Effectieve dialyse met een shunt

Vergelijkbare documenten
Effectieve dialyse met een shunt

INTERNE GENEESKUNDE. Als u na het lezen nog vragen heeft, dan kunt u deze vragen stellen aan de arts of verpleegkundige.

Interne Geneeskunde Dialyse Centrum Groningen. Toegang tot de bloedbaan voor hemodialyse

PLASTISCHE CHIRURGIE. Huidtransplantatie BEHANDELING

Toegang tot de bloedbaan voor hemodialyse

Interne Geneeskunde Dialyse Centrum Groningen. Toegang tot de bloedbaan voor hemodialyse

Shunt bij dialyse INTERNE GENEESKUNDE. Nazorg bij shunt

Hand- en polsoperaties

Amputatie van arm of been

De dialyse shunt. Wat is een shunt? Is een shunt noodzakelijk voor dialyse? Gebruik van de shunt

CHIRURGIE. Schildklieroperatie BEHANDELING

Het dotteren van een vernauwde beenof bekkenslagader

SHUNTS Hemodialyse Shunt

Toegang tot de bloedbaan Shunt of dialysekatheter

De dialyse shunt. Wat is een shunt? Gebruik van de shunt

Operatie bij een vernauwde halsslagader

St. Antonius Ziekenhuis

RADIOLOGIE. Angiografie. Röntgenonderzoek bloedvaten ONDERZOEK

Verwijdering van lymfeklieren via een kijkoperatie

CHIRURGIE. Haarnestcyste BEHANDELING

Dialyse shunt. Dialyse

CHIRURGIE. Liesbreukoperatie BEHANDELING

shunt voor hemodialyse

Het sluiten van een PFO

Een inwendige toegang tot de bloedbaan (Shunt)

VAATCHIRURGIE. Urokinasebehandeling BEHANDELING

Steenverwijdering uit de urineleider

Weer naar huis met een shunt

SHUNTS Hemodialyse Shunt

Dialyse shunt Radboud universitair medisch centrum

CODIA. Aanprikken en controleren van een shunt. Codia Waterland. Dialysecentrum voor de regio Waterland

Toegang tot de bloedbaan - shunt

UROLOGIE. JJ-katheter BEHANDELING

Verwijdering blaastumor via de plasbuis

Correctie van afstaande oren

CODIA. Aanleggen van een shunt. Codia Waterland. Dialysecentrum voor de regio Waterland

Plaatsing van een stent

Cardiologie. Het sluiten van een PFO

Operatie verwijde buikslagader

Shunt voorbereiding en aanleg

Toegang tot de bloedbaan voor hemodialyse

Een shunt. Toegang tot de bloedbaan

H De Shunt

Standsafwijking van de grote teen

Saunder s plastiek en Argonplasma

Shuntoperatie. Shuntoperatie

Laparoscopische verwijdering van de nier (kijkoperatie)

ST. ANTONIUS SPATADERCENTRUM. Spataderoperatie BEHANDELING

Onderzoek van de stembanden

Totale Parenterale Voeding (TPV) via een shunt

Chirurgie/Urologie. Circumcisie (besnijdenis) bij volwassenen

Operatie aan de voorhuid bij uw kind

CHIRURGIE. Etalagebenen

Behandeling bij afwijking in de borst Dagopname

Cardiologie. Dotteren van de halsslagader met stentplaatsing

Een onderhuidse verbinding tussen slagader en ader

RADIOLOGIE. Punctie ONDERZOEK

ANESTHESIOLOGIE. Bloedpatch. Na een ruggenprik BEHANDELING

Het sluiten van een ASD

Behandeling van een hamerteen (dagopname)

De shunt. Voorlichting over shunt en shuntcontrole

Shuntoperatie. Afdeling dialyse

Shunt - Heterologe shunt (shunt van kunststof)

Cardiologie. Dotterbehandeling

Shunt - Autologe shunt (shunt van het eigen bloedvat)

Shunt - Heterologe shunt (shunt van kunststof)

Cardiologie. Hartkatheterisatie

Dialysekatheter Radboud universitair medisch centrum

PIJNBESTRIJDING. Caudale blokkade BEHANDELING

Verwijdering van een deel van de nier via een kijkoperatie met de da Vinci-robot

Niet ingedaalde balletjes

PLASTISCHE CHIRURGIE. Borstreconstructie BEHANDELING

Laserbehandeling van de luchtwegen

Percutane mitralisklep clipping

Cardiologie. Pericardpunctie

LONGGENEESKUNDE VATS BEHANDELING

RF-blokkade van het ganglion sfenopalatinum

Een shunt Dialysecentrum locatie Alkmaar.

Oorcorrectie bij kinderen Dagopname

PIJNBESTRIJDING. RF-discusbehandeling BEHANDELING

UROLOGIE. Bevriezen van een niertumor DRUKPROEF. Cryotherapie BEHANDELING

INTERNE GENEESKUNDE. Dorstproef ONDERZOEK

Dialyse shunt. Dialyse. te vinden in de JBZ Zorgapp. Deze informatie is ook.

De verzorging van de shunt. Afdeling Dialyse

Borstfoto s na injectie met een radioactieve stof

Speekselklieroperatie

Locale infiltratie met corticosteroïden

RADIOLOGIE. XperGuide. Punctie of biopsie met 3-D beeldvorming ONDERZOEK

TRH-test bij kinderen

Shunt - Autologe shunt (shunt van het eigen bloedvat)

Predialyse Informatie over chronische nierschade en de keuzemogelijkheden van behandeling

EEG na slaapdeprivatie

Verwijderen van de sternumdraden

Shunt; aanleggen en controleren

Behandeling door de kaakchirurg

Behandeling met Iloprost

Scan van de nieren na injectie met radioactieve stof

CHIRURGIE/PLASTISCHE CHIRURGIE. Haperende vinger BEHANDELING

Behandeling met Iloprost (Ilomedine )

Operatie bij een vernauwde of afgesloten beenslagader

Transcriptie:

DIALYSE Effectieve dialyse met een shunt BEHANDELING

Effectieve dialyse met een shunt U begint binnenkort met hemodialyse of u bent daar al mee begonnen. In deze folder leest u hoe het dialyseren effectiever wordt gemaakt door het aanleggen van een shunt. Een shunt is een verbinding tussen een ader en een slagader. Om deze aan te leggen zal de vaatchirurg u opereren. Effectieve dialyse Bij een gezond persoon werken de nieren 24 uur per dag, zeven dagen per week. Wanneer de nieren dit onvoldoende kunnen, moet er gedialyseerd worden. Dit kan niet 24 uur per dag, maar gebeurt meestal drie keer in de week, vier uur lang. Het bloed moet in deze twaalf uur zo effectief mogelijk gezuiverd worden. Daarom is een goede toegang tot de bloedbaan nodig. Deze moet: een goede bloedflow geven (dat is de hoeveelheid bloed die uit uw lichaam wordt gepompt en gezuiverd wordt teruggegeven); goed bereikbaar zijn; goed aanprikbaar zijn; voor langere tijd te gebruiken zijn. Een shunt maakt een goede toegang tot de bloedbaan mogelijk. Soorten shunts Er zijn twee soorten shunts te onderscheiden: de shunt met de eigen ader en slagader en de kunstmatige shunt met een vaatprothese. Shunt met eigen ader en slagader Hierbij hecht de arts een ader in uw pols of elleboog rechtstreeks aan een slagader. Doordat de bloeddruk in de slagader veel hoger is dan in de ader, stroomt er direct na de operatie tien keer zoveel bloed door de afvoerende ader. In de weken erna nemen de bloedstroom en bloeddruk in de ader nog verder toe. Het gevolg is dat de ader veel wijder wordt en goed aanprikbaar wordt voor de dialyse. Deze ontwikkelingsperiode duurt ongeveer zes weken en heet rijping. Als de shunt eenmaal gerijpt is, is deze vaak lang bruikbaar voor dialyse. Kunstmatige shunt met vaatprothese De tweede variant is de kunststof vaatprothese oftewel een kunststof ader. Die hecht de arts onder uw huid in tussen de slagader en ader in de elleboog. Deze optie wordt vaak gebruikt als uw eigen bloedvaten in de arm te smal zijn of vernauwingen hebben. Het voordeel van de kunststof shunt is dat deze al binnen twee weken aangeprikt en gebruikt kan worden voor dialyse. Bovendien heeft de kunststof shunt een zeer grote bloedstroom, wat een efficiënte 1

hemodialyse mogelijk maakt. Het nadeel is dat er vernauwingen kunnen ontstaan op de aanhechtingsplaats van de (slag)ader. Daardoor gaat de kunststof shunt minder lang mee dan de lichaamseigen shunt. Na aanleg van de kunststof shunt moet u bovendien bloedverdunners gaan gebruiken. Echo-onderzoek De voorkeur gaat uit naar een shunt met de eigen slagader en ader. Deze geeft minder kans op infectie en trombose (stolling van het bloed) dan een kunststof shunt. Om te kunnen beoordelen of uw (slag)aders daar geschikt voor zijn, ondergaat u een echo-onderzoek (Duplex genoemd). Daarbij worden uw (slag)aders met behulp van geluidsgolven zichtbaar gemaakt op een scherm. Dit doet absoluut geen pijn en is ongevaarlijk. Na het echo-onderzoek bespreekt de vaatchirurg met u welk type shunt hij zal aanleggen. Als dat mogelijk is, legt hij de shunt aan in de arm die u het minste gebruikt, zodat u tijdens het dialyseren en later nog van alles kunt doen. Als u rechtshandig bent, krijgt u de shunt dus in uw linkerarm. Uit deze shunt -arm mag voor en ook na de operatie geen bloed worden afgenomen en bloeddruk worden gemeten. Na dit bezoek komt u op de operatielijst en bezoekt u de anesthesioloog, meestal in aansluiting op dit bezoek van de chirurg. Houd dus tijd hiervoor vrij. Voorbereidende gesprekken Voorafgaand aan uw opname krijgt u voorbereidende gesprekken met de vaatchirurg, de anesthesioloog of anesthesiemedewerker en de intakeverpleegkundige. Hieronder leest u wat tijdens deze gesprekken zoal aan de orde komt. Gesprek met de vaatchirurg. Tijdens het eerste polikliniekbezoek geeft de vaatchirurg u informatie die toegespitst is op uw individuele situatie. Daarbij komen de volgende onderwerpen aan de orde: de behandeling de operatie het verwachte resultaat mogelijke complicaties eventueel stoppen/doorgebruiken medicatie uw toestemming voor de operatie eventueel noodzakelijke bloedonderzoeken Gesprek met de anesthesioloog of anesthesiemedewerker In uw gesprek met de anesthesioloog krijgt u informatie over: de verdoving (anesthesie) tijdens de operatie de wijze van anesthesie voor- en nadelen bijwerkingen risico s en complicaties pijnbestrijding de inname van uw huidige medicatie op de dag van de operatie 2

eventuele doorverwijzing naar een andere specialist (cardioloog of longarts) Gesprek met de intakeverpleegkundige Tijdens de verpleegkundige intake komen de volgende zaken aan de orde: het verpleegkundige opnamegesprek globale gang van zaken tijdens de opname op de verpleegafdeling opnameduur en inventarisatie van uw thuissituatie, benodigde hulpmiddelen en/of aanpassingen thuis (checklist). Voor de operatie Wachtlijst Hoe lang u moet wachten voordat u wordt opgeroepen voor de ingreep, hangt af van de mogelijkheden van het ziekenhuis, maar ook van de medische noodzaak. De internist-nefroloog (nierarts) en de vaatchirurg hebben hierover wekelijks overleg. In dit overleg stellen zij ook vast wanneer zij u voor de operatie aanmelden. Het komt helaas een enkele keer voor dat de operatie op het laatste moment moet worden uitgesteld vanwege bijvoorbeeld een spoedgeval. Wij zijn ons ervan bewust dat dit heel vervelend is en streven ernaar dat dit zo min mogelijk voorkomt. Opname op de verpleegafdeling Op de dag van de operatie wordt u in het ziekenhuis verwacht. Het kan zijn dat de vaatchirurg en nefroloog u al een dag voor de operatie in het ziekenhuis willen opnemen. Uiteraard wordt dit vooraf met u besproken. Eten en drinken Op de dag dat u geopereerd wordt, mag u vanaf 24.00 uur daarvóór niet meer eten. U mag tot 6 uren voor de operatie nog wel helder vloeibare dranken hebben (water, thee met of zonder suiker, zwarte koffie met of zonder suiker, bouillon, appelsap, druivensap en limonadesiroop). Als u al dialysepatiënt bent, dan maakt de nefroloog met de Dialyse afspraken over uw verdere behandeling. Deze bespreekt de nefroloog van tevoren met u. Wat neemt u mee? Als u naar het ziekenhuis komt, neemt u dan de volgende zaken mee: nachtkleding (bijvoorbeeld een pyjama) ondergoed kamerjas pantoffels toiletartikelen (tandenborstel, tandpasta) eventueel een gebittenbakje Vergeet ook niet de medicijnen die u thuis gebruikt mee te nemen. De vaatchirurg kan dan met u afspreken welke medicijnen u kunt blijven gebruiken en welke niet. Laat kostbare spullen bij voorkeur thuis. In het ziekenhuis Op het afgesproken tijdstip meldt u zich op de afgesproken afdeling. Daar vangt een verpleegkundige u op. Voorbereidingen op de operatie Op de dag van opname vinden nog wat onderzoeken plaats. Er wordt bloed bij u afgenomen voor laboratoriumonderzoek. 3

Mogelijk zal de co-assistent (dat is iemand die in opleiding is voor arts) u lichamelijk onderzoeken en een aantal vragen aan u stellen. De verpleegkundige heeft nog een voorbereidend gesprek met u waarin zij een aantal gegevens met u doorneemt. U kunt ook vragen stellen. Voordat u naar de operatiekamer gaat, wordt u gereed gemaakt voor de ingreep. Van de verpleging krijgt u speciale operatiekleding. Uw sieraden, prothesen en make-up moet u afnemen. De vaatchirurg tekent uw arm af waaraan u wordt geopereerd. Dit gebeurt op de verpleegafdeling, of op de operatiekamer. De operatie De verpleegkundige brengt u vlak voor de operatie naar de operatieruimte. Daar ontmoet u de anesthesioloog (de verdovingsarts). Voor de operatie brengt hij u in slaap (algehele narcose) of krijgt u plaatselijke verdoving met een prik in de oksel. De anesthesioloog bespreekt dit van tevoren met u. De operatie duurt ongeveer 45 minuten. U mag als het kan tijdens de operatie de chirurg vragen om uitleg, maar leid hem niet te veel af: het is een secuur werkje. u een paar uur later in uw bed teruggereden naar de verpleegafdeling. U hebt een infuus gekregen in de arm waaraan u niet bent geopereerd. Een infuus is een dun slangetje dat in een bloedvat is geschoven. Door dit slangetje krijgt u vocht en voedingsstoffen in uw bloed toegediend. Mogelijke complicaties Iedere operatie brengt bepaalde risico s met zich mee. Om de kans hierop te verkleinen, bent u voor de operatie onderzocht. Complicaties die kunnen optreden zijn: wondinfectie; trombose (stolling van het bloed); longembolie (een bloedstolsel in de longvaten). Dit is echter zeer zeldzaam; nabloedingen door een lekkage van de geopereerde bloedvaten. Een nieuwe operatie is dan noodzakelijk. Dit komt gelukkig niet vaak voor; een doof gevoel rondom het litteken. Dit komt soms voor en herstelt meestal na een paar weken; een longontsteking of een hartinfarct. Deze komen na een operatie wat vaker voor dan normaal. Daarom moet u ook eerst goedgekeurd worden door de anesthesioloog die het operatierisico kan bepalen en zijn maatregelen kan nemen. Na de operatie Na de operatie wordt u wakker op de uitslaapkamer (ook wel recovery genoemd). Als het goed met u gaat, wordt 4

Ontslag en nazorg Naar huis Als de operatie goed is verlopen, mag u weer naar huis. Dat is meestal de eerste dag na de operatie en soms de operatiedag zelf. Voordat u het ziekenhuis verlaat, hebt u nog een gesprek met een verpleegkundige. U krijgt dan richtlijnen (leefregels) mee voor als u weer thuis bent. Ook horen wij graag van u hoe u de opname hebt ervaren. De verpleegkundige geeft u een aantal zaken mee: als u tijdens de opname start met nieuwe medicatie, krijgt u hier een recept van mee. eventueel een afspraak om de hechtingen te laten verwijderen bij de huisarts. Anders gebeurt dit bij de nefroloog of op de dialyseafdeling; de medicijnen die u hebt meegenomen toen u werd opgenomen. We sturen elektronisch een brief met uw opnamegegevens naar uw huisarts. krab korstjes op de shuntarm niet weg; vermijd extreme warmte of kou; laat uw bloeddruk niet aan uw shuntarm meten; laat geen bloed afnemen uit de shuntarm, behalve voor het aansluiten van de dialyse; overleg met uw arts of verpleegkundige over welke sporten zijn toegestaan. De shunt controleren Controle door uzelf Een shunt is aangelegd en is dus geen natuurlijke verbinding. Het is belangrijk dat hij goed blijft functioneren. Helaas zijn er vele mogelijkheden te bedenken waardoor de shunt minder lang meekan of minder goed functioneert. Wij raden u aan zelf uw shunt in de gaten te houden. U leert hem dan goed kennen, waardoor u veranderingen snel kunt opmerken. Veranderingen van de shunt kunnen erop wijzen dat de shunt niet goed functioneert. De leefregels De shunt is van groot belang bij de dialysebehandeling. Het is daarom belangrijk dat deze zo lang mogelijk en zo goed mogelijk blijft functioneren. U kunt hieraan bijdragen door zich aan de volgende leefregels te houden: ga niet op de shuntarm liggen; knel de shuntarm niet af, dus draag geen horloge, armbanden of knellende kleding aan de shuntarm; draag geen zware tassen en dergelijke aan de shuntarm; Controleer uw shunt elke dag goed! Om de shunt goed in de gaten te houden kunt u kijken, voelen en luisteren. 5

Kijken Veranderingen die u aan de shunt kunt zien, zijn: roodheid of verkleuring van uw huid; kijk of u koorts hebt en neem contact op met de dialyseafdeling. uitslag of schilfers op uw huid; slechte wondgenezing van prikgaatjes en andere wondjes op de shuntarm. Druk de prikgaatjes in dat geval dicht. Houdt het bloeden na een uur niet op, neem dan contact op met de dialyseafdeling. zwelling; kijk of u koorts hebt en neem dan contact op met de dialyseafdeling. Voelen Veranderingen die u aan de shunt kunt voelen, zijn: pijnlijke of harde shunt; gevoelloze koude of blauwe vingers; de trilling in de shunt is niet goed meer voelbaar of is gaan kloppen. Luisteren (met of zonder stethoscoop): Veranderingen die u aan de shunt kunt horen, zijn: een zachter geluid; een harder geluid; het geluid krijgt een andere toonhoogte; u hoort geen geluid meer. Controle door de verpleegkundige Ook de dialyseverpleegkundige controleert uw shunt bij iedere dialyse door te kijken, luisteren en te voelen. Regelmatig meet zij de bloedstroom in de shunt. Hierdoor kan zij een vernauwing in een vroeg stadium constateren. Wanneer er afwijkingen aan de shunt worden gevonden, kunnen een Duplex-onderzoek of angiogram (vaatonderzoek op de röntgenafdeling) nodig zijn. Echo-onderzoek (Duplex) Een Duplex-onderzoek is een echoonderzoek naar de bloedvaten. Door middel van ultrasone geluidsgolven vormt zich een beeld op een scherm. Uit dit beeld kan de arts afleiden hoe het is gesteld met de vaatwand en de snelheid waarmee het bloed er doorheen stroomt. Om de geluidsgolven goed te kunnen geleiden, krijgt u een koude gel op uw huid. Het onderzoek duurt ongeveer 45 minuten. Angiogram Bij een angiogram worden uw vaten zichtbaar gemaakt op een serie röntgenfoto s door er zogenaamde contrastvloeistof in te spuiten. Als u veranderingen opmerkt aan uw shunt, neem dan zo snel mogelijk contact op met de dialyseafdeling. Als u nog niet dialyseert, kunt u bij problemen contact opnemen met de poli Vaatchirurgie. Zie voor telefoonnummers het grijze adreskader achterin deze folder. Als u overgevoelig of allergisch bent voor contrastvloeistof, vertel dit dan voor het onderzoek aan de laborant! 6

Door de contrastvloeistof kan de arts zien of en waar er vernauwingen in de shunt zitten. De contrastvloeistof kan soms vanuit de shunt zelf worden toegediend. Als dat niet mogelijk is, krijgt u de contrastvloeistof via uw lies toegediend. Uw lies wordt dan plaatselijk verdoofd. Mogelijk kan de vernauwing meteen worden behandeld door de vernauwde ader te verwijden met een ballonnetje (dit heet dotteren, zie de volgende paragraaf). Behandeling van complicaties Het kan zijn dat uw complicaties behandeld moeten worden. De volgende behandelingen zijn mogelijk. Dotteren Wanneer een vernauwing in een vat is geconstateerd, is het vaak noodzakelijk deze op te heffen. Dit gebeurt met een dotterprocedure. De vernauwing wordt opgeheven door met een ballonnetje het vat wat op te rekken. Dit ballonnetje zit vast aan een katheter die de arts via de shunt naar de vernauwing heeft geschoven. Soms is het noodzakelijk te dotteren via de lies. Deze wordt dan plaatselijk verdoofd. De behandeling kan pijnlijk zijn. Na de ingreep wordt uw lies of hals 15 minuten afgedrukt en verbonden. Dotteren gebeurt meestal poliklinisch op de röntgenafdeling. Het kan zijn dat u een nachtje wordt opgenomen. Operatie Wanneer de vernauwing zo ernstig is dat een dotterprocedure niet meer voldoet, dan kan een operatie nodig zijn. U wordt daarvoor opgenomen in het ziekenhuis. Tijdens de operatie wordt de vernauwing in de shunt opgeheven. Als dit niet meer mogelijk blijkt, dan legt de arts een andere shunt aan. Dat doet hij in een andere operatie. Dialysekatheter Als de shunt nog moet rijpen of als er problemen zijn met de shunt, dan krijgt u tijdelijk een dialysekatheter. Een dialysekatheter is een dun buisje in een bloedvat. Deze katheter dient als tijdelijke toegang tot de bloedbaan. Als de katheter voor ongeveer een week wordt gebruikt, dan plaatst de arts de katheter in uw lies. Is de katheter voor langere tijd nodig, dan plaatst de arts hem waarschijnlijk in uw hals. Het inbrengen van de katheter gebeurt onder plaatselijke verdoving. Om te controleren of de katheter op zijn plaats zit, wordt er een röntgenfoto gemaakt van uw borstkas. Na elk gebruik van de katheter, wordt deze gevuld met citraat. Citraat voorkomt dat het bloed in de katheter gaat stollen. Risico op infectie De katheter geeft een risico op infectie. De dialyseverpleegkundige houdt daarom bij iedere dialyse samen met u de insteekopening in de gaten. Om het infectierisico zo klein mogelijk te houden, wordt de katheter steriel verbonden. Het is belangrijk dat u zelf controleert dat de katheter 7

verbonden blijft. Ook moet u erop letten dat de katheter en de pleister niet nat worden. Complicaties De dialysekatheter kan complicaties geven, zoals: nabloeden uit de prikgaatjes van de hechtingen of de insteekopening. Neem een steriel gaasje en druk hiermee de gaatjes dicht. Neem vervolgens contact op met de dialyseafdeling. de hechtingen raken los. Neem contact op met de dialyseafdeling; de katheter valt uit het bloedvat. Druk de insteekopening goed dicht met een steriel gaasje en neem contact op met de dialyseafdeling. u krijgt koorts, koude rillingen of pijn aan de prikplaats. Neem dan uw temperatuur op en bel de dialyseafdeling. Neem ook contact op met de dialyseafdeling bij: problemen koorts die u niet kunt verklaren twijfel doe het een paar dagen rustig aan als de katheter in uw lies is geplaatst. Loop alleen korte stukjes en trek met traplopen steeds uw aangeprikte been bij. de katheter steekt een stukje uit uw huid. Dit stukje moet goed vastzitten, zodat u er niet achter blijft haken. zolang u de katheter in hebt, mag u niet zwemmen; ook douchen met een katheter raden wij af. In sommige gevallen kan het echter wel. De dialyseverpleegkundige kan u hierover informeren. geen zware dingen tillen; niet of met mate sporten; seksueel contact is toegestaan, maar wees voorzichtig. Tot slot Hebt u na het lezen van deze folder nog vragen, stel deze dan gerust aan uw behandelend arts of verpleegkundige. Wij wensen u een voorspoedig herstel toe, Medewerkers St. Antonius Ziekenhuis De dialyseafdeling is bereikbaar op maandag t/m zaterdag van 07.30 uur tot 21.30 uur. Buiten deze tijden kunt u terecht bij de Spoedeisende Hulp. Leefregels Om de kans op complicaties van de katheter zoveel mogelijk te voorkomen, is een goede persoonlijke hygiëne van groot belang. Houdt u zich bovendien aan de volgende leefregels: 8

St. Antonius Ziekenhuis Telefoon 088-320 30 00 voorlichting@antoniusziekenhuis.nl www.antoniusziekenhuis.nl Spoedeisende Hulp 088-320 33 00 Dialyseafdeling 088-320 59 00 Vaatchirurgie 088-320 26 00 Locaties St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein Koekoekslaan 1 Utrecht Oudenrijn Van Heuven Goedhartlaan 1 Utrecht Overvecht Paranadreef 2 Kaakchirurgie Utrecht-De Meern Van Lawick van Pabstlaan 12 De Meern Utrecht Vleuterweide Utrechtse Heuvelrug 130-132 Vleuten Houten Hollandsspoor 5 9

St. Antonius Ziekenhuis T 088-320 30 00 E patienteninformatie@antoniusziekenhuis.nl www.antoniusziekenhuis.nl Spoedeisende Hulp 088-320 33 00 Dialyse 088-320 59 00 Vaatchirurgie 088-320 26 00 Locaties en bezoekadressen Ziekenhuizen St. Antonius Ziekenhuis Utrecht Soestwetering 1, Utrecht (Leidsche Rijn) Poliklinieken St. Antonius Polikliniek Utrecht Overvecht Neckardreef 6, Utrecht St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein Koekoekslaan 1, Nieuwegein St. Antonius Polikliniek Houten Hofspoor 2, Houten St. Antonius Spatadercentrum Utrecht-De Meern Van Lawick van Pabstlaan 12, De Meern 10

Meer weten? Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl Dit is een uitgave van St. Antonius Ziekenhuis VCH 18/04-13