Vul de vragen het liefst met pen in. Je hoeft je naam niet in dit boekje te zetten. Als je klaar bent, sla het boekje dan dicht. SCHOLIERENONDERZOEK 1999 Bij sommige vragen staan deze hokjes:. Het hokje van je keuze moet je aankruisen. Kruis per vraag niet meer dan één hokje aan. VOORBEELD: 64. De meeste meesters/juffen op school zijn aardig 64.1 eens 64.2 oneens 64.3 weet niet Soms moet je zelf een getal invullen, doe dit dan in de aangegeven hokjes en in cijfers. Als je iets niet doet vul dan op de puntjes een 0 in. Vul alleen maar hele bedragen in, dus geen 4,5 of 4 1/2. VOORBEELD: 78. Hoe vaak kijk je per maand naar Goede Tijden, Slechte Tijden? 78.1 Ik kijk dd dagen per maand naar Goede Tijden, Slechte Tijden. Als je een fout maakt, streep dan het hele antwoord door en kruis het (andere) goede vakje aan of zet het gevraagde getal er naast. VOORBEELD: 64. De meeste meesters/juffen op school zijn aardig 64.1 eens 64.2 oneens 64.3 weet niet 78. Hoe vaak kijk je per maand naar Goede Tijden, Slechte Tijden? 78.1 Ik kijk dd dagen per maand naar Goede Tijden, Slechte Tijden. Als je op een bepaalde vraag geen antwoord kunt of wilt geven, vul dan niets in! Bij sommige vragen staat er achter een antwoord dat je geeft een pijl die naar een andere vraag wijst. Ga dan direct naar die vraag toe. Je mag de vragen die er tussen liggen overslaan. Noteer hier je schoolnummer (op te geven door de meester/juf) 0.1 schoolnummer dddd Noteer hier het groepnummer (op te geven door de meester/juf) 0.2 groepnummer ddd
1. Hoe oud ben je? Ik ben dd jaar oud 2. Ben je een jongen of een meisje? 2.1 jongen 2.2 meisje SCHOOL EN THUIS 3. Waar ben je geboren? 3.1 Nederland ga door naar vraag 5 3.2 Suriname 3.3 Antillen of Aruba 3.4 Turkije 3.5 Marokko 3.6 Ander land uit het Middellandse-Zeegebied 3.7 Ander land uit Europa of Noord-Amerika 3.8 Ander land 4. Hoe oud was je toen je in Nederland kwam? dd jaar 5. Wat zijn de vier cijfers van de postcode van het adres waar je woont? dddd 6. In wat voor soort gezin woon je? 6.1 met vader en moeder 6.2 met moeder 6.3 met vader 6.4 soms bij mijn vader, soms bij mijn moeder 6.5 pleeggezin of inwonend bij anderen 6.6 tehuis Hieronder vind je een aantal vragen over je ouder(s). 7. In welk land zijn je ouders geboren? vader moeder 7.1 Nederland 1 1 7.2 Suriname 2 2 7.3 Antillen of Aruba 3 3 7.4 Turkije 4 4 7.5 Marokko 5 5 7.6 Molukken 6 6 7.7 Ander land uit het Middellandse-Zeegebied 7 7 7.8 Ander land uit Europa of Noord-Amerika 8 8 7.9 Anders 9 9
8. Op hoeveel dagen werken je ouders gemiddeld per week? (huishoudelijk werk thuis niet meetellen) vader moeder 8.1 werkt niet 1 1 8.2 1 of 2 dagen per week 2 2 8.3 3 of 4 dagen per week 3 3 8.4 5 of meer dagen per week 4 4 INKOMSTEN 9. Welke inkomsten hebben je ouders? Je mag hier meer dan één antwoord aankruisen. vader moeder 9.1 inkomsten uit arbeid bij bedrijf of organisatie 1 1 9.2 eigen bedrijf (bijv. winkel) of vrij beroep (bijv. notaris) 2 2 9.3 uitkering 3 3 9.4 pensioen, AOW of VUT 4 4 9.5 geen inkomen 5 5 10. Krijg jij zakgeld van je ouders? 10.1 ja 10.2 nee ga door naar vraag 13 11. Hoe krijg je meestal je zakgeld van je ouders? Kruis hieronder aan wat voor jou van toepassing is. 11.1 Ik krijg een vast bedrag per week. 11.2 Ik krijg een vast bedrag per maand. 11.3 Ik krijg op onregelmatige tijden wat geld zonder dat ik erom vraag. 11.4 Ik krijg alleen geld als ik erom vraag. 11.5 Ik mag geld pakken als ik dat nodig heb. 12. Hoeveel zakgeld krijg je van je ouders per week? ddd gulden en dd cent 13. Doe je wel eens een klusje? 13.1 ja 13.2 nee ga door naar vraag 15 14. Krijg je geld voor deze klusjes? 14.1 ja 14.2 nee
UITGAVEN 15. Hieronder vind je een aantal dingen waaraan je je geld kunt uitgeven. Zet een kruisje bij de dingen waar je wel eens je eigen geld aan uitgeeft. 15.1 snoep (drop, chocola, ijs) 15.2 hartige tussendoortjes (chips) 15.3 snacks, patat e.d. 15.4 frisdrank (geen alcohol) 15.5 alcohol 15.6 sigaretten/ shag 15.7 CD s/cassettes 15.8 cadeaus 15.9 uitgaven voor hobby s en sport 15.10 cosmetica, make-up, enz. 15.11 tijdschriften 15.12 contributies/abonnementen 15.13 andere dingen OMGAAN MET GELD 16. Vraag je toestemming aan je ouders voordat je iets koopt? 16.1 nooit 16.2 soms 16.3 vrij vaak 16.4 altijd 17. Heb je een eigen bank- of girorekening? 17.1 ja 17.2 nee 18. Spaar je zelf of wordt er voor je gespaard? Je mag meer dan één antwoord aankruisen. 18.1 Ik spaar thuis. 18.2 Ik spaar op een bank- of girorekening. 18.3 Mijn ouders sparen voor mij. 18.4 Anderen (bijv. opa en oma) sparen voor mij. 18.5 Ik spaar niet zelf en anderen sparen ook niet voor mij. ga door naar vraag 22 19. Waarom spaar je? Je mag hier meer dan één antwoord kiezen. 19.1 Voor een speciaal doel (computerspelletjes, fiets, skates). 19.2 Voor later. 19.3 Omdat het moet van mijn ouders. 19.4 Geen vaste reden, maar ik houd gewoon geld over. 20. Hoeveel spaar je gemiddeld per maand? ddd gulden per maand 21. Hoeveel geld heb je op dit moment bij elkaar gespaard? dddd gulden
TIJDSBESTEDING 22. Kun je hieronder aangeven waar je gedurende een normale door-de-weekse-dag je tijd aan besteedt? 22.1 slapen dd uur en d kwartier per dag 22.2 eten, wassen, e.d. d uur en d kwartier per dag 22.3 lezen (kranten,tijdschriften,strips,boeken) d uur en d kwartier per dag 22.4 TV/video-kijken d uur en d kwartier per dag 22.5 achter de computer d uur en d kwartier per dag 22.6 spelen met vriendjes en vriendinnetjes d uur en d kwartier per dag 23. Hoeveel uren besteed je gedurende een normale schoolweek (7 dagen) aan... 23.1 school dd uur per week 23.2 huiswerk dd uur per week 23.3 klusjes dd uur per week 23.4 helpen in de huishouding dd uur per week 23.5 uitgaan dd uur per week 23.6 naar de kerk of de moskee gaan dd uur per week 23.7 bezoek aan familie/kennissen dd uur per week 23.8 zelf muziek maken dd uur per week 23.9 sport (wedstrijden/trainen,enz.) dd uur per week 23.10 verenigingen en clubs (geen sport) dd uur per week 23.11 hobby s (bijv. knutselen) dd uur per week 24. Hoe vaak ga je per maand naar de disco? dd keer per maand 25. Ben je in de afgelopen 6 maanden wel eens naar de volgende dingen gegaan? En zo ja, was dat vanuit de school georganiseerd, met je ouders of anders? Je mag steeds meer dan één antwoord kiezen. niet vanuit met geweest school ouders anders 25.1 museum 1 2 3 4 25.2 bioscoop 1 2 3 4 25.3 concert (klassieke of andere muziek) 1 2 3 4 25.4 toneelvoorstelling 1 2 3 4 25.5 dans- of balletuitvoering 1 2 3 4 25.6 voordracht schrijver/dichter 1 2 3 4 25.7 bijzondere gebouwen (bijv. kasteel, kerk) 1 2 3 4 26. Doe je thuis wel eens iets op de computer? 26.1 ja 26.2 nee ga door naar vraag 29
27. Hoe vaak gebruik je thuis de computer thuis? 27.1 iedere dag 27.2 minstens 1 keer per week 27.3 enkele keren per maand 28. Waar gebruik je de computer thuis voor? Je mag hier meer dan één antwoord kiezen. 28.1 werkstuk maken 28.2 schrijven van brief / verhaal etc. 28.3 spelletjes 28.4 informatie verzamelen 28.5 surfen op Internet 28.6 e-mailen 28.7 tekenen 29. Doe je op school wel eens iets op de computer? 29.1 ja 29.2 nee ga door naar vraag 32 30. Hoe vaak gebruik je de computer op school? 30.1 iedere dag 30.2 minstens 1 keer per week 30.3 enkele keren per maand 31. Waar gebruik je de computer op school voor? Je mag hier meer dan één antwoord kiezen. 31.1 werkstuk maken 31.2 schrijven van brief / verhaal etc. 31.3 spelletjes 31.4 informatie verzamelen 31.5 surfen op Internet 31.6 e-mailen 31.7 tekenen SCHOOL 32. Hieronder vind je een aantal stellingen over school. Kun je aangeven of deze waar of niet waar zijn? waar niet waar 32.1 Ik voel mij thuis op deze school. 1 2 32.2 Er is op deze school voldoende aandacht voor leerlingen met leerproblemen. 1 2 32.3 Op deze school letten de leerlingen erg op 1 2 hoe je eruit ziet. 32.4 Ik zou liever naar een andere school gaan. 1 2 32.5 Ik kan het goed vinden met de meester/juf. 1 2 32.6 Ik kom op tijd op school. 1 2 32.7 Op school houd ik mijn aandacht bij de les. 1 2 32.8 Ik ga met tegenzin naar school. 1 2 32.9 Ik voel me op deze school veilig. 1 2 32.10 Ik vind het belangrijk om een goed rapport te halen. 1 2
33. Ben je een keer overgestapt naar een andere school? 33.1 nee 33.2 ja, vanwege een verhuizing 33.3 ja, want ik had het op die andere school niet naar mijn zin 33.4 ja, want mijn ouders vonden de vorige school geen goede school 33.5 ja, want ik ben vanwege gedragsproblemen van de vorige school gestuurd 34. Ben je wel eens blijven zitten? 34.1 ja 34.2 nee 35. Hoe vaak heb je de laatste maand gespijbeld van school? dd keer 36. Is er op school iets of iemand, waar je naar toe kunt als je persoonlijke problemen hebt? 36.1 ja 36.2 nee ga door met vraag 38 36.3 weet niet ga door met vraag 38 37 Heb je daar wel eens gebruik van gemaakt? 37.1 nooit 37.2 een enkele keer 37.3 regelmatig 38. Naar welke school ga je waarschijnlijk na deze school? 38.1 voorbereidend beroepsonderwijs (VBO) 38.2 brugklas VBO/MAVO 38.3 brugklas MAVO/HAVO 38.4 brugklas HAVO/VWO 38.5 andere brugklas 38.6 gymnasium 38.7 weet niet 39. Waar letten jij en je ouders op bij de keuze van een nieuwe school? (je mag hier meer dan één antwoord kiezen) 39.1 de afstand (dichtbij) 39.2 of vriendjes/ vriendinnetjes daar ook heen gaan 39.3 dat er verschillende schooltypen zijn (MAVO, HAVO, VWO etc.) 39.4 of er activiteiten buiten school worden georganiseerd 39.5 of er een goede sfeer op de school is 39.6 of het een strenge school is 39.7 of het een kleine school is 39.8 of de meester/juf het een goede school vindt 39.9 of de school past bij mijn geloof 40. Vind je het leuk om straks naar je nieuwe school te gaan? 40.1 ja 40.2 nee
41. Waar zou je later het liefst willen werken? 41.1 in mijn eigen huishouding (bijv. huisvrouw, huismoeder) 41.2 in de landbouw (bijv. boer, tuinder) 41.3 in de industrie (bijv. in fabriek) 41.4 in de bouw (bijv. timmerman, schilder) 41.5 in het vervoer (bijv. chauffeur, machinist) 41.6 bij een bank of verzekeringsmaatschappij 41.7 in een hotel, café of restaurant 41.8 in de handel of detailhandel (bijv. verkoper in winkel) 41.9 in het onderwijs (bijv. leraar) 41.10 in de gezondheidszorg of verzorging (bijv. in een ziekenhuis) 41.11 bij de overheid (gemeente, ministerie) 41.12 bij de politie of het leger (bijv. agent, beroepsmilitair) 41.13 anders 41.14 weet niet 42. Welk geloof hebben jij en je ouders? GELOOF Jij Vader Moeder 42.1 Rooms-Katholiek 1 1 1 42.2 Hervormd 2 2 2 42.3 Gereformeerd 3 3 3 42.4 Islam 4 4 4 42.5 Hindoe 5 5 5 42.6 Ander geloof 6 6 6 42.7 Geen geloof 7 7 7 42.8 Weet niet 8 8 8 GEZONDHEID EN WELBEVINDEN 43. Hoeveel sigaretten heb je de afgelopen maand gemiddeld gerookt? 43.1 ik heb nog nooit gerookt 43.2 ik heb wel eens gerookt, maar de afgelopen maand niet 43.3 afgelopen maand gemiddeld ddd sigaretten 44. Hoeveel glazen alcohol (bier, wijn, mix-drankjes, enz.) heb je de afgelopen maand gedronken? 44.1 ik heb nog nooit alcohol gedronken 44.2 ik heb wel eens alcohol gedronken, maar de afgelopen maand niet 44.3 de afgelopen maand heb ik ddd glazen alcohol gedronken 45. Heb je één of meer langdurige ziekten, aandoeningen of handicaps? 45.1 ja 45.2 nee ga door naar vraag 47
46. Heb je last van deze langdurige ziekten, aandoeningen of handicaps in je dagelijks leven? 46.1 ja, heel erg 46.2 ja, een beetje 46.3 nee 47. Hoe vaak ben je de afgelopen maand ziek thuis gebleven van school? dd keer 48. Hoe vaak heb je in de afgelopen 12 maanden de volgende dingen gedaan of meegemaakt? 48.1 bij de huisarts geweest dd keer 48.2 ruzie gehad met een juf of meester dd keer 48.3 ruzie gehad met klasgenoten dd keer 48.4 deelgenomen aan een vechtpartij op school dd keer 48.5 deelgenomen aan een vechtpartij buiten school dd keer 48.6 iets uit een winkel gestolen dd keer 48.7 opzettelijk schooleigendommen vernield dd keer 48.8 iets op school gestolen dd keer 48.9 opzettelijk iets op straat vernield dd keer 48.10 zelf door iemand zo geslagen of verwond bent dat je naar de dokter moest of verbonden moest worden dd keer 48.11 in aanraking met de politie geweest, omdat je iets gedaan had dd keer 49. Ben je het met de volgende uitspraken eens of oneens? eens oneens 49.1 Ik ben niet graag thuis. 1 2 49.2 Ik voel me vaak eenzaam. 1 2 49.3 Soms denk ik dat ik nooit ergens goed in zal worden. 1 2 49.4 Ik kan niet zo goed met mijn vader opschieten. 1 2 49.5 Ik vind het heel spannend om gevaarlijke dingen te doen. 1 2 49.6 Wat ik mis, is een echte goede vriend(in). 1 2 49.7 Vaak heb ik het gevoel, dat er niemand is die om me geeft. 1 2 49.8 Ik word regelmatig gepest door mijn klasgenoten. 1 2 49.9 Ik kan niet zo goed met mijn moeder opschieten. 1 2 49.10 Ik ben niet tevreden over mijn uiterlijk. 1 2 49.11 Ik verveel me vaak buiten schooltijd. 1 2 49.12 Ik krijg vaak last van lichamelijke klachten (hoofdpijn, buikpijn, misselijkheid) als ik gespannen ben. 1 2
50. Kun je aangeven in hoeverre jij op dit moment verdriet hebt of piekert over de volgende zaken? niet een veel beetje 50.1 je uiterlijk 1 2 3 50.2 je gezondheid 1 2 3 50.3 verkering is uit 1 2 3 50.4 (ex-)vriendschappen 1 2 3 50.5 je schoolprestaties 1 2 3 50.6 je sportprestaties 1 2 3 50.7 de relatie met je ouders 1 2 3 50.8 dat je gediscrimineerd wordt 1 2 3 50.9 gepest worden door klasgenoten 1 2 3 50.10 je eigen toekomst 1 2 3 50.11 de toestand in de wereld 1 2 3 51. Heb je in het afgelopen jaar serieuze problemen gehad met? ja nee 51.1 ouders 1 2 51.2 lerar(ess)en 1 2 51.3 vriend(inn)en 1 2 51.4 klasgenoten 1 2 52. Als je problemen hebt, of je maakt je ergens zorgen over, met wie praat je daar dan over? Je mag meer dan één antwoord geven. 52.1 je moeder 52.2 je vader 52.3 je broers of zussen 52.4 andere familie (neef, nicht, oom, tante, opa, oma) 52.5 vrienden of vriendinnen 52.6 meester/juf of iemand anders op school 52.7 trainer of clubleider 52.8 een dokter of professionele hulpverlener 52.9 iemand anders 52.10 met niemand 53. Kun je aangeven of jij en je vader het over de volgende zaken in het algemeen eens of oneens zijn? eens oneens 53.1 hoe jij je geld besteedt 1 2 53.2 je gedrag op school 1 2 53.3 je schoolprestaties 1 2 53.5 je uiterlijk (kleding,haardracht) 1 2 53.6 met wie je omgaat 1 2 53.7 hoe je je vrije tijd besteedt 1 2 53.8 je gedrag thuis 1 2
54. Kun je aangeven of jij en je moeder het over de volgende zaken in het algemeen eens of oneens zijn? eens oneens 54.1 hoe jij je geld besteedt 1 2 54.2 je gedrag op school 1 2 54.3 je schoolprestaties 1 2 54.5 je uiterlijk (kleding,haardracht) 1 2 54.6 met wie je omgaat 1 2 54.7 hoe je je vrije tijd besteedt 1 2 54.8 je gedrag thuis 1 2 55. Ik voel me op school veilig genoeg om nooit soms altijd 55.1 mezelf te zijn 1 2 3 55.2 voor mijn geloof uit te komen 1 2 3 55.3 mijn mening te geven 1 2 3 55.4 te kiezen en te doen wat ik wil 1 2 3 55.5 te gaan en te staan waar ik wil 1 2 3 Bedankt voor je medewerking! Als je nog opmerkingen hebt, kun je ze hieronder kwijt!