VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING GROENTEN EN FRUIT 2013 Verordening van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van (datum), houdende de vaststelling van een algemene heffing groenten en fruit voor het jaar 2013 (Verordening PT algemene heffing groenten en fruit 2013) Het bestuur van het Productschap Tuinbouw; Gelet op de artikelen 95, 100, derde lid, en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en de artikelen 13 en 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw; Gehoord de Commissie voor groenten en fruit d.d. (datum); Besluit: Artikel 1 1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. productschap : Productschap Tuinbouw; b. bestuur : bestuur van het productschap; c. voorzitter : voorzitter van het productschap; d. aankoopwaarde : het totaal van de inkoopfactuurbedragen, exclusief BTW, van de door de ondernemer aangekochte groenten en fruit in 2013; e. bewerken : het uitvoeren van handelingen waardoor van groenten en fruit gebruiksklare artikelen worden gemaakt, zoals schonen, schillen, schrappen, snijden, mengen, wassen en centrifugeren; f. braakland : de gronden die in enig oogstjaar tot en met april van het daarop volgende oogstjaar niet worden beteeld; g. CIF-waarde : de kostprijs van het product, vermeerderd met de vracht- en verzekeringskosten van het product. h. contractteelt : de teelt van gewassen ingevolge een overeenkomst, waarbij het teeltrisico bij de teler ligt; i. cultuurgrond : de op 15 mei 2013 beteelde grond, de nog niet beteelde grond waarbij een teelt vóór eind augustus 2013 wordt ingezet, braakland en grond die gemoeid is met het gebruik van een groeimedium met behulp waarvan groente en fruit kunnen worden geteeld; j. derde land : staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie; k. fruit : vers fruit, bewerkt en verwerkt fruit; l. Gecombineerde opgave : het beschrijvingsbiljet als bedoeld in de artikelen 24 en 25 van de Landbouwwet; m. gemeten maat : de oppervlakte van cultuurgrond, inclusief paden en voren die voor de teelt noodzakelijk zijn; n. groenten : verse, bewerkte en verwerkte groenten, eetbare zwammen, specerijgewassen, aardbeien, aardbeiplanten, consumptiespecerijzaden, groen geoogste landbouwpeulvruchten, noten en kruiden; o. handelen : het aankopen van verse of bewerkte groenten en fruit, ongeacht de herkomst; p. noten : amandelen, cashewnoten, hazelnoten, paranoten, pecannoten, pistachenoten en walnoten in welke vorm dan ook, gepeld, ongepeld, gedroogd, geblancheerd, gebrand, ongebrand, gezouten, gemengd, gebroken, geschaafd of verduurzaamd;
q. omzet : het totaal van de verkoopfactuurbedragen exclusief BTW ter zake van de in het kalenderjaar 2013 gerealiseerde verkopen; r. ondernemer : de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld; s. telen : het telen van groenten en fruit, uitgangsmateriaal daaronder begrepen; t. telersvereniging : samenwerkingsverband van ondernemers die groenten en fruit telen; u. uitgangsmateriaal : opkweekmateriaal voor groenteplanten zowel onder glas als vollegrond, alsmede groentezaden m.u.v. aardbeienplanten; v. verduurzamen : alle handelingen met betrekking tot groenten en fruit waardoor deze, al dan niet voorlopig, langer houdbaar worden. 2 Heffing Artikel 2 1. De ondernemer die een onderneming drijft met als activiteit het handelen, het telen of het verduurzamen van groenten en fruit, is over het kalenderjaar 2013 een algemene heffing verschuldigd aan het productschap volgens de in de artikelen 3, 4 en 5 vermelde heffingsgrondslagen. 2. De heffing als bedoeld in het eerste lid, wordt vastgesteld en opgelegd op basis van artikel 6 en met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Verordening PT algemene bepalingen 2009. 3. Voor het berekenen van de heffingen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, gebruikt het productschap, in afwijking van de Verordening PT algemene bepalingen 2009, de gegevens volgens de door de ondernemer bij Dienst Regelingen van het ministerie van Economische Zaken in het kalenderjaar 2013 ingediende Gecombineerde opgave. 4. Ter uitvoering van artikel 3, zesde lid en artikel 5 doet de ondernemer bij het productschap desgevraagd aangifte van de door hem in het kalenderjaar 2013 behaalde omzet. 5. Ter uitvoering van artikel 4 doet de ondernemer bij het productschap desgevraagd aangifte van de aankoopwaarde over het kalenderjaar 2013. 3 Grondslag en hoogte Artikel 3 1. De ondernemer die in 2013 de in het vijfde lid genoemde groenten en fruit teelt wordt een algemene heffing opgelegd met als grondslag het grondgebruik. 2. Onder grondslag grondgebruik, als bedoeld in het eerste lid, wordt verstaan de bij de onderneming behorende cultuurgrond. 3. Onder cultuurgrond, als bedoeld in het tweede lid, wordt onder grondgebruik mede verstaan de cultuurgrond die: a. zaai- of pootklaar is gehuurd; b. als overig los land is gehuurd; c. in gebruik is ontvangen, of d. door de ondernemer wordt beteeld voor contractteelt.
4. De algemene heffing is de gemeten maat van de door de ondernemer gebruikte cultuurgrond per productgroep, uitgedrukt in de genoemde eenheid, vermenigvuldigd met het genoemde tarief in euro en bedraagt voor verse groenten en fruit: Productgroep (tarieven nog aanpassen) BRSnr. Tarief Eenh. Glasgroenten Andijvie 648 1,22 are Aubergines 618 2,13 are Courgette 642 1,22 are Komkommers 605 2,13 are Kropsla (alle sla in kropvorm) 658 1,22 are Paprika - Gele paprika 633 2,13 are Paprika - Groene paprika 632 2,13 are Paprika - Rode paprika 631 2,13 are Paprika - overig 634 2,13 are Radijs 644 1,22 are Tomaten - Losse tomaten (rond, vlees, tussentype) 608 2,13 are Tomaten - Trostomaten (incl. fijne trostomaten) 604 2,13 are Tomaten - Cherry-tomaten 606 2,13 are Overige groenten (inclusief meloenen) 621 1,22 are Teelt in open grond Aardbeien onder glas 610 1,54 are Aardbeien plastic tunnel 611 1,54 are Aardbeien productie 433 14,34 ha Aardbeien vermeerdering 431 4,10 ha Aardbeien wachtbed 432 2,06 ha Andijvie 434 8,18 ha Asperges 435 8,18 ha Asperges (nog geen prod.) 436 8,18 ha Bloemkool 437 5,14 ha Boerenkool 438 8,18 ha Bospeen 439 2,06 ha Broccoli 440 5,14 ha Chinese kool 441 8,18 ha Courgette 474 8,18 ha Erwten groen te oogsten 244 2,06 ha Knolselderij 442 2,06 ha Knolvenkel/venkel 443 8,18 ha Komkommerachtigen (augurk, meloen, pompoen) 444 8,18 ha Koolraap 445 8,18 ha Koolrabi 446 8,18 ha Kroten 447 2,06 ha Kruiden 496 8,18 ha Overige niet genoemde bladgewassen 485 8,18 ha Overige niet genoemde groenten 486 8,18 ha Paksoi 453 8,18 ha
Peulen 454 8,18 ha Prei 455 5,14 ha Pronkbonen 456 2,06 ha Raapstelen 457 8,18 ha Rabarber 458 8,18 ha Radijs 459 8,18 ha Rodekool 460 5,14 ha Savooiekool 461 5,14 ha Schorseneren 462 2,06 ha Selderij, bleek 464 8,18 ha Selderij, groen 463 8,18 ha Sla (IJsbergsla) 451 5,14 ha Sla (Radicchio rosso) 475 8,18 ha Sla (overige sla) 452 5,14 ha Spinazie 465 2,06 ha Spitskool 466 5,14 ha Spruitkool 467 5,14 ha Stamsperziebonen (=stamslabonen) 468 2,06 ha Stoksnijbonen en stokslabonen 469 2,06 ha Suikermais 814 2,06 ha Tuinbonen (groen te oogsten) 854 2,06 ha Waspeen 470 2,06 ha Winterpeen 471 2,06 ha Witlof in bakken 585 0,41 m² Witlofwortel 472 2,06 ha Wittekool 473 5,14 ha Fruit Appelen in seizoen 490 8,52 ha Appelen vóór seizoen 491 8,52 ha Blauwe bessen 494 35,33 ha Bramen 502 35,33 ha Frambozen 488 35,33 ha Fruit onder glas 635 1,05 are Notenbomen (amandelen, hazelnoten en walnoten) 2645 4,93 ha Overig kleinfruit 500 35,33 ha Overige pit- en steenvrucht 501 16,35 ha Peren in seizoen 492 14,41 ha Peren vóór seizoen 493 14,41 ha Pruimen 495 16,35 ha Rode bessen 489 35,33 ha Zoete kersen 487 16,35 ha Zure kersen (Best.Verw.Ind.) 498 4,93 ha Zwarte bessen (Best.Verw.Ind.) 499 4,93 ha
5. Bij het vaststellen van de heffing per productgroep wordt een gedeelte van een hectare of een are afgerond tot een veelvoud van respectievelijk een are en een centiare. 6. Aan de ondernemer die de onder a, b en c vermelde groenten en fruit teelt, wordt een algemene heffing opgelegd uitgedrukt in een percentage van de omzet die is behaald met de verkoop van het betreffende product. De heffing bedraagt voor: a. Champignons 0,036% van de omzet; b. Overige paddenstoelen 0,036 % van de omzet en c. Uitgangsmateriaal 0,015% van de omzet. Artikel 4 1. De ondernemer die handelt in verse of bewerkte groenten en fruit is over het kalenderjaar 2013 een algemene heffing aan het productschap verschuldigd met als grondslag de aankoopwaarde van de door de ondernemer aangekochte groenten en fruit in 2013. 2. Geen heffing is verschuldigd over aangekochte groenten en fruit die zijn verkocht aan consumenten voor hun persoonlijke behoefte of aan anderen die als eindgebruiker zijn aan te merken, tenzij de ondernemer dit verkochte product: a. heeft aangekocht van telers, al dan niet via een afzetorganisatie of een bemiddelaar of b. uit een derde land heeft aangekocht. 3. In afwijking van het eerste lid is de ondernemer die verse of bewerkte groenten en fruit aankoopt uit een derde land een heffing verschuldigd over de CIF-waarde van dit product. 4. De heffingen, als bedoeld in het eerste en derde lid, worden uitgedrukt in een percentage van de aankoopwaarde respectievelijk de CIF-waarde in het kalenderjaar 2013 en bedragen 0,003%. 5. In afwijking van het eerste lid is de ondernemer die handelt in verse of bewerkte uien, met uitzondering van zilveruien, een heffing verschuldigd met als grondslag het aantal aangekochte netto kilogrammen uien. 6. De heffing, als bedoeld in het vijfde lid, bedraagt 0,25 per 100.000 kilogrammen aangekochte uien. Artikel 5 1. De ondernemer die groenten en fruit verduurzaamt is over het kalenderjaar 2013 een algemene heffing verschuldigd met als grondslag de omzet af fabriek behaald over de verkoop van de door de ondernemer verduurzaamde groenten en fruit in 2013, met uitzondering van de verkoop van pindakaas, sauzen, natte en droge soepen, aroma s, limonades, salades, kindervoeding, kant en klaarmaaltijden en snoeprepen.
2. De algemene heffing, als bedoeld in het eerste lid, bedraagt 0,013% van de omzet af fabriek in het kalenderjaar 2013. 4 Vaststelling en oplegging Artikel 6 1. De krachtens deze verordening verschuldigde heffing wordt op basis van de door de ondernemer verstrekte gegevens door de voorzitter vastgesteld en aan de ondernemer opgelegd in of na afloop van het kalenderjaar waarover deze heffing verschuldigd is en geschiedt door toezending of uitreiking van een heffingsnota aan de ondernemer. 2. Indien geen aangifte of opgave is gedaan als bedoeld in artikel 2, dan kan de voorzitter de ondernemer ambtshalve een heffing opleggen. Artikel 7 Indien uit de ter beschikking van het productschap gekomen gegevens blijkt, dat de door de ondernemer verstrekte gegevens of de ambtshalve schatting niet in overeenstemming zijn met de werkelijkheid, dan kan een opgelegde heffing aan de hand van deze werkelijke gegevens door de voorzitter worden herzien en opnieuw worden vastgesteld en opgelegd. Artikel 8 1. De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening worden in handen gesteld van de voorzitter of door deze aan te wijzen personen van het secretariaat van het productschap. 2. De gegevens, als bedoeld in het eerste lid, worden uitsluitend gebruikt voor de vervulling van de taak van het productschap. Artikel 9 5 Slotbepalingen Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2013. Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 2013, treedt zij in werking op de tweede dag na de dagtekening van dat Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt terug tot en met 1 januari 2013.
Artikel 10 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PT algemene heffing groenten en fruit 2013. Zoetermeer, (datum) de voorzitter, de secretaris, A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven J.M. Gerritsen
TOELICHTING BIJ DE VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING GROENTEN EN FRUIT 2013 1. ALGEMEEN Met deze verordening legt het productschap een algemene heffing op aan: - ondernemers die groenten en fruit telen; - ondernemers die handelen in groenten en fruit of die groenten en fruit bewerken; - ondernemers die groenten en fruit verduurzamen. Uit de opbrengst van deze algemene heffing worden de bestuurs-, perceptie- en uitvoeringskosten van het productschap gefinancierd. De Commissie voor groenten en fruit adviseert het bestuur op haar werkterrein.. De Commissie heeft het bestuur geadviseerd deze verordening met de bijbehorende grondslagen en tarieven vast te stellen. 1.1. Doelstelling van de verordening Het productschap is als publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie ingesteld voor alle ondernemers in de tuinbouw, waaronder die in de groenten- en fruitsector. Alle ondernemers betalen mee. Zo wordt voorkomen dat er ondernemers zijn die niet meebetalen, maar wel profiteren van de activiteiten die het productschap verricht. Ter financiering van de bestuurs- en huishoudelijke kosten van het productschap en van de Commissie voor groenten en fruit wordt deze heffing opgelegd aan bovengenoemde ondernemers. De opbrengst van de algemene heffingen wordt niet aangewend voor de financiering van programma s of projecten. Daarvoor dienen aparte bestemmingsheffingen. 2. ADMINISTRATIEVE EN FINANCIËLE ASPECTEN VAN DE VERORDENING 2.1 De uitvoerings- en handhavingsaspecten van de verordening Het gaat hier om een heffingsverordening waarbij uitvoerings- en handhavingsaspecten in beginsel voor rekening van het productschap komen. Ter voorkoming van administratieve lasten wordt zo veel mogelijk gebruik gemaakt van gegevens van derden, zoals die van het ministerie van Economische Zaken. 2.2 De structuur van de heffing en de onderbouwing daarvan 1 Ondernemers die groenten en fruit telen a. areaal De heffing vermeld in artikel 3, eerste lid, wordt aan de ondernemers die groenten en fruit telen opgelegd en berekend naar de oppervlakte van de bij de onderneming behorende cultuurgrond die wordt aangewend voor de teelt van producten, genoemd in artikel 3, vierde lid. De ondernemers die groenten en fruit telen, dragen in verhouding tot de grootte van hun onderneming bij aan de huishoudelijke en de bestuurlijke kosten van het productschap. Het nemen van de oppervlakte per onderneming als heffingsgrondslag is administratief eenvoudig. Het productschap maakt daarbij gebruik van gegevens die ondernemers die groenten en fruit telen al hebben moeten opgeven in het kader van de jaarlijkse landbouwtelling, door middel van de voorgeschreven Gecombineerde opgave. b. omzet De heffing, genoemd in artikel 3, zesde lid, wordt opgelegd over een percentage van de omzet. Deze vorm van heffing geldt voor champignons, overige paddenstoelen en uitgangsmateriaal.
2. Ondernemers die handelen in groenten en fruit a. aankoopwaarde De heffing, genoemd in artikel 4, eerste lid, wordt opgelegd aan de ondernemers, die handelen in groenten en fruit en deze al dan niet bewerken. Het tarief is een percentage van de aankopen (de aankoopwaarde ). De aankoopwaarde is een goede en controleerbare maatstaf om per ondernemer, die handelt in groenten en fruit of groenten, de bijdrage in de huishoudelijke en de bestuurlijke kosten van het productschap te bepalen. Deze grondslag garandeert een evenredige belasting van de ondernemers die groenten en fruit verhandelen. Voor geïmporteerde producten uit derde landen wordt de CIF-waarde als heffingsgrondslag gebruikt. De aankoopwaarde van producten die worden verkocht aan consumenten wordt niet belast. Op deze manier worden detaillisten ontzien. Wanneer de verkoper aan consumenten echter zijn groenten en fruit zelf van telers betrekt of importeert, vervalt deze uitzondering. b. gewicht De heffing, genoemd in artikel 4, vijfde lid, wordt opgelegd over het aantal aangekochte netto kilogrammen uien en wordt uitgedrukt in euro s per 100.000 kg uien. 3. Ondernemers die groenten en fruit verduurzamen De heffing, genoemd in artikel 5, wordt opgelegd over een percentage van de omzet af fabriek van de door de ondernemer omgezette zelf verduurzaamde (verwerkte) groenten en fruit in het kalenderjaar 2013. De omzet is een goede en controleerbare maatstaf om per individuele ondernemer, die groenten en fruit verduurzaamt, de bijdrage in de huishoudelijke en de bestuurlijke kosten van het productschap te bepalen. Deze grondslag garandeert een evenredige belasting van de ondernemers die groenten en fruit verduurzamen. 2.3 De becijfering van de opbrengst en vindplaats in de begroting De areaalheffing wordt in of na afloop van het jaar waarover wordt geheven, opgelegd. De heffingsopbrengst kan in het eerste geval verantwoord worden in de begroting van 2013. De heffing op aankopen en verkopen wordt altijd opgelegd na afloop van het betreffende jaar waarover wordt geheven, waardoor de heffingsopbrengst verantwoord wordt in de begroting van 2014. Voor de exacte bedragen per kalenderjaar wordt verwezen naar de begroting van het productschap. Deze begroting is onder andere te vinden op de website van het productschap. De totale opbrengst van de algemene heffing voor 2013 (en opgebracht met onderhavige verordening) wordt geraamd op 1.700.000,00. 2.4 Administratieve lastendruk De heffingsstructuur is zodanig dat zij voor de betrokken ondernemers een beperkte lastendruk met zich brengt. Voor het opleggen van de heffingen aan de ondernemers die groenten en fruit telen, wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de registraties van Dienst Regelingen van het ministerie van Economische Zaken. De betrokken ondernemers verstrekken hun gegevens op het door Dienst Regelingen verstrekte beschrijvingsbiljet (Gecombineerde opgave) en dienen dit vervolgens in bij Dienst Regelingen, die deze gegevens doorgeeft aan het productschap. De administratieve lasten in het kader van de artikelen 4 en 5 zijn gering en bestaan voornamelijk uit het door de ondernemer, die handelt in groenten en fruit of groenten en fruit be- of verwerkt, één maal
per jaar invullen van een aangifteformulier. Door toenemende automatisering wordt de lastendruk minder. Voor alle genoemde heffingen heeft het productschap vanaf 2011 het beleid dat het in de groentenen fruitsector geen nota s oplegt voor bedragen lager dan 75,00 bij een totale (algemene en bestemming) heffing. Het productschap wil hiermee bewerkstelligen dat opgelegde heffing in verhouding staat tot bedrijfsactiviteiten en de administratieve lasten voor de ondernemer en het productschap. 3. PUBLICATIE EN INWERKINGTREDING Aan deze verordening wordt terugwerkende kracht verleend tot en met 1 januari 2013 voor het geval de goedkeuring door de Sociaal-Economische Raad en de Minister van Economische Zaken en de publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie geschieden na 1 januari 2013. De bepaling houdende terugwerkende kracht schendt niet de rechtszekerheid van de ondernemingen en zij voldoet aan Aanwijzing 167 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Zoetermeer, (datum) de voorzitter, de secretaris, A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven J.M. Gerritsen