Besluit van de algemene raad van 3 november 2014 tot vaststelling van de beleidsregel inzake ontheffing kantoorhouden in één arrondissement op één locatie vanwege kantoorvestiging buiten Nederland (Beleidsregel kantoorhouden buiten Nederland) De algemene raad van de Nederlandse orde van advocaten; Gelet op artikel 12, derde lid, van de Advocatenwet, Gelet op titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht, Overwegende: - dat advocaten verplicht zijn in één arrondissement op één locatie kantoor te houden, ingevolge artikel 12, eerste lid, van de Advocatenwet; - dat advocaten van iedere kantoorverplaatsing kennis moet geven aan de secretaris van de algemene raad met het oog op de verwerking op het tableau, ingevolge artikel 2, achtste lid, van de Advocatenwet; - dat behoefte bestaat bij in Nederland beëdigde advocaten om zich buiten Nederland te vestigen, terwijl zij hun inschrijving op het tableau willen handhaven; - dat de advocaat, indien de ontheffing, als bedoeld in artikel 12, derde lid, van de Advocatenwet, wordt verleend blijft behoren tot de orde in het arrondissement waar hij kantoor houdt op het moment van het verzoek om ontheffing dan wel de orde in het arrondissement Den Haag; - dat advocaten, die niet aan de voorschriften van artikel 12 van de Advocatenwet voldoen, na aanmaning daartoe door de raad van de orde in het arrondissement, op requisitoir van het openbaar ministerie en nadat de rechtbank tot schrapping heeft beslist, van het tableau worden geschrapt, op grond van artikel 12, vijfde lid, van de Advocatenwet. BESLUIT Artikel 1 verlenen ontheffing kantoorhouden buitenland 1. De algemene raad verleent, op aanvraag van de advocaat, die onder zijn oorspronkelijke beroepstitel in een ander land kantoor wil houden, de ontheffing, bedoeld in artikel 12, derde lid, van de Advocatenwet, indien: a. de advocaat belang heeft bij de ontheffing, zoals de persoonlijke ontwikkeling en training van de betreffende advocaat en de wens om bij de uitoefening van de werkzaamheden de oorspronkelijke beroepstitel te kunnen blijven voeren; b. de advocaat de verordeningen kan naleven, waaronder de onafhankelijkheid van de beroepsuitoefening; c. de advocaat de adresgegevens in het buitenland overlegt; d. de raad van de orde in het arrondissement waar de advocaat kantoor houdt op het moment van het verzoek om ontheffing, en indien de advocaat niet eerder kantoor heeft gehouden, de raad van de orde in het arrondissement Den Haag, heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de ontheffing. 2. De advocaat vermeldt de duur van het kantoorhouden in het buitenland, waarna voor deze duur ontheffing wordt verleend, doch niet langer dan drie jaren. Artikel 2 aanvraag ontheffing 1. De advocaat doet de aanvraag ten minste twee maanden vóór vertrek naar het buitenland door middel van het formulier aanvraag ontheffing kantoorhouden buitenland in bijlage 1. 2. De advocaat die na afloop van de ontheffing in het buitenland kantoor wil blijven houden, doet een nieuwe aanvraag om ontheffing, voor een nieuwe periode van maximaal drie jaren.
Artikel 3 voorwaarden kantoorhouden buitenland Aan een ontheffing als bedoeld in artikel 12, derde lid, van de Advocatenwet verbindt de algemene raad in ieder geval de volgende voorwaarden: a. de advocaat draagt er zorg voor dat hij bereikbaar is via het adres waar de advocaat kantoor houdt in het buitenland en alwaar hij op het tableau wordt ingeschreven; b. de advocaat draagt zorg voor de beroepsuitoefening met inachtneming van de kernwaarden, zoals beschreven in artikel 10a van de Advocatenwet; c. de advocaat verstrekt, ingeval het ontvangende land een EU-, EER-land of Zwitserland is en het verblijf in dat land langer gaat zijn dan één jaar, een kopie van het bewijs van inschrijving van het land van ontvangst aan de algemene raad. d. de advocaat meldt, indien hij ondanks de ontheffing opnieuw kantoor gaat houden in Nederland, zijn terugkeer in Nederland bij de algemene raad en de raad van de orde in het arrondissement, waarna de ontheffing wordt ingetrokken. Artikel 4 ontheffing aan stagiaire In afwijking van artikel 1 geldt voor de stagiaire dat in bijzondere gevallen ontheffing kan worden verleend, indien, naast het bepaalde in artikel 1, de stagiaire in ieder geval: a. een Nederlandse advocaat als patroon heeft; b. kantoor houdt op dezelfde locatie als de patroon hetzij in Nederland hetzij in het buitenland of op de dagen dat de stagiaire niet werkt op dezelfde locatie als de patroon wordt begeleid door een mentor die voldoet aan de voorwaarden voor een patroon; c. in staat wordt gesteld om de beroepsopleiding te volgen en dit bij de aanvraag wordt aangetoond; d. de beroepsopleiding binnen de daartoe gestelde termijn kan afronden; e. blijft voldoen aan de voor hem geldende verplichtingen krachtens artikel 9c en artikel 26 van de Advocatenwet. Artikel 5 inwerkingtreding Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2015. Artikel 6 intrekking Het beleid in geval van verzoeken op grond van artikel 12, derde lid, Advocatenwet ontheffing kantoor houden in Nederland, gepubliceerd in het Advocatenblad van 25 juni 2004, wordt ingetrokken. Artikel 7 citeertitel Deze beleidsregel wordt aangehaald als Beleidsregel kantoorhouden buiten Nederland TOELICHTING Algemeen Het komt met enige regelmaat voor dat een advocaat zich buiten Nederland wil vestigen, maar de inschrijving op het tableau wil handhaven. Artikel 12, eerste lid, van de Advocatenwet verplicht advocaten echter om in één arrondissement op één locatie kantoor te houden. Artikel 12, derde lid van de Advocatenwet biedt aan advocaten de mogelijkheid ontheffing aan te vragen van deze verplichting. Deze beleidsregel regelt de wijze waarop de algemene raad omgaat met zijn bevoegdheid tot het verlenen van ontheffing van de verplichting in één arrondissement op één locatie kantoor te houden voor advocaten die buiten Nederland kantoor wensen te houden. Deze beleidsregel beoogt duidelijkheid te creëren over de wijze waarop de algemene raad zijn bevoegdheid gebruikt en over de uitleg van dit wettelijke voorschrift.
Vestiging in een EU-lidstaat of EER-staat De Vestigingsrichtlijn biedt enerzijds aan advocaten de mogelijkheid om in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of in Zwitserland, dan waar de beroepskwalificatie is verworven, onder zijn oorspronkelijke beroepstitel werkzaam te zijn. Anderzijds wordt aan deze advocaat de mogelijkheid geboden om op grond van zijn beroepservaring tot de advocatuur in de lidstaat van ontvangst toe te treden. De Nederlandse advocaat die onder zijn oorspronkelijke beroepstitel in een ander EU-lidstaat, EER-staat of Zwitserland zijn beroep wil uitoefenen is gehouden in Nederland op het tableau ingeschreven te blijven teneinde zijn hoedanigheid van advocaat te behouden (overweging 12 van de Vestigingsrichtlijn 98/5/EG) en zich bij de bevoegde autoriteit van het land van ontvangst te laten inschrijven (artikel 3 van de Vestigingsrichtlijn). Vestiging in landen buiten de EU, EER of Zwitserland Advocaten die zich buiten de EU, EER of Zwitserland willen vestigen, behoeven hun inschrijving in Nederland niet te handhaven. Het komt echter voor dat advocaten om hun moverende redenen, bijvoorbeeld omdat zij verwachten dat hun verblijf in het buitenland tijdelijk is, de inschrijving als advocaat in Nederland willen handhaven. In dat geval dienen zij eveneens op grond van artikel 12, derde lid, van de Advocatenwet aan de algemene raad een ontheffing aan te vragen. Artikelsgewijs Artikel 1 verlenen ontheffing kantoorhouden buitenland Dit artikel vermeldt in welke gevallen de algemene raad ontheffing zal verlenen. De advocaat dient voor de ontheffing een aanvraag in te dienen bij de algemene raad. De beoordeling van onderdeel a vereist dat de advocaat bekend maakt welk belang hij heeft bij de ontheffing. Onderdeel b sluit aan bij overweging 15 van de Vestigingsrichtlijn. De Vestigingsrichtlijn maakt immers mogelijk de gezamenlijke uitoefening van het beroep van advocaat, ook in de vorm van een samenwerkingsverband. Er moet worden vermeden dat de beroepsuitoefening in groepsverband in de lidstaat van herkomst aanleiding vormt voor belemmering of bemoeilijking van de vestiging van tot een dergelijke groep behorende advocaten in de lidstaat van ontvangst, terwijl het aan de andere kant de lidstaten moet worden toegestaan passende maatregelen te nemen ter verwezenlijking van de legitieme doelstelling van waarborging van de onafhankelijkheid van het beroep. Daarbij is het wenselijk dat in alle lidstaten die beroepsuitoefening in groepsverband toestaan, in bepaalde garanties wordt voorzien. Om inzicht te krijgen in de onafhankelijkheid van de beroepsuitoefening wordt gevraagd in welk praktijkverband hier in Nederland de advocaat werkzaam is en in het buitenland werkzaam zal zijn (vgl. overweging 15 van de Vestigingsrichtlijn). De onderdelen c is nodig om de actuele adresgegevens op het tableau te verwerken. Onderdeel d sluit aan op de wettelijke regeling dat de raad van de orde in het arrondissement tevoren wordt gehoord. Volledigheidshalve wordt hier vermeldt dat ingevolge artikel 12a van de Advocatenwet de lex silencio positivo niet van toepassing is. Het tweede lid bepaalt dat de ontheffing slechts voor bepaalde tijd wordt verleend. De advocaat kan aangeven voor welke duur in het buitenland kantoor wordt gehouden. De maximale termijn is drie jaren. Artikel 2 aanvraag ontheffing Dit artikel bepaalt dat de advocaat zelf een aanvraag tot ontheffing moet indienen bij de algemene raad via het formulier aanvraag ontheffing kantoorhouden buitenland. In het formulier zijn alle benodigde gegevens voor de beoordeling van de aanvraag opgenomen. De aanvraag moet worden gedaan, ten minste twee maanden voor vertrek naar het buitenland. Indien de advocaat na afloop van de ontheffing in het buitenland kantoor wil blijven houden, zal een nieuwe aanvraag moeten worden ingediend. De eventuele nieuwe ontheffing wordt eveneens voor de maximale periode van drie jaren verleend.
Artikel 3 voorwaarden kantoorhouden buitenland De algemene raad verbindt voorwaarden aan de ontheffing. De onderdelen a en b zien om de kenbaarheid van de advocaat. De voorwaarden beogen aan cliënt en derden duidelijkheid te verschaffen over de plaats waar de advocaat kantoor houdt en daarmee ook welke deken bevoegd is betreffende het toezicht. Onderdeel c is opgenomen ter bescherming van de onafhankelijke beroepsuitoefening door de advocaat. Onderdeel d verplicht de advocaat na registratie in het land van ontvangst (indien het ontvangende land een EU- of EER-land of Zwitserland is) een kopie van het bewijs van inschrijving van het land van ontvangst te overleggen aan de algemene raad. Indien de verwachting is dat de advocaat zich korter dan één jaar vestigt in één van de genoemde landen, wordt door de Algemene Raad dispensatie gegeven van het overleggen van het bewijs van inschrijving van het land van ontvangst. Indien de advocaat opnieuw kantoor gaat houden in Nederland, dient hiervan melding te worden gedaan bij de algemene raad. De ontheffing zal dan worden ingetrokken en de registratie op het tableau worden aangepast. De advocaat moet handelen in overeenstemming met de voorwaarden, op straffe van intrekking van de ontheffing. Onder voorwaarden vallen niet enkel de voorschriften in de ontheffing, maar ook het bepaalde in de Advocatenwet of de Verordening op de advocatuur. Voorts kan de ontheffing worden ingetrokken indien de advocaat onjuiste gegevens heeft verstrekt. De deken van de orde in het arrondissement is ingevolge artikel 45a van de Advocatenwet belast met het toezicht op de naleving van de verplichting in één arrondissement op één locatie kantoor te houden. De algemene raad kan een klacht indienen bij de deken van de orde in het arrondissement indien de advocaat niet handelt in overeenstemming met de voorwaarden. Artikel 4 ontheffing aan stagiaire In dit artikel worden de voorwaarden voor ontheffing vermeld voor stagiaires. De hoofdregel is dat geen ontheffing wordt verleend, doch slechts in bijzondere gevallen ontheffing mogelijk is aan stagiaires die een deel van hun stage in het buitenland wensen te volgen. De stagiaire dient daarbij vooraf aan te tonen dat begeleiding van de patroon voortgaat, dan wel de begeleiding ter hand wordt genomen door een mentor die voldoet aan de voorwaarden voor patroon. Ontheffing wordt daarnaast slechts verleend indien is aangetoond dat de beroepsopleiding kan worden gevolgd en binnen de gestelde termijn kan worden afgerond. Een belangrijk gegeven daarbij is de reisafstand tussen de buitenlandse vestiging en het plaats van het onderwijs. De reisafstand mag niet te groot zijn, omdat anders het contactonderwijs niet (volledig) zal kunnen worden gevolgd. Verzoeken in het eerste jaar van de stage worden daarom, vanwege het aantal contacturen, strenger beoordeeld op reisafstand dan het tweede en het derde jaar van de beroepsopleiding. De stagiaire dient daarnaast te voldoen aan alle verplichtingen bij of krachtens de wet en de verordeningen. Dit houdt onder andere in dat de raad van de orde in het arrondissement de stagiaire ook nog separaat ontheffing moet verlenen van de verplichting bij zijn patroon kantoor te houden, op grond van artikel 9b, derde lid, van de Advocatenwet. De algemene raad vraagt de raad van de orde in het arrondissement om advies over de wijze waarop de stage in het buitenland een vervolg zal krijgen.
Bijlage 1 Formulier aanvraag ontheffing kantoorhouden buitenland Met dit formulier vraagt u ontheffing aan van de verplichting in één arrondissement op één locatie kantoor te houden omwille van kantoor houden buitenland (artikel 12, derde lid, van de Advocatenwet). De aanvraag dient ten minste twee maanden vóór vertrek naar het buitenland te worden ingediend bij de algemene raad. Alleen volledig en juist ingevulde en ondertekende formulieren worden in behandeling genomen. U krijgt van de algemene raad een besluit over uw aanvraag. Stuur dit formulier naar de Nederlandse orde van advocaten, sector juridische en bestuurlijke zaken, o.v.v. ontheffing kantoorhouden buitenland, postbus 30 851, 2500 GW, Den Haag of naar het e-mailadres: jz@advocatenorde.nl 1. Persoonsgegevens aanvrager titulatuur: initialen: achternaam: BAR-nummer (A-nr.): 2. Correspondentiegegevens aanvrager arrondissement: naam kantoor: correspondentieadres kantoor: postcode en plaats: telefoonnummer: (overdag te bereiken) e-mailadres: (t.b.v. correspondentie aanvraag) 3. Specificatie aanvraag naam kantoor buitenland: correspondentieadres kantoor buitenland: postcode en plaats: land: telefoonnummer in het buitenland: e-mailadres in het buitenland: aanvang kantoorhouden buitenland: einde kantoorhouden buitenland (evt. onbepaald):......
4. Belang bij ontheffing Toelichting belang advocaat bij aanvraag:............... 5. Waarborg onafhankelijkheid: Toelichting op welke wijze verordeningen (m.n. onafhankelijkheid) worden nageleefd: Om inzicht te krijgen in de onafhankelijkheid van de beroepsuitoefening is de vraag in welk praktijkverband in Nederland de advocaat werkzaam is en in het buitenland werkzaam zal zijn............... 6. Vragen uitsluitend indien aanvrager stagiaire is: Toelichting op welke wijze aan vereisten beroepsopleiding en stage wordt voldaan: De vraag is welke Nederlandse advocaat patroon is, eventueel welke mentor (die voldoet aan de voorwaarden voor een patroon) de begeleiding ter hand neemt, of de stagiaire in staat wordt gesteld de beroepsopleiding te volgen, de beroepsopleiding binnen de daartoe gestelde termijn kan worden afgerond en op welke wijze de stagiaire blijft voldoen aan de voor hem geldende verplichtingen krachtens artikel 9c en artikel 26 van de Advocatenwet.............
........................ 7. Ondertekening Ik verklaar dat alle gegevens op dit formulier volledig en naar waarheid zijn ingevuld naam aanvrager: plaats en datum: handtekening aanvrager: