RGS7000. Bedieningsvoorschrift. Besturing voor reverse osmosis installaties. Softwareversie 1.00

Vergelijkbare documenten
RGS5000. Bedieningsvoorschrift. Besturing voor omgekeerde osmose installaties. Softwareversie 1.00

RGS8000. Bedieningsvoorschrift. Besturing voor omgekeerde osmose installaties. Softwareversie 1.03

RGS5000. Bedieningsvoorschrift. Besturing voor omgekeerde osmose installaties. Softwareversie 1.01

RGS3000. Bedieningsvoorschrift. Besturing voor omgekeerde osmose installaties. Softwareversie 1.01

OS3020. Besturing voor omgekeerde osmose installatie. Bedieningsvoorschrift. Software versie 1.00

RGS8000. Bedieningsvoorschrift. Besturing voor omgekeerde osmose installaties. Softwareversie 1.00

UFS8000. Bedieningsvoorschrift. Besturing voor ultra filtratie installaties. Softwareversie 1.01

OS3015. Besturing voor omgekeerde osmose installatie. Bedieningsvoorschrift. Software versie 1.01

SFS8000. Bedieningsvoorschrift. Besturing voor ontharder en filter installaties. Softwareversie 1.00

CTS8000. Bedieningsvoorschrift. Besturing voor koeltoren installaties. Softwareversie 1.00

VDH doc Versie: v1.0 Datum: Software: ALFA75-MTT File: Do WPD Bereik: 0,0/+80,0 C per 0,1 C

AS3050 AS3051. Besturing en bewaking voor koeltorens. Bedieningsvoorschrift. Software versie

AS3035. Besturing en bewaking voor koeltorens. Bedieningsvoorschrift. Software versie 1.06

ENA Bijlage. Installatie- en bedieningsinstructies. Flamco

MC 885 HL CMP Hoog/Laag Brander Thermostaat

AS3035. Besturing en bewaking voor koeltorens. Bedieningsvoorschrift. Software versie 1.05

UF2050 UF2051. Instructiehandleiding. Besturing voor ultrafiltratie installaties. Softwareversie 2.00

Gebruiksaanwijzing TTA /+150 C (1) VDH doc Versie: V1.1 Datum:

Installatiehandleiding

MC 785D-6p in- en opbouw

Bedieningshandleiding voor de Exocompact Display

Beknopte handleiding NF3000 INHOUDSOPGAVE

Handleiding ALFA(NET) 71 0/+100 C

Syncro AS. Analoge Brandmeldcentrale. Gebruikershandleiding. Man V1.0NL

FX-Gluemix pagina-indeling HMI

NPS-16 Burenalarmeringssysteem

Handleiding ALFANET 70-Clock

Handleiding. 24Vdc -50/+50 C

Gebruiksaanwijzing TTA DEUR. Typenummer (meting per 0,1C)

11/05 HD Lees ook het engelse boekje

InteGra Gebruikershandleiding 1

GEBRUIKERSHANDLEIDING

In werking stellen Hoofdstuk 6

Bedieningshandleiding voor het extern Regin Display

Bedienerhandleiding. Digital Compressor Controller.

Inhoudsopgave. Handleiding: MC v2.0a. Pagina - 1 -

Bestnr Micro Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+

HANDLEIDING - LEVEL INDICATOR M A N U A L

GALAXY 16 & 16+ GEBRUIKERSHANDLEIDING MK 6. versie 4 oktober

Innovative Growing Solutions. Datalogger DL-1. software-versie: 1.xx. Uitgifte datum: HANDLEIDING

Service Manual. Comfort System

Uitsluitend aansluiten op de spanning en frequentie zoals aangegeven op het typeplaatje.

Gebruikershandleiding

Gebruiksaanwijzing WTW PC-software

Lagarde BV - Voorthuizerstraat 69c SC Putten - Tel : info@lagarde.nl

Installation Manual Mobile Dispencer Point ~ PayCon II

BEDIENINGSINSTRUCTIES

MotorControl gebruiksaanwijzing V3 vanaf softwareversie 2.0e

ELVA Security

Beschrijving bedieningsunit, Serie AK30.

CP-508 GEBRUIKERS-HANDLEIDING

6.1 In- en uitschakelen toestel

GEBRUIKSAANWIJZING HD Microprocessor Volledig vrij instelbare controller

gebruikershandleiding / user manual / betriebsanleitung

Handleiding Beweegbare Bodem Manager

Handleiding GSM kiezer V2.03

PROGRAMMEERBARE TEMPERATUUR DETECTOR TD-1_NL 07/11

GT-912/GT-913/GT-914 Gebruikers handleiding

Integratie van Net2 met een inbraakalarmsysteem

Gebruikers handleiding. Universele. Gist/meel besturing

DF405_V5 Universele uitlezing opbouw

Bedieningshandleiding Christiaens Group Stapelaar en Ontstapelaar

Gebruiksaanwijzing ALFANET TEMPLOGGER 16x PT1000 Module

Afzuigkap met sensoren

INFO DIAG DIAGNOSE- APPARATUUR

Gebruiksaanwijzing DSC785 Dry/Store Controller

ELIOS DIN GEBRUIKSAANWIJZING

HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER

Toonaangevend in veiligheid. Detect De juiste mensen op de juiste plek

MC 785T-DF in- en opbouw

ICC MANUAL Copyright 2017

Handleiding Filtron. De reeks bewerkbare velden: Spoelduur (A) Spoelmodus (B) Handmatigeaccumulaties. De gewenste spoelduur per station

LCD scherm ve LCD scherm

Stappenplan installeren UMR Vario

Verkorte Gebruiker Handleiding

Gebruikers handleiding. JupiterPro. P2000 alarmontvanger

Installatiehandleiding

Installatiehandleiding Bedien-unit luxe Warmte Terug Win unit

Gebruikershandleiding. Brandmeldcentrale JUNO-NET EN54

Handleiding M532 HD-recorder

LCD scherm va LCD scherm

Handleiding MH1210B temperatuurregelaar

Cobra Bridge CAN 8800

Gebruiksaanwijzing ALFA 85 Koel Thermostaat met fanen ontdooisturing

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4

UNIVERSELE TRAPPENREGELAAR IR32 en IRDR

De Melker Desinfectie besturingsysteem

All-in-one warmtepomp water verwarming BOI-200/260

Terugmeldmodule 63320

Gebruiksaanwijzing ALFA-45 Bedien-unit Koel / Ontdooi thermostaat met ventilator sturing.

Handleiding Icespy MR software

NP Gebruikershandleiding CMK470S

Handleiding tijdklok 230V~

OS Bedieningsvoorschrift. Besturingen voor omgekeerde Osmose installaties. Softwareversie

MC 785D -50/+100 O C per 0,5 O C

Handleiding KCVR9NE KCVR9NE

MC 785 EASY. in- en opbouw. Gebruiksaanwijzing. Omschrijving : MC 785 EASY Thermostaat Doc.nr.:

Transcriptie:

RGS7000 Besturing voor reverse osmosis installaties Bedieningsvoorschrift Softwareversie 1.00

Inhoudsopgave 1. Functiebeschrijving...1 1.1. Algemeen...1 1.2. Lijst van gebruikte afkortingen...1 1.3. Fase Productie...2 1.4. Fase Standby...3 1.5. Fase Spoelen na productie...3 1.6. Fase Spoelen tijdens Standby...4 1.7. Fase Spoelen tijdens productie...5 1.8. Fase Onderhoud...5 1.9. Geleidendheid meting...6 1.10. Temperatuur...6 1.11. Flow meting...6 1.12. Druk meting...7 1.13. Alarmuitgangen...7 2. Afbeelding frontzijde...8 3. Meet- en functie weergave...9 3.1. Weergave proces fasen...9 3.2. Weergave alarm fase...9 3.3. Weergave meetwaarden...10 3.4. Weergave alarmmeldingen...10 4. Algemene bediening...11 4.1. Hoofdscherm...11 4.2. Menu scherm...11 4.3. Wijzigen van numerieke waarde...11 5. Handbediening van de installatie...12 5.1. Starten Productie...12 5.2. Stoppen Productie / Naar Standby...12 5.3. Starten Onderhoud...12 5.4. Stoppen Spoelen...12 5.5. Starten Spoelen tijdens standby...12 5.6. Starten Spoelen tijdens productie...12 5.7. Resetten alarm...12 6. Informatie opvragen...13 6.1. Softwareversie...13 6.2. Service nummer...13 6.3. Aangesloten printen...13 6.4. Ingangen...14 6.5. Uitgangen...14 6.6. Schrijvers...14 6.7. Alarm historie...15 6.8. Bedrijfsuren...15 6.9. Onderhoud interval...15 7. Taal instelling wijzigen...16 8. Klok wijzigen...17 8.1. Tijd...17 8.2. Datum...17

9. Programmering...18 9.1. Geleidendheid meting...18 9.1.1 Geleidendheid meting permeaat...19 9.1.2 Geleidendheid meting feed...20 9.1.3 Relatieve geleidendheid...21 9.2. Temperatuur meting...22 9.3. Flow meting...23 9.3.1 Flow meting feed...23 9.3.2 Flow meting concentraat...24 9.3.3 Flow meting permeaat...24 9.4. Druk meting...25 9.4.1 Druk meting feed...25 9.4.2 Druk meting concentraat...26 9.4.3 Druk meting permeaat...26 9.5. Schrijvers...27 9.5.1 Schrijver uitgang 1...27 9.5.2 Schrijver uitgang 2...28 9.5.3 Schrijver uitgang 3...28 9.6 Schakelaars...29 9.6.1 Stop...29 9.6.2 Hoog niveau schakelaar...30 9.6.3 Laag niveau schakelaar...30 9.6.4 Overdruk...31 9.6.5 Water tekort...31 9.6.6 Concentraat...32 9.6.7 Motorbeveiliging...32 9.6.8 Alarm reset...33 9.7 Afsluiters...33 9.7.1 Permeaat afsluiter...33 9.8 Pompen...34 9.8.1 Doseerpomp...34 9.9 Algemeen...34 9.9.1 Spanningsuitval...34 9.10 Fasen...35 9.10.1 Fase Productie...35 9.10.2 Fase Spoelen na productie...36 9.10.3 Fase Spoelen tijdens productie...37 9.10.4 Fase Spoelen tijdens standby...37 9.10.5 Fase Onderhoud...38 10. Service...39 10.1 Beveiligingscodes...39 10.2 Inventarisatie aangesloten componenten...40 10.3 Service telefoonnummer instellen...41 10.4 Communicatie...41 10.5 Verlichting...41 10.6 Resets...42 10.7 Software update...42 10.8 Hardware test...43 11 Mogelijke foutmeldingen...45 11.1 Minimum Geleidendheid Permeaat...46 11.2 Maximum Geleidendheid Permeaat...46 11.3 Minimum Geleidendheid Feed...46 11.4 Maximum Geleidendheid Feed...46 11.5 Minimum Geleidendheid %...46 11.6 Maximum Geleidendheid %...46 11.7 Minimum Temperatuur Permeaat...46 11.8 Maximum Temperatuur Permeaat...46 11.9 Kabelbreuk Temperatuur Permeaat...47 11.10 Minimum Temperatuur Feed...47 11.11 Maximum Temperatuur Feed...47

11.12 Kabelbreuk Temperatuur Feed...47 11.13 Stop signaal...47 11.14 Overdruk...47 11.15 Water tekort...47 11.16 Concentraat...47 11.17 Motorbeveiliging...47 11.18 Minimum Flow Feed...47 11.19 Maximum Flow Feed...47 11.20 Minimum Flow Concentraat...48 11.21 Maximum Flow Concentraat...48 11.22 Minimum Flow Permeaat...48 11.23 Maximum Flow Permeaat...48 11.24 Minimum Druk Feed...48 11.25 Maximum Druk Feed...48 11.26 Minimum Druk Concentraat...48 11.27 Maximum Druk Concentraat...48 11.28 Minimum Druk Permeaat...48 11.29 Maximum Druk Permeaat...48 11.30 Spanningsuitval...48 11.31 Onderhoud...48 12. Veel gestelde vragen...49 13 Overzicht menu...50 14. Openen behuizing...51 15. Klemmenstrook RGS7000...52 15.1 Verklarende woordenlijst...53 16. Elektrische aansluitvoorbeelden...54 17. Installatie- en Inbedrijfstellingvoorschrift...55 17.1 Algemeen...55 17.2 Montage...55 18. Onderhoud...56 19. Plaatsing optionele printen...56 20. Reserve onderdelen...57 20.1 Bestelcodes...57 20.2 Afbeeldingen...57 21. Technische gegevens...58 21.1 Afmetingen behuizing...58 22. Declaration of conformity...59 APPLICABLE LAW AND DISPUTES...61

RGS7000 Functiebeschrijving 1 1. Functiebeschrijving 1.1. Algemeen De RGS7000 wordt toegepast voor de automatische besturing en bewaking van omgekeerde osmose installaties. De flexibel programmeerbare software maakt deze besturing geschikt voor een groot aantal verschillende toepassingen op het gebied van de waterbehandeling. Overzicht functionaliteit Menu gestuurd bedienen en programmeren van de besturing doormiddel van een grafisch kleuren LCD-display. Bediening door middel van een touch panel. Taal keuze. (Nederlands, Engels, Duits en Frans). Universeel toepasbaar op reverse osmose installatie. Flexibel programmeerbaar voor specifieke gebruikerseisen. Ontzout water productie door middel van handbediening of via niveauschakelaars Vergrendeling van het onderhoud (spoelpositie) door code mogelijk Vrij programmeerbaar service telefoonnummer. Optionele mogelijkheid voor stroomuitgangen, 0(4)-20mA ( x3) Ingangen : afname stop, voorraadtank vol / leeg, overdruk, watertekort, concentraatbewaking, externe alarmreset en motorbeveiliging Metingen : 1 geleidendheid meter en 1 temperatuur meter Optioneel : - 1 geleidendheid meter en 1 temperatuur meter - 3 flow meters (0-20mA ingang) - 3 druk meters (0-20mA ingang) Geïntegreerde geleidendheidmeter met automatische meetbereik omschakeling Meetbereik van de geleidendheid al naar gelang de gebruikte meetcel (0,5 100.000 µs/cm). Celconstante van de meetcel programmeerbaar van 0,01 10,00 cm -1 Handbediende of automatische (optioneel) temperatuurcompensatie Uitgangen : Hoge druk pomp, ingangsafsluiter, spoelventiel voor concentraat en permeaat, alarmcontact of booster pomp, 2 e alarmcontact Alarm historie : laatste 15 alarm meldingen met datum en tijd worden opgeslagen. Update van software via MultiMediaCard. Beveiliging van de programma-informatie bij spanningsonderbreking, de programmainformatie wordt opgeslagen zonder batterij. Geproduceerd volgens de EMC richtlijnen. Behuizing is geschikt voor wandopbouw, inbouw en paneel inbouw. Leverbaar in 24/24V, 115/115V, 230/230V, 115/24V, 230/24V, 240/24V 1.2. Lijst van gebruikte afkortingen Hier volgt een lijst van veel gebruikte afkortingen IV Ingangsventiel CV Concentraat ventiel BP Booster pomp PV Permeaat ventiel PU Hoge druk pomp DO Doseer pomp

RGS7000 Functiebeschrijving 2 Osmose fasen De besturing onderscheidt verschillende fasen : - Productie Productie van ontzout water - Standby Installatie staat stil dus geen productie van ontzout water - Spoelen na productie Spoelen van het membraan na productie - Spoelen tijdens standby Spoelen van het membraan tijdens stilstand - Spoelen tijdens productie Spoelen van het membraan tijdens productie - Onderhoud Onderhoud aan de installatie 1.3. Fase Productie De productie van ontzout water kan worden gestart afhankelijk van niveauschakelaar(s) (LH en LL) of via handbediening. Voorafgaand aan de daadwerkelijk productie kunnen een drietal stappen worden geprogrammeerd zodat bijvoorbeeld eerst de ingangsafsluiter kan worden geopend voordat de hoge druk pomp wordt ingeschakeld. Tijdens productie worden de volgende ingangen gecontroleerd(indien aangesloten en bewaking geactiveerd, zie 10.2 Inventarisatie aangesloten componenten op blz. 40 en bijvoorbeeld 9.1.1 Geleidendheid meting permeaat op blz. 19 : Bewaking minimum geleidendheid ) : - Geleidendheid meters - Temperatuur voelers - Relatieve geleidendheid - Alle digitale ingangen Attentie : Lage voordruk en concentraat bewaking alleen indien de hoge druk pomp of booster pomp is ingeschakeld - Flow meters (indien geprogrammeerd in de programmastap: processen \ \ flow controle) (Zie bijvoorbeeld 9.10.1 Fase Productie op blz 35 : flow controle) - Druk meters (minimum grenswaarde alleen indien de hoge druk pomp of booster pomp is Ingeschakeld) Tijdens productie zal een bedrijfsuren teller worden bijgehouden die uitgelezen kan worden onder de menu optie Informatie (zie 6.8 Bedrijfsuren op blz. 15). Tevens zal een teller worden bijgehouden in verband met onderhoud (indien de intervaltijd is geprogrammeerd). De resttijd tot aan het volgende onderhoud wordt in hetzelfde venster weergegeven als de bedrijfsuren. Voor meer informatie zie 6.9 Onderhoud interval op blz. 15 en 9.10.5 Fase Onderhoud op blz. 38 Tijdens de fase Productie is het mogelijk om de installatie handbediend uit te schakelen via de toets. De installatie zal naar de fase Spoelen na productie gaan (indien geprogrammeerd) of naar de fase Standby. De installatie wordt ook uitgeschakeld indien de niveauschakelaars nog aangeven dat er ontzout water moet worden geproduceerd. In het venster zal dan worden aangegeven dat de installatie handbediend is uitgeschakeld. Is de fase Spoelen tijdens productie geactiveerd dan kan de spoeling ook handbediend worden gestart door de toets in te drukken.

RGS7000 Functiebeschrijving 3 1.4. Fase Standby In deze stap stroomt er geen water en zijn alle uitgangen uitgeschakeld. Tijdens deze stap worden alleen de volgende ingangen gecontroleerd (indien aangesloten) : - Niveauschakelaar(s) - Alarm reset ingang Tijdens de fase Standby is het mogelijk om de installatie handbediend in te schakelen indien geen niveauschakelaars zijn geprogrammeerd of indien de schakelaar tank vol aangeeft dat de voorraad tank niet geheel gevuld is. Dit kan worden gedaan via de toets. Is de fase Spoelen tijdens standby geactiveerd dan wordt in het venster de resterende tijd tot aan de volgende spoeling weergegeven. Ook is het mogelijk om deze spoeling handbediend te starten door de toets in te drukken. Verder kan vanuit deze fase een onderhoud worden gestart door de toets in te drukken. Is de installatie handbediend gestopt ondanks dat de niveauschakelaars nog aangeven dat er ontzout water moet worden geproduceerd, dan verschijnt in het venster de melding dat de installatie handbediend is uitgeschakeld. De installatie zal niet automatisch inschakelen maar dient handmatig te worden gestart via de toets. In deze situatie zal er wel een interval spoeling plaatsvinden, indien dit geprogrammeerd is (zie 9.10.4 Fase Spoelen tijdens standby op blz. 37). 1.5. Fase Spoelen na productie Na de productie kan worden geprogrammeerd (programmering \ processen \ spoelen na productie \ eigenschappen) of er een spoeling van het membraan moet plaatsvinden nadat de productie van ontzout water is gestopt. Hiervoor zijn max. drie stappen programmeerbaar. Tijdens het spoelen worden de volgende ingangen gecontroleerd (indien aangesloten en bewaking geactiveerd, zie 10.2 Inventarisatie aangesloten componenten op blz. 40 en bijvoorbeeld 9.1.1 Geleidendheid meting permeaat op blz. 19 : Bewaking minimum geleidendheid ) : - Alle digitale ingangen Attentie : Lage voordruk en concentraat bewaking alleen indien de hogedrukpomp of booster pomp is ingeschakeld - Flow meters (indien geprogrammeerd in de programmastap: processen \ \ flow controle) (Zie bijvoorbeeld 9.10.1 Fase Productie op blz 35 : flow controle) - Druk meters (minimum grenswaarde alleen indien de hoge druk pomp of booster pomp is ingeschakeld).

RGS7000 Functiebeschrijving 4 Is de installatie handbediend gestopt ondanks dat de niveauschakelaars nog aangeven dat er ontzout water moet worden geproduceerd dan verschijnt in het venster de melding dat de installatie handbediend is uitgeschakeld. De installatie zal niet automatisch inschakelen maar dit dient dan weer met de hand te gebeuren via de toets. In deze situatie zal er wel een interval spoeling plaatsvinden, indien deze geprogrammeerd is (zie 9.10.2 Fase Spoelen na productie op blz. 36). Is deze spoel fase afgelopen dan gaat de installatie automatisch in de fase Standby. Het spoelen kan ook handbediend worden onderbroken via de toets de installatie gaat dan in de fase Standby. 1.6. Fase Spoelen tijdens Standby Staat de installatie stil dan kan worden gekozen (programmering \ processen \ spoelen tijdens standby \ eigenschappen) of er, in intervallen, een spoeling van het membraan moet plaatsvinden tijdens de fase Standby stand. Hiervoor zijn max. drie stappen programmeerbaar. Tijdens het spoelen worden de volgende ingangen gecontroleerd (indien aangesloten en be waking geactiveerd, zie 10.2 40 Inventarisatie aangesloten componenten op blz. 40 en bijvoorbeeld 9.1.1 Geleidendheid meting permeaat op blz. 19 : Bewaking minimum geleidendheid ) : - Alle digitale ingangen Attentie : Lage voordruk en concentraat bewaking alleen indien de hogedrukpomp of booster pomp is ingeschakeld - Flow meters (indien geprogrammeerd in de programmastap: processen \ \ flow controle) (Zie bijvoorbeeld 9.10.1 Fase Productie op blz 35 : flow controle) - Druk meters (minimum grenswaarde alleen indien de hoge druk pomp of booster pomp is Ingeschakeld) Is de installatie handbediend gestopt ondanks dat de niveauschakelaars nog aangeven dat er ontzout water moet worden geproduceerd dan verschijnt in het venster de melding dat de installatie handbediend is uitgeschakeld. De installatie zal niet automatisch inschakelen maar dit dient dan weer met de hand te gebeuren via de toets. In deze situatie zal er wel een interval spoeling plaatsvinden, indien deze geprogrammeerd is. Is deze spoel fase afgelopen dan gaat de installatie automatisch in de fase Standby. Het spoelen kan ook handbediend worden onderbroken via de toets, de installatie gaat dan in de fase Standby.

RGS7000 Functiebeschrijving 5 1.7. Fase Spoelen tijdens productie Staat de installatie in productie dan kan worden gekozen (programmering \ processen \ spoelen tijdens productie \ eigenschappen) of er, in intervallen, een spoeling van het membraan moet plaatsvinden tijdens de productie van ontzout water. Hiervoor zijn max. drie stappen programmeerbaar. Tijdens het spoelen worden de volgende ingangen gecontroleerd(indien aangesloten en bewaking geactiveerd, zie 10.2 40 Inventarisatie aangesloten componenten op blz. 40 en bijvoorbeeld 9.1.1 Geleidendheid meting permeaat op blz. 19 : Bewaking minimum geleidendheid ) : - Alle digitale ingangen Attentie : Lage voordruk en concentraat bewaking alleen indien de hogedrukpomp of booster pomp is ingeschakeld - Flow meters (indien geprogrammeerd in de programmastap: processen \ \ flow controle) (Zie bijvoorbeeld 9.10.1 Fase Productie op blz 35 : flow controle) - Druk meters (minimum grenswaarde alleen indien de hoge druk pomp of booster pomp is Ingeschakeld) Is deze spoel fase afgelopen dan gaat de installatie automatisch in de fase Productie. Het spoelen kan ook handbediend worden onderbroken via de toets de installatie gaat dan naar de fase Productie. 1.8. Fase Onderhoud Deze fase kan alleen worden bereikt via de fase Standby en is bedoeld voor onderhoudswerkzaamheden door een onderhoudsmonteur. Het onderhoud wordt niet meteen automatisch gestart maar de installatie staat eerst in een rust positie. Via de toets Rust positie tijdens onderhoud kan het onderhoud daadwerkelijk worden gestart. Onderhoud is geactiveerd Het onderhoud is altijd handbediend te onderbreken via de toets. In fase Onderhoud kunnen max. drie stappen worden geprogrammeerd waarvan de 2 e stap altijd in minuten wordt ingegeven. Tijdens het onderhoud worden de volgende ingangen gecontroleerd(indien aangesloten en bewaking geactiveerd, zie 10.2 40 Inventarisatie aangesloten componenten op blz. 40 en bijvoorbeeld 9.1.1 Geleidendheid meting permeaat op blz. 19 : Bewaking minimum geleidendheid ) : - Ingang Overdruk - Ingang Lage voordruk - Ingang Motorbeveiliging De fase is te beveiligen door middel van een beveiligingscode (Zie 10.1 Beveiligingscodes op blz. 39).

RGS7000 Functiebeschrijving 6 1.9. Geleidendheid meting De besturing is standaard uitgerust met een geleidendheid meter waarmee de geleidendheid van het permeaat wordt gemeten. Met behulp van een optionele uitbreidingsprint (ca-1cm-1tm) (Zie 19. Plaatsing optionele printen op blz. 56). kan de installatie worden uitgebreid met een 2 e geleidendheid meter ten behoeve van de geleidendheid van het inkomende water of een nageschakelde trap. Wordt de 2 e geleidendheid meter voor de meting van de geleidendheid van het inkomende water toegepast, dan kan tevens de relatieve geleidendheid van het permeaat als parameter voor de ontzoutingsgraad worden berekend en weergegeven. De geleidendheidsmeters worden voor twee meetbereiken met automatische omschakeling uitgevoerd. De meetbereiken zijn afhankelijk van de toegepaste meetcellen en hebben een bereik van zeer zuiver water onder 1 µs/cm tot sterk zouthoudend water tot 100 ms/cm. Voor de functionele controle van de geleidendheidsmeting kan telkens een onderste grenswaarde en voor de kwaliteitsbewaking van het water telkens een bovenste grenswaarde worden geprogrammeerd. De vertragingstijd voor een eventueel alarm kan worden geprogrammeerd. Ook kan worden ingesteld of de installatie in deze gevallen moet worden uitgeschakeld en automatisch (zie 9.1.1 Geleidendheid meting permeaat op blz. 19). 1.10. Temperatuur De besturing is standaard uitgerust met een temperatuur meter waarmee de temperatuur van het permeaat wordt gemeten. Met behulp van de gemeten temperatuur kan de geleidendheidsmeting automatisch worden gecompenseerd. Wordt er geen temperatuur voeler aangesloten op de ingang dan wordt automatisch overgeschakeld op de handbediend ingestelde temperatuur. Met behulp van een optionele uitbreidingsprint (ca-1cm-1tm) (Zie 19. Plaatsing optionele printen op blz. 56).kan de installatie worden uitgebreid met een 2 e temperatuur meter ten behoeve van de temperatuur compensatie van de 2 e geleidendheid meter. Voor verdere uitleg zie 9.2 Temperatuur meting op blz. 22. 1.11. Flow meting De besturing kan worden uitgebreid met drie flow meter ingangen (0-20mA) (Zie 19. Plaatsing optionele printen op blz. 56). De ingangen zijn bestemd voor de flow meting van respectievelijk het inkomende water, het concentraat en het permeaat. Voor de bewaking van een flow meter kan een minimum grenswaarde en een maximum grenswaarde worden geprogrammeerd met programmeerbare vertragingstijd. De bewaking moet ook per fase worden geactiveerd (zie 9.10.1 Fase Productie op blz. 35). Tevens kan worden ingesteld of de installatie uitgeschakeld dient te worden bij een storingssituatie. De installatie kan in dat geval alleen met de hand weer ingeschakeld worden. Voor verdere uitleg zie 9.3 Flow meting op blz. 23.

RGS7000 Functiebeschrijving 7 1.12. Druk meting De besturing kan worden uitgebreid met drie druk meter ingangen (0-20mA) (Zie 19. Plaatsing optionele printen op blz. 56). De ingangen zijn bestemd voor de druk meting van respectievelijk het inkomende water, het concentraat en het permeaat. De bewaking van de druk is alleen geactiveerd indien de hoge druk pomp of de booster pomp is ingeschakeld (en indien geprogrammeerd). Verder is er een programmeerbare vertraging en kan worden ingesteld of de installatie bij te lage of te hoge druk uitgeschakeld dient te worden. Is de installatie uitgeschakeld op een te lage druk dan kan worden ingesteld dat de installatie automatisch inschakelt indien er weer voldoende druk is. Voor verdere uitleg zie 9.4 Druk meting op blz. 25. 1.13. Alarmuitgangen De besturing bevat twee alarm uitgangsfunctie (AL1 en AL2). Functie AL1 is alleen beschikbaar indien relais K6 niet geprogrammeerd is voor de booster pomp functie. Is de functie AL1 geactiveerd dan bevindt het relais zich in stroomloze toestand in de stand geen alarm. Functie AL2 is altijd beschikbaar. In stroomloze toestand bevindt het relais zich in de alarmstand. Bij welke storingen de relais AL1 en/of AL2 dienen te worden geactiveerd is te programmeren bij de betreffende meetfunctie, schakelaar of andere situatie zoals stroomuitval. Meer informatie over de alarmering is te vinden in 3.4 Weergave alarmmeldingen op blz. 10 en 11 Mogelijke foutmeldingen op blz. 45.

RGS7000 Afbeelding frontzijde 8 2. Afbeelding frontzijde Wandopbouw, inbouw en paneel bouw. 1 2 3 4 1 Venster met informatie over de processtappen 2 Venster met meetwaarden 3 Venster met eventuele alarmmeldingen 4 Balk met toetsen voor handbediening en toegang tot menu 6 1 5 2 4 3 1 Venster met mappen structuur 2 Toets voor het openen en sluiten van een map 3 Navigatie toetsen om door de mappen te lopen 4 Toets voor het verlaten van het menu 5 Venster met submappen of instellingen 6 Cursor

RGS7000 Meet- en functie weergave 9 3. Meet- en functie weergave 3.1. Weergave proces fasen In dit venster wordt de actuele stand van de installatie weergegeven zoals : Productie, Spoelen tijdens productie, Standby, Spoelen tijdens standby, Spoelen na productie, Onderhoud of de Alarmstand. De balk geeft aan in welke stap van een bepaald proces de installatie zicht bevindt. In deze balk wordt de resttijd weergegeven van het deelproces alsmede de geactiveerde uitgangsfuncties (geel) en niet geactiveerde uitgangsfuncties (grijs). De uitgangsfuncties zijn afgekort, de afkortingen zijn als volgt : IV = Ingangsventiel CV = Concentraat ventiel BP = Booster pomp PV = Permeaat ventiel PU = Hoge druk pomp DO = Doseer pomp Indien een deelproces afgehandeld is dan wordt de resttijd op 0 seconde gezet en de uitgangsfuncties die geactiveerd waren tijdens dit deelproces zullen paars gekleurd zijn. Bij deelprocessen die nog niet afgehandeld zijn zullen de uitgangsfuncties, die in dat deelproces worden geactiveerd, wit gekleurd zijn. Mocht er een interval tijd voor spoelen geactiveerd zijn dan zal deze onderin het venster worden geplaatst. De resttijd tot de volgende spoeling wordt dan weergegeven. Is de productie handbediend uitgeschakeld dan wordt dit weergegeven in het display. Tijdens Standby zal (indien geprogrammeerd) het interval spoelen wel geactiveerd worden. 3.2. Weergave alarm fase Dient de installatie bij een bepaalde storing te worden uitgeschakeld dan zal de besturing in de fase Alarm worden geschakeld. In het venster wordt aangegeven in welke fase de storing is opgetreden en wat de oorzaak van het alarm is. Afhankelijk van de storing en de programmering zal de installatie handbediend ingeschakeld dienen te worden via de toets of automatisch weer inschakelen indien de oorzaak van de storing is opgeheven. Of de installatie moet worden uitgeschakeld en eventueel automatisch moet worden ingeschakeld is te vinden bij de programmering van de betreffende ingang of meetwaarde. Zie bijvoorbeeld 9.1.1 Geleidendheid meting permeaat op blz. 19

RGS7000 Meet- en functie weergave 10 3.3. Weergave meetwaarden In dit venster worden alle meetgegevens weergegeven (indien de betreffende hardware is aangesloten en de weergave is geactiveerd). De relatieve geleidendheid wordt weergegeven onder Concentraat. Alleen voor de geleidendheid kan een andere eenheid worden ingesteld namelijk ppm. 3.4. Weergave alarmmeldingen Indien er een storing optreedt verschijnt er in dit venster de datum, het tijdstip en een korte omschrijving van de storing. Is er ook een alarmuitgang geactiveerd dan zal de achtergrond rood gekleurd zijn. Zijn er geen alarmuitgangen geactiveerd of reeds gereset dan zal de achtergrond grijs gekleurd zijn. De alarmuitgangen kunnen worden gedeactiveerd door het indrukken van de toets. De achtergrondkleur zal dan wijzigen van rood naar grijs. De melding zal nog in het venster blijven staan. Om ook de melding uit het venster te halen dient nogmaals op de toets te worden gedrukt. Voorwaarde is dat de oorzaak van de melding is opgeheven. Is dit niet het geval dan blijft de melding staan. Het is ook mogelijk om bepaalde meldingen automatisch te laten resetten (zowel alarmuitgang als melding). Dit is te vinden bij de programmering van de betreffende ingang of meting. Indien er meer dan 3 alarmmelding zijn dan zullen er navigatie toetsen ( en ) in het venster verschijnen om door de alarmmeldingen te lopen. Onderstaand een flow diagram hoe een alarmmelding kan handbediend wordt gereset. Reset Alarm Alarmuitgang geactiveerd Nee Alarm situatie opgeheven Nee Ja Ja Schakel uitgang uit Reset alarm melding. Geen actie

RGS7000 Algemene bediening 11 4. Algemene bediening De bediening en programmering van deze besturing gebeurt door middel van een touch panel dat op het LCD scherm geplaatst is. Hieronder wordt uitleg gegeven over de algemene indeling van het scherm, de betekenis van diverse toetsen en uitleg over algemene weergave/invoer vensters. 4.1. Hoofdscherm In het hoofdscherm wordt aangegeven in welke stap de installatie zich bevindt. Tevens worden de meetwaarden weergegeven van de aangesloten sensoren, indien de weergave hiervan is geactiveerd. In de onderste balk zijn een aantal toetsen geplaatst. Met behulp van de toets kan men de diverse instellingen bekijken en eventueel wijzigen. De overige toetsen zijn bedoeld voor handbediend ingrijpen in de installatie 4.2. Menu scherm In het hoofdmenu is het scherm in twee stukken verdeeld. Links is een soort van mappen structuur te zien. Rechts wordt weergegeven : - submappen (indien de cursor balk op een map geplaatst is). - instellingen indien de cursor balk niet op een map geplaatst is. Een map kan worden geopend door middel van de toets. De cursorbalk kan worden verplaatst door middel van de toetsen en. Via de toets kan het hoofdmenu weer worden verlaten. De velden en kunnen worden gewijzigd door op het betreffende veld te drukken. In de volgende paragraaf is beschreven hoe een numerieke waarde kan worden gewijzigd. 4.3. Wijzigen van numerieke waarde In de programmering van de besturing zijn een aantal numerieke instellingen te wijzigen. Door op de ingestelde numerieke waarde te drukken, verschijnt er een numeriek invoer venster. Bovenaan de huidige waarde weergegeven. Daaronder wordt de minimaal en maximaal mogelijke waarde weergegeven. In het invoer veld kan men de waarde wijzigen via het numerieke toetsenbord. De toets kan worden gebruikt om een ingevoerd getal te wissen. De gewijzigde waarde kan worden bevestigd door op de toets te drukken. Indien de waarde ongewijzigd moet blijven dan kan de toets worden ingedrukt.

RGS7000 Handbediening van de installatie 12 5. Handbediening van de installatie Het is mogelijk om handbediend in te grijpen in het installatie proces. Hieronder wordt per fase aangegeven wat de mogelijkheden zijn. 5.1. Starten Productie De fase Productie kan handbediend worden gestart vanuit de fase Standby en de fase Spoelen na productie via de toets Is de fase Spoelen tijdens productie ingeschakeld dan kan de productie weer hervat worden door de toets in te drukken. 5.2. Stoppen Productie / Naar Standby De fase Standby kan worden bereikt door tijdens de fase Productie de toets in te drukken. Indien de fase Spoelen na productie is geprogrammeerd dan zal eerst deze fase worden doorlopen alvorens de fase Standby geactiveerd wordt. Het is mogelijk om ook de spoeling handbediend te stoppen via de toets. Indien de installatie handbediend is uitgeschakeld terwijl de niveauschakelaars nog aangaven dat er nog ontzout water was gewenst dan zal in het proces venster de melding verschijnen dat de installatie handbediend is uitgeschakeld. 5.3. Starten Onderhoud De fase Onderhoud kan alleen worden geactiveerd tijdens de fase Standby. De toets dient hiertoe te worden ingedrukt. In het geval dat een codegetal moet worden ingevoerd (zie 10.1 Beveiligingscode op blz.39) zal er een numeriek invoer venster verschijnen waar de juiste code moet worden ingegeven. Het onderhoudsstappen worden niet direct geactiveerd. Hiertoe dient de toets ingedrukt. te worden 5.4. Stoppen Spoelen Alle spoelfasen kunnen voortijdig handbediend worden gestopt via de toets. Indien dit gebeurt tijdens Spoelen tijdens Productie dan zal de installatie weer in de fase Productie terugkeren. Tijdens de beide andere spoelfasen zal de installatie weer terugkeren naar Standby. 5.5. Starten Spoelen tijdens standby Indien het intervalspoelen tijdens de fase Standby is geprogrammeerd dan kan deze spoeling ook handbediend worden gestart via de toets. 5.6. Starten Spoelen tijdens productie Indien het intervalspoelen tijdens de fase Productie is geprogrammeerd dan kan deze spoeling ook handbediend worden gestart via de toets. 5.7. Resetten alarm Indien er een alarmmelding en/of alarmuitgang geactiveerd is dan kan deze worden gereset door de toets in het venster van de alarmmeldingen. Is een alarmuitgang geactiveerd dan zal eerst de uitgang worden gedeactiveerd. De alarmmelding verdwijnt indien de oorzaak van het alarm opgeheven is en de toets nogmaals worden ingedrukt. (Zie 3.4 Weergave alarmmeldingen op blz 10).

RGS7000 Informatie en historie 13 6. Informatie opvragen Via het informatiemenu zijn verschillende gegevens op te vra gen zoals: de software versie, het service telefoonnummer, het aantal bedrijfsuren de status van de ingangen en uitgangen, de alarmhistorie informatie, het onderhoudsinterval (indien geprogrammeerd). Verplaats de cursorbalk met de navigatie toetsen en naar de optie Informatie Open de map Informatie door de toets in te drukken. 6.1. Softwareversie De software wordt in de fabriek regelmatig onderhouden. Indien nodig vinden er wijzigingen plaats, om het product aan te passen aan nieuwe inzichten en vereisten. In de display wordt het versienummer van de geïnstalleerde software weergegeven. In de optie Informatie Algemeen wordt de software versie aangegeven. 6.2. Service nummer In het display wordt informatie weergegeven over het service telefoonnummer. Dit service telefoonnummer is programmeerbaar zoals beschreven in 10.3 Service telefoonnummer instellen op blz. 41. In de optie Informatie Algemeen wordt het service telefoonnummer aangegeven. 6.3. Aangesloten printen De besturing is opgebouwd uit meerdere printen. In de optie Informatie Printen wordt aangegeven welke printen er aangesloten zijn. Hiermee kan worden gecontroleerd of de aangesloten printen ook daadwerkelijk worden gedetecteerd door de software. De volgende printen kunnen worden weergegeven : - cb-4relp-3relf (1) : relais print nummer 1 (4x spanningsvoerend relais + 3x spanningsvrij relais) - cb-1cm-1tm (1) : basis meet print nummer 1 (1x geleidendheid meter + 1x temperatuur) - ca-1cm-1tm : uitbreidingsprint (1x geleidendheid meter + 1x temperatuur) - ca-fl-pr-3an (flow) : uitbreidingsprint met 3 analoge stroomingangen (4-20mA) (3x flow meting) - ca-fl-pr-3an (press.) : uitbreidingsprint met 3 analoge stroomingangen (4-20mA) (3x druk meting) - ca-4rec : uitbreidingsprint met 3 analoge stroomuitgangen (0-20mA) (3x schrijver)

RGS7000 Informatie en historie 14 6.4. Ingangen In dit venster wordt de status van de ingangen weergegeven. De actuele status wordt iedere seconde bijgewerkt. Betekenis van de aanduidingen : - Nee : De ingang wordt gecontroleerd maar is niet actief of minder dan de geprogrammeerde vertragingstijd actief. - Ja : De ingang wordt gecontroleerd en is langer dan de geprogrammeerd vertragingstijd actief. - --- : De ingang wordt niet gecontroleerd omdat bv. het component niet is geprogrammeerd of omdat in het geval van bv water tekort de hoge druk pomp niet is ingeschakeld. Verder wordt aangegeven of de ingang een geopend of gesloten contact detecteert. Zie ook 9.6 Schakelaars vanaf blz 29. 6.5. Uitgangen In dit venster wordt de status van de uitgangen weergegeven. De actuele status wordt iedere seconde bijgewerkt. Betekenis van de aanduidingen : - Open : Het ventiel is geopend. - Dicht : Het ventiel is gesloten. - Aan : De pomp is ingeschakeld. - Uit : De pomp is uitgeschakeld. - --- : De betreffende uitgangsfunctie is niet geactiveerd. Zie ook 9.7 Afsluiters op blz. 33 en 9.8 Pompen op blz. 34. 6.6. Schrijvers In dit venster wordt de status van de stroom (schrijver) uitgangen weergegeven, indien de optionele schrijverprint geplaatst is. De actuele status wordt iedere seconde bijgewerkt. De uitgestuurde stroom wordt weergegeven. Is een uitgang niet geactiveerd dan wordt dit aangegeven door xxx. Is de optionele schrijver print niet aanwezig dan zullen alle uitgangen xxx aangeven. Zie ook 9.5 Schrijvers op blz. 27.

RGS7000 Informatie en historie 15 6.7. Alarm historie In dit venster kan de Alarm Historie worden opgeroepen door de toets Historie in te drukken. Er wordt dan een venster geopend met een overzicht van de laatste 15 alarmmeldingen. In het overzicht staat de datum, het tijdstip en een omschrijving van de alarmmelding vermeld. Het laatste alarm staat bovenaan. Deze gegevens blijven na spanningsuitval behouden. 6.8. Bedrijfsuren In de besturing wordt een teller bijgehouden die het aantal uren/minuten (hh:mm) registreert dat de installatie daadwerkelijk ontzout water heeft geproduceerd. Deze teller is te vinden onder de optie Informatie Tellers. (zie 6.8 Bedrijfsuren op blz. 15). 6.9. Onderhoud interval Er kan een onderhoud interval worden geprogrammeerd. Deze teller houdt het aantal bedrijfsuren tussen de onderhoudsbeurten bij. Is deze intervaltijd niet geactiveerd dan wordt dit aangegeven ( Nee ). In het andere geval wordt de resttijd (in minuten) aangeven tot aan de volgende onderhoudsbeurt. Deze interval teller is te vinden onder de optie Informatie Tellers. (zie 6.9 Onderhoud interval op blz. 15)

RGS7000 Taal instelling wijzigen 16 7. Taal instelling wijzigen Het menu wordt bereikt via de toets in het hoofdscherm. Verplaats de cursorbalk met de navigatie toetsen en naar de optie Taal Open de map Taal door de toets in te drukken. De besturing is standaard uitgevoerd in diverse talen. Via Menu Taal is het mogelijk om de displayteksten in een andere taal te zetten. Wijzigen van taal Selecteer de gewenste taal. De weergegeven teksten worden direct gewijzigd naar de ingestelde taal.

RGS7000 Klok wijzigen 17 8. Klok wijzigen De actuele datum en tijd kunnen gewijzigd worden in het menu Klok. Het menu wordt bereikt via de toets in het hoofdscherm. Verplaats de cursorbalk met de navigatie toetsen en naar de optie Klok Open de map Klok door de toets in te drukken. 8.1. Tijd Bij menuoptie Tijd kan de weergave van de klok en de actuele tijd worden ingesteld. Wijzigingen weergave: Selecteer de gewenste weergave. Wijzigen actuele tijd: Druk op het venster waar de te wijzen parameter (uren of minuten) is weergegeven. Er verschijnt een numeriek invoer venster waarin de uren / minuten kunnen worden gewijzigd. Zie 4.3 Wijzigen van numerieke waarde op blz. 11. 8.2. Datum Bij menuoptie Datum kan de weergave van de datum worden ingesteld. Wijzigingen weergave: Selecteer de gewenste weergave. Wijzigen actuele datum: Druk op het venster waar de te wijzen parameter (jaar, maand of dag) is weergegeven. Er verschijnt een numeriek invoer venster waarin het jaar, de maand of de dag kan worden gewijzigd. Zie 4.3 Wijzigen van numerieke waarde op blz. 11.

RGS7000 Programmering 18 9. Programmering In de volgende hoofdstukken is beschreven hoe de besturing geprogrammeerd kan worden. Een totaal overzicht van alle menuopties is te vinden in 13 Overzicht menu, blz.50. Attentie : Sommige vensters zijn niet bereikbaar indien de optionele print niet geinstalleerd is, indien deze niet geactiveerd zijn in de component lijst (zie 10.2 Inventarisatie aangesloten componenten op blz, 40) of ten gevolge van de gemaakte instellingen. Dit wordt dan ook in het betreffende venster vermeld. Het menu wordt bereikt via de toets in het hoofdscherm. Verplaats de cursorbalk met de navigatie toetsen en naar de optie Programmering Open de map Programmering door de toets in te drukken. De algemene bediening van het menu is beschreven in 4.2 Menu scherm op blz. 11. In de volgende hoofdstukken worden de instellingen in de vensters van de diverse mappen besproken. 9.1. Geleidendheid meting De instellingen voor de geleidendheid meters zijn geplaatst onder de map Programmering Geleidendheid. Deze map is onderverdeeld in de geleidendheid meter voor het permeaat, feed en de relatieve geleidendheid. Omdat de temperatuur voelers gekoppeld zijn aan de geleidendheid meting zijn deze ook onder de betreffende geleidendheid meter geplaatst.

RGS7000 Programmering 19 9.1.1 Geleidendheid meting permeaat Eigenschappen In dit venster dienen de eigenschappen van de aangesloten meetcel te worden ingevoerd. In de optie Weergave kan worden aangegeven of de gemeten waarde in het hoofdscherm dient te worden weergegeven. Berekening meetbereik Bereik min Bereik max = celconstante * 10 µs / cm = celconstante * 10 ms / cm Tabel meetbereik celconstanten Bewaking minimum geleidendheid In dit venster kan de bewaking op de minimale geleidendheid worden geactiveerd. Hier kan tevens worden ingesteld of de installatie bij een te lage geleidendheid dient te worden uitgeschakeld Uitschakelen en is dit het geval dan kan ook worden aangegeven of de installatie weer automatisch dient te worden ingeschakeld indien de geleidendheid weer in orde is Auto. Inschakelen. Bewaking maximum geleidendheid Dit venster is gelijk aan bovenstaand venster echter nu ten behoeve van de maximale geleidendheid.

RGS7000 Programmering 20 Alarmering geleidendheid Temperatuur eigenschappen In dit venster kan worden ingesteld of er een melding in het alarm venster dient te worden weergegeven (optie LCD Act.) en of een alarmuitgang dient te worden geactiveerd bij een foutieve meetwaarde. Onder de beschrijving Auto. kan worden ingesteld of de uitgang en melding automatisch worden gedeactiveerd indien de oorzaak van de storing is opgeheven. Alarm 1 is alleen programmeerbaar indien uitgang 6 niet is geprogrammeerd voor een booster pomp en de functie Alarm 1 is geactiveerd (zie 10.2 Inventarisatie aangesloten componenten op blz. 40). In dit venster dienen de eigenschappen van de aangesloten temperatuur voeler te worden ingevoerd. In de optie Weergave kan worden aangegeven of de gemeten waarde in het hoofdscherm dient te worden weergegeven. Indien geen temperatuur voeler is aangesloten, zal de handbediende waarde worden aangehouden (ook indien de meetwaarde ingesteld staat op automatisch). Bewaking minimum temperatuur Dit venster bevat dezelfde instellingen zoals weergegeven bij Bewaking minimum geleidendheid op de vorige bladzijde echter nu ten behoeve van de minimale temperatuur. Bewaking maximum temperatuur Dit venster bevat dezelfde instellingen zoals weergegeven bij Bewaking minimum geleidendheid op de vorige bladzijde echter nu ten behoeve van de maximale temperatuur. Alarmering temperatuur Dit venster bevat dezelfde instellingen zoals weergegeven bij Alarmering geleidendheid op de vorige bladzijde echter nu ten behoeve van de temperatuur. 9.1.2 Geleidendheid meting feed De vensters voor deze meting zijn gelijk aan die van de geleidendheid meting voor permeaat echter nu ten behoeve van de gemeten geleidendheid in de leiding van het inkomende water. (Zie 9.1.1 Geleidendheid meting permeaat op blz. 19). Deze vensters zijn niet bereikbaar indien de optionele print (ca-1cm-1tm) voor de 2 e geleidendheid meting niet geïnstalleerd is. Zie 19. Plaatsing optionele printen op blz. 56.

RGS7000 Programmering 21 9.1.3 Relatieve geleidendheid De instellingen ten behoeve van de relatieve geleidendheid zijn niet bereikbaar indien de optionele print voor de 2 e geleidendheid meting niet geïnstalleerd is. Zie 19. Plaatsing optionele printen op blz. 56. Eigenschappen In de optie Weergave kan worden aangegeven of de gemeten waarde in het hoofdscherm dient te worden weergegeven. De relatieve geleidendheid zal in het hoofdscherm worden weergegeven onder de tekst Concentraat. Bewaking minimum relatieve geleidendheid In dit venster kan de bewaking op de relatieve geleidendheid worden geactiveerd. Hier kan tevens worden ingesteld of de installatie bij een te lage relatieve geleidendheid dient te worden uitgeschakeld Uitschakelen en is dit het geval dan kan ook worden aangegeven of de installatie weer automatisch dient te worden ingeschakeld indien de relatieve geleidendheid weer in orde is Auto.inschakelen. Bewaking maximum relatieve geleidendheid Dit venster is gelijk aan bovenstaand venster echter nu ten behoeve van de maximale geleidendheid. Alarmering relatieve geleidendheid In dit venster kan worden ingesteld of er een melding in het alarm venster dient te worden weergegeven (optie LCD Act.) en of een alarmuitgang dient te worden geactiveerd bij een foutieve meetwaarde. Onder de beschrijving Auto. kan worden ingesteld of de uitgang en melding automatisch worden gedeactiveerd indien de oorzaak van de storing is opgeheven. Alarm 1 is alleen programmeerbaar indien uitgang 6 niet is geprogrammeerd voor een booster pomp en de functie Alarm 1 is geactiveerd (zie 10.2 Inventarisatie aangesloten componenten op blz. 40).

RGS7000 Programmering 22 9.2. Temperatuur meting Omdat de temperatuur voelers gekoppeld zijn aan de geleidendheid meting zijn deze in de map van de betreffende geleidendheid meter geplaatst. (Zie 9.1.1 Geleidendheid meting permeaat op blz. 19 en 9.1.2 Geleidendheid meting feed op blz. 20 ). De gemeten temperatuur wordt gebruikt om de betreffende gemeten geleidendheid te compenseren. De correctie factor kan in onderstaande grafiek worden uitgelezen. Als temperatuur voeler dient een PT1000 te worden gebruikt.

RGS7000 Programmering 23 9.3. Flow meting Voor de flow metingen dient de optionele print (ca-fl-pr-3an) geïnstalleerd te zijn. Zie 19. Plaatsing optionele printen op blz. 56. De instellingen voor de flow meters zijn geplaatst onder de map Programmering Flow meters. Deze map is onderverdeeld in de flow meting voor de feed, het concentraat en het permeaat. In deze mappen kunnen de eigenschappen van de aangesloten flow meters alsmede de bewaking op minimum en maximum flow en de alarmering worden ingesteld. 9.3.1 Flow meting feed Eigenschappen In dit venster dienen de eigenschappen van de aangesloten flow meter te worden ingevoerd. In de optie Weergave kan worden aangegeven of de gemeten waarde in het hoofdscherm dient te worden weergegeven. Bewaking minimum flow In dit venster kan de bewaking op de minimale flow worden geactiveerd. Hier kan tevens worden ingesteld of de installatie bij een te lage flow dient te worden uitgeschakeld. De installatie dient daarna altijd weer met de hand te worden ingeschakeld.

RGS7000 Programmering 24 Bewaking maximum flow Dit venster bevat dezelfde instellingen zoals weergegeven bij Bewaking minimum flow op de vorige bladzijde echter nu ten behoeve van de maximale flow. Alarmering flow In dit venster kan worden ingesteld of er een melding in het alarm venster dient te worden weergegeven (optie LCD Act.) en of een alarmuitgang dient te worden geactiveerd bij een foutieve grenswaarde. Onder de beschrijving Auto. kan worden ingesteld of de uitgang en melding automatisch worden gedeactiveerd indien de oorzaak van de storing is opgeheven. Alarm 1 is alleen programmeerbaar indien uitgang 6 niet is geprogrammeerd voor een booster pomp en de functie Alarm 1 is geactiveerd (zie 10.2 Inventarisatie aangesloten componenten op blz. 40). 9.3.2 Flow meting concentraat De vensters voor deze meting zijn gelijk aan die van de flow meting voor feed echter nu ten behoeve van de gemeten flow in de concentraat leiding. (Zie 9.3.1 Flow meting feed op blz. 23) 9.3.3 Flow meting permeaat De vensters voor deze meting zijn gelijk aan die van de flow meting voor feed echter nu ten behoeve van de gemeten flow in de permeaat leiding. (Zie 9.3.1 Flow meting feed op blz. 23)

RGS7000 Programmering 25 9.4. Druk meting Voor de druk metingen dient de optionele print (ca-fl-pr-3an) geïnstalleerd te zijn. Zie 19. Plaatsing optionele printen op blz. 56. De instellingen voor de druk meters zijn geplaatst onder de map Programmering Druk meters. Deze map is onderverdeeld in de druk meting voor de feed, het concentraat en het permeaat. In deze mappen kunnen de eigenschappen van de aangesloten druk meters alsmede de bewaking op minimum en maximum druk en de alarmering worden ingesteld. 9.4.1 Druk meting feed Eigenschappen In dit venster dienen de eigenschappen van de aangesloten druk meter te worden ingevoerd. In de optie Weergave kan worden aangegeven of de gemeten waarde in het hoofdscherm dient te worden weergegeven. Bewaking minimum druk De minimale druk wordt alleen bewaakt indien de hoge druk pomp en/of booster pomp ingeschakeld zijn. In dit venster kan de bewaking op de minimale druk worden geactiveerd. Hier kan tevens worden ingesteld of de installatie bij een te lage druk dient te worden uitgeschakeld en is dit het geval dan kan ook worden aangegeven of de installatie weer automatisch dient te worden ingeschakeld indien de flow weer in orde is.

RGS7000 Programmering 26 Bewaking maximum druk In dit venster kan de bewaking op de minimale druk worden geactiveerd. Hier kan tevens worden ingesteld of de installatie bij een te hoge druk dient te worden uitgeschakeld. De installatie dient daarna altijd weer met de hand te worden ingeschakeld. Alarmering druk In dit venster kan worden ingesteld of er een melding in het alarm venster dient te worden weergegeven (optie LCD Act.) en of een alarmuitgang dient te worden geactiveerd bij een foutieve meetwaarde. Onder de beschrijving Auto. kan worden ingesteld of de uitgang en melding automatisch worden gedeactiveerd indien de oorzaak van de storing is opgeheven. Alarm 1 is alleen programmeerbaar indien uitgang 6 niet is geprogrammeerd voor een booster pomp en de functie Alarm 1 is geactiveerd (zie 10.2 Inventarisatie aangesloten componenten op blz. 40). 9.4.2 Druk meting concentraat De vensters voor deze meting zijn gelijk aan die van de druk meting voor feed echter nu ten behoeve van de gemeten druk in de concentraat leiding (Zie 9.4.1 Druk meting feed op blz. 25). 9.4.3 Druk meting permeaat De vensters voor deze meting zijn gelijk aan die van de druk meting voor feed echter nu ten behoeve van de gemeten druk in de permeaat leiding (Zie 9.4.1 Druk meting feed op blz. 25).

RGS7000 Programmering 27 9.5. Schrijvers Voor de druk metingen dient de optionele print (ca-4rec) geïnstalleerd te zijn. Zie 19. Plaatsing optionele printen op blz. 56. Er kunnen schrijvers gebruikt worden met een stroomingang van 0-20 ma of 4-20 ma. Alle meetwaarden kunnen op de schrijveruitgang worden weergegeven. Worden er meerdere meetwaarden geselecteerd op een uitgang dan wisselen deze elkaar af om de 2 seconden. De instellingen voor de schrijver uitgangen zijn geplaatst onder de map Programmering Schrijvers. Deze map is onderverdeeld in de drie uitgangen (Schrijver 1, 2 en 3). In deze mappen kunnen de eigenschappen van de aangesloten schrijvers worden ingesteld alsmede welke parameters op de uitgangen moeten worden weergegeven. 9.5.1 Schrijver uitgang 1 Eigenschappen In dit venster dienen de eigenschappen van de aangesloten schrijver te worden ingevoerd. Aangegeven kan worden of de aangesloten schrijver een 0-20 ma of 4-20 ma ingang heeft. Geleidendheid In dit venster kan worden ingesteld welke geleidendheid metingen op de uitgang dienen te worden weergegeven. Tevens kan het stroombereik worden gekoppeld aan een bereik van de gemeten geleidendheid. In het 1 e numerieke invoerveld kan worden ingesteld tot en met welke meetwaarde de uitgang de minimale stroom schakelt (0 of 4mA) In het 2 e numerieke invoerveld kan worden ingesteld bij welke meetwaarde de maximale uitgangsstroom wordt geschakeld.

RGS7000 Programmering 28 Temperatuur Flow meting Druk meting In dit venster kan worden ingesteld welke temperatuur metingen op de uitgang dienen te worden weergegeven. Tevens kan het stroombereik worden gekoppeld aan een bereik van de gemeten temperatuur. In het 1 e numerieke invoerveld kan worden ingesteld tot en met welke meetwaarde de uitgang de minimale stroom schakelt (0 of 4mA) In het 2 e numerieke invoerveld kan worden ingesteld bij welke meetwaarde de maximale uitgangsstroom wordt geschakeld. In dit venster kan worden ingesteld welke flow metingen op de uitgang dienen te worden weergegeven. Tevens kan het stroombereik worden gekoppeld aan een bereik van de gemeten flow. In het 1 e numerieke invoerveld kan worden ingesteld tot en met welke meetwaarde de uitgang de minimale stroom schakelt (0 of 4mA) In het 2 e numerieke invoerveld kan worden ingesteld bij welke meetwaarde de maximale uitgangsstroom wordt geschakeld. In dit venster kan worden ingesteld welke druk metingen op de uitgang dienen te worden weergegeven. Tevens kan het stroombereik worden gekoppeld aan een bereik van de gemeten druk. In het 1 e numerieke invoerveld kan worden ingesteld tot en met welke meetwaarde de uitgang de minimale stroom schakelt (0 of 4mA) In het 2 e numerieke invoerveld kan worden ingesteld bij welke meetwaarde de maximale uitgangsstroom wordt geschakeld. 9.5.2 Schrijver uitgang 2 De vensters voor schrijveruitgang 2 zijn gelijk aan die van schrijver uitgang 1 (Zie 9.5.1 Schrijver uitgang 1 op blz. 27). 9.5.3 Schrijver uitgang 3 De vensters voor schrijveruitgang 2 zijn gelijk aan die van schrijver uitgang 1 (Zie 9.5.1 Schrijver uitgang 1 op blz. 27).

RGS7000 Programmering 29 9.6 Schakelaars In de besturing zijn standaard acht ingangen aanwezig waarop potentiaalvrije schakelaars kunnen worden aangesloten. De instellingen voor de schakelaars zijn geplaatst onder de map Programmering Schakelaars. Deze map is onderverdeeld in de aan te sluiten schakelaars nl : - Stop - Hoog niveau schakelaar - Laag niveau schakelaar - Overdruk - Lage voordruk - Concentraat - Motor beveiliging - Alarm reset In de navolgende hoofdstukken zullen de bovenstaande ingangen worden besproken. 9.6.1 Stop Eigenschappen Alarmering In dit venster dienen de eigenschappen te worden ingesteld van de stop schakelaar. Er kan worden ingesteld of de functie geactiveerd is bij een geopend of gesloten kontakt aan de ingang. Tevens kan een vertraging worden geprogrammeerd. Is de ingang gedurende deze tijd geactiveerd dan zal de besturing hierop reageren. Ook kan worden opgegeven of de installatie automatisch weer inschakelt indien de storing weer is opgeheven. In dit venster kan worden ingesteld of er een melding in het alarm venster dient te worden weergegeven (optie LCD Act.) en of een alarmuitgang dient te worden geactiveerd bij een foutieve grenswaarde. Onder de beschrijving Auto. kan worden ingesteld of de uitgang en melding automatisch worden gedeactiveerd indien de oorzaak van de storing is opgeheven. Alarm 1 is alleen programmeerbaar indien uitgang 6 niet is geprogrammeerd voor een booster pomp en de functie Alarm 1 is geactiveerd (zie 10.2 Inventarisatie aangesloten componenten op blz. 40).