Definitielijst rapport Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein. Definities van indicatoren Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein (juli 2016)

Vergelijkbare documenten
Definitielijst rapport gemeentelijke monitor Sociaal Domein. Definities van indicatoren Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein (januari 2017)

Definitielijst rapport gemeentelijke monitor Sociaal Domein. Achtergrond bij tweede rapport gemeentelijke monitor Sociaal Domein (januari 2016)

Achtergrond bij eerste rapportage gemeentelijke monitor sociaal domein (september 2015)

Achtergrond bij eerste rapportage gemeentelijke monitor sociaal domein (september 2015)

Definitielijst rapport gemeentelijke monitor Sociaal Domein. Definities van indicatoren Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein (juli 2017)

Definitielijst rapport Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein. Definities van indicatoren Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein (mei 2018)

Informatie over de gebruikte indicatoren in de eerste rapportage gemeentelijke monitor sociaal domein

Gemeentelijke monitor Sociaal Domein

Zorglandschap jeugd Flevoland

Gemeentelijke monitor Sociaal Domein

Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein RAPPORTAGE Asten,

Indicatorenlijst Monitor Sociaal Domein Olst-Wijhe

Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein


11,2% 32,2% 58,1% 7,0% Waarstaatjegemeente.nl. A.van Beerendonk. Rapportage Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Tilburg

Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein

In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie.

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Enschede

Samen met de jeugd. Definitieboek. Beleidsmonitor Koers Samen met de jeugd

Doelgroepenanalyse Rotterdam Oude Noorden

Datamodel voor pilotgemeenten

Bestuursrapportage Sociaal Domein 2017 Kwartaal 2

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Middelburg

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Bevolking Krimpen aan den Ijssel Krimpenerwaard Capelle aan den Ijssel Hellevoetsluis Brielle Ridderkerk Westvoorne Lansingerland Zuidplas

Zorgmonitor. Januari 2019

Jeugdhulp 1e kwartaal 2015

INDICATOREN GEMEENTELIJKE MONITOR SOCIAAL DOMEIN

CL IËNT. Regelt de aanspraak op zorg voor mensen die een blijvende behoefte hebben aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid.

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Maastricht

De bibliotheek actief in het sociale domein. Veranderende wetten en de rol van de bibliotheek daarbij

De bibliotheek actief in het sociale domein. Veranderende wetten en de rol van de bibliotheek daarbij

BEGRIPPENLIJST GEMEENTELIJKE MONITOR SOCIAAL DOMEIN

HERVORMINGEN IN SOCIAAL DOMEIN TRANSITIEPLAN

Definities en beschrijvingen sociaal domein (visd.nl)

Sociaal domein. Decentralisatie AWBZ-Wmo. Hoofdlijnen nieuwe Wmo KIDL H. Leunessen, gem. Landgraaf 1. Wmo / Jeugzorg / Participatiewet

Gegevensset gemeentelijke monitor sociaal domein

Indicatoren sociaal domein. T/m 2 e kwartaal 2018

Het sociaal domein. Renate Richters Els van Enckevort

ONTWIKKELAGENDA EN INDICATORENSET GEMEENTELIJKE MONITOR SOCIAAL DOMEIN

Gemeentelijke monitor sociaal domein. Maart 2015

Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 6 Datum: nr

Bijlage 1 - Gegevens monitor Sociaal domein - Gemeente Oirschot Inhoud

Hendrik-Ido-Ambacht. jeugdhulp 9,9% 11,7% 10,3% 10,8% 10,2% 12,3% 10,0% jeugdbescherming 0,9% 1,6% 0,7% 1,1% 1,1% 1,3% 1,2%

Veranderingen rond werk en zorg. Informatie voor ouders van kinderen in het praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs

Indicatoren overzicht

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Amersfoort

Monitor Jeugdhulp Regio Hart van Brabant

Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

Toelichtingen Iv3 functies Jeugd en Wmo. Toelichtingen Jeugd

INKOMEN Ontwikkeling uitkeringenbestand

Veranderende zorg. Participeren op z n Urkers. Samen leven, samen doen. samen de schouders eronder

Fluchskrift Jeugdbescherming: minder als het kan, meer als het moet!

Sociale index Gebiedsteam Bolsward, Platteland Bolsward en Witmarsum-Arum 1 oktober 2014

CIJFERS PSYCHISCHE GEZONDHEID NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

Registratie code : 14B *14B.02305* Verordening Wmo & Jeugdhulp Gemeente Veere

Bestuursrapportage Sociaal Domein 2017 Kwartaal 1

BIJLAGE 7 Nadere toelichting en begrippenlijst Social Return

Gemeente Raalte Beleidsregels re-integratie en loonkostensubsidie

Microdataservices. Documentatie. de Participatiewet (SRGPERSOONPWETBUS)

Kompassie met elkaar Wmo maart 2014 Jacqueline van der Bos Inge van Dommelen

Wet maatschappelijke ondersteuning januari 2015

Bram wil werken! Wat betekenen de veranderingen in wet- en regelgeving voor hem? Februari 2015

Verordening Tegenprestatie Gemeente Achtkarspelen

april H.T.G. Konings, A.M. van Essen Tympaan Instituut Monitor Wmo, Participatiewet en Jeugdwet Oegstgeest- Tympaan Instituut -

MEEDOEN WERKT! PRESENTATIE participatiewet. in opdracht van Min. SZW

De raad van de gemeente Schiermonnikoog,

Sociale index: Gebiedsteam Sneek Noord 1 oktober 2014

Factsheet Veranderingen in de Zorg 2015 (AWBZ, LIZ, Zvw en Wmo):

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015

Belangrijk nieuws. voor alle inwoners van Leiden

Wmo-voorzieningen 1. Algemene voorzieningen 1.1 Hulp bij het huishouden namens zo-net 1.2 Taxivervoer 1.3 Scootmobiel- en/of rolstoelpool

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005

Sociaal Werk Nederland Gemeentelijke gegevens

Microdata Services. Documentatie. de Participatiewet (SRGPERSOONPWETBUS)

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013

Sociale index Gebiedsteam Sneek Zuid 1 oktober 2014

Wet en regelgeving WLZ, WMO en Participatiewet

Bijlage als bedoeld in artikel 2 van de Uitvoeringsregels re-integratie Voorziening Omvang en duur Verstrekkingswijze Voorwaarden Aanvraagprocedure

Gemiddelde van grootteklasse 1734 Overbetuwe. aantal uitkeringen einde kwartaal laatste kwartaal afgerond op tientallen abs. perc. abs. perc.

Microdataservices. Documentatierapport. de Participatiewet (SRGPERSOONPWETBUS)

Indicatoren sociaal domein. T/m 3 e kwartaal 2018

Monitor Jeugdhulp Regio Hart van Brabant

Ontwikkeling van het gemiddeld gestandaardiseerd besteedbaar inkomen in 1,000,00 in de periode in Zuid-Holland en Nederland

Bestuursrapportage Sociaal Domein 2016 Kwartaal 4

Wijziging Participatieverordening Rotterdam 2015

Kadernota Sociaal Domein. Managementsamenvatting. Kadernota Sociaal Domein. Managementsamenvatting DOEN. wat nodig is. Managementsamenvatting -

Verordening Wmo & Jeugdhulp Gemeente Middelburg, Vlissingen & Veere

Nieuwe wetten voor zorg en ondersteuning bij wonen en werken

Jeugdhulp 1e halfjaar 2015

ˆJeugdhulp 1e halfjaar 2018

Nieuwe taken naar gemeenten. de mens centraal. 21 mei 2012

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 december 2015;

Beleidsplannen Sociaal Domein

RE-INTEGRATIEVERORDENING PARTICIPATIEWET 2015

Wet stimulering arbeidsparticipatie

PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID

ˆJeugdhulp 2018 Uitgave 2019

Transcriptie:

Definitielijst rapport Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein Definities van indicatoren Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein (juli 2016)

Opgesteld door KING/VNG Datum 30 juni 2016 Versie 3.0 2

Begrip Algemene voorzieningen / sociale basisondersteuning Allochtoon Autochtoon Andere voorziening voor arbeidsbeperking Armoede, opgroeiend in Beëindigde arrangementen (Wmo) Beroepsbevolking Beschut werk Bijstandsuitkeringen Cliënt Eenoudergezin Fysieke gezondheid Gestarte maatwerkarrangemen ten Grootteklasse (referentiegroep) Definitie Algemene voorzieningen zijn voorzieningen binnen de Wmo, toegankelijk zonder beschikking van de gemeente. Het gaat hier om de voorzieningen die voor iedereen toegankelijk zijn. Bijvoorbeeld de buurt- en clubhuizen, sociaal-cultureel werk, sociale samenhang, welzijnsactiviteiten etc. Persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren. Persoon van wie de beide ouders in Nederland zijn geboren, ongeacht het land waar men zelf is geboren. Dit is een type re-integratievoorziening. Sommige mensen hebben moeite met zien, horen of bewegen, maar kunnen wel werken. Als zij daardoor bepaalde taken niet goed kunnen uitvoeren, dan kunnen zij ondersteuning krijgen. Voorbeelden zijn een doventolk of een voorleeshulp. De belangrijkste indicator voor armoede is het inkomen dat een huishouden kan besteden. Het CBS hanteert als maatstaven de lageinkomensgrens en het sociaal minimum. Aantal maatwerkarrangementen dat in de verslagperiode is beëindigd. Personen: - die betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking), of - die geen betaald werk hebben, recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking). Dit is een type re-integratievoorziening. Indien noodzakelijk organiseert de gemeente voor iemand een beschutte werkplek. De gemeente legt zelf in een gemeentelijke verordening vast wanneer er sprake is van beschut werk. Deze voorziening zal vaak samenlopen met andere voorzieningen zoals een job-coach of een loonkostensubsidie. Uitkeringen op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), de Participatiewet, de Algemene bijstandswet (Abw) en de Wet investeren in jongeren (WIJ). Een cliënt is een natuurlijk persoon, die ondersteuning ontvangt binnen de Wmo, Jeugdwet en/of Participatiewet. Een eenoudergezin is een gezin waarbij minimaal één minderjarig kind bij een ouder woont. Het gaat dan om cijfers over huishoudens met volwassenen en inwonende kinderen die een ouder-kind relatie hebben. Pleegkinderen worden niet meegerekend, maar adoptie- en stiefkinderen wel. De score lichamelijke gezondheid bestaat uit drie indicatoren: 1) Twee of meer chronische aandoeningen, 2) Beperkingen gehoor/zicht en 3) Beperkingen mobiliteit. De index is door GGD GHOR Nederland ontwikkeld. Aantal maatwerkarrangementen dat in de verslagperiode is gestart. Gemeenten kunnen met elkaar vergeleken worden op basis van grootteklasse. Gemeenten zijn hierbij ingedeeld in vijf grootteklassen op basis van aantal inwoners: <25.000 inwoners: gemeenten minder dan 25.000 inwoners 25.000 50.000 inwoners gemeente meer dan 25.000 en minder dan 50.000 inwoners 50.000 100.000 inwoners gemeenten meer dan 50.000 en minder dan 100.000 inwoners 100.000 300.000 inwoners: gemeenten meer dan 100.000 en minder dan 300.000 inwoners >300.000 inwoners: 3

Huishouden met hoog inkomen Huishouden met laag inkomen Huishouden (particulier) Hulpmiddelen en diensten (type maatwerkarrangemen t Wmo) Jeugdbescherming Jeugdhulp Jeugdhulp met verblijf Jeugdhulp zonder verblijf Jeugdige verdachte Jeugdreclassering Jeugdzorg Jeugdwet gemeenten met meer dan 300.000 inwoners Particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het besteedbaar huishoudensinkomen. Alle particuliere huishoudens zijn gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. Voor de huishoudens met een hoog besteedbaar inkomen worden de huishoudens met de hoogste 20-procent meegenomen. ( Het inkomen waarvoor geldt dat 20% een hoger of een even groot inkomen heeft.) Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens per buurt. Waarden lager dan 5 procent zijn vastgezet op 5 procent, waarden hoger dan 95 procent zijn vastgezet op 95 procent. Particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het besteedbaar huishoudensinkomen. Alle particuliere huishoudens zijn gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. Bij de huishoudens met een laag besteedbaar inkomen worden de huishoudens met de laagste 40-procent- meegenomen. (Het inkomen waarvoor geldt dat 40% een lager of een even groot inkomen heeft.) Het percentage is (om beveiligingsredenen alleen) vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens per buurt. Waarden lager dan 5 procent zijn vastgezet op 5 procent, waarden hoger dan 95 procent zijn vastgezet op 95 procent. Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften. Dit is een type maatwerkarrangement. Deze groep bevat de volgende productcategorieën uit de iwmo-standaarden: woondiensten, vervoersdiensten, rolstoelen, vervoersvoorzieningen, woonvoorzieningen en overige hulpmiddelen. Jeugdbescherming is een maatregel die de rechter dwingend oplegt. Er zijn vijf verschillende jeugdbeschermingsmaatregelen. Het betreffen: - Ondertoezichtstelling - Voorlopige ondertoezichtstelling - Voogdij - Voorlopige voogdij - Tijdelijke voogdij Hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de jeugdwet (2014). Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en/of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders. Onderscheid in jeugdhulp met verblijf en jeugdhulp zonder verblijf. In het geval van Jeugdhulp met verblijf verblijft de jeugdige elders. Of anders gezegd, de jeugdige slaapt formeel elders, niet zijnde thuis, in het eigen gezin. Dit betekent dat het hier alleen om de verblijfsvormen gaat waarbij er sprake is van een overnachting. Dagbehandeling valt daarom onder de categorie jeugdhulp zonder verblijf. Verblijf in logeerhuizen, alleen tijdens weekenden of juist door de weeks vallen onder deze categorie. In deze vorm van ondersteuning verblijft de jeugdige thuis, in het eigen gezin. Of anders gezegd, de jeugdige slaapt thuis. In ieder geval formeel. Het kan zijn dat de jeugdige bij opa en oma slaapt of bij iemand anders, echter dit is dan niet formeel zo geregeld. Een verdachte tussen de 12 tot 25 jaar. Jeugdreclassering is een combinatie van begeleiding en controle voor jongeren vanaf 12 jaar, die voor hun 18 de met de politie in aanraking zijn geweest en een proces-verbaal hebben gekregen. Indien de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het misdrijf is begaan daartoe aanleiding geven, kan het jeugdstrafrecht eveneens worden toegepast op jongvolwassenen in de leeftijd 18 tot en met 22 jaar. Het geheel van jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering dat onder verantwoordelijkheid van de gemeente wordt uitgevoerd volgens de Jeugdwet (2014). Deze wet, die op 1 januari 2015 van kracht is gegaan, heeft tot doel het jeugdstelsel te vereenvoudigen en efficiënter en effectiever te 4

Leerling speciaal onderwijs Loonkostensubsidie (Participatiewet) Maatwerkarrangemen ten (Wmo) Mentale gezondheid Minimuminkomen Ondersteuning thuis (type maatwerkarrangement Wmo) Opleidingsniveau Participatieplaats Participatiewet Persoonsgebonden budget (PGB) Reintegratievoorziening Samenredzaamheid Sociaal economische maken. De primaire verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Jeugdwet ligt bij gemeenten. Bij speciaal basisonderwijs wordt onderwijs aangeboden zoals opgenomen in de Wet Primair Onderwijs (WPO) en is bedoeld voor kinderen die meer hulp behoeven bij de opvoeding en het leren dan het reguliere basisonderwijs kan bieden. Dit is een type re-integratievoorziening. De loonkostensubsidie op grond van de Participatiewet is een subsidie die een werkgever krijgt als ondersteuning om iemand in dienst te nemen die een arbeidsvermogen heeft dat langdurig onder wettelijk minimum loon is. Een maatwerkarrangement is ondersteuning binnen het kader van de Wmo2015 geleverd in de vorm van een product of dienst die is afgestemd op de wensen, persoonskenmerken, mogelijkheden en behoeften van een individu. Ook wel specialistische zorg of specialistische ondersteuning genoemd. In de monitor worden een aantal typen maatwerkarrangementen onderscheiden. Een index voor de mentale gezondheid van de bewoners van een wijk of gemeente. De score mentale gezondheid is gebaseerd op matige psychische klachten en ernstige psychische klachten. De index is door GGD GHOR Nederland ontwikkeld. Een besteedbaar huishoudensinkomen tot 105 procent van het sociale minimum (bijstand of AOW inclusief eventuele kinderbijslag). Dit is een type maatwerkarrangement Wmo. Deze groep bevat de volgende productcategorieën uit de iwmo-standaarden: begeleiding, persoonlijke verzorging, kortdurend verblijf, overige ondersteuning gericht op het individu of huishouden/gezin, dagbesteding, overige groepsgerichte ondersteuning en overige maatwerkarrangementen. Het gaat om de hoogst voltooide opleiding. Onderscheid in drie categorieën. Laag: lagere school, lager beroepsonderwijs, mavo en vmbo. Midden: mbo, havo en vwo. Hoog: hbo en wo. Dit is een type re-integratievoorziening. De doelgroep voor participatieplaatsen betreft uitkeringsgerechtigden met een kleine kans op toetreding tot het arbeidsproces ten gevolge van persoonlijke werkbelemmeringen, die daardoor vooralsnog niet bemiddelbaar zijn op de arbeidsmarkt. Participatieplaatsen hebben betrekking op een specifieke vorm van werken met behoud van uitkering, waarbij additionele werkzaamheden onbeloond en in het kader van reintegratie worden uitgevoerd. Daardoor verschilt het van loonkostensubsidie. De Participatiewet is een samenvoeging van de Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoorziening en de Wajong. De wet is gericht op ondersteuning voor een ieder die deze behoeft bij het vinden van (betaald) werk. Een persoonsgebonden budget is een geldbedrag dat aan cliënten kan worden toegekend om zelf zorg, begeleiding, hulp, hulpmiddelen of voorzieningen in te kopen wanneer niet wordt gekozen voor Zorg in Natura (ZIN). Voorzieningen die door een gemeente worden ingezet, nadat de gemeente heeft vastgesteld dat een cliënt een belemmering heeft die directe arbeidsinschakeling bemoeilijkt (er is een afstand tot de arbeidsmarkt). De voorziening is erop gericht de afstand tot de arbeidsmarkt van een cliënt te verkleinen, waarbij het doel op de lange termijn altijd arbeidsinschakeling is. Het is niet relevant of een voorziening door de gemeente zelf wordt uitgevoerd of dat deze door de gemeente wordt ingekocht. Er worden een aantal typen onderscheiden. Een index voor de samenredzaamheid van de bewoners van een wijk of gemeente. De score Samenredzaamheid is gemeten aan de hand van het percentage inwoners dat mantelzorg verleent en de belasting hiervan (wel/niet zwaar). De index is door GGD GHOR Nederland ontwikkeld. De sociaaleconomische status staat voor de positie van mensen op de 5

status Sociaal buurt- of wijkteam Sociale basisondersteuning (SBO) Sociale omgeving Sociale minimum Stapeling Stapeling sociaal domein Tijdelijke loonkostensubsidie Traject (hulptraject jeugd) maatschappelijke ladder met het daaraan verbonden aanzien en prestige. Belangrijke indicatoren voor sociaaleconomische status zijn opleidingsniveau, beroepsstatus en hoogte van het inkomen. Een multidisciplinair samenwerkingsverband van professionals (en mogelijk niet-professionals) dat zich als doel stelt op integrale wijze hulp te verlenen aan individuen, gezinnen of huishoudens. Het takenpakket van een buurt- of wijkteam kan per gemeente en/of wijk verschillen. De ondersteuning of een voorziening waar geen toegangsbesluit of beschikking voor nodig is. Het betreft enerzijds vrij toegankelijke algemene voorzieningen in het sociaal domein, zoals het algemeen maatschappelijk werk, een groepsactiviteit bij ontmoetingscentrum, sociaal cultureel werk, sociale samenhang of welzijnsactiviteiten (zie ook algemene voorzieningen). Anderzijds betreft het de lichte vormen van zorg en ondersteuning of generalistische ondersteuning, eerstelijns ondersteuning van bijvoorbeeld het buurt- of wijkteam of eerstelijnsloket zoals informatieverstrekking, advisering, cliëntondersteuning, keukentafelgesprekken, vroegsignalering en dergelijke. Een index voor de sociale leefomgeving van een wijk of gemeente. De score sociale omgeving is opgebouwd uit twee samengestelde indicatoren: Veiligheid (veiligheidsgevoel en huiselijk geweld, zoals psychisch of emotioneel geweld (getreiterd, gekleineerd of uitgescholden worden, etc.) lichamelijk geweld (mishandeld, geschopt en geslagen, etc.) ongewenste seksuele toenadering (seksueel getinte opmerkingen, ongewenst aangeraakt, etc.) seksueel misbruik (aangerand of verkracht)) en eenzaamheid. De index is door GGD GHOR Nederland ontwikkeld. Het wettelijk bestaansminimum zoals dat in de politieke besluitvorming is vastgesteld. Om te kunnen beoordelen hoe het inkomen van een huishouden zich verhoudt tot het minimum, moet aan de hand van de regelgeving worden vastgesteld welke norm voor het desbetreffende huishouden van toepassing is. De norm voor een (echt)paar met uitsluitend minderjarige kinderen is bijvoorbeeld gelijkgesteld aan de bijstandsuitkering van een echtpaar, aangevuld met de (leeftijdsafhankelijke) kinderbijslag. Bij 65-plussers is het bedrag aan AOW-pensioen als norm gekozen. Het sociaal minimum wordt elk jaar aangepast. Stapeling betreft de samenloop van twee of meer regelingen of voorzieningen in het sociaal domein. Onder voorzieningen in het sociaal domein wordt verstaan: - maatwerkarrangementen die vallen onder Wmo 2015 - Maatwerkarrangementen die vallen onder de Jeugdwet (jeugdhulp, jeugdbescherming en/of jeugdreclassering) - Maatwerkarrangementen die vallen onder de Participatiewet (zowel re-integratievoorzieningen als bijstandsuitkeringen) Dit is een type re-integratievoorziening. De subsidie die een werkgever krijgt als ondersteuning om een persoon met een tijdelijk lager productieniveau (bijvoorbeeld i.v.m. werkritme) in dienst te nemen. Deze loonkostensubsidie heeft een tijdelijk karakter en er is sprake van een regulier arbeidscontract bij de werkgever. Bij de jeugdcijfers wordt een onderscheid gemaakt in (aantallen) jongeren en soms over de (aantallen) jeugdhulptrajecten. Een jeugdige kan één of meerdere hulptrajecten tegelijk doorlopen. Een hulptraject bestaat uit een combinatie van hulpvorm en aanvangsdatum. Omdat een jongere meerdere trajecten tegelijk kan doorlopen, verschilt het aantal jeugdhulptrajecten van het aantal jongeren: het aantal hulptrajecten komt hoger uit. Als een jongere in één periode meerdere hulptrajecten doorloopt met dezelfde hulpvorm dan worden deze trajecten samengenomen. In de cijfers tellen deze dan mee als één doorlopend hulptraject. Dit gebeurt ook als de aanvangsdatums verschillen: het gaat erom dat de hulptrajecten elkaar overlappen. De 6

Type maatwerkarrangemen t (Wmo) Type reintegratievoorziening (Participatiewet) Uitstroom Verblijf en opvang (type maatwerkarrangemen t Wmo) Verdachten Vervoersvoorziening (woon-werk) Verwijzer Voortijdig schoolverlater Werkloos Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) WIW/ID-baan Zelfredzaamheid Zorg in Natura (ZIN) aanvangsdatum wordt in dat geval gezien als de datum waarop de hulp voor het eerst is gestart, en de einddatum is de datum waarop de laatste hulp wordt beëindigd. In de gemeentelijke monitor Sociaal Domein worden vier typen maatwerkarrangementen onderscheiden. Dit betreft: hulp bij het huishouden, hulpmiddelen en diensten, ondersteuning thuis en verblijf en opvang. Dit zijn de volgende voorzieningen: tijdelijke loonkostensubsidie, WIW/ID-baan, participatieplaats, loonkostensubsidie (Participatiewet), beschut werk, begeleiding op werkkring/job-coach, vervoersvoorziening (woon-werk), andere voorziening voor arbeidsbeperking en overige voorzieningen. Het aantal cliënten dat binnen de gegeven periode stopt met het gebruiken van een dienst of product. Dit geldt voor zowel specialistische, als basisondersteuning. Dit is een type maatwerkarrangement. Deze groep bevat de volgende productcategorieën uit de iwmo-standaarden: beschermd wonen, opvang, spoedopvang en overige beschermd wonen en opvang. Dit zijn degenen van wie voor het begin van de vervolging uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit wordt aangenomen. Dit is een type re-integratievoorziening. Als reizen naar het werk door chronische ziekte of handicap lastig is, kan een vervoersvoorziening worden verstrekt. Deze voorziening kan alleen worden ingezet voor personen met een arbeidsbeperking. Als een vergelijkbare voorziening wordt ingezet voor een persoon zonder een arbeidsbeperking dan is er sprake van een overige voorziening. De organisatie of persoon die de jongere en/of zijn/haar ouders heeft verwezen naar de jeugdhulp. Iemand die het onderwijs heeft verlaten en niet in het bezit is van een startkwalificatie. Hiervan is sprake wanneer een persoon die wel betaald werk wil of kan verrichten, maar geen werk kan krijgen. Wanneer er wordt gesproken over Wmo of de Wet maatschappelijke ondersteuning, dan wordt er gerefereerd aan de wet zoals die op 1 januari 2015 van kracht is gegaan. Deze wet stelt gemeenten verantwoordelijk voor het ondersteunen van de zelfredzaamheid en participatie van mensen met een beperking, chronische psychische of psychosociale problemen. Dit is een type re-integratievoorziening. Dit betreft 'oude' gesubsidieerde arbeid. ID-banen zijn gesubsidieerde arbeidsplaatsen op basis van het besluit In en Doorstroombanen (de oude Melkertbanen). WIW-banen zijn werkervaringsplaatsen voor langdurig werklozen, op basis van het besluit Werk inschakeling Werkzoekenden (WIW). Instroom in beide regelingen is per 1 januari 2004 niet meer mogelijk, de regelingen worden decentraal afgebouwd. Een index voor de mate van zelfredzaamheid van de bewoners van een wijk of gemeente. De score zelfredzaamheid omvat de samengestelde indicatoren ZelfredzaamheidsIndex en Sociale Uitsluitingsindex. De index is door GGD GHOR Nederland ontwikkeld. De zorg die geleverd wordt door een zorgaanbieder en waarop iemand aanspraak kan maken volgens de Wmo; de zorgaanbieder krijgt de geleverde zorg rechtstreeks vergoed. Een andere financieringsvorm is de PGB. 7

8

KWALITEITSINSTITUUT NEDERLANDSE GEMEENTEN NASSAULAAN 12 2514 JS DEN HAAG POSTBUS 30435 2500 GK DEN HAAG T 070 373 80 08 F 070 363 56 82 INFO@KINGGEMEENTEN.NL WWW.KINGGEMEENTEN.NL 9