bladzijde 1 Tuinreglement "Volkstuindersvereniging Goes" Artikel 1. Gebruik tuinen en opstallen... 2 Artikel 2. Gezamenlijke werkzaamheden op de tuincomplexen... 2 Artikel 3. Schoonhouden beplantingsstrook... 2 Artikel 4. Onderhoud paden, sloten en taluds... 2 Artikel 5. Scheidingslijnen tussen tuinen... 2 Artikel 6. Tuin schoon en opgeruimd... 2 Artikel 7. Leimiddelen... 2 Artikel 8. Nummerplaatjes... 3 Artikel 9. Kweekkasjes tot max. 1,98 x 1,95 m vloeroppervlak... 3 Artikel 10. Kweekkassen groter dan 1,98 x 1,95 m vloeroppervlak... 3 Artikel 11. Plastic tunnels... 3 Artikel 12. Verwijderen van kasjes, opstallen, e.d.... 3 Artikel 13. Broeibakken... 3 Artikel 14. Gereedschapkisten... 4 Artikel 15. Tuinhekjes en tuinafscheidingen... 4 Artikel 16. Waterleiding... 4 Artikel 17. Gemeenschappelijke berging... 4 Artikel 18. Het is verboden (1):... 4 Artikel 19. Verboden (2):... 5 Artikel 20. Verhalen schade... 6 Artikel 21. Sancties bij overtreding... 6 Artikel 22. Lidmaatschapskaart... 6 Artikel 23. Ingang reglementswijziging... 6
bladzijde 2 TUINREGLEMENT "VOLKSTUINDERSVERENIGING GOES" Artikel 1. Artikel 2. Gebruik tuinen en opstallen Tuinen, opstallen etc. moeten worden gebruikt als volkstuin teneinde ontspannen te kunnen tuinieren. De leden zijn gehouden de tuin en de opstallen goed te onderhouden en te gebruiken overeenkomstig de bestemming. Gezamenlijke werkzaamheden op de tuincomplexen De leden zijn verplicht op hun tuin de werkzaamheden toe te staan die het bestuur voor de instandhouding of verbetering van het complex, dan wel aangrenzende tuinen, noodzakelijk acht. Artikel 3. Schoonhouden beplantingsstrook 1. Indien langs de tuin een beplantingsstrook aanwezig is welke in beheer en onderhoud is bij de vereniging, dient deze door de leden die rechtstreeks aan de beplantingsstrook grenzen, te worden schoongehouden voor wat betreft onkruid, vuil en afval. 2. Snoeien aan bomen en heesters in deze strook is beperkt toegestaan. In overleg en met schriftelijke toestemming van het bestuur kan hiervan worden afgeweken. 3. Indien de beplantingsstrook een haag is, dan dient deze tenminste drie maal per jaar door de leden die rechtstreeks aan deze haag grenzen, elk voor hun deel, te worden gesnoeid resp. geknipt, te weten in mei, augustus en november. Artikel 4. Artikel 5. Artikel 6. Artikel 7. Onderhoud paden, sloten en taluds De langs de tuin gelegen paden, sloten en taluds moeten door de leden die rechtstreeks daaraan grenzen, elk voor hun deel, worden schoongehouden van onkruid, vuil en afval. Scheidingslijnen tussen tuinen Op de denkbeeldige scheidingslijnen tussen de tuinen worden door of namens het bestuur, voor, achter en op de helft van de afstand, paaltjes geplaatst. Deze paaltjes steken maximaal 60 centimeter boven het maaiveld uit. Tuin schoon en opgeruimd De tuin dient voor 1 april van elk jaar te zijn gespit, dan wel geheel schoon te zijn. Zijn naar het oordeel van het bestuur ontsierende materialen of afval op de tuin aanwezig, dan dienen deze op eerste aanzegging te worden verwijderd. Leimiddelen Bonenstaken en andere leimiddelen dienen uiterlijk per 1 december te zijn verwijderd.
bladzijde 3 Artikel 8. Nummerplaatjes De door de vereniging bevestigde tuinnummerplaatjes dienen vanaf het pad duidelijk zichtbaar te zijn. Zij mogen niet worden verwijderd noch beschadigd. Artikel 9. Kweekkasjes tot max. 1,98 x 1,95 m vloeroppervlak 1. Voor het bouwen of verbouwen van kweekkasjes is goedkeuring van het bestuur vereist. De goedkeuring dient schriftelijk bij het bestuur te worden aangevraagd onder overlegging van een tekening in tweevoud. 2. De afmetingen van kweekkasjes mogen niet meer bedragen dan 1,98 x 1,95 m (l x b) met een maximale nokhoogte van 1,95 m. De plaats van de kas op de tuin is niet vrij, maar moet in overleg met het bestuur bepaald worden. De afstand tot de scheidingslijn met aangrenzende tuinen of het gezamenlijke pad moet tenminste 1,00 m bedragen. 3. Per tuin mag niet meer dan één kweekkasje worden geplaatst. Artikel 10. Kweekkassen groter dan 1,98 x 1,95 m vloeroppervlak 1. Voor kweekkassen met grotere afmetingen dan 1,98 x 1,95 m (l x b) en nokhoogte van 1,95 m, is (naast de goedkeuring van het bestuur) een gemeentelijke bouwvergunning vereist. Deze bouwvergunning zal door het bestuur, namens het lid, bij de gemeente Goes worden aangevraagd. Alle kosten verband houdende met de vergunning komen voor rekening van het betreffende lid. 2. Tot uitvoering mag pas worden overgegegaan nadat de vergunning door de gemeente is verkregen, de kosten zijn voldaan en de overeenkomst met het bestuur tot het plaatsen van de kas is getekend. 3. De goedkeuring voor de bouw van welk type kweekkas dan ook, zal worden geweigerd indien de aanvraag niet voldoet aan bepalingen welke van overheidswege zijn gesteld. Artikel 11. Plastic tunnels 1. Voordat tot het plaatsen van een plastic tunnel kan worden overgegaan is overleg met het bestuur noodzakelijk. 2. Goedkeuring voor het plaatsen van een plastic tunnel dient schriftelijk bij het bestuur te worden aangevraagd. 3. De afmetingen van een plastic tunnel mag niet meer bedragen dan 4,50 x 2,00 m (l x b) met een maximale hoogte van 2,00 m. De plaats van de op de tuin is niet vrij, maar wordt in overleg met het bestuur bepaald. De afstand tot de scheidingslijn met aangrenzende tuinen of het gezamenlijke pad moet tenminste 1,00 m bedragen. 4. Per tuin mag niet meer dan één plastic tunnel worden geplaatst. Artikel 12. Verwijderen van kasjes, opstallen, e.d. Ten aanzien van kasjes, tunnels, bouwsels en andere opstallen waartoe krachtens artikelen van dit reglement geen toestemming is verleend, is het bestuur gerechtigd deze op kosten van het betrokken lid te (laten) verwijderen, respectievelijk in de oorspronkelijke staat terug te brengen. Artikel 13. Broeibakken 1. Broeibakken mogen worden gemaakt van hout, kunststof of metaal. Bij andere materiaalkeuze dient overleg plaats te vinden met het bestuur.
bladzijde 4 2. Een broeibak op een tuin van 100 m 2 mag niet groter zijn dan 2,50 x 1,60 m (l x b), (3 ramen). Op een tuin van 200 m 2 niet groter dan 3,30 x 1,60 m (l x b) (4 ramen). De hoogte mag niet groter zijn dan 0,55 m. Per tuin mag niet meer dan één broeibak worden geplaatst, en de afstand tot de scheidingslijn met naastliggende tuinen of het gemeenschappelijke pad moet tenminste 0,50 m bedragen. 3. Het gebruik van asbesthoudende materialen is wettelijk verboden. Artikel 14. Gereedschapkisten 1. Een gereedschapkist mag niet groter zijn dan 2,50 x 0,50 x 0,50 m en mag uitsluitend worden gemaakt van hout, kunststof of metaal. Bij andere materiaal keuze dient overleg plaats te vinden met het bestuur. Indien geverfd, is alleen de kleur groen of bruin toegestaan. 2. Per tuin mag niet meer dan één gereedschapkist worden geplaatst. De afstand tot de scheidingslijnen moet tenminste 0,50 m bedragen. 3. Het toepassen van asbesthoudende materialen is wettelijk verboden. Artikel 15. Tuinhekjes en tuinafscheidingen 1. Tuinhekjes en tuinafscheidingen dienen aan door het bestuur te stellen eisen van netheid te voldoen. Indien geverfd, is alleen de kleur groen of bruin toegestaan. 2. De hoogte mag niet hoger zijn 0,60 m boven het maaiveld. 3. Het gebruik van asbesthoudende materialen is wettelijk verboden. Artikel 16. Waterleiding 1. Het verbruik van water dient bij vooruitbetaling, gelijktijdig met de andere jaarlijkse verplichtingen, te worden voldaan. Het bestuur stelt de hoogte van het bedrag vast aan de hand van het gemiddelde verbruik van de vereniging. 4. Ieder lid is verplicht zijn/haar deel van het waterverbruik te betalen. 5. Het bestuur stelt voor de kraan een sleutel beschikbaar. Hiervoor is 2,50 waarborg verschuldigd die wordt terugbetaald bij beëindiging van het lidmaatschap, op voorwaarde dat de sleutel wordt ingeleverd. 6. Vanaf 1 april wordt de waterleiding aangesloten, tenzij een vorstperiode dit verhinderd. De waterleiding zal uiterlijk 1 november weer worden afgesloten, of eerder indien er gevaar voor bevriezen bestaat. 7. Wegens gevaar voor besmetting met de legionellabacterie is niet toegestaan water te sproeien of te vernevelen. Artikel 17. Gemeenschappelijke berging 1. Op ieder tuincomplex is een gemeenschappelijke berging aanwezig. 2. De vereniging kan niet aansprakelijk gesteld worden voor vermissing en vernieling van materialen, gereedschappen of werktuigen van leden die in de gemeenschappelijke berging worden gestald. Artikel 18. Het is verboden (1): 1. onbevoegd of zonder toestemming, de tuin van een ander lid te betreden. 2. ontsierende composthopen, bakken e.d. te hebben, óók niet op onopvallende plaatsen. 3. beplanting en opstallen te hebben die naar het oordeel van het bestuur hinder aan andere leden kunnen veroorzaken.
bladzijde 5 4. op minder dan 1,00 m vanuit de bovenkant van het talud van de sloot, bomen of ander houtgewas te planten. Voor leibomen is deze afstand van 0,80 m. 5. taluds van sloten in en langs het complex te beschadigen of daarin te graven. 6. vee of kleinvee op de tuin te houden. 7. zodanige handelingen te verrichten welke naar het oordeel van het bestuur het volle genot van anderen beperkt dan wel ontneemt. 8. andere personen te laten verblijven of te laten werken (bezoekers uitgezonderd) zonder dat hiertoe vooraf toestemming van het bestuur is verkregen. 9. de heg langs het complex zodanig te knippen dat er geen "eenheid" bestaat met de heg van de aangrenzende tuin(en), in dit verband wordt, de minimale hoogte op 60 cm. en de maximale hoogte op 1 meter bepaald. 10. de tuin en de beplantingstrook als opslagplaats voor materialen te gebruiken. 11. bouwsels hoger dan 0,60 m op of om de tuin aan te brengen, met uitzondering van een compost/mestbak, welke een maximale afmeting mag hebben van 2,00 x 1,00 x 1,00 m. 12. op de kraan van de waterleiding een tuinslang aan te sluiten met het doel de tuin te besproeien. Artikel 19. Verboden (2): Het is aan ieder die zich op de complexen bevindt verboden: 1. al hetgeen dat aan de zorg en het toezicht van de vereniging is toevertrouwd, te verontreinigen, te beschadigen of te vernielen. 2. enige tak van nijverheid, handel of bedrijf uit te oefenen. 3. gebruik te maken van niet toegelaten chemische bestrijdingsmiddelen. 4. afval, vuilnis of ander materiaal neer te leggen, te werpen of te storten in de beplantingsstrook, op gemeenschappelijke paden, op de parkeerterreinen of op andere plaatsen dan welke slechts bij uitzondering en uitdrukkelijk door het bestuur zijn aangewezen. 5. afval op de tuin of op het terrein van de vereniging te verbranden. 6. asbesthoudende materialen op de tuin te hebben of achter te laten. 7. zonder toestemming van het bestuur voertuigen te stallen. 8. met bromfietsen de paden te berijden. 9. tijdelijke onderkomens te (doen) plaatsen. 10. honden onaangelijnd te laten lopen anders dan op de eigen tuin. 11. uitwerpselen van honden op de paden van het complex achter te laten. 12. bijen te houden zonder schriftelijke toestemming van het bestuur. 13. afrasteringen te verbreken, scheidingspalen te verwijderen of te verplaatsen. 14. explosiemotoren in bedrijf te hebben op zondagen. 15. zonder toestemming van het bestuur aankondigingen of mededelingen, geschriften of drukwerken op het complex te verspreiden of aan te plakken, propaganda te maken voor politieke of kerkelijke instellingen, of andere dan de nationale- bond of tuinvlaggen uit te steken of te hijsen op het complex. 16. harde muziek ten gehore te brengen die de rust op het complex verstoort. 17. gereedschappen van de vereniging in bruikleen nemen, anders dan op het terrein van het complex, daarmee het complex te verlaten of langdurig onder berusting te houden zonder voorafgaande toestemming van degene die deze gereedschappen beheert. 18. grond, zand, grind, puin, cement enz. te deponeren op de paden en de parkeerplaats van het complex, behalve op de daarvoor door het bestuur aan te wijzen plaats. Na verkregen toestemming dient de plaats binnen 2 dagen te zijn geledigd. 19. greppels of geulen in of langs de paden graven en waterkeringen te maken.
bladzijde 6 20. bestuursleden of daartoe aangewezen functionarissen te hinderen bij de controle op de naleving der reglementen. 21. planten te kweken die als drugs kunnen worden aangemerkt bijvoorbeeld papaver of nederwiet. Artikel 20. Verhalen schade Het bestuur is bevoegd, indien de goede orde of redelijkheid dit vereist, of wanneer men zich schuldig maakt aan overtreding van het gestelde in dit reglement, betrokkenen te (doen) verwijderen van het complex en zodanige maatregelen te nemen dat eventueel aangerichte schade op de verantwoordelijke(n) wordt verhaald. Artikel 21. Sancties bij overtreding a. bij overtreding van enige verbodsbepaling en/of niet nakomen van enige verplichting, aan de leden opgelegd door de statuten, het huishoudelijk- of tuinreglement, kan het bepaalde in art.8.1 (statuten) op de betrokken leden worden toegepast, onverminderd de maatregelen die het bestuur ingevolge het bepaalde in enig artikel van het huishoudelijk reglement tegen hem/haar kan nemen. b. voor zover er in enig artikel met name genoemde sancties t.o.v. overtredingen van verbodsbepalingen en/of niet nakomen van verplichtingen zijn gesteld, is het bestuur bevoegd een boete op te leggen van ten hoogste 11,40 per geval, onverminderd het bepaalde in het éérste lid van dit artikel; c. indien een lid enige boete opgelegd heeft gekregen stelt dat hem/haar niet vrij van het alsnog voldoen aan zijn/haar verplichtingen. Artikel 22. Lidmaatschapskaart De leden zijn verplicht op het tuincomplex hun lidmaatschapskaart bij zich te hebben. Zij die namens een lid op het complex aanwezig zijn, dienen de lidmaatschapskaart van het betreffende lid te kunnen tonen. Bij gebreke hiervan kunnen zij gesommeerd worden het complex terstond te verlaten. Bij weigering dient contact te worden gezocht met het verantwoordelijke bestuurslid van het complex. Artikel 23. Ingang reglementswijziging Een reglementswijziging treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de algemene ledenvergadering waarin deze wijziging is vastgesteld. Alle voorgaande uitgaven van dit reglement komen daarmee te vervallen. Vastgesteld in de algemene ledenvergadering te Goes op 28 februari 2006. Voorzitter, J.J. Meijer Secretaris, P.H. Westveer