De Vlaamse Aanmoedigingspremies De maatregel De wettelijke basis voor de aanmoedigingspremies zijn een reeks maatregelen van de Vlaamse regering van rond de eeuwwende. De premies vormen een aanvulling op de federale onderbrekingsuitkeringen voor tijdskrediet en loopbaanonderbreking. De voorwaarden om in aanmerking te komen, de bedragen en de termijnen van de Vlaamse premies zijn verschillend naargelang de sector waarin de aanvrager werkt : de openbare, de privé of de social profit. Eén van de Vlaamse premies, die voor werknemers uit ondernemingen in moeilijkheden werd van in het voorjaar 2009 tot eind 2010 omgevormd tot een "Overbruggingspremie". Aangezien die nu onder deze vorm niet meer bestaat laten we hem buiten beschouwing. Informatie over voorwaarden en aanvraagprocedures is te vinden op http://www.werk.be/online-diensten/aanmoedigingspremies Begunstigden en bestedingen Aangezien de Vlaamse premies geënt worden op de federale uitkeringen is een zicht op het gebruik daarvan niet zonder belang. Tussen 2000 en 2014 is het aantal werknemers woonachtig in het Vlaams Gewest die hun arbeidstijd aanpassen met steun van de RVA gestegen van 68 000 naar 196 000. De bestedingen in 2014 van de RVA in het Vlaams Gewest bedroegen 592 mio. De Vlaamse regering heeft daar 53 mio aan toegevoegd voor aanmoedigingspremies voor een deel van de federale steunontvangers. Tabel 1 toont de verschillende vormen van federale steun : Tabel 1 : Werknemers die hun arbeidstijd aanpassen met steun van de RVA, naar type steun en sekse (2014, Vlaams Gewest) Type (1) 745 24.6 2276 75.4 3021 100 (2) 11855 26.9 32180 73.1 44035 100 (3) 16267 30.6 36836 69.4 53103 100 (4) 909 24.4 2814 75.6 3723 100 (5) 35531 38.2 57508 61.8 93039 100 Totaal* 65307 33.2 131614 66.8 196921 100 Type : (1) Volledige loopbaanonderbreking (2) Loopbaanonderbreking met verminderde prestaties (3) Loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof, medische bijstand, palliatieve zorgen (4) Tijdskrediet met volledige onderbreking (5) Tijdskrediet met vermindering van prestaties * De aantallen zijn jaargemiddelden, gebaseerd op betalingen aan personen (dus niet noodzakelijk unieke personen) en bevatten dubbeltellingen wanneer eenzelfde persoon van meerdere types steun gebruik maakt. Bron: RVA Statistieken. Op de RVA-website http://www.rva.be/nl/i-de-gerechtigden-van-de-rva kan men regionale statistieken opvragen over de afzonderlijke premies. 1
Miljoenen Figuur 1 : De uitgaven ( ) voor de Vlaamse premies (2002-2014) 60 50 40 30 20 10 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 Openbare Sector Privé Sector Social Profit totaal Tussen 2002 en 2014 zijn de totale uitgaven voor de Vlaamse premies meer dan verdubbeld (van ongeveer 20 mio naar 53 mio). Waar de ontwikkeling van de uitgaven in de privé en de openbare sector een eerder vlak verloop kent, was er voor de social profit een doorlopende stijging waar vanaf 2014 een einde aan lijkt te komen. De premie landingsbanen in de social profit speelt daarin een belangrijke rol en die verschilt van de andere door de veel langere looptijd waardoor de uitgaven gedurende meerdere jaren worden belast. In 2014 waren de uitgaven voor de social profit bijna even groot als die voor de beide andere sectoren samen. De volgende tabel geeft de globale resultaten van de goedgekeurde premies gedurende 2013 en 2014. De analyse-eenheid is de persoon. Eenzelfde persoon kan in elke periode meerdere premies gekregen hebben. Indien het gaat om premies van hetzelfde type (vaak zijn dit goedkeuringen voor verlengingen) dan is de persoon maar één keer geteld. Gaat het om goedkeuringen voor verschillende types, dan wordt de persoon voor elk type geteld. Daarom is de som van de aantallen voor alle types binnen bv. de openbare sector hoger dan het totaal voor de openbare sector (sommigen kregen verschillende types premies binnen eenzelfde sector toegekend), en is de som van de totalen voor de drie sectoren iets hoger dan het vermelde algemeen totaal (38 personen komen immers in meer dan één sector voor). 2
Tabel 2 : Aanmoedigingspremies in het Vlaams Gewest : Personen met een aanvraag die werd goedgekeurd in 2013 of 2014 Personen 2013 2014 Aantal % Aantal % Openbare sector Gewone loopbaanonderbreking 8184 16.4 8760 16.0 Loopbaanonderbreking medische bijstand 3247 6.5 4124 7.6 Loopbaanonderbreking ouderschap 9939 19.9 10595 19.4 Loopbaanonderbreking palliatief 163 0.3 173 0.3 Totaal Openbare sector 20675 41.5 22812 41.8 Private sector Opleidingskrediet 261 0.5 275 0.5 Zorgkrediet medische bijstand 4463 9.0 5436 10.0 Zorgkrediet ouderschap 19352 38.8 20377 37.3 Zorgkrediet palliatief 335 0.7 380 0.7 Zorgkrediet kinderen 366 0.7 360 0.7 Zorgkrediet ouder 22 0.0 24 0.0 Zorgkrediet ziek familielid 23 0.0 33 0.0 Onderneming in moeilijkheden 3 0.0 - - Totaal Private sector 24502 49.2 26524 48.6 Social Profit Opleidingskrediet 109 0.2 122 0.2 Zorgkrediet medische bijstand 767 1.5 890 1.6 Zorgkrediet ouderschap 3286 6.6 3493 6.4 Zorgkrediet palliatief 73 0.1 91 0.2 Landingsbaan 363 0.7 623 1.1 Loopbaankrediet 196 0.4 233 0.4 Onderneming in moeilijkheden - - Totaal Social Profit 4697 9.4 5310 9.7 Algemeen Totaal 49852 100 54608 100 In 2014 zijn bijna de helft van de premieontvangers werkzaam in de private (profit) sector, vier op de tien werkt bij de overheid en bijna één op de tien in de social profit. Ten opzicht van 2013 is er weinig veranderd aan deze verhouding maar er zijn in 2014 wel bijna 10% meer personen met goedgekeurde aanvragen. Wat de aparte premies betreft is het meest opvallend dat het aantal goedgekeurde aanvragen voor landingsbanen nu weer op het niveau van 2012 ligt (toen 686). 3
De verschillende soorten premies kunnen gegroepeerd worden in enkele hoofdcategorieën (tabel 3). Premies i.v.m. zorg vormen verreweg de grootste groep, de gewone loopbaanonderbreking vormt de tweede grote categorie. Slechts weinig personen krijgen een premie enkel voor opleiding, maar het volgen van opleidingen wordt ook wel gecombineerd met een gewone loopbaanonderbreking of met een zorgkrediet. Het aantal personen met een landingsbaan is in verhouding laag maar dit zijn wel premies die een veel langere looptijd kunnen hebben dan de andere. Tabel 3 : Personen die in de loop van 2014 een aanmoedigingspremie goedgekeurd kregen naar sekse en hoofdtype van premie. Loopbaanonderbreking* 1952 21.7 7041 78.3 8993 100 Zorg** 13208 29.1 32191 70.9 45399 100 Opleiding*** 72 18.1 325 81.9 397 100 Landingsbaan 235 37.7 388 62.3 623 100 Alle types samen (= alle aparte personen) 15382 28.2 39226 71.8 54608 100 * Gewone loopbaanonderbreking in de openbare sector + loopbaankrediet in de social profit ** Alle vormen van premies voor loopbaanonderbreking of zorgkrediet voor medische bijstand, ouderschap, palliatief, kinderen, ouder, ziek familielid, in de drie sectoren *** Opleidingskrediet in de privé en opleidingskrediet social profit (niet inbegrepen zijn gewone loopbaanonderbreking met opleiding of vormen van zorgkrediet met opleiding) Bijna drie vierde van alle premieontvangers zijn vrouwen. Bijna de helft van alle premieontvangers bevindt zich in de leeftijdscategorie 30-39, de andere helft is nogal gelijkmatig verdeeld over de andere leeftijdscategorieën (tabel 4). Tabel 4 : Personen die in de loop van 2014 een aanmoedigingspremie goedgekeurd kregen naar leeftijd en sekse. Leeftijd <30 912 5.9 7011 17.9 7923 14.5 30-39 6347 41.3 19527 49.8 25874 47.4 40-49 4049 26.3 5842 14.9 9891 18.1 50+ 4074 26.5 6846 17.5 10920 20.0 Totaal 15382 100 39226 100 54608 100 15382 28.2 39226 71.8 54608 4
Overzicht van alle premietypes naar sector, leeftijd en sekse Tabel 5 : Personen die in de loop van 2014 een aanmoedigingspremie goedgekeurd kregen naar leeftijd geslacht, sector en deeltype van premie. Openbare sector Gewone loopbaanonderbreking <30 66 3.4 484 7.1 550 6.3 30-39 264 13.8 2383 34.8 2647 30.2 40-49 269 14.0 1404 20.5 1673 19.1 50+ 1319 68.8 2571 37.6 3890 44.4 Totaal 1918 100 6842 100 8760 100 Loopbaanonderbreking medische bijstand <30 12 1.2 103 3.3 115 2.8 30-39 82 8.5 496 15.7 578 14.0 40-49 206 21.3 628 19.9 834 20.2 50+ 666 68.9 1931 61.1 2597 63.0 Totaal 966 100 3158 100 4124 100 Loopbaanonderbreking - ouderschap <30 117 5.0 1477 17.8 1594 15.0 30-39 1349 58.2 5810 70.2 7159 67.6 40-49 760 32.8 951 11.5 1711 16.1 50+ 91 3.9 40 0.5 131 1.2 Totaal 2317 100 8278 100 10595 100 Loopbaanonderbreking - palliatief <30 1 2.4 4 3.0 5 2.9 30-39 7 17.1 28 21.2 35 20.2 40-49 13 31.7 37 28.0 50 28.9 50+ 20 48.8 63 47.7 83 48.0 Totaal 41 100 132 100 173 100 (vervolgt ) 5
Private sector Opleidingskrediet <30 29 46.0 71 33.5 100 36.4 30-39 26 41.3 91 42.9 117 42.5 40-49 6 9.5 45 21.2 51 18.5 50+ 2 3.2 5 2.4 7 2.5 Totaal 63 100 212 100 275 100 Zorgkrediet medische bijstand <30 70 3.0 182 5.9 252 4.6 30-39 266 11.3 525 17.0 791 14.6 40-49 589 25.1 892 28.9 1481 27.2 50+ 1425 60.6 1487 48.2 2912 53.6 Totaal 2350 100 3086 100 5436 100 Zorgkrediet ouderschap <30 564 8.1 3837 28.5 4401 21.6 30-39 4044 58.3 8303 61.8 12347 60.6 40-49 2045 29.5 1256 9.3 3301 16.2 50+ 280 4.0 48 0.4 328 1.6 Totaal 6933 100 13444 100 20377 100 Zorgkrediet palliatief <30 10 8.0 14 5.5 24 6.3 30-39 29 23.2 38 14.9 67 17.6 40-49 45 36.0 99 38.8 144 37.9 50+ 41 32.8 104 40.8 145 38.2 Totaal 125 100 255 100 380 100 Zorgkrediet kinderen <30 1 4.8 99 29.2 100 27.8 30-39 12 57.1 207 61.1 219 60.8 40-49 6 28.6 33 9.7 39 10.8 50+ 2 9.5 0 0.0 2 0.6 Totaal 21 100 339 100 360 100 Zorgkrediet ouders <30 0 0 0 30-39 0 1 1 40-49 0 3 3 50+ 5 15 20 Totaal 5 19 24 Zorgkrediet ziek familielid <30 1 0 1 30-39 0 7 7 40-49 2 10 12 50+ 4 9 13 Totaal 7 26 33 (vervolgt) 6
Social Profit Opleidingskrediet <30 0 27 23.9 27 22.1 30-39 7 55 48.7 62 50.8 40-49 0 28 24.8 28 23.0 50+ 2 3 2.7 5 4.1 Totaal 9 113 100 122 100 Zorgkrediet medische bijstand <30 6 7.2 82 10.2 88 9.9 30-39 12 14.5 171 21.2 183 20.6 40-49 25 30.1 248 30.7 273 30.7 50+ 40 48.2 306 37.9 346 38.9 Totaal 83 100 807 100 890 100 Zorgkrediet ouderschap <30 39 8.4 790 26.1 829 23.7 30-39 289 62.6 1928 63.6 2217 63.5 40-49 116 25.1 300 9.9 416 11.9 50+ 18 3.9 13 0.4 31 0.9 Totaal 462 100 3031 100 3493 100 Zorgkrediet palliatief <30 1 5 6 6.6 30-39 3 17 20 22.0 40-49 5 26 31 34.1 50+ 2 32 34 37.4 Totaal 11 80 91 100 Landingsbaan 50+ 235 37.7 388 62.3 623 100 Loopbaankrediet <30 4 11.8 23 11.6 27 11.6 30-39 11 32.4 117 58.8 128 54.9 40-49 15 44.1 29 14.6 44 18.9 50+ 4 11.8 30 15.1 34 14.6 Totaal 34 100 199 100 233 100 7