I-mag INGENIEURSMAGAZINE. Ing. Tom Frederickx bouwt podia voor topfestivals MAANDBLAD VAN DE VLAAMSE INGENIEURSKAMER



Vergelijkbare documenten
Living Tomorrow, gekend van het Huis van de Toekomst, presenteert haar nieuwe innovatie- en sensibiliseringsproject Zorgwoning van de Toekomst.

Het hoger onderwijs verandert

De hervorming van het hoger onderwijs in Vlaanderen.

MEMORANDUM. voor het beleid op politiek en academisch vlak

OPEN LEERCENTRUM Hogeschool Gent

Indeling hoger onderwijs

Aan de Schrans in Leeuwarden is één van de meest opvallende orthodontiepraktijken. van Noord-Nederland gevestigd. Daarin werkt

Hoofdstuk 2. Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November

DE STRUCTUUR VAN HET HOGER ONDERWIJS

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

nee Ja, ook Engels gedeeld appartement

Valérie Gillis. Universiteit Antwerpen Departement Communicatie. In opdracht voor International Students Office

Lou en Lena: NEE tegen geweld!

Jongeren ten opzichte van hun eerste job

Verhaal van verandering

Talen en wetenschappen

ID 343 Studiefase op het moment dat je op Erasmus vertrok. Master eerste studiefase (hoofdinschrijving) Pedagogische Wetenschappen.

Juridische medewerker

Studeren na het HBO. stand van zaken Informatie van het Avans Studentendecanaat

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! Uitgave van Stichting Be Aware Januari 2015 WIL JE MINDER GAMEN?

Voorstelling Onafhankelijk leven

B.S.T. Beperkte statistische telling van de studenten in het hoger onderwijs op 31 oktober Academiejaar

Vragenlijst. Uw bijdrage helpt te weten waar de noden van ouderen liggen zodat er beter op hen kan ingespeeld worden.

Profilering derde graad

Studeren na het HBO. stand van zaken Informatie van het Avans Studentendecanaat

Associatie KU Leuven: Sterke partners voor beter hoger onderwijs

6 In Beeld. Bieke Depoorter

BRUSSEL t. Master in het tolken. Faculteit Letteren

BASISONDERWIJS Leerlingen. HOGER ONDERWIJS Studenten. A Hoger beroepsonderwijs. B Hogescholen/universiteiten

Omvorming van het eenjarige Master in Industrial Management tot een tweejarige Master in de Technische Bedrijfskunde

DOELGERICHT LEZEN EN SAMENVATTEN KWALITATIEF ONDERZOEK ENGELS GRAMMAR CREATIEF DENKEN

Openingsgebeden INHOUD

DOORSTUDEREN NA HET HBO

Veel gestelde vragen over de U-Talent Academie

Presentatie Tekst Top plan (talentontwikkelingsplan) Amy Kouwenberg OABCE1A

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

U schrijft ook dat wij Belgen bang zijn voor elkaar. Hoezo?

praktijkseminarie de operationele aanpak valorisatieproblematiek

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 5-6. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

Bij. research. Gemaakt door: Flore Wassenberg A3c Stage gelopen bij Ron en Janne.

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Job- en Stage-event. Voorwoord. Geachte heer, Geachte mevrouw,

Van. naar I Do. Kempense InnovatieRaad

Interview Han van der Maas

INSCHRIJVEN VOOR DE TAALTEST

Het Innovatiekompas Inspiratie sessies Dr. Guy Bauwen

Het Technasium is een vorm van onderwijs waarbij leerlingen projectmatig en probleemoplossend werken aan echte opdrachten uit het bedrijfsleven.

User Centered Design. Personas ontwikkelen

DURF JIJ DE STAP AAN?

Dat ze klaarstaat voor haar vrienden. Als ze samen is met haar vriendinnen, is er veel gein

Omvorming naar de masteropleidingen

Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen?

Concept Academisering Concrete vereisten Evolutie naar academisch: quid? Academisering. Anton Schuurmans. 8 oktober 2009

Voorwoord. Daarna ging ik praten met Chitra, een Tamilvrouw uit Sri Lanka. Zij zette zich in voor de Tamilstrijd.

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, VORMING EN WETENSCHAPSBELEID

Voorbeeldig onderwijs

Verder studer e n. Zoek de zeven verschillen: bachelor en master

Voor kinderen die meer willen weten over echtscheidingen. uitgave 2005

Opleiding van leraren in de informaticawetenschappen

Familie aan tafel. Een werkvorm voor individuele coaching of intervisie.

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 7-8. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

Hoe begeleidt u uw leerlingen in hun studiekeuze? Prof. Gert de Cooman Onderwijsdirecteur FEA

Luisteren: muziek (A2 nr. 7)

2. Beter nu dan later

Campus Dansaert Campus Jette 2011

Profilering derde graad

Vormingsaanbod voor universiteiten en hogescholen 2014/2015

Werkgoesting in de zorg 25 maart 2010, Hasselt

LIGHTpartner 1 VAKBLAD VOOR VERLICHTING. Viermaal per jaar (maart, mei, september en november) Jaargang 8 - Nummer 29 - november, december 2017

Gedragscode. Gewoon goed doen

Als paarden konden spreken

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

De laatste wens van Maarten Ouwehand

Het event vindt plaats op ons departement, zodat u uw bedrijf in een gemoedelijke sfeer kunt voorstellen aan onze studenten.

Tevredenheid bij bezoekers van infokantoren

1.Inleiding. 2.Profielen per 1 augustus 2007

DEELNEMEN AAN DE SAMENLEVING IETS BETEKENEN VOOR EEN ANDER

Hoe gaat het in z n werk daar? Wat is er anders dan een gewone poli?

zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie

Business Lounge: uw klant aan de bestuurstafel!

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vastlegging van de lijst van educatieve masteropleidingen

PROFESSIONELE BACHELOR OPLEIDING BOUWKUNDE

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Inleiding Thijs Jasperse 1 Het is tijd voor paprika! 2 Volgende P8 bestuursvergadering op woensdag 26 augustus a.s. 5

Je wil studeren aan een hogeschool of universiteit. Op het internet kan je hierover alle informatie vinden die je nodig hebt.

De examenperiode is een moeilijke tijd. Je moet hard studeren en je hebt veel stress. Wat is een goede studiemethode en wat doe je beter niet?

Meer succes met je website

Ria Massy. De taart van Tamid

INFODAG: ZATERDAG 21 APRIL 2018 CAMPUS DE NAYER

Op bouwen staat geen leeftijd.

AZ Alma krijgt toestemming en middelen voor bouw van nieuw ziekenhuis

Inhoud. 1 Wil je wel leren? 2 Kun je wel leren? 3 Gebruik je hersenen! 4 Maak een plan! 5 Gebruik trucjes! 6 Maak fouten en stel vragen!

Studie naar Innovatiegerichtheid en arbeidsmarktpositie van IWT doctorandi

INHOUD. Geschiedenis Missie Structuur Onderwijs. Internationaal Netwerk Rankings Personeel Onderzoek

Erasmusbestemming: Universiteit

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

OVERZICHT. Inleiding... 4 Organisatie van het hoger onderwijs in Vlaanderen... 5 Tabel 1: Aantal inschrijvingen in het hoger onderwijs...

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

INFODAG: WOENSDAG 5 SEPTEMBER 2018 CAMPUS DE NAYER

Transcriptie:

Ing. GertVerheyden in China Acrogym en studeren voor I-mag INGENIEURSMAGAZINE Ing. Tom Frederickx bouwt podia voor topfestivals ingenieur Naar een faculteit MAANDBLAD VAN DE VLAAMSE INGENIEURSKAMER industriële wetenschappen adreswijzigingen: VIK, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem jaargang 45 nummer 2 februari 2007 maandelijks tijdschrift, verschijnt niet in juli en augustus afgiftekantoor 3500 Hasselt 1- P2A8632

colofon COMMENTAAR I-mag Ingenieursmagazine is een uitgave van de Vlaamse Ingenieurskamer vzw Lid van World Federation of Engineering Organisations (WFEO) van de UNESCO. Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers (U.P.P.) VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Ing. Bart Demol MSc, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem HOOFDREDACTEUR Ing. Noël Lagast MSc ADJUNCT-HOOFDREDACTEUR EINDREDACTIE Henk Van Nieuwenhove REDACTIERAAD Ing. I. Born MSc - Ing. B. Demol MSc Ing. H. Derycke MSc - Ing. K. De Wever MSc Ing. N. Lagast MSc - Ing. G. Roymans MSc Ing. L. Wezenbeek MSc REDACTIESECRETARIAAT Francine Demaret SECRETARIAAT VIK Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem Tel. +32 3 259 11 00 - Fax +32 3 259 11 01 URL: http://www.vik.be - E-mail: ing@vik.be Doorlopend open van 08.30 uur tot 17.00 uur LIDMAATSCHAPSBIJDRAGEN 55,00 voor technisch en industrieel ingenieurs, die meer dan drie jaar gediplomeerd zijn; voor geassocieerde leden 30,00 voor hen, die 3 jaar of minder dan drie jaar gediplomeerd zijn; voor een samenwonend lid; voor gepensioneerden 15,00 voor studenten-industrieel ingenieur 70,00 voor leden woonachtig in het buitenland 500,00 voor bedrijven, scholen, instellingen, enz. met meer dan 250 werknemers 250,00 voor bedrijven, scholen, instellingen, enz. met minder dan 250 werknemers Deadline 2013 Goederen allerhande kunnen doorgaans zonder problemen in de Europese Unie worden verhandeld en vervoerd. Bij dat basisprincipe van de vrije en open markteconomie staan we allang niet meer stil. Een vrije markteconomie impliceert de mogelijkheid om kennis uit te wisselen en te honoreren in een ander land dan waar ze werd verworven. Het diploma dient daarvoor vaak als maatstaf. In 1969 stelde de Europese Commissie voor het eerst richtlijnen op, waardoor men diploma's uit de verschillende lidstaten onderling kon vergelijken. Spoedig bleek dat een maat voor niets te zijn geweest. De landen gingen elk afzonderlijk hun eigen opleidingen afschermen en beschermen. In het oog springend waren de diploma's van ingenieurs. Twintig jaar later kwam er opnieuw schot in de zaak, toen de Sorbonne-verklaring van mei 1998 één Europese onderwijsruimte creëerde. Afgestudeerden zouden dan met hun diploma van het land van herkomst in elk land op de arbeidsmarkt terechtkunnen. In feite was dat een politieke bevestiging voor een relevant Europees hoger onderwijs en een transparantie in kwalificaties en diploma's. Harmonisatie werd al snel uitgelegd als een uniform, Europees opgelegd systeem. Maar dat is het helemaal niet. Wel gaat het over vergelijken en aanvaarden van bepaalde opleidingscriteria. Vanaf 2003 maakte het hoger onderwijs in ons land een revolutie mee. Dat was een gevolg van het structuurdecreet, het participatiedecreet en het flexibiliseringsdecreet, om er maar enkele te vernoemen. De bama werd in een vrij korte periode ingevoerd. In 2013 zal de academisering van de hogeschoolopleidingen van twee cycli een feit zijn. De opleidingen zullen dan ondersteund worden door wetenschappelijk onderzoek. Dat impliceert een aangepast financieringssysteem. In juni 2005 beloofde de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, Frank Vandenbroucke, dat het financieringsdecreet vanaf 2007 in werking zou treden. De principes en de theorie van het academiseringsproces mogen dan wel helder zijn, in de praktijk blijkt het een complexe operatie. Het proces kan uiteraard worden vergemakkelijkt door synergieën tot stand te brengen tussen hogescholen (twee cycli) en universiteiten of door integratie van opleidingen aan de universiteit. Dat laatste is alvast de optie van de associatie Antwerpen. Tegen 2013 zal onder meer de opleiding van industrieel ingenieur in een eigen en volwaardige faculteit aan de Universiteit Antwerpen zijn geïntegreerd. Zodra de opleiding is geïntegreerd in een universiteit, zal een internationale erkenning van het diploma van industrieel ingenieur niet meer ter discussie staan. Vandaag is dat helaas nog steeds het geval. in dit nummer Maandblad van de VIK, Vlaamse Ingenieurskamer jaargang 45 nummer 2 februari 2007 Ing. Joseph NEYENS MSc Algemeen voorzitter VIK DRUKKERIJ & LAY-OUT Drukkerij SLEURS nv, Overpelt Tel. +32 11 80 90 90 - Fax +32 11 80 90 95 MAGAZINECONCEPT Avant la Lettre, Mechelen Tel. + 32 496 52 81 35 info@avantlalettre.be Plannen voor faculteit industriële wetenschappen 05 Open leercentrum Gent 11 Ing. Gert Verheyden in China 12 Heinrich Hertz 15 Voor de ondertekende artikels zijn alleen de auteurs aansprakelijk. COVER Hartfordshow van the Stones Stageco Ingenieur bij Stageco 18 Acrogymnaste wordt ingenieur 24 EYE in Salerno 36 Ing. Leen Verlinden wint Paul Donnersprijs 42 FEBRUARI 2007 3 I-mag

Techno Onderzoek en academisering bij Antwerpse associatie Prof. dr. Dirk Van Dyck heeft plannen voor een faculteit industriële wetenschappen Om een hogeschoolopleiding van twee cycli, zoals bijvoorbeeld die van industrieel ingenieur, te academiseren moet het wetenschappelijk onderzoek een van de opdrachten worden, net zoals aan de universiteit. Daarop aansluitend krijgt ook het doctoreren voor industrieel ingenieurs een eigen invulling. I-mag had daarover op het rectoraat van de Universiteit Antwerpen, aan de Middelheimlaan, een gesprek met prof. dr. Dirk Van Dyck, vicerector onderzoek. Van onze hoofdredacteur "Onderzoek heeft zijn maatschappelijk nut bewezen. Vanuit de universiteiten ontstonden heel wat spin-offbedrijven: ondernemingen die uit het onderzoek aan de universiteiten ontstonden." Onze gesprekspartner Prof. dr. Dirk Van Dyck ( 1948) is doctor in de fysica en heeft een indrukwekkende palmares van onderzoeksactiviteiten. Hij heeft meer dan 250 publicaties op zijn naam staan, heeft drie spin-offbedrijven opgericht en heeft aan de KUL de prestigieuze Francqui-leerstoel gekregen voor zijn wetenschappelijk werk. Hij vertegenwoordigt de UA in alle organen van het wetenschapsbeleid, zoals IWT, FWO, VRWB en VIB. Binnen de UA is dr.van Dyck verantwoordelijk voor het administratieve departement onderzoek (ADOC), die het basisen toegepast onderzoek en de bescherming en valorisatie van onderzoeksresultaten verzekert. Aan de UA is hij tevens voorzitter van de Raad voor Industrieel Onderzoek en Innovatie. De Raad staat onder meer in voor het beheer van de middelen van het aan de UA toegekend industrieel onderzoeksfonds. Hij begeleidt bovendien het academiseringsproces voor de hogescholen van de Antwerpse associatie en in het bijzonder voor industrieel ingenieurs, met name het departement IW&T van de Karel de Grote-hogeschool en van de Hogeschool Antwerpen. Onder zijn bevoegdheid staat ook de begeleiding van de integratie van het onderzoek aan de Associatie Antwerpen. Waarom onderzoek? De internationale accreditatie, zoals verwoord in het decreet van 4 april 2003, stipuleert dat academische opleidingen, zoals die van industrieel ingenieurs, gestoeld moeten zijn op wetenschappelijk onderzoek. De onderzoeksraad van de UA, onder het voorzittersschap van dr. Van Dyck, besloot daarom om, uit de vrij voor wetenschappelijk onderzoek te besteden kredieten, een bedrag van 150.000 euro per jaar voor te behouden voor samenwerkingsprojecten inzake wetenschappelijk onderzoek tussen onderzoekers van de UA en onderzoekers uit de hogescholen van twee cycli. Daarenboven financiert de universiteit uit eigen middelen nog verschillende doctoraatsbeurzen voor de hogescholen. We vroegen de vicerector hoe hij in dat concept de verschillende onderzoeksdomeinen afbakent. Hij verwijst naar de evolutie van de wetenschap in de voorbije decennia en plaatst die in zijn huidige context. Van Dyck: Hoewel onderzoek een dynamisch ecosysteem vormt, kan men in het systeem een classificatie en ordening terugvinden, zij het met grove benadering. Het primaire doel van het fundamenteel onderzoek is de verwerving van kennis. Fundamenteel onderzoek verlegt de grenzen van de kennis en zorgt zo voor de voortgang van de wetenschap. Dergelijk onderzoek heeft een langetermijnperspectief." "Bij fundamenteel onderzoek bestudeert men fundamentele principes en onderzoekt men wetmatigheden. Het begrijpen van DNA-mutaties of de kwantummechanische eigenschappen van nanostructuren zijn daar een voorbeeld van. Als we uitgaan van de tijdshorizon van het onderzoek, kan men het basisonderzoek beschouwen als onderzoek dat uitgevoerd wordt op middellange termijn. Het onderzoek is gestoeld op het fundamenteel onderzoek en gebeurt meestal op initiatief van de vorser, zonder directe economische of maatschappelijke valorisatie te beogen." "Toegepast onderzoek richt zich eerder op de oplossing van maatschappelijke en industriële probleemvraagstukken. Het is veelal contractonderzoek voor derden, zoals voor de private sector. Toegepast I-mag 4 FEBRUARI 2007

Techno Prof. dr. Dirk Van Dyck onderzoek heeft een kortetermijnperspectief. Het doel is welomschreven, de opdracht is punctueel vastgelegd. Tussen beide ligt het strategisch basisonderzoek, dat dicht aanleunt bij het fundamenteel onderzoek, maar dat toch op lange termijn een economisch of maatschappelijk voordeel beoogt. Doorgaans voedt het fundamenteel onderzoek het toegepast onderzoek. Indien men het fundamenteel onderzoek zou stoppen, dan droogt het toegepast onderzoek op. Ik geef u een voorbeeld. Tijdens het Franse schrikbewind in 1793 werden de universiteiten gesloten. Men vond dat ze voor de maatschappij niet meer nuttig waren. Het volk vond dat de universiteiten intellectuele bastions waren en dat de profs in een ivoren toren leefden. In de plaats werden de nu beroemde ingenieursscholen - 'Les Grandes Ecoles' - opgericht. De benaming 'burgerlijk' ingenieur, 'ingénieur civil' - stamt uit die tijd. Het was de tegenhanger van de 'militaire' ingenieur. Die toenmalige ingenieursscholen organiseerden heel praktisch onderwijs en toegepast onderzoek dat gericht was en is op onmiddellijke inzetbaarheid. In 1870 zagen de Fransen hun vergissing in, toen ze de oorlog tegen de Duitsers verloren op grond van de Duitse technische superioriteit. Ze gingen zich het belang van het Duitse universiteitssysteem realiseren, waar het fundamenteel onderzoek nog steeds een belangrijke plaats had en waardoor Duitsland op langere termijn een technische voorsprong op Frankrijk verwierf. Spoedig daarna verdiepten 'Les Grandes Ecoles' ook hun onderzoek en kregen de universiteiten een brede maatschappelijke armslag. Actueel onderzoek De UA-vicerector voor onderzoek vindt dat universiteiten en hogescholen te veel met decreten en reglementeringen worden betutteld. De professoren werken zich volgens onze gesprekspartner uit de naad. Er kan geen werkvolume meer bij, zegt Van Dyck. De kritiek op universiteiten en hogescholen is niet terecht. Men krijgt daardoor een schuldgevoel opgedrongen. Hard werken is allemaal goed en wel, maar daar moet ook iets tegenover staan. Dat is niet altijd het geval. Als de UA bijvoorbeeld twee faculteiten samenvoegt, krijgt ze daarvoor van de overheid geen 'beloning' in de vorm van meer financiële middelen." "Een andere storende factor heeft te maken met onze manier van denken. We isoleren ons te veel in eigen hokjes, in silo's. Iedereen denkt en handelt vanuit zijn eigen perspectief en niet vanuit het samenhorigheidsperspectief." "Vlaanderen heeft nochtans enorme kansen. Onze kleinschaligheid zou in principe een flexibele werking van ons hoger onderwijs kunnen mogelijk maken. Het heeft geen zin om elkaar als hogeschool of universiteit te bekampen en te blijven klagen over onvoldoende overheidsmiddelen. Akkoord, die zijn er te weinig, maar we mogen geen afwachtende houding aanhouden ten opzichte van de overheid. Universiteit, hogeschool en associatie moeten zelf haalbare en onderbouwde voorstellen formuleren. Dat kan bijvoorbeeld inzake samenwerking op het vlak van onderzoek aan de hogescholen en universiteiten zijn. Het is ook erg belangrijk om meer geïntegreerd te denken, ik bedoel in termen van teamvorming." "Onderzoek heeft trouwens zijn maatschappelijk nut bewezen. Vanuit de universiteiten ontstonden heel wat spin-offbedrijven: ondernemingen die uit het onderzoek aan de universiteiten ontstonden. De Vlaamse universiteiten hoeven trouwens op dat vlak niet onder te doen FEBRUARI 2007 5 I-mag

Techno voor het buitenland. Het onderzoeksvolume dat ze voor de industrie genereren ligt per professor veel hoger dan in de VS. Innoverende bedrijven vervullen ook een belangrijke rol voor de economie en voor de tewerkstelling. Creatief omgaan met toptechnologie biedt ontegensprekelijk nog heel wat groeimogelijkheden. Uniek concept Voor de uitbouw van het onderzoek in de industriële wetenschappen werkt prof. dr. Van Dyck een uniek concept uit. Daarbij wordt in clusters gewerkt die de hele kennisketen omspannen, gaande van het fundamenteel onderzoek over strategisch basisonderzoek en toegepast onderzoek tot aan marktimplementatie. Van Dyck: Neem bijvoorbeeld het terrein van de sensoren waarin de UA op het gebied van fundamenteel onderzoek heel sterk is. Om van een sensor naar een bruikbaar systeem te gaan is elektronica, elektromechanica, ICT, vormgeving, productontwikkeling en noem maar op nodig. Welnu, die kennis is aanwezig in de associatie. Het is nochtans van groot belang om de mensen die die kennis hebben, ook daadwerkelijk bij elkaar te brengen. Meer, we moeten ook leren de innovatieketen in de omgekeerde zin te bekijken, d.w.z. dat we moeten inspelen op marktkansen, door een creatieve en unieke combinatie van bestaande, maar geavanceerde kennis. Ik ben ervan overtuigd dat we op die manier nieuwe financieringskanalen kunnen aanboren. Binair hoger onderwijs Ons land heeft een drieledig hogeronderwijssysteem: hoger onderwijs aan de hogescholen van één cyclus (graduaten of professionele bachelors), hoger onderwijs van twee cycli aan de hogescholen (academische bachelors en academische masters) en academische bachelors en academische masters aan de universiteiten. Van Dyck: We staan met ons drieledig hogeronderwijssysteem alleen in de wereld en daar moeten we van af. De UA gelooft trouwens niet in het nut van een dergelijk systeem. In de internationale context heeft het weinig, zeg maar geen betekenis. Het is niet transparant, te complex en niet eens verdedigbaar. De Bologna-hervorming van het hoger onderwijs en het opzetten van de associatiestructuur biedt een uitstekende kans om af te geraken van ons achterhaald drieledig hoger onderwijs. De UA grijpt de internationale opportuniteit en kiest voor een binair systeem. Dat betekent dat de huidige tweecycli-opleidingen van de hogescholen, zoals die van industrieel ingenieur, op termijn - tegen 2013 - en na het voltooien van het academiseringsproces moeten worden geïntegreerd in een universiteit. Ik benadruk hier het integratieproces. De UA gaat ervan uit dat de huidige tweecycli-opleidingen van de hogescholen een volwaardig universitair statuut moeten krijgen. De UA gaat er ten volle voor. We zijn een voorloper. De andere universiteiten zullen ons denkspoor volgen, daar zijn we van overtuigd. Faculteit industriële wetenschappen Van Dyck: Binnen de UA zullen we zo snel mogelijk met een faculteit industriële wetenschappen starten. De Associatie Antwerpen heeft twee hogescholen, elk met een opleiding voor industrieel ingenieur. De overlappingen in de opleidingen zouden we moeten wegwerken. Vanuit louter financieel oogpunt is een dergelijke operatie voor ons weliswaar niet aantrekkelijk. Wie opleidingen samenvoegt, dus rationaliseert, krijgt daarom niet meer overheidssubsidies. Maar de UA heeft daarover duidelijke beleidsprincipes, die het resultaat zijn van een uitvoerig overleg tussen de verschillende actoren. Dat overleg resulteerde in een eensgezinde visie. Dat houdt onder meer in dat de opleiding van industrieel ingenieur aan de huidige twee Antwerpse onderwijsinstellingen een volwaardige faculteit van de UA wordt. De uitvoering van de beleidslijnen zullen volgens een weloverwogen plan verlopen." De faculteit krijgt als naam 'faculteit industriële wetenschappen'. Voor een goed begrip: de nieuwe faculteit is geen aanhangsel van de UA-faculteit 'wetenschappen'. En het wordt er ook geen doublure van. Neen, we grijpen de kans om er een eigen- "De overlappingen in de opleidingen zouden we moeten wegwerken. Vanuit louter financieel oogpunt is een dergelijke operatie niet aantrekkelijk, want wie rationaliseert, krijgt daarom niet meer overheidssubsidies." tijdse opleiding van te maken. We hebben daarbij trouwens het voordeel dat we kunnen rekenen op de inbreng van de industrie. De Antwerpse regio herbergt het tweede grootste chemisch industrieel complex van de hele wereld." "Aan die operatie is uiteraard een financieel plaatje verbonden. We zullen ook rekening houden met de statutaire regels van het personeel van de twee hogescholen voor industrieel ingenieur. Natuurlijk gaan we niet over één nacht ijs. Met de samenvoeging van onderwijsinstellingen hebben we heel wat ervaring en kennis en die is heel actueel. De Universiteit Antwerpen is immers ontstaan uit drie universitaire instellingen: UFSIA, RUCA en UIA. Ze werden in oktober 2003 omgevormd tot de Universiteit Antwerpen. Op zeer korte termijn gaan we met één opleiding industriële wetenschappen starten, op één plaats. Doctoreren Aan alle faculteiten van de UA is doctoreren mogelijk. Industrieel ingenieurs kunnen aan de UA in de wetenschappen doctoreren, bijvoorbeeld in de medische wetenschappen. Van Dyck: Zodra de nieuwe faculteit industriële wetenschappen operationeel is, wordt het doctoreren voor industrieel ingenieurs mogelijk in een eigen faculteit. Dat zal ook voor de andere associaties gelden. De UA breekt daarmee met de traditie en profileert zich als een voorloper in zijn soort. Vandaag is doctoreren aan de UA ook al mogelijk in de studiegebieden architectuur, audiovisuele en beeldende kunst, muziek en podiumkunsten, productontwikkeling en nautische wetenschappen. Voor die doctoraten gelden de reglementen van de UA. Een eigen doctoraat voor industrieel ingenieurs is belangrijk voor de internationale erkenning van het diploma. Het doctoraat in de industriële wetenschappen moet onafhankelijk zijn van andere faculteiten. Ik bedoel dat ze niet meer de krijtlijnen uitzetten.het is immers een eigen doctoraat. De vicerector wijst er op dat een eigen doctoraat in industriële wetenschappen, na een vierjarige opleiding van industrieel ingenieur, net zo goed moet kunnen als na andere vierjarige masteropleidingen aan hogescholen. Ing. Noël LAGAST MSc Ing. Marc DEMOLDER MSc - Universiteit Antwerpen I-mag 6 FEBRUARI 2007

Techno De wereld van morgen is vanaf maart te bezichtigen Nieuw Living Tomorrow presenteert unieke toekomstvisie VILVOORDE. In ons meinummer van 2006 hadden we het al uitgebreid over de bouw en de plannen van Living Tomorrow 3.0. We praatten toen uitvoerig met vier industrieel ingenieurs die aan het project verbonden zijn. Na twee Belgische projecten en een eerste internationaal project in Nederland van het 'huis en kantoor van de toekomst' opent Living Tomorrow op 1 maart 2007 een nieuw innovatieproject in Vilvoorde voor het brede publiek. De expo blijft vijf jaar open en er worden maar liefst een miljoen bezoekers verwacht. De tentoonstelling loopt van 2007 tot 2012 en wordt tijdens die periode ook voortdurend vernieuwd om de laatste snufjes te allen tijde mee te hebben. 'Huis, kantoor en creative industries van de toekomst'. Zo heet het nieuwe project van Living Tomorrow. Vanaf 2005 begon de organisatie met de selectie van de bedrijven die het meest toonaangevend zijn in hun vakgebied. Samen met hen onderzoekt Living Tomorrow hoe het dagelijkse leven in de toekomst zal gaan evolueren onder invloed van technologische vernieuwingen en diensteninnovaties. Met projectgroepen werd er gedurende enkele jaren gewerkt rond interieurinrichting, milieu, consumptie, kantoorautomatisatie, bouw en informatica- en communicatietechnologie. Elke werkgroep bestaat uit zowat tien bedrijven, die veel studie, visie en kennis samenbrengen. Mensgericht Met projectgroepen werd er gedurende enkele jaren gewerkt rond interieurinrichting, milieu, consumptie, kantoorautomatisatie, bouw en informatica- en communicatietechnologie. gerichte vernieuwingen, maar een nieuw aspect zijn de 'creative industries'. Living Tomorrow gidst zijn bezoekers door winkel en bank. Het is een beetje sciencefiction, maar het moet een beeld geven van hoe we over enkele jaren gaan winkelen en bankieren. En er is meer: Living Tomorrow werpt een blik op de toekomst van de auto, de luchtvaart en de gezondheid en energie. Alles wordt, zoals ook bij de voorbije projecten, heel aanschouwelijk voorgesteld. Living Tomorrow werpt een blik op de toekomst van de auto, de luchtvaart en de gezondheid en energie. Living Tomorrow is een ontmoetingsplaats voor innovatieve ondernemingen die bezoekers willen laten kennismaken met producten en diensten die de kwaliteit van wonen, leven en werken in de nabije toekomst kunnen verbeteren. Maatschappelijke, economische en technologische ontwikkelingen worden geobserveerd en vertaald naar realistische en herkenbare toepassingen in het complex. 80% van de getoonde oplossingen zijn marktrijp, 20% zijn visies voor de toekomst. Permanente vernieuwing De tentoonstelling loopt van 2007 tot 2012 en wordt tijdens die periode ook voortdurend vernieuwd om de laatste snufjes te allen tijde mee te hebben. De bezoekers informeren over de komende trends en evoluties en hun laten ervaren welke rol ze in hun leven kunnen innemen, dat is de essentie van Living Tomorrow. Het project wil niet alleen tonen wat de techniek zal Living Tomorrow 3.0 beperkt zich met deze editie niet tot wonen en werken, maar werpt ook een blik op de wereld buitenshuis. Inzake wonen en werken - huis en kantoor - toont het project heel wat menskunnen, maar ook de discussie met de bezoeker aangaan. Nieuwe technologieën en diensten worden permanent geëvalueerd, aangepast en opnieuw in het complex gedemonstreerd. Het gebouw van Living Tomorrow en de innovaties die gedemonstreerd worden zijn maar een onderdeel van de activiteiten van Living Tomorrow. Dat zegt Ing. Joachim De Vos, innovation director en industrieel ingenieur bij Living Tomorrow. We proberen binnen de vier muren van Living Tomorrow een uitdrukking te geven aan alle ontwikkelingen die op dit ogenblik plaatsvinden in onze maatschappij. Praktisch Het grote publiek kan Living Tomorrow vanaf 1 maart 2007 bezoeken. Een bezoek duurt zowat anderhalf uur. Het complex kan op weekdagen bezocht worden door groepen of verenigingen na reservatie. Tijdens het weekend is Living Tomorrow open voor de particuliere bezoeker van 10 tot 17 uur. De standaard toegangsprijs bedraagt 10euro per persoon. Living Tomorrow biedt vier verschillende rondleidingen, die de toekomst telkens vanuit een verschillende invalshoek benaderen: home and design, business and leisure, enjoyment and vitality en digital decade. Tekst: Luc VANDER ELST Foto's: LIVING TOMORROW FEBRUARI 2007 7 I-mag

Techno Open architectuur voor open leercentrum Hogeschool Gent investeert fors in campus Schoonmeersen De Hogeschool Gent bouwt op haar campus aan de Schoonmeersstraat- Voskenslaan een groots opgezet open leercentrum, een plaats voor zelfstuderend leren. Tegen september 2008 moeten o.a. de studenten industrieel ingenieur en de professionele bachelors technologie van de campus BME-CTL (oude benaming), Schoonmeersen en de docenten er hun intrek kunnen nemen. I-mag sprak op de bouwwerf met de architect André Bauwens van cv Baro, met Yvan Raman, sectorhoofd infrastructuur en met prof. dr. Marc Vanhaelst, departementshoofd. Van onze hoofdredacteur Noël Lagast met Yvan Raman, André Bauwens en Marc Vanhaelst. Open leercentra? Studenten worden allang niet meer opgeleid zoals ouderen het zich wellicht nog voorstellen. Medio de jaren tachtig begon men met de nieuwe leermethodiek van het zelfstandig begeleid leren aan universiteiten in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. De docent besteedt daarbij bepaalde leerbeslissingen uit aan studenten. De methodiek veroverde ook ons land. Experimenten zijn sinds enkele jaren aan de gang bij enkele Vlaamse hogescholen en universiteiten, blijkbaar met succes. Open leercentra beperken zich niet enkel tot het hoger onderwijs, ze bestaan ook in enkele middelbare scholen. De Hogeschool Gent bouwt momenteel op de campus Schoonmeersen een nieuw complex voor een dergelijk open leercentrum of kortweg OLC. Situering De campus Schoonmeersen en de Gentse Voskenslaan staan wellicht bij ouderen beter bekend als de 'BME-CTL-campus', de campus voor de hogescholen voor industrieel ingenieurs en graduaten (professionele bachelors) van de Hogeschool Gent, waar de opleidingen voor industrieel ingenieur en technologische graduaten (nu professionele bachelors) samen met economische en sociaal-agogische opleidingen worden georganiseerd. Sinds enkele jaren is er heel wat veranderd in het hogeronderwijslandschap. Bij de eerste fusie (1995) werden 13 hogescholen ondergebracht in de Hogeschool Gent. De meeste bevonden zich in Gent. Andere waren te vinden in Aalst, Brussel, Brugge en Ronse. Het studieaanbod werd herschikt tot 11 departementen, waarvan één in Aalst. De tweede fusie vond in 2001 plaats, waarbij de Mercator-hogeschool van de provincie Oost-Vlaanderen deel ging uitmaken van de Hogeschool Gent. De Hogeschool Gent maakt sinds eind april 2003 deel uit van de associatie van de universiteit Gent en telt voor haar 13 verschillende departementen circa 13.500 studenten. De vzw Associatie Universiteit Gent heeft circa 55.000 studenten en 8.500 medewerkers. Naar opleidingen en bestuursstructuur ondergingen De totaalprijs van het open leercentrum bedraagt ongeveer 20 miljoen euro. de voormalige afzonderlijke hogeschoolidentiteiten een gedaanteverandering. Daarom wil de hogeschool onder meer de oude campusbenaming 'BME-CTL' vaarwel zeggen, omdat de vlag vandaag de lading niet meer dekt. Prof. dr. Marc Vanhaelst: We kunnen niet doorgaan met benamingen die niet meer volledig overeenstemmen met de huidige aangeboden opleidingen. Als departementshoofd van het departement Toegepaste Ingenieurswetenschappen ben ik zowel verantwoordelijk voor de opleiding van industrieel ingenieurs van het vroegere 'BME' als voor de 'chemie en textiel' van het vroegere 'CTL' en tevens voor enkele nieuwe opleidingen die men niet meer terugvindt in de afkorting 'BME'. Zo bestaat de opleiding mechanica niet meer, maar werd dat elektromechanica en is er de Industrieel Ingenieur Informatica, kortweg III, bijgekomen. Nu vormen we academische bachelors in bouwkunde, chemie, elektronica-ict, informatica, I-mag 8 FEBRUARI 2007

Techno elektromechanica en textieltechnologie met aansluitend één of meerdere masters in de industriële wetenschappen (industrieel ingenieur). Op deze campus worden ook diverse andere studierichtingen georganiseerd, waaronder de professionele bachelors technologie. We noemen ons werkterrein niet meer campus 'BME- CTL', maar campus Schoonmeersen van de Hogeschool Gent. Aan de overkant van zijn departement is zijn collega-departementshoofd, prof. dr. ir. Paul Van Assche, verantwoordelijk voor het departement biowetenschappen en landschapsarchitectuur, met zowel professionele bachelors als de opleiding van industrieel ingenieurs landbouw en biotechnologie, de masters in de biowetenschappen. Nieuw epicentrum Na de associatie koos de Hogeschool Gent voor vernieuwde werkvormen, die gericht zijn op een meer competentiegerichte aanpak. Dat heeft natuurlijk zijn repercussies op de keuze van speciaal daartoe uitgeruste ruimten, de open leercentra. Die zijn er al op diverse campussen van de hogeschool. Op de grootste campus, waar ruim 6.000 studenten studeren, komt een heel nieuw OLC, waarvan de bouwwerken in maart 2006 van start gingen. Het ontwerp werd toegekend aan het ontwerpbureau Baro uit Gent. André Bauwens, architect bij Baro, zorgt samen met architect Yvan Raman, sectorhoofd Infrastructuur van de Hogeschool Gent, voor een correct verloop van het ontwerp. Raman begeleidt en beheert overigens het gebouwenpatrimonium van de hele Hogeschool Gent. Architect Bauwens en Yvan Raman ontvangen ons in hun kantoor op de bouwwerf. Die dag hebben ze net hun wekelijkse coördinatiebijeenkomst achter de rug. Voor ons staat de maquette en hangen de vele plannen van het bouwproject aan de muur. Bauwens heeft met een gelijkaardig project aan de VUB een rijke ervaring. Beide architecten zijn ook beslagen in vernieuwende leerconcepten, waarbij in het licht van de veranderende onderwijsparadigma's, de open leercentra opschuiven van de periferie naar het epicentrum van de onderwijsleeromgeving. Op de campus krijgt dat binnenkort een letterlijke betekenis. Bauwens en Raman: De campus bestaat uit drie afzonderlijke onderwijsentiteiten met drie losstaande gebouwen. Het open leercentrum wordt fysisch gekoppeld aan het eerste gebouw, het huidige BME. Een honderdtal meter verder zal dat binnenkort een link vormen met het 'CTL-gebouw'. Het nieuwe gebouwen- complex - 170 meter lang - wordt gebouwd rond en langs een nieuwe beschermde binnenstraat, een wandelstraat. Dat wordt een belangrijke slagader voor de campus." "We hebben bij ons ontwerp onderzocht hoeveel mensen er zich gemiddeld per dag tijdens piekmomenten op de campus van de ene plaats naar de andere bewegen. Het waren er ruim 2.800. De doorgangsstraat zal tegelijkertijd een ontmoetingscentrum zijn. Ontwerpers Op de campus Schoonmeersen staan nog twee andere gebouwen: enerzijds het zogenaamde practicum van de industrieel ingenieurs en de professionele bachelors en anderzijds een grote sporthal. Een deel van de bestaande parking kreeg inmiddels een nieuwe bestemming, een ander deel werd verlegd. Het OLC moet uiteraard gemakkelijk toegankelijk zijn, rust uitstralen en uitnodigend zijn. Hoe begint een architect aan een dergelijke pedagogische opdracht? Bauwens: Dat is een moeilijke vraag. De meeste architecten zullen op uw vraag geen pasklaar antwoord kunnen geven. We zijn rare jongens. (lacht hartelijk) Architecten mogen dan wel veel kennen, ze hebben veel op school geleerd. Soms hebben ze heel wat opdrachten uitge- De raad van bestuur van de Hogeschool Gent keurde een totaal bedrag van 95,3 miljoen euro goed voor infrastructuurwerken in de periode 2005-2015. 20 miljoen euro gaan naar het open leercentrum op de campus Schoonmeersen. Een groot deel van het totaalbedrag gaat naar een hele reeks bouwwerken en renovaties op andere campussen. Voor de grote infrastructuurwerken zal de hogeschool dan circa 150 miljoen euro hebben geïnvesteerd, zoals onder meer voor het nieuwe departement in Aalst (bedrijfskunde), het nieuwe gebouw in Melle (biowetenschappen en landschapsarchitetuur), de volledige renovatie van het conservatorium in Gent, de nieuwe vleugel van de Ledeganck (lerarenopleiding), de proefhoeve van 11 ha voor agro- en biotechnologie in Bottelare en de renovatie van de Bijloke (concertzaal). NL Bron: Hogeschool Gent Na de associatie koos de Hogeschool Gent voor vernieuwde werkvormen, die gericht zijn op een meer competentiegerichte aanpak. Dat heeft natuurlijk zijn repercussies op de keuze van speciaal daartoe uitgeruste ruimten, de open leercentra. FEBRUARI 2007 9 I-mag

Techno Open leercentra maken het onderwijs van de toekomst mogelijk. voerd, maar ze zijn nergens specialist in. We scheppen iets, soms helemaal uit het niets. We moeten met een creatieve, kunstzinnige geest functionele en ook betaalbare ontwerpen kunnen aanbieden. Een huis ontwerpen is voor een architect doorgaans een moeilijkere opdracht dan een openbaar gebouw ontwerpen, zoals bijvoorbeeld een ziekenhuis. Onze taak vraagt heel wat creativiteit, veel denkwerk en overleg met ingenieurs en niet in het minst met de bouwheer of de opdrachtgever. We raadplegen ook veel de toekomstige gebruikers van het gebouw, zeker als het gaat over openbare gebouwen. Als architect moet je voortdurend beseffen dat men bezig is met het scheppen van een leefvorm voor de toekomstige bewoner. Hij moet zich in de plaats van de bewoner kunnen opstellen en zich voortdurend afvragen of hij wel goed bezig is. Op basis van die gedachtegang maken we eerst op het bureau een organigram van het gebouw. Het ontwerpbureau Baro - voor architectuur en ruimtelijke ordening - heeft daarin heel wat ervaring. Het bestaat trouwens ongeveer 40 jaar. Toen ik er lang geleden begon, kreeg ik al enkele grote opdrachten op mijn werktafel. Baro werkt voor haar OLC-opdracht samen met Sum-projects uit Brussel, het ontwerpbureau voor architectuur en engineering van de vroegere groep Planning. Open architectuur Yvan Raman De totaalprijs van het open leercentrum bedraagt ongeveer 20 miljoen euro.dat is een deel van de 95,3 miljoen euro die door de raad van bestuur van de Hogeschool Gent werd goedgekeurd voor het meerjarenplan infrastructuur 2005-2015. Wat staat er tegenover dat bedrag? Raman: Een ruimte waar studenten en docenten lange werktijden doorbrengen moet niet alleen functioneel zijn, maar ook aangenaam om er te vertoeven. Het OLC is er natuurlijk om het onderwijs van André Bauwens de toekomst mogelijk te maken. Dat betekent dat de ruimte multimediaal en op individuele maat of op maat van groepswerk moet worden gebouwd en ingericht. Het 170 meter langwerpig gebouwencomplex bestaat uit twee blokken. In de lokalen voorzien we uiteraard voldoende computers die op het internet worden aangesloten, en er komen ook klassieke informatiedragers, zoals naslagwerken, woordenboeken, video's, cd-roms, tijdschriften, enz. In het ene blok aan de noordzijde komen op de 1ste en 2de verdieping 2 grote bibliotheekruimten, samen 2.400 vierkante meter groot met geïntegreerde leeszalen. In hetzelfde blok komt er ook een auditorium met mogelijkheid voor simultane vertalingen en 351 zitplaatsen. Aan de zuidzijde komen op de 1ste en 2de verdieping een 50-tal kantoor- en seminarieruimten, waarin mensen individueel of in groepen tot 30 personen aan een project kunnen werken. Er wordt ook in ruimten voorzien voor de aanmaak en de distributie van digitaal leermateriaal. De twee blokken worden van elkaar 'gescheiden' door een overdekte wandelstraat, maar ze zijn met extra brede trappen en een lift met elkaar verbonden. De zuidkant wordt ook fysisch aan het BME-gebouw gekoppeld, waar het een volwaardige inkomhal zal vormen voor het nieuwe gebouwencomplex. Bauwens: We kozen voor een optimale inval van het natuurlijke daglicht in de bibliotheek en de leesruimten. De noordelijke gevel van het drie bouwlagen hoge gebouw heeft een wand uit opaal glas en erkers. Op de zuidelijke gevel van het noordblok komen verdiepingshoge glaspartijen, die zicht geven op de binnenstraat en de daktuinen. Licht- en zoninval zijn heel belangrijk, maar moeten ook getemperd worden om niet hinderlijk te zijn bij weerkaatsing of opwarming. De overkapping bestaat uit een polyester gecoat pvc-membraan. We willen zo weinig mogelijk gebruikmaken van kunstmatige verlichting. Het licht dat in de leeszalen invalt, wordt gefilterd door ranke boomstammen en het bladerdek. Op de eerste verdieping komen naast de lees- en bibliotheekruimten volwaardige daktuinen met echte bomen. Daardoor wordt een gevoel van open groene ruimte gecreëerd. Op de benedenverdieping is er voorzien in een fietsenstalling voor 150 fietsen, een studentenshop, een restaurant en onthaal. Het restaurant zal elke middag 1.000 maaltijden kunnen serveren. De keukens worden ondergronds gebouwd. Op de gelijkvloerse verdieping komt er eveneens een auditorium. De derde verdieping is voor de huisbewaarder en andere accommodatie. Vroeger was het onmogelijk om bij regenweer de drie losstaande gebouwen - CTL, BME en practicumgebouw - te bereiken zonder natte voeten te riskeren. Het practicumgebouw wordt weleens aangeduid als het 'overzeese gebied'. Daar komt straks verandering in. Dankzij een voetgangersluifel zal men droog van het BMEgebouw naar het practicumgebouw kunnen stappen. De nieuwe parkeerruimte, die al is aangelegd, biedt plaats voor 310 auto's. Wat verderop bij het practicumgebouw zijn er nog een veertigtal parkeerplaatsen. Gelukkig is Gent een fietsenstad. Voortgang De bouwwerken schieten volgens onze gesprekspartners goed op. Raman: Na een openbare aanbesteding werden de werken toegekend aan de tijdelijke vereniging Strabag. Openbare bouwopdrachten worden gegund op basis van één enkel gunningscriterium, namelijk de laagste prijs. Voor de bouw zijn er 820 kalenderdagen voorzien. In september 2008 zullen we het complex betrekken. De Hogeschool Gent haalt als bouwheer haar middelen uit dotaties voor onderwijs en infrastructuur. Ook het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs, het AGION, van de overheid subsidieert en financiert de bouw voor het leerplichtonderwijs en de hogescholen. AGION nam sinds 1 april in het kader van het Beter Bestuurlijk Beleid van de overheid de rol over van het Investeringsfonds voor de Autonome Hogescholen (IVAH) en de DIGO (Dienst voor Infrastructuurwerken van het Gesubsidieerd Onderwijs). Ing. Noël LAGAST MSc I-mag 10 FEBRUARI 2007

Techno China als grote uitdaging Ing. Gert Verheyden bouwt voor Fenzi nieuwe fabriek uit in Jiaxing TEMSE. Eventjes was hij maar in België. Voor het eerst sedert bijna een jaar. We kregen het bericht van de VIK en - gelukkig - vond Ing. Gert Verheyden MSc nog een uurtje de tijd om ons te woord te staan. Want nu hij in België is, wil iedereen weten hoe het met hem gaat daar in het verre China. Ing. Gert Verheyden werkt sedert april 2006 voor Fenzi in China, waar hij een nieuwe fabriek mee uit de grond helpt stampen. Reden genoeg om het daar met hem even over te hebben. "Ik ben afgestudeerd in 1993 aan wat toen nog het instituut De Nayer was. Als ingenieur scheikunde met optie industriële chemie begon ik eerst als interim bij het toenmalige OCG in Zwijndrecht. De firma veranderde enkele keren van naam, maar ik kreeg er wel de kans om er met een nieuwe productie-eenheid te beginnen. In september 1999 ben ik naar Akzo Nobel in Vilvoorde verhuisd, waar men verven produceert. Er was een communicatieprobleem tussen het laboratorium en de productie. Als procesingenieur was het mijn taak om die communicatieproblemen op een structurele manier op te lossen." In 2005 nam het Italiaanse familiebedrijf Fenzi de industriële site van Akzo Nobel in Vilvoorde over. Fenzi maakt vooral verfproducten voor ramen, glas en spiegels, zoals beschermingscoatings die aan de achterkant van spiegels de zilverlaag moeten beschermen tegen corrosie. Chinese fabriek "Ik werkte bij Fenzi aan de opstart van een nieuwe productie-eenheid voor glasafdichtingen (Sealants). Tijdens een recep- Ing. Gert Verheyden, R&D&QC-manager Xiaomin Yu en productiemanager Jeff Guo tie ging het plots over 'werken in het buitenland'. Ik reageerde daar ludiek op in de zin van 'moest men mij dat aanbieden, ik ben daar altijd voor geïnteresseerd'. Mijn baas had dat gehoord en vertelde dat ze voor Fenzi China iemand aan het zoeken waren. Fenzi leverde al ongeveer 15 jaar spiegelverven en coatings aan klanten in China vanuit Italië. Het ging om zowat 40-45% van de omzet. Om concurrentiële redenen bleek het meer opportuun om een fabriek bij de klanten te plaatsen dan om te blijven leveren vanuit Europa. Twee dagen later had ik een gesprek met een Italiaan en dan ging alles eigenlijk vrij snel." Ing. Gert Verheyden ging een eerste keer naar China in oktober 2005, toen de fabriek in aanbouw was. "Men wou mij de kans geven om alles daar eens te bekijken voor ik een beslissing zou nemen, maar ik was daar vrij rap ver- Gert is de industrial manager, die met de mensen van productie, logistiek, kwaliteitscontrole en magazijn zowat 20-25 mensen aanstuurt. kocht. Een maand later ging ik terug om al wat te helpen. De eerste maanden heb ik dan tussen de projecten over en weer gereisd, want Vilvoorde was toen ook volop in opstart. Vanaf april 2006 ben ik definitief naar China gegaan om daar de opstart te regelen. Het was beginnen vanaf nul. Om Chinezen op te leiden moet je ervoor zorgen dat je rechterhand technisch uitstekend onderlegd is en dat hij het ook kan vertalen. Hij moet dus zeker ook Engels kunnen. We hebben er heel wat tijd aan gespendeerd om die te rekruteren, maar we vonden een goede 'rechterhand'. Hij is dan geleidelijk aan mensen beginnen te rekruteren. Ik kon hem alleen vertellen welke soort mensen we zochten, maar ik kon natuurlijk niet zelf naar de Chinese markt gaan. Hij is met enkele mensen teruggekomen, die we interviewden in mijn bijzijn. Hij was de tolk, maar je moet natuurlijk nog eens dubbele vragen stellen om te controleren of alles wel correct begrepen is. In China zijn er bovendien veel mogelijkheden voor interpretatieverschillen, want Chinees is niet zo rechtlijnig als onze taal." De fabriek draait op kruissnelheid sinds juli-augustus 2006. Er werken zowat 35 mensen. De general manager is een Italiaan, de sitemanager een Fransman. Gert is de industrial manager, die met de mensen van productie, logistiek, kwaliteitscontrole en magazijn zowat 20-25 mensen aanstuurt. Magazijn in aanbouw - oktober 2005 Een 20.000 litertank hijsen, the 'Chinese way' "Chinezen zijn harde werkers. Alles wat je vraagt, doen ze. Zij willen geld verdienen op korte termijn, maar bij hen is de klik er van 'als we het snel-snel doen, kunnen we meer geld verdienen'. Daar lijdt de kwaliteit onder. Dat is iets waar wij hen meer bewust moeten van maken. Gelukkig heb ik net twee sleutelfiguren in mijn bedrijf die kwaliteitsbewust zijn. Maar de rest moet je continu controleren, hercontroleren en de dingen opnieuw uitleggen." I-mag 12 FEBRUARI 2007

Techno Machines en pijpleidingen bijna volledig geïnstalleerd in maart 2006. Communistisch verleden "In mijn team kan er vrij open gepraat worden. Dat is niet altijd gemakkelijk, want ik spoor hen aan, maar zij zijn nog altijd een beetje - hoe moet ik zeggen - schuw van aard en wat daarmee gelinkt is: zij willen geen gezichtsverlies lijden. Als er een probleem is, gaan ze het u wel proberen te vertellen, maar ze gaan het zodanig proberen te vertellen dat ze geen gezichtsverlies lijden. Wat niet altijd evident is. Op zich heb ik er geen probleem mee dat iemand zegt dat hij een fout heeft gemaakt. Maar dat ze een fout gemaakt hebben, komen ze dus niet zeggen. Ze gaan er met een grote boog rond en het duurt dus ook veel langer vooraleer je erachter komt wat er precies schort. Dat is in die cultuur ingebakken en daar moet je rekening mee houden. Al die mensen zijn opgeleid in het communistisch regime en daar wordt gepredikt dat je stapje voor stapje moet werken. Anders ga je fouten maken en je mag geen fouten maken. Zij werken dus stapje voor stapje. Als ze iets uitvoeren, nemen ze telkens de snelste weg, maar het resultaat is dan vaak dat ze bij stap vijf of zes vast komen te zitten." Werken in China "De mogelijkheden in China zijn op dit moment onbeperkt, maar het is er zeker niet gemakkelijker werken. Persoonlijk vind ik het zeer verrijkend, omdat die markt een enorme groei kent. Maar er zijn vooral moeilijkheden met de autoriteiten. En er bestaat ook nog steeds een zekere corruptie. De verschillende autoriteiten werken mekaar tegen. Er is kennelijk een grote rivaliteit. Bovendien kennen ze hun eigen regels niet. De ene interpreteert een regelgeving anders dan de andere. Dat heeft ook wel een beetje te maken met de taal, want aan het Chinees kun je heel veel interpretaties geven. Dat maakt het zeker niet gemakkelijker. En Chinezen houden ervan om heel veel te discussiëren. Ook met de autoriteiten zijn er dus heel veel discussies die maanden kunnen duren voordat er ergens een beslissing wordt genomen." Douane "Als je met een fabriek begint in China, kun je niet voorbij de douane. En douane is hoofdpijn. Als je grondstoffen of machines wil invoeren in China, dan moet je altijd langs de douane en dat kan soms een lange lijdensweg zijn. Je moet rekening houden met een mogelijke vertraging van één tot twee maanden: soms 1 maand voor grondstoffen en nieuwe machines en 2 maanden voor tweedehandsmachines. Zij zijn heel paranoïde over dingen die worden ingevoerd. Het heeft er ook vaak alle schijn van dat ze telkens nieuwe regeltjes invoeren en nieuwe belemmeringen opwerpen. En het lijkt me dat ze zelfs hun eigen regels niet volgen. Maar het heeft ook te maken met corruptie. Zij willen onder tafel betaald worden om het wat sneller te laten gaan. Daarmee omgaan is moeilijk. In principe gaan we daar niet op in. Onze firma werkt met een forwarder, die onze goederen laat inklaren in Shanghai en zelf de communicatie doet met de douane. Wij betalen de forwarder en de forwarder betaalt de douane. We zijn er vrij zeker van dat van wat we aan de forwarder betalen, een stuk wordt gebruikt om de douane gunstiger te stemmen." Hars "Eén keer kregen we er rechtstreeks mee te maken. Mijn productie lag stil, omdat ik hars moest hebben uit Maleisië. Die vrachtwagen was al ongeveer vier weken geblokkeerd bij de douane. Toen ben ik zelf, samen met mijn Franse collega en met enkele Chinese vertalers, naar de forwarder gegaan, want je kunt dus niet rechtstreeks naar de douane stappen. We zijn daar gewoon blijven zitten tot er groen licht was van de douane. Toen het volgens de forwarder in orde was, zijn we doorgegaan, maar even later bleek het dan toch weer niet in orde. We zijn dan uiteindelijk naar de haven zelf gegaan en we zijn pas vertrokken, toen de container met bulk effectief vertrokken was. En waarom alles geblokkeerd was, weten we nog altijd niet." Cultuur "Douane is hoofdpijn." De Fenzi-fabriek ligt in Jiaxing, in de provincie Zhejiang. Gert woont op ongeveer 70 kilometer of een uur rijden van Jiaxing, in Suzhou in de provincie Jiangsu. "Dat is nog behoorlijk ver, maar het pro- bleem is dat er in Jiaxing niet echt faciliteiten of winkels zijn die afgestemd zijn op buitenlanders. Suzhou is de dichtstbijzijnde stad, waar er ook heel veel industrie is. Daar zitten er ook heel wat buitenlanders en daar zijn de winkels en dergelijke ook veel meer afgestemd op buitenlanders." Of Gert kan aarden in China? "Als je naar zulke landen gaat, moet je je openstellen voor de cultuur en voor de manier waarop zij leven. Je moet niet jezelf of je eigen waarden gaan opdringen. Bepaalde dingen neem je natuurlijk wel mee, zoals bijvoorbeeld de aspecten van veiligheid. Daar moet je dan duidelijk stellen hoe het moet worden gedaan, maar je moet ook uitleggen waarom. Dat is belangrijk, maar op gebied van cultuur, op gebied van sociaal contact moet je eigenlijk leren hoe zij de dingen aanpakken. Wij zijn daarin zeker niet beter. Zij hebben ook bepaalde waarden en bepaalde ideeën waarvan ik vind dat ze beter zijn dan onze westerse waarden. Omgekeerd is dat natuurlijk ook zo." Is het interessanter om onder buitenlanders te zijn in China? "Voor het privéleven wel, ja. Chinezen zijn heel gastvrij, maar 's avonds sluiten ze zich op in hun huisje met hun familie en kijken ze televisie. Buitenlanders komen veel meer buiten. In ieder geval toch in China. Je krijgt dus ook de kans om daar meer in contact te komen met anderen. Ook de taal is een serieuze barrière. De mensen in bars en restaurants spreken een beetje Engels, maar de meeste Chinezen spreken geen Engels en dat maakt het contact toch een heel stuk moeilijker." Bent u bezig met Chinees? "Nog niet, maar ik ben eind januari begonnen met Chinese lessen - voor beginners! - om te zien of het lukt. Het is vooral een praktische cursus: om wat sociaal contact te leggen, om de weg te vragen en dergelijke. Vooral gericht op spreken en uitleggen. Ik communiceer momenteel nog niet rechtstreeks met de mensen op de werkvloer. Dat gaat nog altijd via mijn sleutelfiguren. En als die niet in de buurt zijn, dan bel ik ze op en vraag ze om even iets te vertalen en dan geef ik de gsm door. Zo wordt dat dan opgelost. Dat is minder vlot werken, omdat het langer duurt, maar zodra ze ingewerkt zijn, gaat dat vlotter en vlotter. Als je iets moet uitleggen, moet je FEBRUARI 2007 13 I-mag

Techno Als ze iets uitvoeren, nemen ze telkens de snelste weg, maar het resultaat is dan vaak dat ze bij stap vijf of zes vast komen te zitten. daar tijd insteken en je moet ook de nodige tijd uittrekken om te verifiëren of de boodschap wel correct is begrepen." Tekenen "Chinezen willen je ook regelmatig zien, want je bent een Europeaan. Hoe meer ze zich kunnen omringen met Europeanen en met ons op de foto staan, hoe beter hun imago is. Dat is ook een troef die wij hebben. Je steekt er dan ook wel heel veel tijd in, maar anderzijds kan dat helpen om uw dossier wat vooruit te laten gaan. Dus gaan we ook regelmatig iets eten. Communicatieproblemen zijn er soms wel, maar die zorgen niet voor problemen, zolang je mekaar maar respecteert. Zij begrijpen perfect dat je geen Chinees Het Fenzi-team tijdens de 'Grand opening' na de lunch op 18 juli 2006. Een acht in de datum brengt geluk. Drakendans tijdens de 'Grand opening' In het weekend bezoekt Gert al eens enkele tuinen in Suzhou. kunt spreken, maar je moet het hen dan ook niet kwalijk nemen dat ze gebrekkig Engels spreken. We proberen altijd wel op de een of andere manier te communiceren. Een van mijn methodes is tekeningetjes maken. Ik zorg er altijd voor dat ik pen en papier bij me heb. Ook in een winkel. Als ik het niet kan uitleggen, teken ik gewoon wat ik nodig heb. Dan leiden ze je wel naar waar je moet zijn. Ook in de fabriek is dat noodzakelijk. Als je het niet uitgelegd krijgt, dan teken je het." "Hoe meer ze zich kunnen omringen met Europeanen en met ons op de foto staan, hoe beter hun imago is." Censuur "Buiten mijn uren ga ik iets eten en daarna slapen. In de week zijn 't lange dagen: van halfacht 's morgens tot zowat halftien 's avonds. Dan nog eten en eventueel nog wat naar het nieuws kijken: BBC World en CNN. Als er op die zenders iets gezegd wordt dat negatief is over China, dan is plots de kabel weg. Je weet natuurlijk niet of het censuur is, maar als je vijf minuten later de tv terug aan zet, heb je terug beeld en op BBC World herhalen ze elk uur het nieuws. Als dan een uur later de kabel bij hetzelfde onderwerp opnieuw uitvalt, dan valt dat toch op. In de weekends doe ik inkopen en communiceer ik met mensen in België. En voor de rest ga ik dingen bezoeken. Suzhou is een heel mooie stad. Er zijn heel veel tuinen, meren en ontspanningsmogelijkheden. 's Avonds ga ik zoals een goeie Belg een pintje drinken. Er zijn enkele straten die ook voorzien zijn voor buitenlanders en ik heb al enkele cafés ervan kunnen overtuigen om Belgische bieren in te doen. Ik kan er dus een Belgisch biertje drinken. Nee, ik verveel me daar niet. Ik ken er ook al enkele mensen." Toekomst Hoe lang denkt u nog in China te blijven? "Momenteel heb ik een contract voor vier jaar en een optie voor een jaar extra. Dat jaar optie zal ik er waarschijnlijk al bijnemen. Persoonlijk zie ik in China nog voldoende werk, want men spreekt nog over uitbreidingen. Ik hou ervan om dingen op te starten, om nieuwe dingen te realiseren en om productiesystemen uit te breiden en te verbeteren. Dat is mijn lang leven. In Europa vind je dat niet veel meer en dus zou ik graag in het buitenland blijven. China is een optie, maar ik zou ook nog wel andere landen willen doen: Canada, Zuid-Amerika, Zuid-Afrika. Da's ook mooi " Tekst: Luc VANDER ELST Foto's: Ing. Gert VERHEYDEN MSc - Fenzi I-mag 14 FEBRUARI 2007

Techno Heinrich Hertz Een kort, maar inventief leven Hz Hertz kennen we ondertussen van de 'eenheid' hertz. Heinrich Rudolph Hertz, zijn leven en werk zijn wellicht inmiddels minder bekend dan de proefondervindelijke bewijzen die hij aanbracht en die het leven van iedereen beïnvloedden en veranderden. In ons hedendaagse, dagelijkse leven maken we voortdurend gebruik van de bevindingen van Hertz, zonder dat we daar nog bij stilstaan. Tijd dus om eens terug te gaan naar het leven en het werk van de man die aan de basis lag van die 'stille revolutie'. Heinrich Rudolph Hertz werd geboren in Hamburg, Duitsland, op 22 februari 1857 als oudste zoon van dr. G. Hertz, een advocaat, later rechter en daarna senator. Hij behoorde tot een familie van invloedrijke en succesvolle handelaars. Zijn moeder was de dochter van een geneesheer en de afstammelinge van een lange lijn Lutheriaanse ministers, die allen op hoog cultureel niveau hadden geleefd en gewerkt. Tijdens zijn middelbare schooljaren maakte hij op een eigen schaaf- en draaibankje natuurkundige instrumenten en een galvanometer. Hij was zo goed in handwerk dat leraars zijn moeder voorstelden om hem vakman te laten worden. Na zijn middelbare studies trok Hertz op 20-jarige leeftijd naar München, eerst om ingenieur te worden, maar na twee jaar studie voelde hij zich gegrepen door de zuivere natuurwetenschappen. In november 1877 schreef hij aan zijn ouders een lange brief over zijn toekomstplannen. Hij voelde aan dat hij slechts een tweederangsingenieur zou worden en zou zich gaan concentreren op de studie van de natuurwetenschappen. Hij vroeg zijn ouders om begrip op te brengen voor zijn keuze en veranderde van studierichting. Tijdens zijn studie van de wiskunde en de mechanica bracht hij veel tijd door in het laboratorium voor fysica. In oktober 1878 verhuisde hij naar Berlijn om daar te gaan studeren bij de professoren Helmholtz en Kirchoff. In 1880 behaalde Hertz zijn doctoraat in de wetenschappen, toen 'doctor in de filoso- fie (van de mechanica)' genoemd. In oktober van dat jaar werd hij aangesteld als assistent van Helmholtz. De samenwerking duurde tot 1883, het jaar waarin hij aan de universiteit van Kiel mocht beginnen als docent in de theoretische natuurkunde. Hij begon toen grondig de elektromagnetische theorie over het licht van Maxwell te bestuderen. Carrière In april 1885 werd hij bevorderd tot professor in de experimentele natuurkunde en hij begon les te geven (tot 1889) aan de Technische hogeschool in Karlsruhe. In 1886 huwde hij daar met de dochter van de professor in de geodesie. Het huis van de jonggehuwden werd de ontmoetingsplaats voor hun medewerkers en hun talrijke culturele gespreksavonden. Het was in Karlsruhe dat Hertz met opzoekingswerk begon over de voortplanting van elektrische golven. Vooraleer hij daarin ver genoeg gevorderd was, kreeg hij in 1889 het aanbod om de befaamde profes- sor Clausius, die pas was overleden, op te volgen aan de universiteit in Bonn. Hij aanvaardde de betrekking van professor in de natuurkunde en had op amper 32- jarige leeftijd een topfunctie in de academische wereld, die velen op slechts veel latere leeftijd met moeite bereikten. Spijtig genoeg heeft hij van zijn succesvolle loopbaan slechts korte tijd kunnen genieten, want in de zomer van 1892 werd hij ernstig ziek. De dokters stelden een chronische bloedvergiftiging vast, het gevolg van een niet verzorgde oude kaakontsteking. Hij stierf aan die ziekte op 1 januari 1894. Hij werd net geen 37 jaar. In een afscheidsbrief aan zijn ouders schreef hij op 9 december 1893: Als er mij werkelijk iets overkomt, moet ge niet treuren, maar een weinig fier op mij zijn, omdat ik tot de uitverkorenen behoorde, die maar kort leefde, maar toch genoeg leefde. Ik heb dit noodlot niet gewild, maar nu dat het mij getroffen heeft, moet ik er maar in berusten. Leidse flessen van Musschenbroek (1745) Kondensator zit ingebouwd in het houten kastje FEBRUARI 2007 15 I-mag

Opzoekingswerk Techno Hertz borduurde voort op de lichtgolftheorieën van Newton, Young, Fresnel, Maxwell en Poynting. Hij toonde aan dat licht een fosforescerende oplichting kan verwekken in vastetoestandmiddens en in vloeistoffen. Onder meer de optica kreeg door al die opzoekingen een ferme duw vooruit. Vastgesteld werd dat elektromagnetische velden aanwezig waren in de isolatie, het diëlektricum, (benaming die in die tijd voor het eerst gegeven werd) rond metalen stroomvoerende geleiders en tussen de twee platen van een condensator, waar het magnetisch veld altijd samengaat met een elektrisch veld en er steeds loodrecht op staat. Hertz geloofde daardoor dat er een rechtstreeks verband bestond tussen licht, elektriciteit en magnetisme. Hij ontdekte - en dat was analoog met de opzoekingen van Faraday - dat het vlak waarin licht gepolariseerd is, verdraait, als het onderworpen wordt aan een magnetisch veld. In 1879 suggereerde Helmholtz hem dat hij met zijn studies een prijs kon winnen bij de Berlijnse Academie voor Wetenschappen. Dat had zijn interesse gewekt en vanaf 1886 was hij met een lange reeks onderzoekingen begonnen over elektrische trillingen. Daarvoor moest hij een gedeelte van de theorie van Maxwell bewijzen, namelijk het verband tussen diëlektrische polarisatie en elektromagnetische straling. Toen hij tijdens zijn lezingen in Karlsruhe twee platte spiraalvormig gewikkelde spoelen gebruikte, dicht tegen elkaar opgesteld, en derhalve met elkaar magnetisch (inductief) gekoppeld zoals in een transformator, was hij er tijdens een demonstratie over verbaasd dat het zo gemakkelijk was om tussen de klemmen van de secundaire spoel vonken te trekken op het ogenblik dat een geladen Leidse fles werd ontladen doorheen de primaire spoel. Als dat met een trage ontlading mogelijk was, dan veronderstelde hij dat het effect veel groter zou zijn bij snellere ontladingen en hij monteerde daarvoor op de uitgangsklemmen van een klos van Rhumkorff twee korte messingstaven in het verlengde van elkaar, die eindigden op een koperen bolletje met daartussen een onderbreking om daarin vonken te laten overspringen. Door die opstelling hadden de twee staven een geringe zelfinductie en een kleine capaciteit, als waren het twee dunne platen van een condensator. Ze vormden dus een elektrische trillingskring, die op hoge frequentie aan het trillen ging. In Hz Overgang van een gesloten trilkring naar een staafvormige elektrische dipool Heinrich Hertz 1859 was Federsen er experimenteel in geslaagd oscillaties op te wekken met een frequentie van rond de 100.000 trillingen per seconde. Maar Hertz wilde meer en afgaande op de vooropstellingen van Maxwell had hij een hoogfrequente oscillator gebouwd, die hij met variaties trillingen kon laten voortbrengen met een golflengte tussen enkele meter en 30 centimeter, het gebied van de korte golven. Ultraviolet Breking van de Hertze golven door een diëlektrische prisma Na een en ander met veel geduld uitgeprobeerd te hebben vermeldde hij in zijn publicatie daarover dat hij in de duisternis van een donkergemaakte kamer zelfs op vrij grote afstand van de exciter met de klos van Rhumkorff vonken had kunnen waarnemen in de luchtspleet van een cirkelvormige ontvangstspoel. Tijdens de waarnemingen stelde hij vast dat het vonken verbeterde door bestraling met ultraviolet licht. Hij voerde ook de afstand tussen de zender en de ontvanger geleidelijk op tot 12 meter. Daarbij straalde, achteraf bekeken, zijn vonkenzender rond de tien kilowatt vermogen uit en dat was bijzonder hoog voor die tijd. In de ontvangstspoel bleef ongeveer 1 watt over, voldoende om een vonkje te trekken. Bundeling van de elektromagnetische straling volgens Heinrich Hertz Spiegelende weerkaatsing van Hertze golven. De vonkjes waren slechts een honderdste van een millimeter lang en duurden een miljoenste van een seconde, d.w.z. dat ze een frequentie hadden van één megahertz. Die eenheid bestond toen nog niet, maar men zou ze later internationaal invoeren als eerbetoon voor het pionierswerk van Hertz. Nog in 1887 spande hij twee draden evenwijdig met elkaar en hij stelde vast dat ze een halve golflengte lang moesten zijn om in resonantie te kunnen trillen. Een vaststelling die primordiaal is voor de goede werking van onze huidige antennes. Zo'n draad noemt men een halvegolfdipool of een Hertzdipool. De draad heeft een revolutie teweeggebracht in de ontvangst- en zendtechnieken bij telecommunicatie. In november 1887 deelde hij de resultaten van zijn opzoekingen mee aan de Berlijnse Academie. Een jaar later herhaalde hij de proeven met twee verticaal opgestelde dipolen, waarachter hij een metalen parabolische spiegel, samengesteld uit verticale metalen stroken, had geplaatst: de voorloper van antennes voor radar en van radiotelescopen. Hij ontdekte dode gebieden in het verlengde van de as van de dipolen en bij de horizontaal geplaatste dipolen zette hij de elektrische I-mag 16 FEBRUARI 2007

Techno krachtlijnen uit met krijt op de vloer. De sterkste krachtlijn stond loodrecht op het midden van de dipool. De proef lukte niet goed, omdat de afmetingen van de metalen spiegel op de gebruikte golflengte te klein waren volgens Hertz. Later heeft hij de proef hernomen met reusachtige parabolen en een generator op een tienmaal hogere frequentie. Toen lukte het experiment 'beter dan hij verwacht had'. Hij zei dat hij elektrische krachtlijnen had voortgebracht, 'gebundeld zoals lichtstralen en warmtestralen'. Prisma's Hertz toonde aan dat elektrische golven zich rechtlijnig voortplanten. Hij bewees ook dat de straling van een dipool gepolariseerd is, dat hij straalt in een voorkeurvlak en dat een zendantenne ook als ontvangstantenne kan dienen en omgekeerd. Om aan te tonen dat de golven van Hertz op dezelfde wijze worden gebroken als licht goot hij grote prisma's en lenzen van zwavel en pek met een gelijkbenige driehoek met benen van 1,2 meter als grondoppervlak en een hoogte van 1,5 meter. Sommige wogen meer dan een ton. In mei 1888 verscheen daarover van hem de publicatie 'Elektromagnetische golven in de lucht en hun weerkaatsing'. Hij had met zijn proeven aangetoond dat elektrische golven zowel door vlakke als door gebogen metalen oppervlakken weerkaatst worden op dezelfde manier en volgens dezelfde wetten van de straalbreking en weerkaatsing, als degene die gelden voor lichtstralen. Hij had ook aangetoond dat ze gebroken worden, als ze geleid worden door prisma's van paraffine, teer, hout, zwavel, petroleum en andere diëlektrische stoffen dat ze gepolariseerd worden, als men ze door een raster van parallelle draden stuurt dat men ze kan afbuigen. In ieder opzicht lijken de golven van Hertz op het licht. Alleen hebben ze een grotere golflengte en dus een lagere frequentie. Zijn metingen toonden wel aan dat de elektromagnetische golven die hij had opgewekt, zich voortplantten met de snelheid van het licht. De Berlijnse Academie achtte de onderzoekingen voldoende belangrijk en de stelling waarvoor de prijs was uitgeschreven, voldoende bewezen, om de prijs aan Hertz toe te kennen. Hij bewees door experiment de equivalentie tussen geleidingsstroom en verschuivingsstroom in een diëlektricum uit de eerste vergelijking van Maxwell. Hertz was er nu meer dan ooit van overtuigd dat men geen draden als geleiders meer nodig had om informatie over te brengen en dat men dat kon door straling door de ruimte met een welbepaalde hoge snelheid van de elektromagnetische golven, zoals Maxwell dat voorspeld had. Zijn bevindingen verspreidden zich in de wereld als een strovuur en in laboratoria in vele landen werden de proeven van Hertz herhaald. Het werd een tijd, rijk aan nieuwe vindingen. In 1895 werden de X- stralen ontdekt en in 1896 de radioactiviteit. Men vond ook 'snellere trillingen': infrarood en ultraviolet licht. Heinrich Hertz bleef bij het gehele gebeuren nederig en eenvoudig en hij verwees altijd naar de realisaties van de anderen, die volgens hem 'de weg hadden geëffend voor zijn eigen onderzoekingen en vindingen, waar zijzelf zeer dicht toe genaderd waren'. De waarheid was dat Hertz veel te bescheiden was, want Volta, Coulomb, Ampère, Faraday en anderen waren blijven steken in 'verworven waarheden'. Zoals het begrip dat elektriciteit niet beweegt in een geleider en de ruimte of de lucht niet kan doorkruisen. Of dat ze zich niet kan bewegen in diëlektrica of er geen kringvormige elektrische stromen mogelijk zijn. Of nog dat elektrische aantrekkings- en afstotingskrachten met oneindige snelheid plaatsvinden. Ing. Willy ACKE MSc Geraadpleegde werken: 1) Heinrich Hertz zum 100 Geburtstag, door Franz M. Feldhaus, in ETZ-B, Band 9, H2, 1957. 2) Heinrich Hertz, der Entdecker der elektromagnetischen Wellen, door Horst Rathe (Karlsruhe), in ETZ-A, Band 78, H7, 1957. 3) Heinrich Hertz (1857-1894), eine Würdigung, door dr.p.stoll, in STZ, 25 juli 1957. 4) Heinrich Hertz, Gedenkfeier in Karlsruhe aus Anlass der 100 Geburtstages, door Franz Wolf, in ETZ, Elektrotechnische Zeitschrift, Ausgabe A, 78 Jahrgang,Heft 7, 1 april 1957. 5) Nachweis der elektromagnetischen Wellen vor 100 Jahren, door Hans Severin (Bochum) in Bulletin Technique ETT, nummer 11, 1988. 6) Die Technik der kürzesten elektromagnetischen Wellen seit Heinrich Hertz, door Friedrich Wilhelm Gundlach (Berlin) in ETZ-A, Band 78, 1957. 7) Hertz resonator explains modern oscillators, by Marc (onleesbaar), univ. prof., in Microwaves & RF, november 1985 8) Ontdekking van de radiogolven door Heinrich Hertz in 1888, door Frans Bruin, universiteit van Beiroet, in RE, 1978-2 en 1978-3. 9) Hertz, the discoverer of electric waves, door Julian Blanchard, in Proceedings of the Institute of Radio Engineers. Volume 26 nummer 5, mei 1938. 10) Il y a cinquante ans, Hertz découvrait les ondes de la radioélectricité, door Louis Houllevigue, in 'La science et la vie', 1942, blz. 470 tot 480. FEBRUARI 2007 17 I-mag

Techno Ing. Tom Frederickx maakt podia voor de wereldsterren van de pop Stageco gaat wereld rond met flexibiliteit als grote troef TILDONK. Er is geen enkel podiumbedrijf in de wereld zoals het Belgische Stageco: ze zijn de besten in hun vak. De absolute top, zeer efficiënt en zoals hun vaderlands bier, Stella Artois: hartverwarmend duur. Aan het woord in het vaktijdschrift Total Production (zomer 2006) is Wob Roberts, de productiemanager na de wereldtournee van zijn poulain Robbie Williams. Ing. Tom Frederickx MSc, nauwelijks 30 en lid van het research & development department engineering bij Stageco Belgium nv, zorgt er via zijn uiterst precieze berekeningen hoogst persoonlijk voor dat Mick Jagger geen videowall op zijn hoofd krijgt, dat Robbie Williams niet door zijn podium zakt en dat Bon Jovi niet door een orkaan wordt weggeblazen. Plaats van het gebeuren: het onooglijke Brabantse Tildonk waar, na de start van Stageco in 1984 - toen nog in Werchter - het bedrijf nu op een site van anderhalve hectare alle materiaal opslaat waarmee alle podia vervaardigd worden. I-mag 18 FEBRUARI 2007

Techno Podiumweetjes Rolling Stones en Bon Jovi werken hun wereldtournee af op drie identieke podia, naargelang van de locatie. Het podium van de laatste Stones-tournee was 62 meter breed en 25 meter hoog. Het werd verpakt in 35 vrachtwagens. Twintig mensen van de crew bouwen het podium op en breken het af. Zestien van de 35 chauffeurs helpen mee. De crew van Robbie Williams laatste tournee bestond uit acht mensen. Alles werd verpakt in 14 vrachtwagens. Vier chauffeurs bouwden mee op en braken af. Alle vervoer gebeurt via de weg en via de zee. Rond de jaarwisseling was een tachtigtal containers via zeetransport onderweg van Amerika naar de haven van Antwerpen. Zo komen de podia van de tournees van Stones, Robbie Williams, U2 en Bon Jovi naar de ateliers in Tildonk. Daar bevinden zich, op een ruimte van anderhalve hectare, een houtzagerij, een lasserij, een zeilmakerij en alle elementen voor opbouw van torens, daken en vloeren. WVB Een popster of wereldgroep plant een wereldtournee voor pakweg 2007. Hoe komen ze bij Stageco terecht? Ing. Frederickx: Een band of de manager praat met een architect en die zet een globaal idee op papier. De manager belt ons op en dan schieten wij in actie. Hoe kunnen we zoveel mogelijk ons standaardmateriaal gebruiken om de prijs te drukken, zonder dat we daarbij de specifieke wensen van de klant over het hoofd zien. En dan begint de rondvraag bij onder meer onze eigen tekenaar en verkoper, de geluids- en lichtfirma s waarmee we samenwerken en de externe videoleveranciers. We bekijken wat de popster precies wil, wat we bijvoorbeeld moeten ophangen en of het allemaal haalbaar is. En daar begint de industrieel ingenieur in jou zich naar hartenlust uit te leven? Dat valt goed mee. Ik kan goed met dat soort stress overweg. Sterker nog, pas als ik onder druk sta, ga ik echt goed prestesnelheden voorspeld, dan moeten we beginnen te puzzelen. Door bijvoorbeeld de zijkant en backwallzeilen naar beneden te laten. Bij de tournee van de Stones zouden grote oppervlaktes als de videowalls als eerste verwijderd moeten worden bij voorspellingen van hogere windsnelheden. Hoe ook, de hele structuur moet 130 kilometer per uur kunnen doorstaan. Ook belangrijk is de berekening van de grondlasten: kunnen die op alle locaties van zo n tournee over voldoende oppervlakte gespreid worden? Neem weer de Stones. Wat hun met hun nieuwe nummers niet meer lukt, doen ze met hun podium: scoren. Het podium moet zo groot en zo vernieuwend mogelijk zijn. Hoeveel dat soort dingen uitmaakt in mijn dagelijkse job? Ik schat dat ik tachtig procent van mijn tijd stabiliteitsberekeningen maak. Dat zijn echte sterkte- en stabiliteitsstudies van en voor de podia die wij leveren. Verder ontwerp ik mee de nieuwe podia en bekijk Hier ben ik inderdaad de enige die zich met het rekenwerk bezighoudt. Daarbij zijn de windlasten erg belangrijk. Zo moet in gebruiksmodus alles blijven rechtstaan en hangen tot windkracht 8, dat is 72 kilometer per uur. Worden er hogere windik mee hoe we ons standaardpakket kunnen uitbreiden of verbeteren. Verantwoordelijkheid Kortom, op dat vlak kun je je studies als industrieel ingenieur perfect in de praktijk toepassen? Dat klopt zeker voor de vakken die ik rond staalbouw in mijn opleiding heb gekregen. Ik bekijk het zo: tijdens je opleiding als industrieel ingenieur krijg je heel veel bagage. De stappen leer je nu in de praktijk omzetten. Als student leg je die link niet. Nu pas wordt de algemene structuur van mijn studie duidelijk. Maar de knepen van het vak, die leer je natuurlijk al doende. Je hebt een job met grote verantwoordelijkheid. Word je nooit s nachts badend in het zweet wakker in de overtuiging dat U2 door het podium is gezakt? "Wij zeggen bijna nooit nee. Als de artiest of de manager ons laat weten dat hij iets anders wil, zullen wij in 99 procent van de gevallen ok zeggen." FEBRUARI 2007 19 I-mag

Techno Ing.Tom Frederickx MSc en de Mick Jaggers van deze wereld Ing. Tom Frederickx (30) studeerde in 1998 af als industrieel ingenieur bouwkunde aan het De Nayer-instituut (Hogeschool voor Wetenschap en Kunst) in Sint- Katelijne-Waver. Hij begon bij een studiebureau dat hoofdzakelijk voor Stageco werkte en hij is sinds 2000 vast in dienst bij Stageco. Hij is er verantwoordelijk voor het research & development - department engineering. In de laatste rechte lijn naar de tournees van grote popsterren komen de halfgoden meestal zelf het podium eens bekijken. Tom heeft dan ook al een paar wereldsterren van zeer kortbij gezien. De voltallige Stones, Robbie Williams, Bono, Bon Jovi, Metallica om maar die te noemen. Toch is er nooit echt contact. Het is vooral een ongeschreven wet, zegt hij. We krijgen de kans om die sterren te ontmoeten, maar we maken er geen misbruik van om hun de hand te schudden of om een handtekening te vragen. In 2002 hebben we eens een exclusief concert van de Stones mogen bijwonen, ergens in een kleine zaal in Toronto. Driehonderd tickets werden verkocht, de vijfhonderd anderen gingen naar 'celebrities' en genodigden, onder wie de Stageco-crew. Maar veel bekend volk heb ik niet gezien. Achteraf lees je dan in de krant wie er allemaal aanwezig was, Sharon Stone bijvoorbeeld. WVB Ik heb een job met heel veel variatie. Geen enkele dag is dezelfde." ren. In de winterperiode is het hier wat kalmer, maar zodra in april-mei de drukke periode begint, dan merkt mijn omgeving wel dat ik onder druk sta. Maar ik vind dat helemaal niet erg. Buitenland De klantenlijst van Stageco is zonder meer indrukwekkend. Een beetje festival in binnen- én buitenland wordt door jullie van podia voorzien. Hoe komt het buitenland in het nietige België terecht? In Engeland en Amerika zijn er een paar concurrenten, de Engelse ESS en Starhire om er een paar te noemen. Op mondiaal vlak zijn we met vier of vijf. Waarom dan Stageco? Ik denk, nee ik weet zeker dat flexibiliteit onze sterkste troef is. Tussen ontwerp en realisatie van een podium, zelfs nog tot en met de laatste testbuild kunnen wij dingen veranderen op vraag van de klant. Wij zeggen bijna nooit nee. Als de artiest of de manager ons laat weten dat hij iets anders wil, zullen wij in 99 procent van de gevallen ok zeggen. En dat in de wetenschap dat we zeker niet de goedkoopste zijn. We hebben dit jaar een groot Engels dubbelfestival binnengehaald. Welnu, de organisatie vond ons veel beter, sneller en meer gestructureerd dan onze concurrenten. Bij hen was het telkens chaos, zo wist men ons te vertellen. Kan pakweg Mick Jagger een paar dagen voor de start van een of andere tournee een extra videowall bij jullie bestellen? I-mag 20 FEBRUARI 2007