende onzekerheid over aanspraken zal dit gevoel verder versterken. Ook doet vertraging het risico op extra regeldruk toenemen door noodzakelijk herstelwerk in het jaar volgend na die van de invoering. Blad 4/5

Bij het informeren van rechthebbenden moeten dienstverleners niet volstaan met algemene informatie. De dienstverlening moet zo worden ingericht dat de publieke uitvoerders, waaronder Svb, Belastingdienst en gemeenten, de belanghebbenden gericht maatwerkinformatie bieden over mogelijke aanspraken op aanvullende of bijzondere bijstand. Zo nodig kunnen en moeten zij daarbij gebruik maken van gegevensuitwisselingen en bestandsvergelijkingen om dat mogelijk te maken. Zo kan door bestandsvergelijking met de Belastingdienst/UWV in kaart worden gebracht dat de rechthebbende nog over een dienstverband beschikt (verlenging met een maand mogelijk) dan wel een uitkering ontvangt uit hoofde van een prepensioen of VUTregeling. Met name deze groep rechthebbenden loopt risico op een inkomensvacuüm. Voor hen is de vervangende inkomensvoorziening met name van belang. Wij adviseren u te bewerkstelligen dat in de publieke dienstverlening niet wordt volstaan met algemene informatievoorziening, maar op individueel niveau wordt overgegaan tot het verstrekken van maatwerkinformatie over vervangende voorzieningen. In deze informatievoorziening moet rekening worden gehouden met bij de overheid reeds bekende informatie over de financiële situatie van de rechthebbende. Verder adviseren wij te bewerkstelligen dat ook de private uitvoerders daartoe overgaan. Gegevensuitwisselingen en bestandsvergelijkingen met onder meer Belastingdienst en UWV moeten dit mogelijk maken. Eindoordeel Ons advies bevat een aantal minder-belastende alternatieven om de doelen van de wetswijziging te realiseren en een aantal punten waarmee de Memorie van Toelichting kan worden gecompleteerd. Wij adviseren u deze alternatieven en aandachtspunten bij het wetvoorstel te betrekken, en waar mogelijk in de voorstellen te (doen) verwerken, om zodoende onnodige regeldruk te voorkomen. Alles overwegende komen wij daarom tot het volgende eindoordeel over het ingediende wetsvoorstel: Wij adviseren u het wetsvoorstel te behandelen nadat met het vorenstaande rekening is gehouden. Uw reactie zien wij met belangstelling tegemoet, Hoogachtend J. ten Hoopen R.W. van Zijp Collegevoorzitter Secretaris Blad 5/5