Typ teksttyp teksttyp tekst 060 Retouradres Postbus 12652, 2500 DP Den Haag Aan: de Gemeenteraad rm- RIS 294392 Contactpersoon Datum 9 juni 2016 Onderwerp Jaarverslag 2015 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Den Haag Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn Afdeling Productgroep Onderwijszaken Doorkiesnummer 14070 E-mailadres Aantal bijlagen 1 Bijgevoegd treft u het door ons vastgestelde Jaarverslag 2015 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Den Haag. Met het jaarverslag verantwoordt het college zich over de uitgevoerde activiteiten met betrekking tot het toezicht op en de handhaving van de kwaliteitseisen. In deze raadsmededeling geeft het college een toelichting hierop. De informatie in de raadsmededeling beslaat de periode 1 januari tot en met 31 december 2015, tenzij anders aangegeven. Voor het jaarverslag is het door de Minister voorgeschreven format gebruikt, hierin is een merendeel van de gegevens reeds door het ministerie ingevuld. De gegevens zijn gehaald uit de applicaties Gemeenschappelijke Inspectie Ruimte en het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen. Onbekende gegevens en een toelichting op de gegevens worden door de gemeenten zelf aangevuld. De Inspectie van het Onderwijs (hierna: IvhO) gaat na of gemeenten hun wettelijke toezichts- en handhavingstaken met betrekking tot kinderopvang naleven. Sinds januari 2013 heeft de IvhO de gemeente Den Haag, als eerste van de vier grote gemeenten, de A-status toegekend. Dit houdt in dat de gemeente Den Haag haar taken met betrekking tot het register, toezicht en handhaving naar behoren uitvoert. In de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (hierna: Wko) staan de minimale kwaliteitseisen waar voorzieningen voor kinderopvang 1 aan moeten voldoen. De houder van een voorziening voor kinderopvang is verantwoordelijk voor de kwaliteit. De GGD houdt toezicht op de kwaliteit door middel van inspecties. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het bijhouden van het landelijk register en de handhaving van geconstateerde overtredingen. 1 Dagopvang (dag), buitenschoolse opvang (bso), peuterspeelzalen (psz), gastouderbureaus (gob) en voorzieningen voor gastouderopvang (vgo). Gemeente Den Haag Postbus 12652 T 14070 Spui 70 2500 DP Den Haag www.denhaag.nl Den Haag
1. Register In het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen zijn alle voorzieningen voor kinderopvang geregistreerd. Het register is gedeeltelijk openbaar. In het register worden gegevens verwerkt met het oog op raadpleging (ouders), toezicht en handhaving (GGD en en gemeenten) en kinderopvangtoeslag (Belastingdienst). De GGD publiceert de inspectierapporten in het register. Per 2016 worden ook handhavingsbesluiten in het register gepubliceerd. Het Haagse gedeelte van het register is juist, actueel en volledig. Nieuwe aanvragen worden vrijwel allemaal tijdig (binnen de wettelijke termijn van 10 weken) afgehandeld. Tabel 1 Locaties en kindplaatsen 1 januari 2015 31 december 2015 verschil opvangsoort locaties kindplaatsen locaties kindplaatsen locaties kindplaatsen dag 205 8.459 198 8.133-7 - 326 bso 175 7.807 177 7.871 + 2 + 64 psz 134 2.768 133 2.817-1 + 49 gob 16 n.v.t. 16 n.v.t. 0 n.v.t. vgo 546 2.418 514 2.452-32 + 34 totaal 1.076 21.452 1.038 21.273-38 - 179 Het aantal locaties en hiermee het aantal kindplaatsen in Den Haag is afgenomen. Vooral bij kindercentra voor dagopvang is het aantal locaties samen met het aantal kindplaatsen afgenomen. Dit is een voortzetting van 2014. Echter, toen nam het aantal kindplaatsen - ondanks een daling van het aantal locaties - nog toe. Ook bij de voorzieningen voor gastouderopvang is een daling te zien van opvanglocaties. Het aantal kindplaatsen is wel toegenomen. Dit zie je ook terug bij het peuterspeelzaalwerk; het aantal kindplaatsen neemt toe terwijl een uitbreiding van het aantal locaties achterblijft. 2. Toezicht GGD Haaglanden houdt onder meer toezicht op de kwaliteit van de Haagse kinderopvangvoorzieningen. De toezichthouder voert inspecties uit op de locaties en legt zijn bevindingen vast in een rapport. Kindercentra voor dag- en buitenschoolse opvang, peuterspeelzalen en gastouderbureaus worden jaarlijks bezocht, gastouders op basis van een steekproef. Iedere nieuwe locatie wordt geïnspecteerd, vóór dat deze wordt geregistreerd in het landelijk register en binnen drie maanden na registratie. De toezichthouder kan de gemeente adviseren een locatie niet op te nemen. Ook gemelde wijzigingen worden onderzocht, zoals een uitbreiding van het aantal kindplaatsen. De gemeente kan de toezichthouder verzoeken een nader onderzoek te verrichten, bijvoorbeeld naar aanleiding van handhaving. Tot slot kan de toezichthouder een incidenteel onderzoek doen op basis van een signaal. De verschillende inspecties staan omschreven in de Wko en zijn een wettelijke verplichting. Jaarlijks maken het college en GGD Haaglanden uitvoeringsafspraken. De gemeente is hierin opdrachtgever. GGD Haaglanden is de afspraken over 2015 nagekomen. 2/7
Tabel 2 Inspectierapporten 2 soort inspectie dag bso psz gob vgo totaal voor registratie 15 26 9 2 156 208 regulier (jaarlijks + na registratie) 205 185 132 19 68 609 nader 14 2 5 0 3 24 incidenteel 15 3 2 1 12 33 flitsactie 45 0 0 0 0 45 totaal 294 216 148 22 239 919 De GGD inspecteert op basis van risicogestuurd toezicht. Minder toezicht waar mogelijk en meer waar nodig is hierbij het motto. Aan de hand van risicoprofielen (groen, geel, oranje, rood) wordt de intensiviteit van de inspectie en hiermee welke items worden beoordeeld, bepaald. In 2015 zijn op verzoek van het college bij een kwart van de zogenaamde groene locaties het pedagogisch beleidsplan en de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid als extra items meegenomen in de groene inspectie. Vrijwel alle kindercentra voor dag- en buitenschoolse opvang, peuterspeelzalen en gastouderbureaus hebben een reguliere inspectie gehad. Van het gemiddeld aantal geregistreerde voorzieningen voor gastouderopvang in 2015 is 13% bezocht (er dient minimaal 5% te worden geïnspecteerd). GGD Haaglanden voldoet hiermee aan de norm. Grafiek 1 Advies GGD 220 200 180 160 140 120 100 80 advies handhaven advies niet handhaven 60 40 20 0 2014 dag bso psz gob vgo 2015 Bij alle opvangsoorten is een positieve ontwikkeling zichtbaar; een stijgende lijn van het aantal rapporten waarin de GGD heeft geadviseerd niet te handhaven. Deze ontwikkeling is al een aantal jaren zichtbaar. Dit komt enerzijds door risicogestuurd toezicht en consequente handhaving, maar anderzijds ook door het zogenaamde overleg en overreding. De toezichthouder geeft de houder een korte termijn om de geconstateerde overtreding te herstellen voor het vaststellen van het rapport. Indien de overtreding tijdig is beëindigd, adviseert de toezichthouder niet te handhaven. 2 In 2015 door de gemeente ontvangen inspectierapporten van de GGD. Het aantal daadwerkelijk uitgevoerde inspecties ligt hoger; er zit enige tijd tussen de inspectie en het vaststellen van het rapport. 3/7
Tabel 3 Advies niet handhaven 2014 2015 verschil dag 76 % 85 % + 9 % bso 90 % 94 % + 4 % psz 66 % 83 % + 17 % gob 81 % 95 % + 14 % vgo 55 % 79 % + 24 % Het aantal zogenaamde schone inspecties in Den Haag ligt boven het landelijk gemiddelde. Enkel bij de voorzieningen voor gastouderopvang ligt het percentage lager. Dit is mogelijk te wijten aan het feit dat in de steekproef (waaruit de jaarlijkse inspecties volgen bij deze opvangsoort) ook de bekende zorgadressen worden meegenomen. Tabel 4 Advies niet handhaven landelijk ten opzichte van Den Haag 3 Landelijk (2014) verschil met Den Haag (2015) dag 61 % + 24 % bso 71 % + 23 % psz 58 % + 25 % gob 75 % + 20 % vgo 87 % - 8 % Flitsactie 2015 Op 17 en 29 september 2015 heeft de GGD de jaarlijkse flitsactie gehouden. Hierbij zijn 45 kindercentra voor dagopvang onaangekondigd geïnspecteerd. Tijdens de flitsactie worden items geïnspecteerd die extra aandacht behoeven. Dit kunnen bijvoorbeeld items zijn die bij een groene locatie (locaties met geen tot weinig overtredingen) niet jaarlijks worden beoordeeld. Tijdens de flitsactie zijn bij twee centra overtredingen geconstateerd met betrekking tot de verklaring omtrent het gedrag, de passende beroepskwalificatie, de beroepskracht-kindratio, het vierogenprincipe en de opvang in groepen. Dit zijn ernstige overtredingen, maar over het algemeen voldeden de bezochte centra aan de geïnspecteerde kwaliteitseisen. 3. Handhaving Indien een overtreding is geconstateerd heeft de gemeente een beginselplicht tot handhaving. Het handhavingsbeleid van de gemeente Den Haag is vastgelegd in de Beleidsregels handhaving kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzaalwerk gemeente Den Haag 2016. De gemeente hanteert een herstellend traject (gericht op het beëindigen van de overtreding) en een bestraffend traject (bestuurlijke boete). Een bestuurlijke boete wordt alleen opgelegd bij ernstige overtredingen (kwaliteitseisen waaraan een hoge prioriteit is toegekend door het college) of wanneer sprake is van recidive. Tabel 5 Handhaving 4 Aanwijzing 23 last onder dwangsom 1 Exploitatieverbod 1 verwijdering register 1 voornemen bestuurlijke boete 40 bestuurlijke boete 13 3 Bron: Landelijk rapport gemeentelijk toezicht kinderopvang 2014, p. 39. 4 In 2015 verstuurde handhavingsbesluiten. 4/7
De gemeente heeft 11 inspectierapporten ontvangen op basis van een incidentele inspectie. Een aanleiding voor een incidentele inspectie kan bijvoorbeeld een signaal zijn van een ouder of een beroepskracht. In twee gevallen betrof het ernstige situaties en heeft de gemeente handhavend op moeten treden. Bij een peuterspeelzaal werd niet gehandeld volgens de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, in een situatie waar dit wel gewenst was. Naast handhaving heeft de gemeente extra ondersteuning geleverd om de betreffende organisatie te begeleiden. Ook is een voorziening voor gastouderopvang verwijderd uit het landelijk register. De gastouder was in de privésfeer betrokken bij een ernstig incident. Hierbij waren kinderen aanwezig. Naar aanleiding hiervan is geconstateerd dat verantwoorde opvang in een veilige en gezonde omgeving niet langer gegarandeerd kon worden. Tabel 6 Meest voorkomende overtredingen dag bso psz gob vgo beroepskracht-kindratio, klachten, passende beroepskwalificatie, opvang in groepen beroepskracht-kindratio, oudercommissie vve-beroepskrachten, passende beroepskwalificatie oudercommissie wijzigingen register onverwijld melden, opvang in de zin van de Wko 4. Projecten Peuterspeelzalen In 2015 heeft een onderzoek plaatsgevonden onder de 35 niet-gesubsidieerde peuterspeelzalen. Dit zijn de peuterspeelzalen die voor wat betreft de exploitatie van de peuterzaal voornamelijk afhankelijk zijn van de ouderbijdragen. In deze zogenaamde nulmeting is onderzocht hoe deze peuterspeelzalen ervoor staan. Ook is nagegaan of deze peuterspeelzalen met het oog op de harmonisatie van de kinderopvang hierop toegerust zijn en/of dat zij hierbij extra ondersteuning nodig hebben. Alle peuterspelen zijn bezocht en met alle houders heeft een gesprek plaatsgevonden. De meeste zien kansen voor een versnelde omvorming per 2017, dit om de kinderopvangtoeslag-gelden aan te kunnen boren. Op meerdere onderdelen is vooral praktische ondersteuning gewenst, bij voorkeur in de vorm van een helpdesk waar aanbieders met hun vragen terecht kunnen. Gastouderopvang Er zijn in Den Haag circa 500 voorzieningen voor gastouderopvang met in totaal 2400 kindplaatsen. De gastouderopvang is daarmee een belangrijke Haagse opvangvoorziening. Kenmerk van de gastouderopvang is kleinschaligheid en persoonlijke benadering. De gemeente wil graag meer inzicht krijgen in de Haagse gastouderopvang en voert daarom een onderzoek uit. Zo is bijvoorbeeld minder bekend hoe gastouders in de praktijk omgaan met de (wettelijke) kwaliteitseisen, het pedagogisch beleid en de ontwikkelingsstimulering van kinderen. Zowel gastouders als gastouderbureaus worden uitgenodigd om deel te nemen aan het onderzoek. Doelen van het onderzoek zijn onder andere het het versterken van de kwaliteit van de gastouderopvang en het in kaart brengen in hoeverre doelgroepkinderen door gastouders worden opgevangen. Als dat zo is, willen wij weten of deze gastouders extra ondersteuning nodig hebben. Bijvoorbeeld in de vorm van trainingen. Ouderbetrokkenheid Eind 2015 is de eerste Haagse bijeenkomst voor oudercommissies georganiseerd door BOinK (belangenvereniging van ouders in de kinderopvang) en de gemeente Den Haag. Dit was een nuttige bijeenkomst en in 2016 zullen nog drie bijeenkomsten worden georganiseerd. Het doel van deze bijeenkomsten is het vergroten van de ouderbetrokkenheid en hiermee de kwaliteit van de kinderopvang. Op 1 januari 2016 is nieuwe wetgeving met betrekking tot oudercommissies in werking getreden. Met de gewijzigde regelgeving wordt de rol van ouders in de kinderopvang vergroot. 5/7
5. Ontwikkelingen Handhavingsbeleid Per 1 januari 2016 is het nieuwe gemeentelijke handhavingsbeleid in werking getreden. Naar aanleiding van wetswijzigingen en een evaluatie van het handhavingsbeleid 2013 zijn wijzigingen doorgevoerd. Het beleid heeft een volledig vernieuwde opzet. Een aantal boetenormbedragen is lager vastgesteld. Gastouders kunnen meer verantwoordelijk worden gehouden voor overtredingen, in plaats van alleen het bemiddelende gastouderbureau. Dit is met name van belang wanneer de gastouder de overtreder is, bijvoorbeeld als de gastouder in de praktijk niet conform het pedagogisch beleidsplan handelt. Ook kan op feitelijk leidinggevenden worden gehandhaafd. Hierdoor kan een leidinggevende zich bijvoorbeeld niet meer verschuilen achter verschillende rechtspersonen. Contact met houders Sinds 2013 worden nieuwe houders in Den Haag uitgenodigd op gesprek. Dit gesprek heeft als doel om nieuwe houders te informeren over de systematiek van kwaliteitsborging in de kinderopvang en de hoge kwaliteit in Den Haag te borgen. In 2015 heeft drie maal een dergelijk gesprek plaatsgevonden. Over de kwaliteit van de opvang, toezicht en handhaving in Den Haag vindt op diverse niveaus overleg plaats tussen de gemeente en de kinderopvanginstellingen. In 2016 zal een tweetal bijeenkomsten voor medewerkers in de kinderopvang worden georganiseerd. De meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling zal onderwerp zijn van een bijeenkomst. De andere bijeenkomst heeft als doel het veld te informeren over toezicht en handhaving. GIR Handhaven GIR (Gemeenschappelijke Inspectie Ruimte) is een applicatie voor gemeenten en GGD en, ontwikkeld door onder meer het ministerie van SZW. GIR ondersteunt bij toezicht en handhaving en legt uitgevoerde acties vast. Het landelijk register en GIR Inspecteren, beide onderdeel van GIR, worden al enige jaren gebruikt door de gemeente Den Haag en GGD Haaglanden. Sinds 2016 wordt ook ten behoeve van handhaving gebruikt gemaakt van GIR. Toezicht 2016 Veruit de meeste Haagse locaties, gemiddeld bijna 90%, zijn groen. Dit betekent dat volgens de systematiek van risicogestuurd toezicht, op een beperkt aantal items wordt geïnspecteerd. Om houders scherp te houden, worden in 2016 bepaalde items extra gecontroleerd en vindt de jaarlijkse flitsactie plaats. Niet alle voorzieningen voor gastouderopvang worden jaarlijks geïnspecteerd. De norm is minimaal 5%. Dit heeft ertoe geleidt dat veel gastouders sinds 2011 geen reguliere inspectie hebben gehad. Dit is niet wenselijk. Om deze reden worden in 2016 meer, ongeveer 25% (in 2015 was dit 13%), gastouders bezocht. Harmonisatie en Het Nieuwe Toezicht Peuterspeelzalen zullen de komende jaren een ingrijpende verandering ondergaan door de voortschrijdende harmonisatie van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang. De gelijkschakeling, zowel kwalitatief als op financieel gebied, zal naar verwachting in 2018 plaatsvinden. Uitgangspunten zijn enerzijds een sterker pedagogisch beleid en één kwaliteitskader voor alle voorschoolse voorzieningen, anderzijds één financieringsstructuur. Over de financiële harmonisatie wordt u separaat geïnformeerd. 6/7
De kwalitatieve harmonisatie wordt onder meer gerealiseerd door Het Nieuwe Toezicht. Kwaliteitseisen worden aangepast. Deze worden duidelijker en zorgen voor een betere kwaliteit. Het college van burgemeester en wethouders, de secretaris de burgemeester mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen 7/7