- Primaire arbeidsongeschiktheid: - voor gezinshoofden: 46,67/d - voor niet-gezinshoofden en

SOCIALE KENCIJFERS 2010

Ziekte en invaliditeit SOCIALE UITKERINGEN ZELFSTANDIGEN 1. Uitkeringen - Primaire arbeidsongeschiktheid: - voor gezinshoofden: 46,67/d - voor niet-gezinshoofden en 35,41/d alleenstaanden - voor samenwonende 29,64/d - Invaliditeit zonder stopzetting bedrijf zonder hulp van derden - met gezinslast 46,67/d - zonder gezinslast 35,41/d - samenwonende 29,64/d - Invaliditeit met stopzetting bedrijf - met gezinslast: 48,30/d - zonder gezinslast: 38,65/d - samenwonende 33,14/d - Forfaitaire tegemoetkoming voor hulp van 12,73/d derden - Moederschapsuitkering: - Enkelvoudige bevalling - Meervoudige - Per extra week rust 3005,76 3381,48 375,72 2. Geneeskundige verzorging Voorkeurregeling : - maximum bruto-inkomen: 15.063,45/j - verhoging per persoon ten laste: 2788,65/j 3 Toegelaten inkomsten voor persoon ten laste Statuut met gezinslast: 805,06/maand Statuut alleenstaande (beroepsinkomsten): 1387,49/maand Gezinsbijslagen voor zelfstandigen Kraamgeld 1 ste kind en per kind bij meerlingen 1129,95 2 de kind en volgende kinderen 850,15 Adoptiepremie 1129,95

Gewone kinderbijslag 1 ste kind 78,00 1 2 de kind 154,33 3 de en volgende kinderen 230,42 Kinderbijslag voor wezen 320,40 Schoolpremie kind < 4 jaar op 31/12/2008 25,50 kind tussen 5 en 10 jaar op 54,12 31/12/2009 kind tussen 11 en 16 jaar op 75,77 31/12/2009 kind tussen 17 en 23 jaar op 51,00 2 31/12/2009 Forfaitaire bijslag voor kinderen geplaatst bij en particulier 1 ste kind: 28,46 c volgende kinderen: 55,96 c Kinderbijslag voor kinderen van invalide werknemers 1 ste kind 174,75 2 de kind 180,65 3 de en volgende kinderen - eenoudergezin 251,64 - ander gezin 235,04 Kinderbijslag werkloze rechthebbende 1 ste kind 120,46 2 de kind 180,65 3 de kind en volgende - eenoudergezin - ander gezin 251,64 235,04 Kinderbijslag gepensioneerde rechthebbende 1 ste kind 102,85 2 e kind 180,65 3 e kind en volgende 235,04 Leeftijdstoeslag Leeftijd Toeslag 1 Indien het eerste kind gehandicapt is gelden dezelfde bedragen als voor de werknemer. 2 Dit bedrag is van toepassing vanaf 1 juli 2010. Tot 30 juni 2010 bedraagt de schoolpremie voor kinderen tussen 18 jaar en 24 jaar 50 euro.

6 11 jaar 28,98 12 17 jaar 44,27 > 18 jaar - 1 ste kind dat recht geeft op gewone basisuitkering: - andere gevallen: 48,86 56,29 Opmerking: Voor de zelfstandigen wordt in principe geen leeftijdsbijslag toegekend aan het jongste of enige kind, tenzij dit gehandicapt of een wees is, of kind van een arbeidsongeschikte rechthebbende. Rechten na faillissement, gerechtelijk akkoord of collectieve schuldenvordering Gefailleerde zelfstandigen kunnen bij hun sociaal verzekeringsfonds een uitkering aanvragen en vragen om nog gedurende een jaar in orde te blijven voor de kinderbijslagen en de ziekteverzekering. Dit geldt ook voor zelfstandigen die in een bepaald kwartaal hun beroepsactiviteit hebben stopgezet ingevolge een collectieve schuldenregeling. Voorwaarden - Zelfstandige in hoofdberoep geweest zijn * in het kwartaal van het faillissement * de 3 kwartalen voor het faillissement - Ingevolge het faillissement geen rechten meer hebben in de sociale zekerheid Welke financiële voordelen vrijwaart u - De gefailleerde heeft gedurende 12 maanden recht op een uitkering * 1213,44 als gezinshoofd * 920,62 als alleenstaande - Daarnaast kan hij gedurende 4 kwartalen in orde blijven voor de ziekteverzekering en voor de kinderbijslagen, zonder dat hij hiervoor nog sociale bijdragen hoeft te betalen. Deze gelijkstelling kan enkel bekomen worden als de echtgenoot geen eigen statuut heeft. Eenmalig In de ganse loopbaan kan men 1 keer aanspraak maken op deze voordelen.

Voorlopige bijdrage op een minimuminkomen U betaalt als zelfstandige de eerste drie jaar een voorlopige bijdrage, berekend op een minimuminkomen. Na drie jaar vergelijken we dit minimuminkomen met het werkelijke inkomen (dat ons inmiddels meegedeeld werd door de belastingen). Het verschil tussen deze twee bijdragen moet u dan bijbetalen. Minimumbijdragen voor starters: HOOFDBEROEP Voorlopige bijdrage per kwartaal Bijdragepercentage Tot einde eerste volledig kalenderjaar: Tweede kalenderjaar: Derde kalenderjaar:! 629,33 20,5 %! 644,68 21 %! 660,03 21,5 % BIJBEROEP Voorlopige bijdrage per kwartaal Bijdragepercentage Tot einde eerste volledig kalenderjaar: Tweede kalenderjaar: Derde kalenderjaar:! 69,63 20,5 %! 71,32 21 %! 73,02 21,5 % MEEWERKENDE ECHTGENOOT Voorlopige bijdrage per kwartaal Bijdragepercentage Tot einde eerste volledig kalenderjaar: Tweede kalenderjaar: Derde kalenderjaar:! 276,47 20,5 %! 283,21 21 %! 289,15 21,5 % Bijdrage tabellen voor zelfstandigen 1. Hoofdberoep Inkomen 2007 in! GEVESTIGD HOOFDBEROEP (22% of 14.16% + Adm. Kosten) Definitieve bijdragen vanaf vierde jaar Geherwaardeerd in! (x 1,073467) Kwartaalbijdrage in! Meewerkende Echtgeno(o)t(e) -mini in! 4838,96 5194,46 657,38 24,25

11.015,14 11.824,39 675,38 24,25 12.500,00 13.418,34 766,42 27,52 15.000,00 16.102,01 919,71 33,03 17.500,00 18.785,67 1.072,99 38,53 20.000,00 21.469,34 1.226,28 44,03 22.500,00 24.153,01 1.379,56 49,54 25.000,00 26.836,68 1.532,84 55,04 27.500,00 29.520,34 1.686,13 60,55 30.000,00 32.204,01 1.839,41 66,05 40.000,00 42.938,68 2.452,55 88,07 47.565,46 51.059,94 2.916,42 104,73 50.000,00 59.040,69 3.209,81 115,29 60.000,00 64.408,02 3.407,13 122,40 70.096,42 75.246,19 3.805,57 136,75 2. Bijberoep Inkomen 2007 in! Geherwaardeerd in! (x 1,073467) Kwartaal- Bijdrage in! 1218,65 1308,18 74,72 1500,00 1610,20 91,97 2000,00 2146,93 122,63 2500,00 2683,67 153,28 3000,00 3220,40 183,94 3500,00 3757,13 214,60 4000,00 4293,87 245,26 4500,00 4830,60 275,91 5000,00 5367,34 306,57 5500,00 5904,07 337,23 6000,00 6440,80 367,88 7000,00 7514,27 429,20 8000,00 8587,74 490,51 9000,00 9661,20 551,82 11.015,14 11.824,39 675,38 Gewaarborgd minimumpensioen voor een volledige loopbaan Per maand Jaarbasis Rustpensioen gezin 1159,76 14.561,24 Rustpensioen alleenstaande 875,47 11.047,46 Forfaitair overlevingspensioen 875,47 11.047,46

Begrensd bruto maandloon SOCIALE ZEKERHEID WERKNEMERS Ziekte en invaliditeit Het maandloon dat in aanmerking komt voor de berekening van de ziekte- in invaliditeitsuitkering is begrensd. Dit begrensd maandloon is gelijk aan de dagloongrens!26. Het begrensd maandloon bedraagt dus " 3077,53. Dagloongrens Het bruto-inkomen waarop de ziekte en invaliditeitsuitkeringen worden berekend, is begrensd tot 118,3664 / dag in 6- dagenweek. Uitkeringen werknemers Primaire arbeidsongeschiktheid a) Risico s aangevangen voor 01/01/2005-60% van het brutoloon met als max. daguitkering 68,39-55% (samenwonenden t.e.m 31/12/2008) 62,69 b) Risico s aangevangen tussen 01/01/2005 en 31/12/2006-60% van het brutoloon met als max. daguitkering 69,76-55% (samenwonenden t.e.m. 31/12/2008) 63,95 c) Risico s aangevangen tussen 01/01/2007 en 31/12/2008-60% van het brutoloon met als max. daguitkering 70,46-55% (samenwonenden t.e.m.31/12/2008) 64,58 d) Risico s aangevangen vanaf 01/01/2009-60% van het brutoloon met als max. daguitkering 71,02 e) Minimum uitkering regelmatige werknemer a. met gezinslast 48,30 b. zonder gezinslast alleenstaand 38,65 samenwonende 33,14 f) Uitkeringen bestaansminimum

c. met gezinslast 37,22 d. zonder gezinslast 27,91 De invaliditeitsuitkeringen De invaliditeitsuitkering bedraagt voor de gerechtigden e. met gezinslast: 65% van het gederfde begrensde loon f. alleenstaanden: 55% van het gederfde begrensde loon g. samenwonende: 40% van het gederfde begrensde loon Maximum dagvergoedingen a) Maximum daguitkering vanaf 2 de jaar ongeschiktheid: Situatie Gerechtigden met gezinslast Gerechtigden zonder gezinslast Alleenstaanden Gerechtigden zonder gezinslast Samenwonend h. Begin arbeidsongeschiktheid voor 01/10/1974 i. Begin arbeidsongeschiktheid vanaf 01/10/1974 tot en met 31/12/2002 49,08 32,84 32,84 77,70 65,75 47,82 j. Begin arbeidsongeschiktheid vanaf 01/01/2003 tot en met 31/12/2003 - Invalide voor 01/01/2005 76,18 64,46 46,88 - Invalide vanaf 01/01/2005 77,70 65,75 47,82 k. Begin arbeidsongeschiktheid vanaf 01/01/2004 tot en met 31/12/2007 - Invalide vanaf 01/01/2005 tot en met 31/12/2006 - Invalide vanaf 01/01/2007 tot en met 31/12/2008 76,18 64,46 46,88 76,94 65,10 47,35 - Invalide vanaf 01/01/2009 77,55 65,62 47,73 l. Begin arbeidsongeschiktheid vanaf 01/01/2008 - Invalide vanaf 01/01/2009 76,94 65,10 47,35

Minimumdagvergoedingen voor ongeschiktheid b) Uitkering regelmatige werknemer m.met gezinslast 48,30 n. zonder gezinslast alleenstaand 38,65 samenwonende 33,14 c) Uitkeringen bestaansminimum o. met gezinslast 37,22 p. zonder gezinslast 27,91 Inhouding van 3,5% op de invaliditeitsuitkering Op de invaliditeitsuitkeringen wordt, in het raam van de regeling voor de werknemers ten voordele van de Sector Pensioenen, een inhouding van 3,5% toegepast. Deze inhouding mag niet tot gevolg hebben dat het bedrag van uitkering lager is dan een bepaalde drempel, verschillend naargelang betrokkene al dan niet een gezinslast heeft. a) Minimumbedrag dagdrempel gerechtigden - met gezinslast 53,00 - zonder gezinslast 44,00 b) Gedeeltelijke inhouding - met gezinslast tussen 53,01 en 54,91 - zonder gezinslast tussen 44,01 en 45,59 c) Volledige inhouding - met gezinslast 54,92 - zonder gezinslast 45,60 Moederschapsrust en moederschapsuitkering Als werknemer heeft u recht op maximum 15 weken moederschapsrust (19 weken voor meerlingen. De periode van moederschapsrust is opgesplitst in : - 1 week verplichte rust voor bevalling

- 9 weken verplichte rust na de bevalling (11 weken voor meerlingen) - 5 weken ( 7 weken voor meerlingen) niet verplichte rust te nemen ofwel voor de verplichte bevallingsrust ofwel na de verplichte nabevallingsrust Wijzigingen moederschapsrust voor bevallingen vanaf 01/04/2009: De wijziging in de moederschapsrust zit in de laatste twee weken postnataal verlof. Door de programmawet zal de werkneemster, indien zij haar postnatale rust (9 weken) met nog ten minste twee weken kan verlengen, haar laatste twee weken van postnataal verlof kunnen omzetten in verlofdagen van postnatale rust. Die twee weken slaan dus in feite op het prenataal verlof dat kan worden overgedragen. Dit houdt bovendien in dat enkel de werkneemster die prenataal verlof kan overdragen, beroep zal kunnen doen op deze nieuwe regeling. Deze verlofdagen zal ze kunnen opnemen in de acht weken die volgen op de hervatting van het werk. Dit laat de werkneemster toe om gemoedelijker het werk te hervatten en bijvoorbeeld enkele dagen te werken na enkele dagen verlof. Deze omzetting moet gebeuren in functie van het werkrooster van de werkneemster. De werkneemster moet zelf een planning voorstellen om haar verlofdagen van postnatale rust op te nemen. Deze nieuwigheid heeft als gevolg dat de ontslagbescherming ook lichtjes wordt veranderd. Als werkgever kan je de arbeidsovereenkomst niet eenzijdig beëindigen vanaf het ogenblik waarop de werkgever werd ingelicht van de zwangerschap tot een maand na het einde van de postnatale rustperiode, de periode van acht weken gedurende dewelke de werkneemster haar verlofdagen van postnatale rust moet opnemen inbegrepen. Eerste 30 dagen moederschapsrust Werkneemsters 82 % van het onbegrensd loon Werklozen Basisuitkering (1) + 19,5 % van het begrensd loon met als maximum daguitkering 93,35 als moederschaps-rust ingaat na 1/1/2007 maar voor 31/12/208. Wanneer de moedershapsrust ingaat na 1.1.2009 wordt max. 94,10

Invaliden (2) 79,5 % begrensd loon met als maximum daguitkering 93,35 als moederschaps-rust ingaat na 1.1.2007 maar voor 31/12/208. Wanneer de moederschaps-rust ingaat na 1/1/2009 wordt max. 94,10 Vanaf de 31e dag moederschapsrust Werkneemsters 75 % van het begrensd loon met als max. daguitkering 88,07 als moederschapsrust ingaat na 1/1/2007 en voor 31/12/2008. Wanneer de moederschapsrust ingaat na 1/1/2009 wordt max. 88,77 Werklozen basisuitkering (1) + 15 % begrensd loon met als max. daguitkering 88,07 als moederschapsrust ingaat na 1/1/2007 en voor 31/12/2008. Wanneer de moederschapsrust ingaat na 1/1/2009 wordt max. 88,77 Invaliden (2) 75 % begrensd loon met als maximum daguitkering 88,07 als moederschaps-rust ingaat na 1.1.2007en voor 31/12/2008. Wanneer de moederschapsrust ingaat na 1.1.2009 wordt max. 88,77 (1) de basisuitkering bedraagt 60 % van het begrensd loon, maar stemt overeen met de werkloosheidsuitkering waarop de werkloze aanspraak zou maken indien zij niet in moederschapsrust zou zijn. (2) dit bedrag mag niet lager zijn dan de invaliditeitsuitkering. Indien de invalide nog een arbeidsovereenkomst heeft, moet zij gelijkgesteld worden met een werkneemster.

Verlenging moederschaprust bij hospitalisatie van de baby - Bij hospitalisatie van een pasgeboren baby langer dan zeven dagen vanaf de dag van de geboorte, verlengt de moederschapsrust met het aantal opnamedagen die de eerste zeven overschrijden. Vb. Verblijft een baby vanaf zijn geboorte 21 dagen in het ziekenhuis, dan wordt de moederschapsrust verlengd met 14 dagen (21 dagen min de eerste 7 dagen hospitalisatie). De moederschapsrust blijft ononderbroken doorlopen en kan worden verlengd met maximum 24 weken. - De uitkering voor de verlenging bedraagt 75% van het begrensd loon. - De aanvraag tot verlenging van de moederschapsrust moet bij de werkgever en het ziekenfonds worden ingediend voor het einde van de nabevallingsrust met een attest van het hospitalisatie van de baby en vermelding van de periode van hospitalisatie. Vaderschapsverlof Vaders hebben recht op een verlof van 10 dagen waarvan de eerste drie betaald worden aan 100% door de werkgever en waarvan er 7 worden vergoed door de sociale zekerheid. Deze 7 dagen worden vergoed aan 82% van het geplafonneerde salaris met als maximum daguitkering vanaf 01/01/2009: 97,06 EUR (indien arbeidsregeling van zes dagen per week; andere arbeidsregeling, omzetting van begrensd loon in functie hiervan). Gezinsbijslagen voor werknemers Kraamgeld 1 ste kind en per kind bij meerlingen: 1129,95 2 de kind en volgende kinderen: 850,15 Adoptiepremie: 1129,95 emie Kind 6 t.e.m. 11 jaar 54,12 Kind 12 t.e.m. 17 jaar 75,77 Kind 18 t.e.m. 24 jaar 50,00 Gewone kinderbijslag 1 ste kind 83,40 2 de kind 154,33 3 de en volgende kinderen 230,42 Kinderbijslag voor wezen 320,40 Forfaitaire bijslag voor kinderen geplaatst bij een particulier 55,96 Bijkomende kinderbijslag voor kinderen van invalide werknemers

1 ste kind 91,35 2 de kind 26,32 3 de en volgende kinderen 4,62 Bijkomende bijslag gepensioneerde of werkloze rechthebbende 1 ste kind 42,46 2 de kind 26,32 3 de kind en volgende kinderen 4,62 Leeftijdstoeslag Geboren na 31/12/90 Geboren voor 1/1/91 Eerste rang Andere Eerste rang Andere 6-11 jaar 12-18 jaar >18 jaar 14,53 22,12 25,50 28,98 44,27 56,29 28,98 31,12 46,42 Opmerking - geboren tussen 1 januari 1981 en 31 december 1984: 46,42 - geboren voor 1 januari 1981: 47,90 44,27 56,29 56,29 Bijkomende bijslag voor gehandicapte kinderen ( 1/10/2008) - nieuw systeem (kinderen geboren na 1 januari 1996): - minder dan 6 punten waarvan minstens 4 voor eerste pijler: 73,14-6-8 punten in totaal waarvan minder dan 4 voor eerste pijler: 97,41-6-8 punten in totaal waarvan minstens 4 voor de eerste pijler: 375,22-9-11 punten in totaal waarvan minder dan 4 voor de eerste pijler: 227,31-9-11 punten in totaal waarvan minstens 4 voor de eerste pijler: 375,22-12-14 punten : 375,22-15-17 punten : 426,65-18-20 punten : 457,13 - + 20 punten : 487,60 - oud systeem gebaseerd op zelfredzaamheid: - 0-3 punten : 375,22-4-6 punten : 410,73-7-9 punten : 439,07

PENSOEN WERKNEMERS - ZELFSTANDIGEN Grenzen gesteld aan beroepsinkomsten voor gepensioneerden 1. Als werknemer Jaar Voor de gerechtigden op uitsluitend een overlevingspensioen die minder dan 65 jaar oud zijn Voor de gerechtigden op rustpensioen of rust- en overlevingspensioen vóór de wettelijke pensioenleeftijd na de wettelijke pensioenleeftijd 2009 Zonder kind ten laste (op 01 januari van het jaar) Met kind ten laste (op 01 januari van het jaar) 17.280,00 7421,57 21.436,50 21.600,00 11.132,37 26.075,00 2. Als zelfstandige Jaar Voor de gerechtigden op uitsluitend een overlevingspensioen die minder dan 65 jaar oud zijn Voor de gerechtigden op rustpensioen of rust- en overlevingspensioen vóór de wettelijke pensioenleeftijd na de wettelijke pensioenleeftijd 2009 Zonder kind ten laste (op 01 januari van het jaar) Met kind ten laste (op 01 januari van het jaar) 13.824,00 5937,26 17.149,19 17.280, 00 8.905,89 20.859,97 Solidariteitsbijdrage op pensioenen Vanaf 01/01/1995 wordt een afhouding gedaan op het totaal bedrag (hierna P genoemd) van de pensioenen en renten die eenzelfde gerechtigde

ontvangt. Ze wordt slechts toegepast vanaf een bepaalde drempel en geschiedt op basis van de onderstaande tabellen. 1. Voor de gepensioneerden zonder gezinslasten De berekening van de solidariteitsbijdragen voor de gepensioneerden zonder gezinslasten P = totaal maandelijkse brutobedrag Bedrag van afhouding van de pensioenen en andere voordelen begrepen tussen 0,01 en 2053,05 0 2053,06 en 2116,54 (P 2053,05) x 50% 2116,55 en 2289,69 P x 0,015 2289,70 en 2313,51 (P 2289,69) x 50% + 34,35 En hoger dan 2313,51 P x 0,02 2. Voor gepensioneerde met gezinslasten De berekening van de solidariteitsbijdragen voor de gepensioneerden zonder gezinslasten P = totaal maandelijkse brutobedrag Bedrag van afhouding van de pensioenen en andere voordelen begrepen tussen 0,01 en 2373,58 0 2373,59 en 2446,99 (P 2373,58) x 50% 2447,00 en 2616,79 P x 0,015 2616,80en 2644,00 [(P 2616,79) x 50%]+ 39,25 En hoger dan 2644,01 P x 0,02 De bedragen in bovenstaande tabellen zijn gekoppeld aan het spilindexcijfer 125,73 (van kracht op 01/10/2008) en worden aangepast aan de stijging van de kosten voor levensonderhoud op dezelfde manier als de pensioenen. Als de volgende spilindex wordt bereikt, worden die bedragen met 2% verhoogd. Tijdschema optrekken van de normale pensioenleeftijd voor vrouwen Periode Pensioenleeftijd

01/07/1997 61 jaar 01/01/2000 62 jaar 01/01/2003 63 jaar 01/01/2006 64 jaar 01/01/2009 65 jaar Geleidelijke invoering voorwaarde 35 jaar voor vrouwen Ingang vervroegd pensioen Ten vroegste op 1 juli 1997 Ten vroegste op 1 januari 1998 Ten vroegste op 1 januari 1999 Ten vroegste op 1 januari 2000 Ten vroegste op 1 januari 2001 Ten vroegste op 1 januari 2002 Ten vroegste op 1 januari 2003 Ten vroegste op 1 januari 2004 Ten vroegste op 1 januari 2005 Loopbaanvoorwaarde 20 jaar 22 jaar 24 jaar 26 jaar 28 jaar 30 jaar 32 jaar 34 jaar 35 jaar Jaarlijkse loongrenzen voor de berekening van het pensioen 1. Zelfstandigen Jaar Loongrens 2001 49.076,97 2002 49.993,26 2003 43.587,20 2004 44.289,23 2005 45.664,62 2006 47.203,12 2007 47.830,21 2008 49.315,46 2009 51.059,94 2. Werknemers Jaar Loongrens 2001 36.678,50 2002 39.367,70 2003 40.898,30 2004 41.564,11 2005 43.314,93

2006 44.081,27 2007 44.994,88 2008 46.895,18 2009 47.171,84 Jaarbedragen minimumpensioen voor een volledige loopbaan 1. Werknemers Bedrag Gezinspensioen 15.068,27 Pensioen alleenstaande 12.058,41 Overlevingspensioen 11.868,82 2. Zelfstandige Bedrag Gezinspensioen 14.561,24 Pensioen alleenstaande 11.047,46 Overlevingspensioen 11.047,46 Grenzen loonbeslag LOONBESLAG Lonen en wedden Vervangingsinkomsten Tot 978,00 0 % Tot 978,00 0 % 978,01-1050,00 20 % 978,01 1050,00 20 % 1050,01-1159,00 30 % 1050,01-1268,00 40 % 1159,01 1268,00 40 % Vanaf 1268,01 100% Vanaf 1268,01 100% Alle bedragen van de inkomensschijven die in aanmerking komen om de delen te bepalen die vatbaar zijn voor beslag of overdracht moeten per kind ten laste worden verhoogd met " 60.

BIJSTAND Bedragen leefloon Max. Max. jaarbedrag maandbedrag Persoon met gezinslast 967,72 11.612,64 Alleenstaande 725,79 8709,48 Samenwonende persoon 483,86 5803,32 Vanaf 1 januari 2005 gelden er nieuwe categorieën nl : - Als samenwonende wordt beschouwd de persoon die met één of meerdere personen samenwoont. Samenwonen betekent het onder hetzelfde dak wonen van personen die hun huishoudelijke aangelegenheden hoofdzakelijk regelen. - Als persoon met gezinslast wordt beschouwd de persoon die enkel en alleen samenwoont met een gezin te zijnen late waar minstens één ongehuwd minderjarig kind deel van uitmaakt. Het gezin ten laste kan zijn de echtgenoot, de levenspartner, het ongehuwd minderjarig kind, of meerdere kinderen onder wie minstens één ongehuwd minderjarig kind. Inkomensgarantie voor ouderen Inkomensgarantie voor ouderen Jaarbedrag Maandbedrag Basisbedrag 7186,77 598,90 Basisbedrag X 1,5 10.780,16 893,35 Dagbedrag overbruggingsuitkering en wachtuitkering Dagbedrag overbruggingsuitkering en wachtuitkering Categorie Leeftijd Dagbedrag Werknemer met gezinslast * algemeen bedrag * bij het bewijs van ten minste 78 arbeidsdagen tijdens de wachttijd 37,76 werkloosheidsuitkering Alleenstaanden (categorie WN) - 18 10,73 18-20 16,86 21 en + 27,93

Samenwonenden (categorie WP) * algemeen bedrag * Supplement in geval van samenwoning met echtgeno(o)t(e) die slechts over vervangingsinkomsten beschikt - 18 9,20 18 en + 14,68-18 0,54 18 en + 0,96 WERKLOOSHEIDSUITKERINGEN Minimum aantal dagen arbeid om van een werkloosheidsarbeid te kunnen genieten Leeftijd Minder dan 36 jaar Van 36 tot 49 jaar Vanaf 50 jaar Te bewijzen minimum aantal arbeidsdagen in loondienst en referteperiode - ofwel 312 dagen gedurende de 18 maanden voorafgaand aan uw aanvraag - ofwel 468 dagen gedurende de 27 maanden voorafgaand aan uw aanvraag - ofwel 624 dagen gedurende de 36 maanden voorafgaand aan uw vragen - ofwel 468 dagen gedurende de 27 maanden voorafgaand aan uw aanvraag - ofwel 624 dagen gedurende de 36 maanden voorafgaand aan uw aanvraag - ofwel 234 dagen tijdens de 27 maanden en 1560 dagen tijdens de 10 jaar die voorafgaan aan deze 27 maanden - ofwel 312 dagen tijdens de 27 maanden en voor elke dag die ontbreekt om tot 468 dagen te komen, 8 dagen tijdens de 10 jaar die deze 27 maanden voorafgaan - ofwel 624 dagen gedurende de 36 maanden voorafgaand aan uw aanvraag - ofwel 312 dagen tijdens de 36 maanden die uw aanvraag en 1560 dagen tijdens de 10 jaar die deze 36 maanden voorafgaan - ofwel 416 dagen tijdens de 36 maanden en voor elke dag die ontbreekt om tot 624 dagen te komen, 8 dagen tijdens de 10 jaar die deze 36 maanden voorafgaan

Wachttijd voor studenten Leeftijd Duur van de wachttijd < 18 jaar 155 dagen 18 26 jaar 233 dagen 26 30 jaar 310 dagen Werkloosheidsuitkeringen Werkloosheidsuitkeringen zonder anciënniteitstoeslag Dag Maand Min Max Min Max Samenwonende met gezinslast - 1 ste tot 6 de maand - 7 de tot 12 de maand - vanaf 13 de maand Alleenwonende - 1 ste tot 6 de maand - 7 de tot 12 de maand - vanaf 13 de maand Samenwonende - 1 ste tot 6 de maand - 7 de tot 12 de maand - vanaf 13 de maand - Eventuele forfaitperiode gewoon bevoorrecht 38,75 38,75 38,75 32,56 32,56 32,56 24,40 24,40 24,40 17,20 22,58 50,92 47,46 44,35 50,92 47,46 39,76 50,92 47,46 29,56 1007,50 1007,50 1007,50 846,56 846,56 846,56 634,40 634,40 634,40 447,20 587,08 Werkloosheiduitkering met anciënniteitstoeslag Dag Maand Min Max Min Max Samenwonende met 40,62 48,67 1056,12 1265,42 gezinslast Alleenwonende - 50 54-55 64 33,99 37,35 41,24 44,35 883,74 971,10 1072,24 1153,10 Samenwonende - 2 de periode (nieuwe regeling) 50 54 55 57 58 64 27,61 30,77 33,82 33,26 36,96 40,65 717,86 800,02 879,32 864,76 960,69 1056,90 1323,92 1233,96 1153,10 1323,92 1233,96 1033,76 1323,92 1233,96 768,56

- Forfait periode (eventueel) gewoon bevoorrecht 20,66 26,04 537,16 677,04 RECHT OM AFWEZIG TE ZIJN OM ANDER WERK TE ZOEKEN Arbeiders 1 of 2 maal per week: Maximaal: 1 arbeidsdag per week # arbeidsdag per week indien de opzeggingstermijn korter is dan 7 dagen Voor deeltijdse arbeiders: in verhouding tot de duur van hun arbeidsprestaties. Bedienden 1 of 2 maal per week: Maximaal: - Bedienden met een jaarloon kleiner dan 30.327 (2010): 1 arbeidsdag per week - Bedienden met jaarloon vanaf 30.327 (2010) - tijdens de laatste 6 maanden van de opzegperiode: 1 arbeidsdag per week - in de voorafgaande periode: # dag per week Voor deeltijdse arbeiders: in verhouding tot de duur van hun arbeidsprestaties. TIJDSKREDIET Tijdskrediet (aanvragen en verlengingen) < 5 jaar anciënniteit in de Tijdskrediet 5 jaar anciënniteit in de onderneming

onderneming Geen 20 jaar beroepsverleden 20 jaar beroepsverleden Volledige onderbreking - ongeacht leeftijd 444,39 592,52 Vermindering met 1/5 - Minder dan 50 --- 146,32 --- 188,82(1) - 50 of ouder --- 146,32 205,57 --- 188,82(1) 248,08(1) Vermindering met 1/2 - minder dan 50 jaar 222,19 296,25-50 of ouder 222,19 296,25 442,57 (1) Indien de werknemer alleen woont of indien hij uitsluitend samenwoont met één of meerdere kinderen waarvan minstens één ten laste is. Vlaamse aanmoedigingspremies Toestand voor tijdskrediet Toestand tijdens tijdskrediet Vlaamse aanmoedigingspremie Opleidingskrediet - je werkt min. 75 % van voltijdse betrekking - je werkt min. 50% van voltijdse betrekking - je werkt minder dan 50% van voltijdse betrekking - je stopt volledig met werken (min 75% 0%) - je gaat halftijds werken (min 75% 50%) - je stopt volledig met werken (min 50% 0% ) - je stopt volledig met werken (min 20% en > 50% 0%) 175,76 117,17 117,17 58,59 Zorgkrediet - Je werkt min 75% - je stopt volledig met 175,76

van voltijdse betrekking - Je werkt min 50% van voltijdse betrekking - Je werkt minder dan 50% van voltijdse betrekking werken en je neemt thematisch verlof of tijdskrediet op (min 75% 0%) - je gaat halftijds werken en neemt thematisch verlof of tijdskrediet op (min. 75% 50% ) - je vermindert je werktijd met 20% van een voltijdse betrekking en je neemt een thematisch verlof op - je stopt volledig met werken en je neemt thematisch verlof of tijdskrediet op (min. 50% 0%) - je stopt volledig met werken en je neemt thematisch verlof of tijdskrediet op 117,17 58,59 117,17 58,59 De alleenstaande werknemer (dwz woont alleen met één of meerdere kinderen ten laste) krijgt naast de hierboven reeds vermelde premie, een extra premie van 43,35. Opmerking Daar de aanmoedigingspremies een groter succes kenden dan de Vlaamse overheid verwacht had, werd het voorziene budget overschreden. De Vlaamse regering heeft nu enkele wijzigingen aan de reglementering aangebracht. De periode waarvoor de premies worden toegekend worden beperkt voor alle aanvragen vanaf 1 april 2005, te weten: - voor de aanmoedigingspremie voor opleidingskrediet is de periode beperkt tot maximum 2 jaar. - de aanmoedigingspremie voor zorgkrediet is beperkt tot 1 jaar. - voor het zorgkrediet voor de opvang van kinderen wordt de leeftijd van het kind beperkt tot 8 jaar of voor gehandicapte kinderen tot 12 jaar.

STUDENTENARBEID Wie kan tewerkgesteld worden als student met een studentenovereenkomst? Kunnen studentenarbeid verrichten : - de minderjarigen van 15 jaar en meer die onderwijs met volledig leerplan volgen; - de minderjarigen die na hun voltijdse leerplicht, maar tijdens hun deeltijdse leerplicht (= - 18-jarigen) deeltijds onderwijs of deeltijdse vorming volgen, en die niet genieten van een overbruggingsuitkering. Deze studentenarbeid kan echter alleen gedurende de periodes van schoolvakanties; - de studenten die niet meer aan de voltijdse leerplicht onderworpen zijn (alle studenten van 18 jaar en ouder die verder studeren). Kunnen geen studentenarbeid verrichten, de studenten die : - hun voltijdse leerplicht niet beëindigd hebben en dus jonger zijn dan 16 (of 15) jaar; - na hun voltijdse leerplicht, naast hun deeltijds onderwijs, nog verbonden zijn door: een deeltijdse stageovereenkomst, een deeltijdse arbeidsovereenkomst, een industriële leerlingenovereenkomst een middenstandsovereenkomst of overbruggingsuitkeringen ontvangen; - minstens sedert 6 maanden werken; - bij wijze van stage onbezoldigde arbeid verrichten die deel uitmaakt van hun studieprogramma; - ingeschreven zijn in een avondschool of onderwijs met beperkt leerplan volgen. De studentenovereenkomst. Het studentencontract is een contract voor bepaalde duur dat voor elke student afzonderlijk en steeds schriftelijk moet worden vastgesteld, uiterlijk op het tijdstip waarop de student in dienst treedt. Dit contract moet niet alleen een aantal specifieke vermeldingen bevatten, maar moet bovendien opgesteld worden in 2 exemplaren. Volgende vermeldingen 3 dienen verplicht in de overeenkomst te worden opgenomen: 3 Een aantal gegevens moeten enkel in de overeenkomst vermeld worden indien ze nog niet in het arbeidsreglement voorkomenoa het begin en het einde van de werkdag, rusttijden,

de identiteit, de geboortedatum en het adres van werkgever en student; de datum van het begin en het einde van de uitvoering van de overeenkomst; een beknopte omschrijving van de functie dewelke de student zal moeten uitoefenen; de plaats van uitvoering van het werk; de arbeidsduur per dag en per week; de toepasselijkheid van de Loonbeschermingswet; het loon en het tijdstip van uitbetaling; het bevoegd paritair comité; eventueel: het proefbeding en de plaats van huisvesting van de student. Opzegtermijn Na de eventuele proeftijd 4 zijn volgende opzeggingstermijnen van toepassing: Duur van de overeenkomst Opzegging werkgever Opzegging werknemer Tot 1 maand 3 kalenderdagen 1 kalenderdag > 1 maand 7 kalenderdagen 3 kalenderdagen Solidariteitsbijdrage en bedrijfsvoorheffing Voor studenten bestaat er onder strikte voorwaarden slechts een minimale bijdrage: - tewerkstelling tijdens grote vakantie: werkgeversbijdrage 5% en werknemersbijdrage 2,5% indien tegelijkertijd voldaan aan volgende voorwaarden: o de tewerkstelling gebeurt tijdens de maanden juli, augustus en/of september; o de student wordt tewerkgesteld met een studentenovereenkomst; o de tewerkstelling duurt niet langer dan 23 arbeidsdagen (bij één of meerdere werkgevers); (Opgelet: ook rekening houden met feestdagen) Opgelet: indien 2 de tewerkstelling in vakantieperiode bij andere WG waardoor 23 arbeidsdagen overschreden worden, zal volledige RSZ bijdrage verschuldigd zijn bij deze 2 de werkgever; dagen van regelmatige werkonderbreking; waar en hoe de persoon kan bereikt worden die belast is met E.H.B.O, ; 4 Tijdens eerste 7 dagen van de proeftijd kan de overeenkomst niet beëindigd worden, tenzij om dringende reden of in onderling akkoord. Vanaf 8 ste tot 14 e dag kan overeenkomst beëindigd zonder opzeg of opzegvergoeding

Opgelet: bij overschrijding 23 arbeidsdagen bij zelfde werkgever is volledige RSZ-bijdrage verschuldigd en kan ook beperkte RSZ bijdragen tijdens schooljaar NIET meer bij zelfde werkgever. Beperkte RSZ bijdrage tijdens schooljaar kan dan eventueel nog bij andere werkgever. o de student was niet bij dezelfde werkgever tewerkgesteld in de loop van het voorafgaand schooljaar, tenzij met een studentenovereenkomst en uitsluitend tijdens de niet-verplichte aanwezigheidsperiodes in de onderwijsinstelling; o de student mag GEEN 6 maanden ononderbroken bij dezelfde werkgever zijn tewerkgesteld. Opgelet: de RSZ gaat na of er een ononderbroken tewerkstelling is. Opgelet met constructies: Indien er een zeer korte periode is tussen 2 contracten, bv. enkele dagen om zo ononderbroken anciënniteit te vermijden, is Tewerkstelling en Arbeid van oordeel dat dergelijke situatie toch dient beschouwd als 6 maanden ononderbroken tewerkstelling. Dus opletten met dergelijke constructies! o Er gebeurde een tijdige en correcte DIMONA-aangifte. - tewerkstellingstelling tijdens het schooljaar: werkgeversbijdrage 8 % en werknemersbijdrage 4,5% indien tegelijkertijd voldaan aan volgende voorwaarden: o de tewerkstelling gebeurt tijdens het schooljaar, tijdens de periodes van niet-verplichte aanwezigheid in de onderwijsinstelling; o de tewerkstelling gebeurt met een studentenovereenkomst; o de tewerkstelling duurt niet langer dan 23 arbeidsdagen (bij één of meerdere werkgevers) per kalenderjaar; De nieuwe regeling geldt dus per kalenderjaar. Op 1 januari van elke kalenderjaar wordt de teller op nul gezet en dit ongeacht of de studentenovereenkomst het kalenderjaar overschrijdt. Opgelet: overschrijding bij eenzelfde werkgever: volledige bijdragen zijn verschuldigd voor volledige periode van tewerkstelling bij deze werkgever en student kan niet meer in het systeem van solidariteitsbijdrage worden tewerkgesteld bij deze werkgever. Opgelet: overschrijding in de loop van het kalenderjaar: student en werkgever die hem na de overschrijding

tewerkstellen, voor alle bij deze werkgever gepresteerde arbeidsdagen zijn volledige bijdragen verschuldigd. o de student mag GEEN 6 maanden ononderbroken bij dezelfde werkgever zijn tewerkgesteld; Opgelet: de RSZ gaat na of er een ononderbroken tewerkstelling is. Opgelet met constructies: Indien er een zeer korte periode is tussen 2 contracten, bv. enkele dagen om zo ononderbroken anciënniteit te vermijden, is Tewerkstelling en Arbeid van oordeel dat dergelijke situatie toch dient beschouwd als 6 maanden ononderbroken tewerkstelling. Dus opletten met dergelijke constructies! o er gebeurde een tijdige en correcte DIMONA-aangifte; o wanneer de student voldoet aan de voorwaarden om met een studentenovereenkomst te worden tewerkgesteld moet men dit als werkgever ook doen. Overige bepalingen: geschrift, verplichte vermeldingen contract, bepalingen met betrekking tot arbeidsduur (mogelijkheid tot afwijkingen 1/3 voltijds),... zijn eveneens van toepassing op tewerkstelling gedurende 23 arbeidsdagen tijdens het kalenderjaar. Maximale inkomsten om fiscaal ten laste van de ouders te blijven Om fiscaal ten laste van zijn ouders te blijven, mag de student een bepaald bedrag aan netto-inkomsten niet overschrijden. Het bedrag van deze nettoinkomsten wordt voor dit jaar (aanslagjaar 2011, inkomstenjaar 2010) verhoogd door de eerste 2360 die de student verdient, van belasting vrij te stellen. Inkomsten 2009 Jaarbedrag nettoinkomsten * Bruto jaarbedrag van de netto inkomsten Student 5190,00 6487,50 Student van wie vader of moeder alleenstaande 6440,00 8050,00 is Gehandicapte Student van wie vader of moeder alleenstaande is 7540,00 9425,00 * Een belastingvrijstelling van de eerste " 2360 die de student verdient, is in deze netto-inkomsten inbegrepen.

Nota De regeling inzake studentenarbeid zoals hierboven uiteengezet, staat op het punt gewijzigd te worden. Het wetsontwerp met nieuwe regels voor de studentenarbeid voorziet in de volgende nieuwigheden: - Een student mag vandaag maximaal twee periodes van 23 dagen per jaar werken, een eerste periode tijdens de zomervakantie (juli, augustus of september) en een tweede periode tijdens de rest van het jaar. Dit zal veranderd worden. Ongeacht de periode zal een student binnekort 50 dagen per jaar mogen werken. - De solidariteitsbijdrage (verlaagde sociale zekerheidsbijdrage) zal voor die 50 dagen gelijk zijn aan 8,63 %, te betalen door werkgever en student. - Er zal voorzien worden in een elektronische aangifte (multi-dimona) per gepresteerde dag. Dit moet de werkgever de kans geven te controleren of de student zijn 50 dagenkrediet nog niet opgebruikt heeft. - De maximumduur van de studentenovereenkomst zal worden verlengd tot 12 maanden. Nu bedraagt de duur van het contract zes maanden. De exacte datum vanaf wanneer deze nieuwe regeling ingaat is nog niet bekend. Vermoedelijk zal dit 1 januari 2011 zijn. Leervergoeding Leervergoedingen 2009-18 jaar + 18 jaar Leervergoedingen 2010-18 jaar + 18 jaar Eerste jaar leertijd 291,49 388,66 290,60 387,47 Tweede jaar leertijd 388,66 437,24 387,47 435,90 Derde jaar leertijd 480,47 480,47 480,47 480,47 Stagevergoedingen 1. Stagevergoedingen Stagevergoeding 2009 onvoldoende voldoende vooropleiding vooropleiding Stagevergoeding 2010 onvoldoende voldoende vooropleiding vooropleiding Eerste jaar 480,47 684,54 480,47 682,47 Tweede jaar 684,54 808,99 682,47 806,54 Derde jaar 808,99 808,99 806,54 806,54

2. Deeltijdse stagevergoeding Stagevergoeding 2010 Onvoldoende vooropleiding 1/1 1/4 1/2! Eerste jaar 480,47 121,09 242,17 363,26 Tweede jaar 682,47 170,62 341,24 511,85 Derde jaar 806,54 201,64 403,27 604,91 Stagevergoeding 2010 Voldoende vooropleiding 1/1 1/4 1/2! Eerste jaar 682,47 170,62 341,24 511,95 Tweede jaar 806,54 201,64 403,27 604,91 Derde jaar 806,54 201,64 403,27 604,91

REDEN VAN DE AFWEZIGHEID DUUR VAN DE AFWEZIGHEID A Huwelijk van de werknemer Twee dagen naar keuze van de werknemer, binnen de week waarin de gebeurtenis zich voordoet, of tijdens de volgende week B Huwelijk van een kind van de werknemer of van zijn De dag van het huwelijk echtgenoot, (of van de wettelijk samenwonende) van een broer, een zuster, een schoonbroer, een schoonzuster, van de vader, de moeder, de schoonvader, de schoonmoeder, de stiefvader, de stiefmoeder, van een kleinkind van de werknemer C Priesterwijding of toetreding tot een klooster van een kind van de werknemer of van zijn echtgenoot (of van de wettelijk samenwonende), van een broer, een zuster, een schoonbroer, schoonzuster van de werknemer D Geboorte van een kind van de werknemer indien de verwantschap van dit kind ten opzichte van de vader werd vastgesteld E Overlijden van de echtgenoot (of van de wettelijk samenwonende), van een kind van de werknemer of van zijn echtgenoot (of van de wettelijk samenwonende (1)), van de vader, de moeder, de schoonvader, de stiefvader, de schoonmoeder of de stiefmoeder van de werknemer F Overlijden van een broer, een zuster, een schoonbroer, een schoonzuster, van de grootvader, van de grootmoeder, een kleinkind, van een overgrootvader, een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, van een schoonzoon of een schoonzuster die bij de werknemer inwonen G Overlijden van een broer, een zuster, een schoonbroer, een schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, een kleinkind, van een overgrootvader, een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, een schoonzoon of een schoonzuster die niet bij de werknemer inwonen H Plechtige communie van een kind van de werknemer of van de echtgenoot, (of van de wettelijk samenwonende), of deelname van een kind van de werknemer of van zijn echtgenoot (of van de wettelijk samenwonende) aan het feest voor de vrijzinnige jeugd wanneer dit feest wordt georganiseerd I Verblijf van een werknemer-milicien in een centrum voor recrutering en selectie of in een militair hospitaal na zijn aanmelding bij dit centrum, of Verblijf van een werknemer-gewetensbezwaarde op de administratieve gezondheidsdienst of in één van de verplegingsinrichtingen, die overeenkomstig de wetgeving inzake het statuut van de gewetensbezwaarde, bij KB werden aangewezen J Deelname aan een vergadering van een familieraad die door de vrederechter werd bijeengeroepen K Zetelen in een jury, oproeping als getuige voor een rechtbank, persoonlijk verschijnen op bevel van een arbeidsrechtbank L Uitoefenen van de functie van bijzitter in een hoofdstembureau of een enig stembureau bij parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen De dag van de plechtigheid Tien dagen naar keuze van de werknemer binnen 30 dagen vanaf de dag van de bevalling, waarvan 3 dagen ten laste van de werkgever en 7 dagen ten laste van ziekenfonds Drie dagen naar keuze van de werknemer in de periode die begint op de dag van het overlijden, en eindigt op de dag van de begrafenis Twee dagen naar keuze van de werknemer in de periode die begint op de dag van het overlijden en eindigt op de dag van de begrafenis De dag van de begrafenis De dag van de gebeurtenis, een gewone activiteitsdag onmiddellijk voor of na de gebeurtenis indien die samenvalt met een zondag, een feestdag of een dag waarop gewoonlijk niet wordt gewerkt De nodige tijd met een maximum van drie dagen De nodige tijd met een maximum van één dag De nodig tijd met een maximum van vijf dagen De nodige tijd

M Uitoefenen van de functie als bijzitter in een hoofdstembureau bij verkiezingen voor het Europees Parlement N Uitoefenen van de functie van bijzitter in een hoofdstembureau voor stemopneming bij parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen O Onthaal van een kind in het gezin van de werknemer in het kader van een adoptie De nodige tijd met een maximum van vijf dagen De nodige tijd met een maximum van vijf dagen Drie dagen naar keuze van de werknemer in de loop van de maand die volgt op de inschrijving van het kind in het bevolkings- of vreemdelingenregister van de gemeente waar de werknemer zijn woonplaats heeft, als deel uitmakend van zijn gezin Opgelet: Niets weerhoudt een werkgever ervan om zijn werknemer om zijn werknemer de toestemming te geven langer afwezig te blijven dan de tijd die voorzien werd in het KB van 28/08/1963. Heel wat paritaire comités hebben overigens de duur van de afwezigheden naar aanleiding van bepaalde categorieën gebeurtenissen verlengd. Dergelijke paritaire comités kunnen eveneens bepalen dat het kort verzuim voor andere oorzaken dan de hier opgesomde, bijvoorbeeld voor een verhuizing, om getuige te zijn bij een huwelijk, enz.

Wettelijke bepalingen op de arbeidsovereenkomsten Jaarlijkse loongrenzen (1) van kracht in: 2009 2010 Duur proeftijd voor bedienden - maximum 6 maanden, indien loon gelijk aan: - maximum 12 maanden, indien loon gelijk aan: Opzeggingstermijn voor bedienden 35.638 en - + 35.638 36.355 en - + 36.355 Betekening door de werkgever: o 3 maanden per schijf van 5 jaar begonnen anciënniteit, indien loon gelijk aan: 29.729 en - 30.327 en - o termijn volgens wederzijds akkoord of eenzijdig door de werkgever vastgesteld, indien loon gelijk aan : + 29.729 + 30.327 Betekening door de bediende: o maximum opzegging van 4,5 maanden, indien het loon ligt tussen: + 29.729 en 59.460 + 30.327 en 60.654 o maximum opzegging van 6 maanden, indien loon gelijk aan: + 59.460 + 60.654 Opzeggingstermijn conventioneel vastgesteld bij de aanwerving: Mogelijkheid om de opzeggingstermijn vast de stellen bij de aanwerving voor bedienden die meer verdienen dan: + 59.460 + 60.654 Duur van de tegenopzegging voor bedienden - 1 maand, indien loon gelijk aan: - 2 maanden, indien loon ligt tussen: - 4 maanden, indien loon gelijk aan: Afwezigheid voor het zoeken van een andere baan - twee halve dagen per week, indien loon gelijk aan: - één halve dag, behalve tijdens de 6 laatste maanden van de opzegging (2 halve dagen), indien loon gelijk aan: 29.729 en - + 29.729 en 59.460 + 59.460 29.729 en - + 29.729 30.327 en - + 30.327 en 60.654 + 60.654 30.327 en - + 30.327 Concurrentiebeding - beding verboden, indien loon gelijk aan: - beding toegelaten voor de functies vastgelegd in C.A.O., indien het loon ligt tussen: - beding toegelaten behalve voor de functies verboden bij C.A.O., indien loon gelijk aan: Borgsom voor werknemer - 1 maand loon, indien loon gelijk aan: - 3 maanden loon, indien loon gelijk aan: 29.729 - + 29.729 en 59.460 + 59.460 35.638 en - + 35.638 30.327 - + 30.327 en 60.654 + 60.654 36.355 en - + 36.355 Scholingsbeding + 29.729 + 30.327 Arbitragebeding - beding verboden, indien loon gelijk aan: - beding toegelaten, indien loon gelijk aan: 59.460en - + 59.460 60.654 en - + 60.654 (1) Onder jaarlijks loon wordt verstaan het maandelijks brutoloon, herberekend over een jaar (= maandelijks brutoloon x 12). Hieraan wordt toegevoegd: het dubbel vakantiegeld, de oudejaarspremie en alle voordelen die krachtens de overeenkomst zijn verkregen. Het jaarlijks loon waarmee rekening moet worden gehouden, is het loon dat bestaat: - op het moment van indiensttreding, voor de duur van de proeftijd; - op het moment dat de opzegging begint, voor de berekening van de opzeggingstermijn, van de tegenopzegging of van de duur van de afwezigheden om een andere baan te zoeken; - op het moment van de effectieve beëindiging van de arbeidsbetrekkingen, voor de berekening van de ontslagvergoeding en om de geldigheid van een concurrentiebeding te beoordelen. Als het loon veranderlijk is, moet er rekening worden gehouden met de bedragen die betaald werden tijdens de 12 laatste maanden voor het moment waarvoor men de loongrens wil vaststellen.