Titel III. Het stelsel van de zelfstandigen



Vergelijkbare documenten
Statuut van de Zelfstandige in hoofdberoep

Sociale bijdragen 2019 (zonder de beheerskosten)

Sociale bijdragen 2018 (zonder de beheerskosten)

Informatie over stopzetting, gelijkstelling wegens ziekte, voortgezette verzekering, overbruggingsrecht

Sociale bijdragen 2014 (exclusief werkingskosten van de fondsen) 27/03/2014

Tekst opgesteld door Dirk Torfs, augustus 2000, laatst aangepast in januari 2013.

Sociale bijdragen 2013 (exclusief werkingskosten van de fondsen) Bijwerking 23/07/2013

RIJKSINSTITUUT VOOR DE SOCIALE VERZEKERINGEN DER ZELFSTANDIGEN Jan Jacobsplein BRUSSEL BIJDRAGEN 2015

Wie valt onder toepassing van het sociaal statuut?

Het Sociaal Statuut der Zelfstandigen

Wie valt onder toepassing van het sociaal statuut?

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

Als zelfstandige arbeid je belangrijkste (of enige) beroepsactiviteit is, dan ben je zelfstandige in hoofdberoep.

Inhoud 1. OLK. 2. Verzekeringsplicht. 3. Bijdrageplicht. 4. Stopzetting. 5. Vragen en reacties

verklaring van aansluiting van de meewerkende echtgenote/echtgenoot (koninklijk besluit nr. 38, art. 7 bis)

de hervorming sociale bijdragen van zelfstandigen uitgelegd

Wat is je sociaal statuut? Les 3.a. van de module ONDERNEMERSRECHT binnen de opleiding BEDRIJFSBEHEER

KONINKLIJK BESLUIT NR. 38 VAN 27 JULI houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen. (B.S. 29 juli 1967)

Bijdragen VOORNAAMSTE CATEGORIEEN VAN VERZEKERINGSPLICHTIGEN Refertejaar 2013 Herwaarderingscoëfficiënt : 1,

Bijdragen VOORNAAMSTE CATEGORIEEN VAN VERZEKERINGSPLICHTIGEN Refertejaar 2012 Herwaarderingscoëfficiënt : 1,

Hervorming van de bijdragen

SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

Sociaal statuut van bedrijfsleiders

KONINKLIJK BESLUIT NR. 38 VAN 27 JULI houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen. (B.S. 29 juli 1967)

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15;

Werken als kunstenaar in een zelfstandig bijberoep Michael Van den Eynde

Meewerkende echtgeno(o)t(e): informatiefiche

LSLGEMEEN E3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

Model 74(93) - Verklaring over de beroepsactiviteit en de sociale uitkeringen

Wettelijk rustpensioen zelfstandigen. Liantis studiedienst

a) SOCIAAL STATUUT Te vervangen: FAIL. 21/12 FAIL. 21/12 FAIL. 21/14 FAIL. 21/14 TWEEDE DEEL a) RUST EN OVERLEVINGSPENSIOEN

PENSIOENREGELING voor ZELFSTANDIGEN. 65, en wat nu? Studiedienst Zenito sociaal verzekeringsfonds

Model 74(93) - Verklaring over de beroepsactiviteit en de sociale uitkeringen

Opleiding. Het statuut van de zelfstandige!

Inhoud. 1. Wie is zelfstandig? 2. Sociaal statuut: categorieën 3. Sociale bijdragen 4. Sociale rechten 5. Aanvullende sociale verzekeringen

27 JULI Koninklijk besluit nr 38 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen.

IndependentActivity (mutaties van zelfstandigen) Inhoud

De nieuwe berekeningswijze van de sociale bijdragen : wat verandert er voor de zelfstandigen? 6/5/2014. Partena HDP

Meewerkende echtgeno(o)t(e): informatiefiche

KONINKLIJK BESLUIT VAN 22 DECEMBER houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen

4 Zelfstandigenpensioenen

KONINKLIJK BESLUIT VAN 22 DECEMBER houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen

BIJLAGEN. Bijlage 1: Bijdragereeks en de impact op het recht op kinderbijslag I II III IV V

KONINKLIJK BESLUIT VAN 22 DECEMBER houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Vrijstelling sociale bijdragen voor zelfstandigen in staat van behoefte

WET VAN 29 MAART betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen. (B.S. 6 mei 1976)

BIJLAGEN. Bijlage 1: Bijdragereeks en de impact op het recht op kinderbijslag I II III IV V

Inleiding/voorstelling. Opleiding: Sociale bijdragen 2015

6 MAART Koninklijk besluit tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren

Halftijds brugpensioen

Het sociaal statuut van de meewerkende echtgenoot

Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen 1. TITEL 8. - Pensioenen. HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector

Bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie

Gelijkstelling van studieperiodes

Zelfstandige in bijberoep

Sociale bijdragen zelfstandigen : grondige hervorming vanaf 2015

XMLite + bericht L301 (raadpleging fiche opvolging RSVZ) Inhoud

KONINKLIJK BESLUIT VAN 22 DECEMBER houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen

Het sociaal statuut der zelfstandigen Pensioen

WERKEN ALS KUNSTENAAR IN EEN ZELFSTANDIG BIJBEROEP. Michael Van den Eynde 17 oktober 2016

INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF

Het sociaal statuut der zelfstandigen Pensioen

[ ] PROGRAMMAWET GEPUBLICEERD IN HET BELGISCH STAATSBLAD

van Belgische zijde: de heer Dr. Arthur NOKERMAN, Secretaris-generaal van het Ministerie van Sociale Voorzorg,

Auteur. Onderwerp. Datum

Voor elke categorie (zie algemene methodenota) van pensioengerechtigden wordt een verdeling opgemaakt.

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels

KONINKLIJK BESLUIT VAN 19 DECEMBER 1967

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 55 VAN 13 JULI 1993 TOT INSTELLING VAN EEN REGELING VAN AANVULLENDE VERGOEDING

Auteur. Onderwerp. Datum

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 55 VAN 13 JULI 1993 TOT INSTELLING VAN EEN REGELING VAN AANVULLENDE VERGOEDING

Aangeboden door Wouter Devloo tel B&A Advies bvba

Hervorming sociale bijdragen: veelgestelde vragen

In dat kader zal STEUNT ELKANDER er alles aan doen u de beste dienstverlening aan te bieden Lees meer

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

6 MAART Koninklijk besluit tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren

Starten met een zelfstandige activiteit in bijberoep

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in A1 =... B A2 =... B2...

INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF

Kan een VAPZE gecombineerd worden met een groepsverzekering?

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Aanvraag overbruggingsrecht 1

TITEL I Algemene bepalingen

De nieuwe berekening van de sociale bijdragen 2015

Uw pensioen Onze zorg Over de toekomst van uw pensioen. Een initiatief van sp.a Zandhoven 7 mei 2014 Greet van Gool

Datum van inontvangstneming : 30/09/2014

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Directie Human Resources

WET VAN 5 MEI 2014 BETREFFENDE DIVERSE AANGELEGENHEDEN INZAKE DE PENSIOENEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR. (B.S ) Uittreksels

SOCIAAL STATUUT VAN DE BEDRIJFSLEIDER Stef Van Attenhoven 20 december 2005 SITUERING SOCIAAL STATUUT. Inhoud Zeven vragen over het sociaal statuut

GROEP S - SVZ CHARTER VOOR GOEDE DIENSTVERLENING

I. BEREKENING VAN HET GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND A. Alle personeelsleden. Gemiddeld personeelsbestand in A1 =... B A2 =... B2...

Infoblad - werknemers Hoeveel bedraagt uw uitkering na een tewerkstelling?

Auteur. Elfri De Neve. Onderwerp. De sociale verzekering voor zelfstandigen, in geval van faillissement. Copyright and disclaimer

Hervorming Sociale Bijdragen 2015

Het sociaal statuut der zelfstandigen Publieke mandatarissen

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 58 VAN 7 JULI 1994 TOT VERVANGING VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 47 VAN 18 DECEMBER

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 35 VAN 27 FEBRUARI 1981 BETREFFENDE SOMMIGE BEPALINGEN VAN HET ARBEIDSRECHT TEN AANZIEN VAN DE

Transcriptie:

Titel III. Het stelsel van de zelfstandigen I. Toepassingsgebied Titel III. HET STELSEL VAN DE ZELFSTANDIGEN In dit verband 1 dient een onderscheid gemaakt tussen de personen die aan de vier sectoren onderworpen zijn, diegenen die slechts onderworpen zijn aan de sector uitkeringen van het stelsel van de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, diegenen die slechts aan de sector pensioenen onderworpen zijn en diegenen die slechts aan de sectoren pensioenen en ziekte- en invaliditeitsverzekering onderworpen zijn. Afdeling 1. Personen die onder de vier sectoren verzekeringsplichtig zijn Het sociaal statuut is van toepassing op zelfstandigen en op helpers. A. Zelfstandigen in hoofdberoep 1. Definitie Onder zelfstandige verstaat men: iedere natuurlijke persoon die in België een beroepsbezigheid uitoefent uit hoofde waarvan hij niet door een arbeidsovereenkomst of door een statuut verbonden is. Tot bewijs van het tegendeel, wordt geacht zich in de voorwaarden tot onderwerping te bevinden: ieder persoon die in België een beroepsbezigheid uitoefent die ofwel winsten, ofwel baten, ofwel bezoldigingen van ondernemers kan opleveren. 2 De uitoefening van een mandaat in een aan de Belgische vennootschapsbelasting of belas- 1 Artikel 2 tot 9 van KBnr. 38 van 27 juli 1967, B.S. 29 juli 1967 en de artikelen 2 tot 5 van het KB van 19 december 1967, BS 28 december 1967 2 Artikel 23, 1, 1 en 2 en artikel 30, 2 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 77

Hoofdstuk I. - TOEPASSINGSGEBIED ting der niet-inwoners onderworpen vennootschap of vereniging wordt, op onweerlegbare wijze, vermoed de uitoefening te zijn van een bedrijvigheid die in België verzekeringsplicht aan het sociaal statuut der zelfstandigen met zich brengt. 2. Uitzonderingen a) De journalisten, de perscorrespondenten en de personen die auteursrechten genieten zijn niet onderworpen indien ze reeds vallen onder een ten minste gelijkwaardig sociaal statuut. b) Zijn niet verzekeringsplichtig, de personen die in een openbare of privé-instelling met een mandaat zijn belast: hetzij wegens het ambt dat zij uitoefenen bij een administratie van het Rijk, van een provincie, van een gemeente of van een openbare instelling; hetzij als vertegenwoordiger van een werknemers-, werkgevers- of zelfstandigenorganisatie; hetzij als vertegenwoordiger van het Rijk, van een provincie of van een gemeente. B. Helpers 1. Definitie Onder helper verstaat men: iedere persoon die in België een zelfstandige in de uitoefening van zijn beroep bijstaat of vervangt, zonder tegenover hem door een arbeidsovereenkomst te zijn verbonden. 2. Uitzonderingen Zijn niet verzekeringsplichtig: a) de echtgenoot of de echtgenote van de verzekeringsplichtige Nochtans kan vanaf 1 januari 1990 de echtgenoot of echtgenote van de zelfstandige zich vrijwillig onderwerpen aan de toepassing van het sociaal statuut der zelfstandigen. Deze onderwerping kan enkel het stelsel van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, sector van de uitkeringen, omvatten; b) de helpers en de helpsters vóór 1 januari van het jaar in de loop waarvan zij de leeftijd van 20 jaar bereiken; De gehuwde helper of helpster is echter wel onderworpen vanaf het kalenderkwartaal tijdens hetwelk hij of zij gehuwd is, zelfs indien dit kwartaal voor 1 januari van het jaar van zijn (haar) 20ste verjaardag is gelegen; c) de helpers en de helpsters van wie de bezigheid niet regelmatig is en niet over ten minste 90 dagen per jaar loopt; d) de helpers en de helpsters die op kinderbijslag gerechtigde studenten zijn. C. Zelfstandigen in bijberoep 1. Definitie Wordt geacht een zelfstandig bijberoep uit te oefenen diegene die, naast dit beroep, gewoonlijk en hoofdzakelijk een andere beroepsbezigheid uitoefent, waarvan het aan- 78

tal arbeidsuren per maand minstens gelijk is aan de helft van het aantal uren arbeid voor een gelijkaardige voltijdse job. 1 De zelfstandige bedrijvigheid wordt aldus als bijberoep uitgeoefend indien zij gepaard gaat met: a) een loontrekkende activiteit in een arbeidsregeling waar het aantal arbeidsuren per maand minstens gelijk is aan de helft van het aantal arbeidsuren per maand van een voltijds tewerkgestelde in dezelfde onderneming (zie collectieve arbeidsovereenkomst) of, bij ontstentenis, in dezelfde arbeidssector (zie paritair comité); b) een statutaire betrekking (inclusief bijzondere regeling NMBS, exclusief onderwijs) die over minstens 8 maanden of 200 dagen per jaar loopt en waarvan het aantal arbeidsuren per maand minstens overeenkomt met de helft van het aantal arbeidsuren per maand van een voltijdse betrekking; c) een betrekking in het dag- of avondonderwijs van minstens 6/10 van een volledig uurrooster; d) een beroepsbezigheid in dienst van een internationaal of supranationaal organisme waarvan België deel uitmaakt, en die beantwoordt aan het begrip gewone en hoofdzakelijke beroepsbezigheid voor de werknemers (zie punt a). Titel III. HET STELSEL VAN DE ZELFSTANDIGEN 2. Gelijkstelling met zelfstandigen in bijberoep 2 De zelfstandigen waarvoor rechten worden gewaarborgd die minstens gelijkwaardig zijn aan die van het sociaal statuut 3 der zelfstandigen, alsook de studenten 4 en bepaalde politieke mandatarissen kunnen het sociale verzekeringsfonds verzoeken om, wat de bijdrageplicht betreft, met de categorie van de zelfstandige bijberoepen te worden gelijkgesteld op voorwaarde dat hun inkomsten als zelfstandige eerder beperkt blijven. Afdeling 2. Personen die slechts aan de sector uitkeringen van de ziekte- en invaliditeitsverzekering onderworpen zijn (Zie hierboven, onder afdeling 1, A, 2, a) 1 KBvan 19 december 1967, art. 35, BS 28 december 1967 2 KBvan 19 december 1967, art. 37, 1, a, b 3 In de stelsels pensioenen en gezinsbijslag en in de sector gezondheidszorg 4 Onder student dient te worden verstaan, de onderworpene van minder dan 25 jaar die cursussen volgt of een stage doormaakt om te kunnen worden benoemd in een openbaar ambt of die een verhandeling bij het einde van hogere studies voorbereidt, in de zin van de wetgeving betreffende de gezinsbijslag der zelfstandigen. 79

Hoofdstuk I. - TOEPASSINGSGEBIED Afdeling 3. Personen die slechts aan de sectoren pensioen en ziekte- en invaliditeitsverzekering onderworpen zijn Niettegenstaande zij geen zelfstandige activiteit meer uitoefenen, betalen de gewezen kolonisten en de personen die tot de voortgezette verzekering toegelaten zijn bijdragen voor deze twee sectoren. Deze geheel specifieke categorieën zullen later behandeld worden in het gedeelte gewijd aan speciale gevallen. 1 Opmerking betreffende de personen die tot de voortgezette verzekering toegelaten zijn: Het is mogelijk zijn rechten in het stelsel der pensioenen te vrijwaren door enkel de pensioenbijdrage te betalen, maar om zijn rechten in het stelsel van de ziekteverzekering te vrijwaren, dient men zowel de pensioenbijdrage als de ZIV-bijdrage te betalen. Afdeling 4. Personen die slechts aan de sector der pensioenen onderworpen zijn Dit systeem, dat volledig herzien werd bij het KBvan 20 september 1984, biedt de mogelijkheid aan de zelfstandige die een aanvraag indient en die de voorziene bijdrage betaalt, om de studie- en leerperiodes te valideren voor zijn pensioen. 2 1 Voor meer inlichtingen over deze categorieën, zie het KBvan 29 december 1997 en de artikelen 5, 38 en volgende van het KBvan 22 december 1967 2 Voor meer inlichtingen over dit systeem, zie de artikelen 28, 33 en volgende van het KBvan 22 december 1967 80

II. Verplichtingen De personen onderworpen aan het sociaal statuut hebben een dubbele verplichting: enerzijds moeten zij zich in het stelsel kenbaar maken door aan te sluiten bij een sociaal verzekeringsfonds, anderzijds moeten zij aan dit fonds de verschuldigde bijdragen betalen. 1 Afdeling 1. Aansluiting bij een sociaal verzekeringsfonds De zelfstandige is ertoe gehouden, binnen de 90 dagen na de aanvang van zijn beroepsbezigheid, een sociaal verzekeringsfonds te kiezen. Wanneer hij nalaat deze keuze te doen, wordt hij in gebreke gesteld door het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen. Wanneer hij zich niet vrijwillig aansluit binnen 30 dagen na de datum van verzending van deze ingebrekestelling, wordt hij van ambtswege bij de Nationale Hulpkas voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen aangesloten. De verklaring van aansluiting bij een sociaal verzekeringsfonds mag ten vroegste onderschreven worden zes maanden vóór de aanvang van de bezigheid die de verzekeringsplicht tot gevolg zal hebben. De zelfstandige die gedurende ten minste vier jaar bij hetzelfde sociaal verzekeringsfonds is aangesloten gebleven, mag op 1 januari van ieder jaar, dit fonds verlaten om zich bij een ander sociaal verzekeringsfonds aan te sluiten. Met ingang van 1 januari 1994 kan de mutatie naar een ander fonds niet toegestaan worden indien de bijdrage over het laatste kwartaal voorafgaand aan de mutatie alsook de eventuele achterstallige bijdragen niet betaald werden vóór de eerste januari van het betreffende jaar. Titel III. HET STELSEL VAN DE ZELFSTANDIGEN Afdeling 2. Bijdragebetaling De personen die aan het sociaal statuut der zelfstandigen onderworpen zijn, moeten aan het sociaal verzekeringsfonds een driemaandelijkse bijdrage betalen bestemd voor de vier sectoren: kinderbijslag, pensioen, ziekteverzekering en arbeidsongeschiktheidsverzekering. Hier dient een forfaitaire bijdrage aan toegevoegd te worden van 1.200 frank (30 EUR) wanneer de beroepsinkomsten hoger zijn dan 408.126 frank (10.117,18 EUR) zonder 1.979.760 frank ( 49.076,97 EUR) te overschrijden en van 2.500 frank (62 EUR) wanneer dit laatste bedrag overschreden wordt. A. Grondslag van de bijdragen Buiten de forfaitaire bijdrage worden de bijdragen uitgedrukt door een percentage van de beroepsinkomsten die als zelfstandige verworven werden tijdens het derde kalenderjaar onmiddellijk voorafgaand aan datgene waarvoor de bijdragen verschuldigd zijn. 1 Artikel 10 tot 17 van KBnr. 38 van 27 juli 1967, alsook artikel 6 tot 53 van het KBvan 19 december 1967 81

Hoofdstuk II. - VERPLICHTINGEN Aldus worden de bijdragen voor 2001 berekend op de beroepsinkomsten van 1998, die voor 2002 zullen op de beroepsinkomsten van 1999 berekend worden. Onder beroepsinkomsten dienen te worden verstaan, de brutoberoepsinkomsten, verminderd met de beroepskosten en eventueel met de beroepsverliezen, vastgesteld overeenkomstig de wetgeving betreffende de inkomstenbelasting, die de onderworpene als zelfstandige heeft genoten gedurende de periode dat hij aan het sociaal statuut der zelfstandigen onderworpen was, vermeerderd met het bedrag van de sociale bijdragen (brutering). In geval van begin of hervatting van activiteit, wanneer er geen refertejaar is, worden de bijdragen eerst opgevraagd op een voorlopige basis en daarna worden zij geregulariseerd. De voorlopige bijdragen met betrekking tot het eerste kalenderjaar dat vier kwartalen onderwerping bevat en deze met betrekking tot de kwartalen die er desgevallend aan voorafgaan, worden geregulariseerd op basis van de beroepsinkomsten van dat eerste kalenderjaar onderwerping. De voorlopige bijdragen met betrekking tot de twee volgende kalenderjaren worden geregulariseerd op basis van de beroepsinkomsten van respectievelijk het tweede en het derde kalenderjaar onderwerping. Voor de beginnende zelfstandigen in hoofdberoep is een specifieke regeling invoege sedert 1 januari 1998. Het betreft een vermindering van de sociale bijdragen bij eerste vestiging als zelfstandige voor de vier kwartalen die volgen op het derde volledige kalenderjaar van onderwerping. Concreet gaat het om een vermindering van de sociale bijdragen met 15% voor de vier kwartalen van het kalenderjaar dat op het derde kalenderjaar van volledige onderwerping volgt. Het bedrag van de vermindering mag geen 5.000 frank (125 EUR) overschrijden. B. Indexering De bijdragen worden als zodanig niet geïndexeerd, maar de beroepsinkomsten waarop ze worden berekend worden wel aangepast aan de schommelingen van de kosten voor levensonderhoud. De herwaardering van de inkomsten geschiedt door hun vermenigvuldiging met een breuk met als: noemer: het gemiddelde van de indexcijfers van de consumptieprijzen van het jaar tijdens hetwelke de inkomsten die tot grondslag voor de berekening van de bijdragen dienen, verworven werden; teller: het gemiddelde van de vermoede indexcijfers van de consumptieprijzen voor het jaar waarvoor de bijdragen verschuldigd zijn. C. Bedrag van de bijdragen op 1 januari 2001 1. Personen onderworpen aan de vier sectoren De jaarlijkse bijdragen zijn als volgt vastgesteld: 1 a) Eerste geval De betrokkenen hebben de pensioengerechtigde leeftijd niet bereikt of genieten geen vervroegd rustpensioen als zelfstandige of als werknemer. Algemene categorie Deze groep is een bijdrage verschuldigd waarvan het jaarbedrag wordt vastgesteld als volgt: 1 Wanneer de minimum- en de maximumbijdrage per kwartaal wordt vermeld, is het forfaitaire gedeelte van de bijdrage daarbij inbegrepen. 82

16,70% op het gedeelte van de inkomsten dat 1.979.760 frank (49.076,97 EUR) niet te boven gaat. Deze bijdragen zijn verschuldigd op een minimuminkomen van 408.126 frank (10.117,18 EUR) (drempel) 12,27% op het gedeelte van de inkomsten tussen 1.979.760 frank (49.076,97 EUR) en 2.895.876 frank (71.786,89 EUR). De minimumbijdrage per kwartaal is 17.039 frank (422,39 EUR) en de maximumbijdrage per kwartaal bedraagt 111.382 frank (2.671,09 EUR). Wat de weduwen betreft die geen rustpensioen genieten en die de normale pensioengerechtigde leeftijd niet hebben bereikt maar wel een overlevingspensioen genieten, geldt de volgende regeling: nettoberoepsinkomsten voor 1998 kleiner dan 206.957 frank (5.130,33 EUR) : normale regeling of op hun verzoek regeling voor bijberoep; nettoberoepsinkomsten voor 1998 gelijk aan of hoger dan 206.957 frank (5.130,33 EUR): normale regeling maar de bijdrage wordt vastgesteld op het minimumbedrag van 408.126 frank (10.117,18 EUR) zelfs indien de referte-inkomsten lager zijn. Titel III. HET STELSEL VAN DE ZELFSTANDIGEN Begin van activiteit De voorlopige bijdrage wordt berekend: op een inkomen van 408.126 frank (10.117,18 EUR) voor het eerste kalenderjaar dat vier kwartalen onderwerping omvat en voor de voorgaande kwartalen, dat is een kwartaalbijdrage van 17.039 frank (422,39 EUR); op een inkomen van 474.336 frank (11.758,48 EUR) voor de kwartalen van het tweede volledige kalenderjaar van onderwerping, dat is een kwartaalbijdrage van 19.804 frank (490,93 EUR); op een inkomen van 537.282 frank (13.318,87 EUR) voor de kwartalen van het derde volledige kalenderjaar van onderwerping wat een kwartaalbijdrage geeft van 22.432 frank (556,07 EUR). Categorie der verzekeringsplichtigen die een bijkomende activiteit als zelfstandige uitoefenen Wanneer de nettoberoepsinkomsten van 1998 kleiner zijn dan 43.709 frank (1083,52 EUR), is er geen enkele bijdrage verschuldigd. Vanaf 43.709 frank (1083,52 EUR) : zie de bijdragen verschuldigd door de onderworpenen in hoofdberoep. De minimumbijdrage per kwartaal is 1.825 frank (45,24 EUR), de maximumbijdrage bedraagt 111.382 frank (2761,09 EUR). Begin van activiteit De voorlopige bijdrage opgevorderd aan de onderworpenen in bijberoep wordt berekend op een geherwaardeerd inkomen van 43.709 frank (1083,52 EUR), wat een kwartaalbijdrage van 1.825 frank (45,24 EUR) geeft. b) Tweede geval De betrokkenen hebben de pensioengerechtigde leeftijd bereikt of hebben een vervroegd rustpensioen als zelfstandige of als werknemer bekomen. 83

Hoofdstuk II. - VERPLICHTINGEN De groep van gerechtigden op een rust- of overlevingspensioen of op een gelijkwaardig voordeel waarvan de totale uitbetaling vereist dat zij elke beroepsactiviteit, behalve deze welke toegelaten is, stopzetten. Het pensioen wordt volledig uitbetaald als de inkomsten in 2001 verworven in hoedanigheid van zelfstandige 265.314 frank (6576,96 EUR) (zonder kind ten laste) niet overschrijden (397.971 frank (9.865,44 EUR) met kind ten laste) of als het beroepsinkomen van de betrokkene die uitsluitend gerechtigd is op één of meer overlevingspensioenen en die de leeftijd van 65 jaar niet heeft bereikt, niet meer bedraagt dan 530.628 frank (13.153,92 EUR) (663.285 frank (16.442,41 EUR) met kind ten laste). De betaling van het pensioen wordt volledig geschorst indien bovenvermelde bedragen met meer dan 15% overschreden worden. Indien die bedragen met minder dan 15% overschreden worden, dan wordt de betaling van het pensioen geschorst naar rata van het percentage waarmee de bedoelde bedragen overschreden worden. Wanneer de nettoberoepsinkomsten van 1998 geen 87.418 frank (2167,04 EUR) bereiken, hebben de betrokkenen geen enkele bijdrageplicht. Wanneer de nettoberoepsinkomsten van 1998 ten minste 87.418 frank (2167,04 EUR) bereiken, zijn de betrokkenen een bijdrage van 12,99% op het inkomen verschuldigd. De minimumkwartaalbijdrage bedraagt 2.839 frank (70,38 EUR) en de maximumbijdrage 12.924 frank (320,38 EUR). Uitgezonderd voor weduwen die genieten van een overlevingspensioen en die geboren zijn vóór 1 juli 1937 en die de pensioenleeftijd van 65 jaar nog niet bereikt hebben. Voor deze categorie van onderworpenen is de maximale bijdrage 21.840 frank (541,40 EUR). Opmerking: Vanaf het kwartaal waarin dat pensioen of voordeel ingaat zal de bijdrage nooit worden berekend op een hoger jaarlijks inkomen dan datgene dat de betrokkene voor bedoeld jaar mag verwerven door de uitoefening van een activiteit als zelfstandige, vermeerderd met het bedrag van de bijdragen. Begin van activiteit De voorlopige bijdrage die van deze groep zelfstandigen wordt gevorderd, bedraagt 2.839 frank (70,38 EUR), zijnde 12,99% van 87.418 frank (2167,04 EUR) De groep van zelfstandigen met een activiteit uitgeoefend na de pensioengerechtigde leeftijd en zonder toekenning van het rustpensioen Deze groep is volgende bijdragen (op jaarbasis) verschuldigd: Wanneer de nettoberoepsinkomsten van 1998 geen 87.418 frank (2167,04 EUR) bereiken, hebben de betrokkenen geen enkele bijdrageplicht. Wanneer de nettoberoepsinkomsten van 1998 ten minste 87.418 frank (2167,04 EUR) bereiken, zijn de betrokkenen volgende bijdragen verschuldigd: - 16,70% op het gedeelte van de inkomsten tussen 87.418 frank (2167,04 EUR) en 1.979.760 frank ( 49.076,97 EUR) ; - 12,27% op het gedeelte van de inkomsten tussen 1.979.760 frank (49.076,97 EUR) en 2.895.876 frank (71.786,89 EUR). De minimumkwartaalbijdrage bedraagt 3.650 frank (90,48 EUR) en de maximumbijdrage 111.382 frank (2761,09 EUR) 84

Begin van activiteit De voorlopige kwartaalbijdrage die van deze groep zelfstandigen wordt gevorderd bedraagt 3.650 frank (90,48 EUR), zijnde 16,70% van 87.418 frank (2167,04 EUR). 2. Vaststelling van de jaarlijkse bijdragen voor de personen die alleen aan het stelsel van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, sector arbeidsongeschiktheidsverzekering, onderworpen zijn Deze bijdrage verschuldigd door de vrijwillig onderworpen echtgenoot-helper stemt overeen met 0,67% op het gedeelte van de inkomsten als zelfstandige dat 1.979.760 frank (49.076,97 EUR) niet overschrijdt (minstens op het minimuminkomen van 408.126 frank (10.117,18 EUR)) en met 0,44% op het gedeelte van dezelfde inkomsten hoger dan 1.979.760 frank (49.076,97 EUR) zonder 2.895.876 frank (71.786,89 EUR) te overschrijden. 3. Administratiekosten De onderworpenen moeten, naast de verschuldigde bijdragen, deelnemen in de werkingskosten van het sociaal verzekeringsfonds waarbij zij aangesloten zijn. Deze kosten, die schommelen tussen 3% en 4,7%, zijn niet in de bovenvermelde bijdragebedragen begrepen. Zij worden toegepast op de bijdragebedragen. Titel III. HET STELSEL VAN DE ZELFSTANDIGEN 85

Hoofdstuk III. - Speciale gevallen III. Speciale gevallen Behalve de bijdragen die verschuldigd zijn op de grond van de uitoefening van een zelfstandige activiteit, kunnen bepaalde categorieën van personen in één of meer takken hun rechten op uitkeringen vrijwaren door de betaling van speciale bijdragen. Deze categorieën van personen worden hierna opgesomd naar gelang van de takken waarin zij hun rechten kunnen vrijwaren. Afdeling 1. In de pensioenregeling en in de regeling voor ziekteverzekering (geneeskundige verzorging en arbeidsongeschiktheid) 1. De gewezen kolonisten De kwartaalbijdragen voor deze personen bedragen 2.009 frank (49,80 EUR) voor de pensioensector en 4.602 frank (114,08 EUR) voor de sector ziekteverzekering. 2. De personen toegelaten tot de voortgezette verzekering (de personen voor wie voortgezette verzekering mogelijk is, moeten principieel daartoe een aanvraag doen vóór het einde van het tweede kalenderkwartaal volgend op dat vanaf hetwelk deze verzekering mogelijk is) Deze personen zijn volgende bijdragen (op jaarbasis) verschuldigd: voor de pensioensector: 10,01% op het gedeelte van de inkomsten dat 1.979.760 frank (49.076,97 EUR) niet overschrijdt. Deze bijdragen zijn verschuldigd op een minimuminkomen van 408.126 frank (10.117,18 EUR) (drempel); 6,56% op het gedeelte van de inkomsten tussen 1.979.760 frank (49.076,97 EUR) en 2.895.876 frank (71.786,89 EUR) ; voor de sector ziekteverzekering: 4,51% op het gedeelte van de inkomsten dat 1.979.760 frank (49.076,97 EUR) niet overschrijdt. Deze bijdragen zijn verschuldigd op een minimuminkomen van 408.126 frank (10.117,18 EUR) (drempel); 4,28% op het gedeelte van de inkomsten tussen 1.979.760 frank (49.076,97 EUR) en 2.895.876 frank (71.786,89 EUR). De minimumkwartaalbijdrage bedraagt 10.213 frank (253,17 EUR) voor de pensioensector en 4.602 frank (114,08 EUR) voor de ziekteverzekering. De maximumkwartaalbijdrage bedraagt 64.568 frank (1.600,60 EUR) respectievelijk 32.124 frank (796,33 EUR). Afdeling 2. In de pensioenregeling alleen De personen wie het toegelaten is bijdragen te betalen bestemd voor de validatie van studie- en leerperiodes. 86

De kwartaalbijdragen met het oog op deze validatie worden als volgt berekend: voor de studieperiodes tussen 1956 en 1 juli 1970: 3.216 frank (79,72 EUR) voor de studieperiodes tussen 1 juli 1970 en 31 december 1974: 5.360 frank (132,87 EUR) voor de studieperiodes tussen 1 januari 1975 en 31 december 1983: dezelfde bijdrage als de minimumbijdrage voor het betrokken jaar verschuldigd door de zelfstandige in hoofdberoep in de pensioensector alleen; voor de studieperiodes verricht tussen 1 januari 1984 en 31 december 1996: dezelfde bijdrage als de bijdrage voor het betrokken jaar verschuldigd door de zelfstandige in hoofdberoep voor de pensioensector alleen, op basis van het eerste gekende inkomen na de gelijk te stellen studieperiode. voor de studieperiodes verricht na 1 januari 1997: 60% van de bijdrage voor het betrokken jaar verschuldigd door de zelfstandige in hoofdberoep, berekend op het eerste gekende inkomen na de gelijk te stellen studieperiode. Op het gedeelte van het basisinkomen dat 1.979.760 frank (49.076,97 EUR) overschrijdt, is een percentage van 53% toepasselijk. Afdeling 3. In de ziekteverzekering (geneeskundige verzorging) alleen 1) De personen die niet bijdrageplichtig zijn of die alleen verlaagde bijdragen verschuldigd zijn binnen het kader van het sociaal statuut (de zelfstandigen die hun beroepsactiviteit als bijberoep uitoefenen en wier nettoberoepsinkomsten voor 1998 geen 408.126 frank (10.117,18 EUR) bereiken, evenals de personen bedoeld in artikel 37 die gevraagd hebben beschouwd te worden als verzekeringsplichtigen die een bijberoep als zelfstandige uitoefenen). De kwartaalbijdragen worden voor deze personen vastgesteld op 959 frank (23,77 EUR); 2) De gepensioneerden en de overlevende echtgenoten van zelfstandigen die niet bijdrageplichtig zijn gelet op hun beroepsbezigheid of die geen beroep meer uitoefenen (geen enkele bijdrage is verschuldigd voor het behoud van hun rechten wat betreft geneeskundige verzorging, indien deze personen gerechtigd zijn op een pensioen gelijk aan of hoger dan een derde van een pensioen voor een volledige beroepsloopbaan). De kwartaalbijdragen voor deze personen zijn vastgesteld op 397 frank (9,84 EUR) wanneer zij personen ten laste hebben en op 265 frank (6,57 EUR) wanneer zij geen personen ten laste hebben. 3) De leden van de kloostergemeenschappen. De kwartaalbijdragen zijn voor deze personen vastgesteld op 2.705 frank (67,06 EUR). Dit bedrag wordt herleid tot 774 frank (19,19 EUR) voor diegenen die de leeftijd van 65 jaar bereiken ; De personen die gerechtigd zijn op het bestaansminimum, een sociale hulp of een gewaarborgd inkomen voor bejaarden zijn evenwel vrijgesteld van iedere bijdrage. Opmerking: de vrijwillige bijdragen voor de pensioenregeling en voor de ziekteverzekering (zie Afdeling 1 hierboven) en voor de pensioenregeling alleen (zie Afdeling 2 hierboven) moeten gestort worden aan het sociaal verzekeringsfonds. De vrijwillige bijdragen voor ziekteverzekering alleen (zie Afdeling 3 hierboven) moeten gestort worden aan de verzekeringsinstelling inzake ziekteverzekering (ziekfonds). Titel III. HET STELSEL VAN DE ZELFSTANDIGEN 87

Hoofdstuk IV. - ADMINISTRATIEVE ORGANISATIE IV. Administratieve organisatie Afdeling 1. Het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) Dat rijksinstituut is een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid die belast is met alles wat de verzekeringsplicht en de verplichtingen van de zelfstandigen betreft. Het is belast met het bijhouden van het algemeen repertorium van de verzekeringsplichtigen. Het beheert daarenboven de Nationale Hulpkas voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen. Afdeling 2. De sociale verzekeringsfondsen voor zelfstandigen 1 Onverminderd de opdrachten die hen op het vlak van de pensioenen, de verzekering i.g.v. faillissement en de kinderbijslag toevertrouwd zijn, hebben deze fondsen, door professionele of interprofessionele organisaties in de vorm van vereniging zonder winstoogmerk opgericht, tot taak de door hun aangeslotenen verschuldigde bijdragen te innen en in voorkomend geval deze gerechtelijk te laten invorderen. Hun taak bestaat er tevens in hun aangeslotenen bijstand te verlenen betreffende hun verplichtingen en rechten wat betreft het sociaal statuut. Afdeling 3. De commissie voor vrijstelling van bijdragen Verzekeringsplichtigen die menen behoeftig of nagenoeg behoeftig zijn, kunnen binnen een bepaalde termijn volledige of gedeeltelijke vrijstelling aanvragen van bijdragen bij de Commissie voor vrijstelling van bijdragen, opgericht bij het ministerie van Middenstand. Adres van deze Commissie: WTC-Toren III, 19de verdieping, Simon Bolivarlaan 30, 1000 Brussel. Zelfstandigen in bijberoep worden geacht niet aan de voorwaarde van behoeftigheid te voldoen. Hun aanvragen worden onontvankelijk verklaard. Elke aanvraag moet ingediend worden bij het sociaal verzekeringsfonds van de betrokkene, hetzij bij een ter post aangetekend schrijven, hetzij door het neerleggen van een verzoekschrift. De zittingen van de Commissie zijn niet openbaar en de aanwezigheid van de aanvrager is niet vereist. Hij kan evenwel, zo hij het wenst, persoonlijk verschijnen of zich laten vertegenwoordigen of bijstaan door een advocaat in het bezit van de stukken of door iedere persoon met een geschreven volmacht, telkens erkend door de voorzitter. Na vrijstelling blijft het recht op prestaties gevrijwaard, met uitzondering van: 1 De controle van deze fondsen wordt uitgevoerd door het ministerie van Middenstand. 88

1 het recht inzake de onvoorwaardelijke rust- en overlevingspensioenen; 2 het recht inzake de voorwaardelijke rust- en overlevingspensioenen, met betrekking tot de bijdragen na het vierde kwartaal van het jaar 1980. De Commissie beslist zonder mogelijkheid van beroep. De aanvrager kan geen aanvraag tot herziening van de genomen beslissing indienen. Hij kan evenwel bij de Raad van State om de nietigverklaring van de beslissing verzoeken. Titel III. HET STELSEL VAN DE ZELFSTANDIGEN 89

Hoofdstuk V. - GESCHILLEN V. Geschillen Alle betwistingen in verband met de betaling van bijdragen behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsrechtbanken. De beslissingen van de arbeidsrechtbanken zijn vatbaar voor hoger beroep bij het Arbeidshof. 90