Veel onderzoek kan gedaan worden door dingen direct te observeren in de natuur, of te bestuderen in het laboratorium. Sommige biologische processen



Vergelijkbare documenten
1 Het ontstaan van het Koninkrijk De geboorte van een prins De jeugd van prins Willem-Alexander 20

Academisch cafe Utrechts Universiteitsfonds, 12 april 2007, Arnhem

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2. Deze bijlage bevat informatie.

Mitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen).

1. Fossielen, dood of levend?

Samenvatting Hoofdstuk 1

Praktische opdracht Biologie Evolutie en ordening PO

Naam Klas Datum. Klaar met schieten? Sneller dan je buurman/-vrouw? Noteer hier je resultaten. Je bent gestart met 50 Dots van elke kleur.

Vakanties en bijzondere dagen

Op Wandel met Walvissen

BIOLABO. Voorbereiding in de klas

Uitslag onderzoek Verkiezingen 2010 EenVandaag Opiniepanel deelnemers 28 april 2010

Darwin en de evolutieleer

SZH voor levend erfgoed

Bijlage VMBO-GL en TL

Koninginnedagonderzoek 2013 (naar politieke voorkeur)

Wat zijn apen? Is een aap mijn oom? Oud en nieuw. Kennismaking met de bende. Groot en klein. Sociaal leven. De koning van de slingeraars

1. Fossielen, dood of levend?

Opdracht 3.1. Andy de Leeuw. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Thema dieren. Deze werkbundel is van:

Monohybride en dihybride kruisingen vmbo-kgt34

Oefeningen niveau 2 Reeks 1

Antwoorden Biologie Thema 5

WAT MAAKT EEN BOS TOT EEN BOS?

2. We nu nog levende katachtige is volgens deze stamboom het meest verwant aan de Poema? A de Cheeta B de Europese lynx C de Huiskat D de Jaguar

Evolutie. Bovenbouw VO

Keuze 1: In welk gebied laten we de leeuwen los?

Kennismaking met programmeren

3 januari januari januari januari januari januari januari-16. Week: zondag. maandag. dinsdag.

De stamboom!!!!!!! voor de docent! Hoeveel voorouders heb je als je teruggaat in de tijd?

: TROONOPVOLGING IN NEDERLAND

Werkstuk Biologie Nijlpaarden

Paleontologie, de studie van fossielen die gebruikt wordt om een beeld te krijgen over de geschiedenis van het leven op aarde.

KATIE SCOTT JENNY BROOM. Het dierenboek. Een fascinerende reis door het dierenrijk

Evolutie. Basisstof 4 thema 5

11. o f e. d i. Apenrots Leeuwenterras Kleine-Zoogdierenhuis Uilenruïne Californische zeeleeuwen Insectarium

10 Samenvatting. Alejandro Ordoñez Gloria ab

SGR Safari door de leerlingen van 2X voor elkaar.

EEN NIEUWE PRINS(ES): TROONOPVOLGING IN NEDERLAND

Auditieve oefeningen thema het bos

6+ 10 WAT MAAKT EEN BOS TOT EEN BOS? Opdracht EDUKIT 3

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

Keuzeopdracht Biologie Leertaken Hoofdstuk 5 en 7

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Populaties beschrijven met kansmodellen

Hoe zou je dit vertellen aan iemand die er vandaag niet bij is? Leerlingen helpen om wiskunde te begrijpen: Vragen die: Ben je het er mee eens?

!!! "# $ %!!!!! ( " %!!+!! " # +

Antwoorden door een scholier 1825 woorden 28 februari keer beoordeeld

NAAM: Instructies in de klas Voer de opdrachten uit. 1. Zet een kruisje op de olifant. 2. Kleur het haar van de juf bruin.

De rol van verwantschap in de fokkerij. Piter Bijma Fokkerij en Genetica, Wageningen UR

Uitslag onderzoek Verjaardag koningin Beatrix EenVandaag Opiniepanel deelnemers 29 januari 2010

Sinds de jaren 70 zijn wetenschappers bezorgd om de vervuiling van onze oceanen door allerhande plastiek afval. De laatste 10 jaar loopt het echt uit

Populatiegenetica van de mantelbaviaan Papio hamadryas, in Emmen en Amersfoort

Thema 1 De wereld om je heen

5,9. Werkstuk door een scholier 1441 woorden 9 juni keer beoordeeld

Dit originele spel is geschikt vanaf groep 4/5. Zie Variaties voor het spel voor jongere kinderen.

dieren Werkstuk Arianne van der Graaf dieren

ZOEKTOCHT VOOR SCHOLEN

Vind een plantennaam met elke letter van het alfabet.

Biologische respons op klimaatsverandering

Koninginnedagonderzoek 2009 (naar politieke voorkeur)

b - 8. een dikke vetlaag hebben. een dunne vacht hebben. een middagdutje doen. een witte vacht hebben. hele grote oren hebben

De woestijn. Uitgestrekt, droog en heet!

Wat zijn apen? Is een aap mijn oom? Oud en nieuw. Kennismaking met de bende. Groot en klein. Sociaal leven. De koning van de slingeraars

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

2 Voortplanten met organen Bouw en werking van geslachtsorganen Werking van geslachtshormonen Afsluiting 31

Koninginnedagonderzoek 2012 (naar politieke voorkeur)

B-Bot.nl Dierendag spel

Evolutie, wat is dat nu feitelijk?!

Algemene samenvatting

Combinatoriek en rekenregels

Jubileum Beatrix. Rapport. Tom van der Horst / Peter Kanne. C december Social & Polling


Sociale en culturele factoren in evacuatie simulaties. Dr. Natalie van der Wal

Bij mensen is er gemiddeld één jongen op één meisje. Wellicht is

Koninginnedagboek: Groep 3/4 /5

Sa Ta Na Ma Snatam Kaur Feeling Good Today Nr. 7

7.4 Script en plaatjes les

Newsletter April 2013

discussiëren. Begrippen van hoofdstuk 1 die je moet kennen Schepping Evolutie Spontane waarneming Mythe Moraal TeNaCH Bijbel Koran

Kansrekenen. Lesbrief kansexperimenten Havo 4 wiskunde A Maart 2012 Versie 3: Dobbelstenen

Inleiding Programmeren 2

Lesactiviteit 2.1 Aanpassingen vogels algemeen en die van kusttrekvogels

Curaçao. inhoud HET LAND ZELF DE LIGGING HET KLIMAAT! De hoofdstad van Curaçao is Willemstad. In Nederland is het koud en nat en in curaçao

Micro evolutie In een populatie huisjesslakken

EEN EGEL HOUDT EEN WINTERSLAAP

Eindexamen wiskunde A1-2 havo 2007-II

Kleuren. Meten en wegen. Vormen. Tellen en getalbegrip. Doel: Oranje herkennen Materialen: verf: geel rood en papier

Evolutie: De ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen.

Thema 5 Evolutie Basisstof 2 Evolutie van de mens

Kijk je mee? Oerwoud. 2006, Parasol N.V. België

(ont)wikkelen. Aantal keer gevouwen Aantal lagen papier

Examen HAVO. wiskunde A1,2. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Samenvatting Biologie Erfelijkheid & Evolutie (Hoofdstuk 7 & 8.1)

RONDLEIDINGEN ZOO PLANCKENDAEL

Het aansturen van gedrag

infprg03dt practicumopdracht 4

Krulgetallen en een heel langzaam stijgende rij. D. C. Gijswijt

De vogel X-factor. Martijn Guliker Mirjam van Loon Jenny Smit Gijsbert Peelen

het het varken varken de krokodil krokodil de haai de haai het zeepaardje het

Transcriptie:

Samenvatting

SAMENVATTING Veel onderzoek kan gedaan worden door dingen direct te observeren in de natuur, of te bestuderen in het laboratorium. Sommige biologische processen zijn echter extreem langzaam, of geogra isch ingewikkeld, waardoor het onmogelijk wordt om deze processen direct waar te nemen. Evolutie is bijvoorbeeld een erg langzaam proces, waarbij het soms miljoenen jaren duurt voordat een nieuwe dier of plantensoort is ontstaan. Voor deze processen moeten we dus op zoek naar een andere manier om ze te bestuderen en beter te begrijpen. Het is gelukkig mogelijk om de patronen te bestuderen die door deze processen worden veroorzaakt. Als je bijvoorbeeld een pot neemt met een kleur verf, dan kun je terugredeneren welke kleuren zijn gemengd om deze kleur verf te krijgen. Bij sommige kleuren is dat makkelijk, zoals bijvoorbeeld bij oranje. Een pot met oranje verf krijg je door rode verf te mengen met gele verf. In de biologie kunnen we iets vergelijkbaars doen, door bijvoorbeeld op zoek te gaan naar patronen in het DNA van twee soorten: als we vinden dat twee soorten vaak dezelfde stukjes DNA hebben, kunnen we die informatie gebruiken om te achterhalen in welke mate deze twee soorten verwant zijn en kunnen we terugrekenen hoe lang het geleden is dat ze zijn ontstaan. Het omgekeerde is ook mogelijk: het bedenken van een proces en daarna zien wat voor patronen dit zou kunnen opleveren. Stel dat je niet logisch kunt beredeneren welke kleuren zijn gebruikt om een pot verf te krijgen, zoals bij bijvoorbeeld bruine verf. In plaats van te beredeneren welke kleuren verf er gemengd zijn, zou je ook heel veel verschillende combinaties kunnen proberen, net zolang tot je een combinatie hebt die lijkt op de kleur die je zoekt. Met behulp van een computermodel hoef je niet alles met de hand te mengen en kan je nog veel meer combinaties proberen, zodat je nog beter kunt achterhalen welke kleuren er gebruikt zijn. In mijn thesis heb ik ook deze aanpak gebruikt, waarbij ik aan de hand van een patroon het onderliggende proces reconstrueer met behulp van computermodellen. Ik heb daarbij gekeken naar processen op het niveau van ecosystemen, en naar evolutie. In het eerste deel van mijn thesis heb ik modellen ontwikkeld die kijken naar de soortensamenstelling van een ecosysteem. Kunnen bijvoorbeeld de eigenschappen van de soorten die we tegenkomen in een ecosysteem ons iets vertellen over hoeveel competitie er is in het ecosysteem? In hoofdstuk 1 heb ik een computermodel ontwikkeld dat de soortensamenstelling van een ecosysteem simuleert aan de hand van drie verschillende processen: 1) competitie tussen soorten, 2) restricties van de omgeving en 3) een kansproces. Ik heb dit model getoetst op bekende soortensamenstellingen van bomen op de Savanne in Zuid Afrika. Het bleek dat 70% van de soortensamenstelling niet zozeer het gevolg was van competitie of limitaties van de omgeving, maar van kansprocessen. In hoofdstuk 2 heb ik dit zelfde model toegepast op de soortensamenstelling van cichliden in het Tanganyikameer, in Zambia. Cichliden zijn een familie van vissen. In het Tanganyikameer komen ongeveer 250 soorten cichliden voor. Cichliden zijn daar in de afgelopen 10 miljoen jaar razendsnel geëvolueerd en de grote vraag is hoe het kan dat al deze soorten samen in één meer voorkomen. Met ons model vonden 210

we dat ook hier het kansproces de belangrijkste factor was en dat competitie en limitaties van de omgeving maar een klein deel van de soortensamenstelling verklaarden. In het derde hoofdstuk heb ik mij verder verdiept in hoe kansprocessen soortensamenstellingen kunnen beïnvloeden. In een tropisch regenwoud vinden we bijvoorbeeld twee typen bomen: bomen die hun zaden verspreiden via de wind en bomen die hun zaden verspreiden met hulp van vogels en kleine zoogdieren. De kans dat een zaadje op een vruchtbare plek in het bos terecht komt, zou wel eens kunnen a hangen van hoe het verspreid wordt. Kunnen we misschien aan de hand van de soortensamenstelling van een tropisch regenwoud achterhalen welke manier van zaden verspreiden succesvoller is? Ik heb een al bestaand model van verspreiding aangepast zodat beide typen bomen er mee gemodelleerd kunnen worden en daarna het model toegepast op tropische bomen van het bos op Barro Colorado Island, in Panama. Met dat model heb ik weten te achterhalen dat bomen die gebruik maken van vogels of zoogdieren om hun zaden te verspreiden, tot wel vijf keer zo succesvol zijn als bomen die gebruikmaken van wind om hun zaden te verspreiden. In het tweede deel van mijn thesis heb ik gekeken naar patronen in evolutionaire stambomen. Een evolutionaire stamboom werkt op dezelfde manier als een normale stamboom (zie ook iguren 1 en 2): de uiteinden van de boom (de blaadjes) zijn de soorten die nu voorkomen (de nu levende familieleden) en via de takken van de boom zien we hoe de soorten over de tijd uit elkaar zijn ontstaan (aan elkaar verwant zijn). Aan de wortel van de boom staat de overovergrootouder: de gemeenschappelijke voorouder. Zo n evolutionaire stamboom wordt gereconstrueerd aan de hand van de gelijkenis in het DNA tussen soorten. Zo kunnen we terug in de tijd kijken en aan de hand van zo n boom kunnen we niet alleen zien hoe soorten aan elkaar verwant zijn, maar ook hoe snel nieuwe soorten zijn ontstaan. Voordat ik in de hieropvolgende hoofdstukken naar deze stambomen ben gaan kijken, heb ik eerst in hoofdstuk 4 gekeken naar aannames die worden gemaakt bij het reconstrueren van een evolutionaire stamboom. Daarbij heb ik vooral gekeken of deze aannames van invloed zijn op latere schattingen van soortsvormingssnelheid gebaseerd op dezelfde boom. Zo worden er bijvoorbeeld aannames gedaan over de snelheid van veranderingen in het DNA en Claus 1926 2002 Beatrix 1938 Maxima 1971 Willem-Alexander 1967 Friso 1968 2013 Constantijn 1969 Laurentien 1966 Amalia 2003 Alexia 2005 Ariane 2007 Eloise 2002 Figure 1. Gesimpli iceerde stamboom van het Nederlandse koningshuis. Claus-Casimir 2004 Leonore 2006 211 SAMENVATTING

Leeuw Hyena Hond Vleermuis Paard Koe Giraf Dolfijn Muis Mens Slingeraap Olifant 120 100 80 60 40 20 miljoenen jaren geleden 0 Figure 2. Gesimpli iceerde evolutionaire stamboom van de zoogdieren (gebaseerd op Meredith et al. 2011). Waar de stamboom van het koningshuis ( iguur 1) bijhoudt hoe de verschillende familieleden zich verhouden tot elkaar, geeft de evolutionaire stamboom van de zoogdieren op vergelijkende wijze weer hoe de verschillende families binnen de zoogdieren van elkaar afstammen. SAMENVATTING aannames over de snelheid waarmee nieuwe soorten achter elkaar kunnen ontstaan. Uit mijn onderzoek bleek dat deze aannames uiteindelijk weinig tot geen invloed hebben op schattingen van soortsvormingssnelheid. In hoofdstuk 5 heb ik getoetst hoe goed verschillende eigenschappen van een evolutionaire stamboom gebruikt kunnen worden om de snelheid van soortsvorming terug te schatten. Aan de hand van het aantal soorten in de boom en de hoeveelheid tijd die er is verstreken sinds de gemeenschappelijke voorouder leefde, kunnen we bijvoorbeeld al een ruwe schatting maken van de soortsvormingssnelheid. Daarnaast heb ik een nieuwe eigenschap van een evolutionaire stamboom beschreven. Deze eigenschap maakt niet alleen gebruik van het aantal soorten aan de wortel en aan de uiteinden van de boom, maar ook van het aantal soorten op de tussenliggende takken. Het blijkt dat deze nieuwe eigenschap veel accurater is dan andere, eerder gebruikte, eigenschappen in het berekenen van de soortsvormingssnelheid. In hoofdstuk 6 heb ik aan de hand van patronen in de evolutionaire stamboom van een familie van cichliden (Lamprologini) uit het Tanganyikameer geprobeerd te achterhalen in hoeverre veranderingen in de waterstand van het Tanganyikameer van invloed zijn geweest op de grote biodiversiteit van deze familie. Hoewel de veranderingen in de waterstand vaak worden aangedragen als verklaring voor de soortenrijkdom in het meer, vind ik aan de hand van de evolutionaire stamboom geen aanwijzingen dat deze veranderingen in waterstand van belang zijn geweest. 212

Ook al kunnen we sommige biologische processen niet direct observeren, de patronen die deze processen veroorzaken blijken een schat van informatie te zijn en geven ons de mogelijkheid om indirect iets te weten te komen over deze processen. In mijn thesis heb ik patronen in ecosystemen en evolutionaire stambomen gebruikt om meer te weten te komen over competitie, migratie en de invloed van de omgeving op soortsvorming. Mijn bevindingen benadrukken vooral dat een groot deel van de patronen die we tegenkomen in ecosystemen en in evolutionaire stambomen het gevolg zijn van kansprocessen. Dat wil overigens niet zeggen dat al die patronen slechts door toeval zijn ontstaan. Hoewel het precieze nummer dat je gooit met een dobbelsteen toeval is, kunnen we wel de kans dat je drie ogen gooit berekenen en kunnen we uitrekenen wat het gemiddelde aantal ogen is na 100 worpen. De onderliggende processen die het ontstaan van nieuwe soorten beïnvloeden, of de processen die van invloed zijn op de soortensamenstelling van een ecosysteem werken op dezelfde manier. We kunnen dus niet precies bepalen op welk moment zo n proces van belang is, maar we kunnen wel achterhalen wat de uitkomst is van het vaak herhalen van deze processen. Huidig onderzoek naar evolutie en ecosystemen onderkent maar in beperkte mate het belang van deze kansprocessen. Met mijn thesis hoop ik te hebben laten zien dat het belangrijk is deze kansprocessen mee te nemen in onze studie van evolutie en ecosystemen. 213 SAMENVATTING