Docentenblad 4 In monteren 1 krijgt de leerling een overzicht van handboormachines, boorsoorten, boordiameters en plugdiameters. Vervolgens moet hij of zij gaten boren in een gipsmuur met massieve stenen. Als deze niet beschikbaar is, kan ook een stenen of betonnen muur worden gebruikt. De boor- en plugdiameter mogen ook anders worden gekozen. Deze opdracht staat op zichzelf. en Monteren 2 kunnen onafhankelijk van elkaar worden uitgevoerd. Wel heeft de leerling de theorie van nodig voor Monteren 2. Imp03/h4 pagina 1
Gaten boren Als je een leiding op de muur wilt monteren, gebruik je beugels. Deze beugels zitten met schroeven vast aan de muur. In bijna alle gevallen moet je eerst gaten boren voor je een beugel kunt monteren. Voor het boren van gaten kun je kiezen uit twee soorten handboormachines: - elektrische handboormachines, die op 230 volt werken - accuboormachines Je hebt bij een accuboormachine geen snoer nodig. Dat is een groot voordeel, vooral als je op een ladder moet werken. Een elektrische handboormachine is wel sterker dan de accuboormachine. De meeste elektrische handboormachines hebben een klopstand. Hiermee boor je gemakkelijker in betonnen muren. Boor kiezen Voor ieder soort materiaal is er een aparte boor. Gebruik alleen boren die bedoeld zijn voor het materiaal waarin je wilt boren. Je moet altijd eerst bepalen welke boor je moet gebruiken. Controleer de aanwijzingen op de verpakking of bekijk de vorm van de kop. Controleer of de boor scherp is. Dat kun je aan de voorkant van de boor zien. Als een boor bot is: - zittenerrondekrassenin - is de hoek niet meer scherp Gebruik nooit een botte boor. Er zijn niet alleen boren voor verschillende materialen, maar ook boren met verschillende diameters. Kies een boor met dezelfde diameter als de plug die je gaat gebruiken. 1van5
Welke boren zul je gebruiken in of bij de installatiebox? Vul de soorten en maten in op werkblad 4-1. Pluggen Je gebruikt pluggen om de beugels vast te schroeven aan een stenen of betonnen muur. Een plug is een staafje materiaal met een gat voor een schroef. Als je de schroef in de plug draait, zet de plug naar buiten toe uit. Hierdoor verankert hij de schroef in de wand of in het plafond. Bij pluggen heb je verschillende maten. Bij een bepaalde maat schroef heb je een bepaalde maat plug nodig. Je moet dan ook een gat boren met dezelfde diameter. Plug S6 S8 S10 Lengte (mm) 30 40 50 - Voorboren Diameter boor (mm) 6 8 10 Diepte van het gat (mm) >40 >55 >70 - Schroef Diameter (mm) 4-5 4,5-6 6-8 Lengte (mm) >35 >46 >58 Nadat je de juiste schroef, plug en boor hebt gekozen, doe je de boor in de boormachine. Boor plaatsen Je zet een boor vast in een boormachine met behulp van een spankop. Boormachines hebben verschillende spankoppen. Je hebt: - boormachines met een gewone kop - boormachines met een snelspankop Bij machines met een gewone kop gebruik je een boorsleutel om de boor vast te zetten. 2van5
Zet de boor altijd vast met een boorsleutel. Dat is de enig juiste manier. Bij machines met een snelspankop draai je de knop rechtsom. Daarna doe je de boor in de boorkop. Als je de knop linksom draait, zit de boor vast. Boren Hoe boor je met een handboormachine? 1. Doedeboormetdegewenstediameterindeboorkop. 2. Controleer of de boormachine rechtsom draait. 3. Kies voor boren tot en met 6 mm diameter de hoge snelheid. Kies voor grotere boren de lage snelheid. 4. Zet de boor op de plaats waar je hebt afgetekend. 5. Druk de aanknop van de boormachine in. Houd de boormachine stevig vast. Houd hem ook recht op de ondergrond. 6. Stop tussendoor even met boren. Verwijder het boorsel uit het gat. Als je in beton of harde steen boort, moet je de boormachine op de klopstand zetten. Dit is de stand waar een hamertje bij staat. Druk nooit hard met een draaiende boormachine tegen een werkstuk. De machine verslijt dan snel en je loopt zelf ook risico s. Als de boor hapt of van het werkstuk schiet, kun je jezelf of een collega verwonden. 3van5
In deze opdracht ga je drie gaten boren in een gipsen muur, om zo een eenvoudige kapstok te maken. Verzamel het materiaaldatjenodig hebt: - potlood - rolmaat - waterpas - lange meetlat - handboormachine - 3 pluggen S 8-3schroefhaken - werkblad 4-2 Volg de stappen die hieronder staan: Stap 1 Teken de volgende punten af op de muur: punt 1: 160 cm boven de vloer punt 2: 20 cm naast punt 1, op dezelfde hoogte punt 3: 20 cm naast punt 2, op dezelfde hoogte In een voeg kun je geen goede bevestiging maken. Als een van de punten op een voeg ligt, moet je alle punten een paar centimeter omhoog of naar rechts verplaatsen. Stap 2 Controleer samen met de docent of de punten op een lijn liggen en of de afstanden tussen de punten goed zijn. Dat doe je met een lange meetlat. Vul dit in op werkblad 4-2: - Liggen de punten op één lijn? - Is de afstand tussen de punten juist? Stap 3 Controleer of de punten op dezelfde hoogte liggen. Dat doe je met een waterpas. Houd het waterpas met de onderkant op de hoogte van de afgetekende punten. Vul dit in op werkblad 4-2: - Liggen de punten op dezelfde hoogte? Stap 4 Zoek een steenboor maat 8. Doe deze in de boormachine. 4van5
Stap 5 Stap 6 Stap 7 Stap 8 Stap 9 Houd de plug naast de boor. Stel de diepteaanslag van de boormachine in op dezelfde maat als de plug. Boor het gat. Let op de punten die onder boren zijn genoemd. Sla een plug in het geboorde gat. Waarschijnlijk is er wat gruis in het gat achtergebleven en past de plug niet goed in het gat. Je ziet dat je dieper moet boren. Houd de plug nogmaals naast de boor. Stel de diepteaanslag van de boormachine in op ongeveer 1,5 cm langer dan de plug. Zo is er voldoende ruimte voor de plug. Boor op de afgetekende plaatsen de andere twee gaten in de muur. Houd de boormachine haaks op de muur. Anders komt het gat scheef in de muur. Houd de boormachine ook zo stil mogelijk. Anders wordt het gat te groot. Stap 10 Controleerhetresultaat. Vul dit in op werkblad 4-2: - Zitten de gaten op de afgetekende plaats? - Zijn alle gaten netjes recht geboord? - Hebben de gaten dezelfde diameter als de plug? Stap 11 Stap 12 Duw de pluggen in de gaten. Draai de schroefhaken in de gaten. Ruim de materialen op die je hebt gebruikt. Lever de werkbladen en het werkboek in bij je docent. 5van5
Werkblad 4-1 naam... klas... datum... aanvang... inleveren... Welke boren zijn er in of bij de installatiebox? Vul de soorten en maten hieronder in. Soorten boren (voor welk materiaal?) Diameter van de boor 1van1
Werkblad 4-2 naam... klas... datum... aanvang... inleveren... Stap 2 Controleer samen met de docent of de punten op één lijn liggen en of de afstanden tussen de punten goed zijn. Dat doe je met een lange meetlat. Leerling: Docent: Liggen de punten op één lijn? Ja nee Ja nee Is de afstand tussen de punten juist? Ja nee Ja nee Stap 3 Controleer of de punten op dezelfde hoogte liggen. Dat doe je met een waterpas. Houd het waterpas met de onderkant op de hoogte van de afgetekende punten. Leerling: Docent: Liggen de punten op dezelfde hoogte? Ja nee Ja nee Stap 10 Controleer het resultaat van je boorwerk. Leerling: Docent: Zitten de gaten op de afgetekende plaats? Ja nee Ja nee Zijn alle gaten netjes recht geboord? Ja nee Ja nee Hebben de gaten dezelfde diam. als de plug? Ja nee Ja nee 1van1