Ken uw rechten & plichten bij incasso Gepubliceerd 16 december 2015 Zowel debiteuren als crediteuren zijn niet altijd goed bekend met de geldende wettelijke incassotarieven. De bekendheid van alle betrokken partijen met de nieuwe incassotarieven is van belang voor een goede handhaving van de wet. Onder meer op de website www. rijksoverheid.nl is informatie over incassokosten te raadplegen. Er blijken aanhoudende signalen over incassobedrijven die zich niet houden aan de wettelijke gefixeerde tarieven. Niet alleen particuliere debiteuren, maar ook ondernemers kunnen hier last van hebben. Dit is de reden waarom het ministerie van Veiligheid en Justitie samen met VNO-NCW en MKB Nederland de voorlichting over incasso wil intensiveren. De overheid én de koepelorganisaties hebben een evident belang bij een maatschappelijk verantwoorde incasso. Natuurlijk mag men als ondernemer of overheid de incasso uitbesteden. Maar een incassobureau dat slecht werk aflevert, brengt ook reputatieschade toe aan zijn opdrachtgever. Via voorlichting zal worden getracht om de opdrachtgever, die het incassobedrijf inschakelt, bewust te laten kiezen voor een incassobureau dat voldoet aan bepaalde kwaliteitseisen, zoals het correct hanteren van de maximum tarieven en het daarover correct informeren van opdrachtgever én betaalplichtigen. Een niet dwingend (wettelijk), maar zelfregulerend incassokeurmerk kan daar een goed onderdeel van zijn. Een debiteur (ondernemer of particulier) hoeft buitengerechtelijke incassokosten die uitstijgen boven wat toegestaan is op grond van de wet niet te voldoen. Op de website van de Landelijke organisatie sociaal raadslieden (LOSR) zijn modelbrieven te downloaden waarmee men als debiteur adequaat kan reageren op te hoge tarieven. Deze modelbrieven komen erop neer dat men via die brief uitsluitend de achterstallige hoofdsom betaalt, plus wat men aan incassokosten wettelijk verschuldigd is, maar het meerdere mag weigeren te voldoen. Op die manier laat men het (proces)initiatief bij de partij die het gedeelte onredelijk hoge incassokosten zonder wettelijke grondslag bij de rechter mag proberen te vorderen. Voor de overheid als opdrachtgever speelt het Expertisecentrum Aanbesteden (PIANOo) een rol. Het contracteren van een incassobureau maakt deel uit van het inkoopproces, bij gemeenten bijvoorbeeld. Voorafgaand aan het contracteren wordt de inkoopbehoefte vastgesteld, de markt verkend en een aanbesteding ingericht en uitgevoerd. PIANOo biedt op haar site een marktdossier Incassodiensten, met een beschrijving van de markt en aandachtspunten voor de inkoop. Belangrijk voor de praktijk is om te beseffen dat burgers en bedrijven alert moeten zijn op malafide incasso, en zich wapenen bijvoorbeeld
via fraudemeldpunten. Dit zodat burgers en bedrijven die benaderd worden door een incassobureau op de hoogte zijn van hun rechten en plichten en gewaarschuwd zijn tegen malafide praktijken. Bron: Actuele artikelen
Digitale rechtszaak weer stap dichterbij Gepubliceerd 21 december 2015 De Tweede Kamer heeft (donderdag 10 december 2015) ingestemd met de invoeringswet die het mogelijk maakt dat rechtszaken in civiel recht en bestuursrecht volledig digitaal kunnen worden gevoerd. De zitting zelf blijft in deze wet buiten beschouwing. De Rechtspraak werkt aan het moderniseringsprogramma Kwaliteit en Innovatie (KEI). Eenvoudiger procedures en digitalisering zijn hierbij kernbegrippen. De Rechtspraak zorgt in dit programma voor de aanpassing en innovatie van procedures; de minister van Veiligheid en Justitie is verantwoordelijk voor de vereiste wetgeving. Voor professionals als advocaten wordt het in de toekomst verplicht digitaal te procederen, privépersonen mogen nog met papier werken als zij dat liever willen. Doelstelling van digitale procedures is om de rechtspraak sneller, toegankelijker en begrijpelijker te maken. Eerste Kamer De wetten die het mogelijk maken rechtszaken in civiel recht en in bestuursrecht in eerste aanleg, in hoger beroep en cassatie digitaal af te handelen, werden al eerder unaniem aangenomen door de Tweede Kamer. Het was wachten op de invoeringswetu verlaat Rechtspraak.nl(zie punt 4). Nu deze drie wetten door de Tweede Kamer zijn, buigt de Eerste Kamer zich over het hele pakket wetgeving. Wanneer de senaat dit doet is nog niet bekend. Ervaring opdoen De invoeringswet bevat ook een experimenteerbepaling. Deze maakt het voor advocaten en andere professionele partijen die geregeld procederen, mogelijk om op beperkte schaal en op vrijwillige basis ervaring op te doen met digitaal procederen. Dit gebeurt bijvoorbeeld al met asiel- en bewaringszaken (zie ook: Digitaal procederen in asiel- en bewaringszaken komt op stoom). Gewenningsperiode Met de professionele procespartijen die bij de rechtspraak betrokken zijn, is afgesproken dat er een gewenningsperiode van een half jaar begint nadat de wetgeving door de Eerste Kamer is. In deze periode kunnen partijen aan de nieuwe werkwijze wennen en hun kantoorsystemen aanpassen en testen. Bron: Rechtspraak
Aanbevelingen voor betere rechtsbijstandverlening Gepubliceerd 16 december 2015 Meer regie door de Raad voor Rechtsbijstand en het Juridisch Loket en samenvoeging van beide organisaties met behoud van hun sterke merknamen. Dit beveelt de commissie gesubsidieerde rechtsbijstand ( commissie-wolfsen ) aan in een rapport dat gisteren aan de minister van Veiligheid en Justitie is aangeboden. De commissie was in februari in het leven geroepen met 2 opdrachten. De eerste was om de oorzaken voor de stijging van de kosten voor gesubsidieerde rechtsbijstand te onderzoeken. De tweede opdracht was alternatieven aan te dragen voor een door het kabinet voorgestelde wijziging van het stelsel van rechtsbijstand. In afwachting van de bevindingen van de commissie-wolfsen trok de toenmalige staatssecretaris Teeven zijn wetsvoorstel in. De Raad voor de rechtspraak constateerde in zijn wetgevingsadvies over dit voorstel dat de voorgestelde wijzigingen te veel uit gaan van de zelfredzaamheid van burgers. Zwakke plekken De commissie noemt in haar rapport een scala aan oorzaken en achtergronden van de ontwikkelingen in de uitgaven aan gesubsidieerde rechtsbijstand. Op basis hiervan wijst zij op een aantal zwakke plekken in het huidige stelsel, waaronder het ontbreken van goede coördinatie en een gebrekkige uitwisseling van informatie tussen partijen en instanties en het structureel niet innen van eigen bijdragen van rechtzoekenden. Er is sprake van verbrokkeling van het huidige stelsel en eenduidige sturing ontbreekt. Mogelijkheden De commissie-wolfsen ziet mogelijkheden voor een betere rechtsbijstandverlening. Voor de Nederlandse Orde van Advocaten en de Raad voor Rechtsbijstand ziet ze de opdracht weggelegd gezamenlijk te voorzien in adequate kwaliteitseisen. Deskundigheidseisen voor verschillende rechtsgebieden moeten over de hele linie op een hoger niveau komen te liggen en qua niveau met elkaar te vergelijken zijn. Ook adviseert de commissie het aantal rechtsterreinen waarop advocaten zaken kunnen aannemen, in overleg met de Orde, te beperken. Regie Verbetering van het stelsel gaat volgens de commissie Wolfsen niet zonder versterking van de regie hierover: regie maakt het mogelijk het juiste werk toe te wijzen aan de juiste rechtsbijstandverlener. Die regie moet er komen door sterke intensivering van de samenwerking tussen Raad voor Rechtsbijstand en het Juridisch Loket. Door de versterking
van de regierol kan de eigen bijdrage die betaald moet worden voor rechtsbijstand van een advocaat, voor de meeste burgers met ongeveer een kwart lager, aldus de commissie, die samenvoeging van Raad voor Rechtsbijstand en Juridisch Loket adviseert. De minister van Veiligheid en Justitie reageert in het voorjaar op het rapport. Groot belang In haar rapport onderstreept de commissie-wolfsen het belang van gesubsidieerde rechtsbijstand. In haar voorwoord staat: Vertrouwen in het recht en gelijkwaardige participatie van alle burgers binnen het recht zijn voorwaarden voor het goed functioneren van een sociale en democratische rechtsstaat. Dat betekent dat de toegang tot recht voor eenieder goed moet zijn geborgd; dat is de toegang die een rechtzoekende heeft tot informatie, overleg, onderhandeling en tot de rechter. Een (te) geringe financiële draagkracht mag er niet toe leiden dat redelijk handelende rechtzoekenden verstoken zijn of blijven van rechtsbijstand en van de rechter. Bron: Rechtspraak
Advocaten hekelen arbeidswet kabinet Gepubliceerd 16 december 2015 De nieuwe Wet werk en zekerheid die werkgevers moet bewegen om werknemers eerder in vaste dienst te nemen, werkt volgens onderzoek van Nieuwsuur onder arbeidsrechtadvocaten averechts. Sinds 1 juli gelden nieuwe regels die het voor werkgevers aantrekkelijker moeten maken om mensen eerder in vaste dienst te nemen. Veel advocaten stellen echter dat de wet een tegengesteld effect heeft. Daarbij zouden werkgevers constructies verzinnen om de nieuwe regels te omzeilen. Het actualiteitenprogramma hield een enquête onder meer dan vijfhonderd leden van de Vereniging van Arbeidsrecht Advocaten Nederland (VAAN). Een ruime meerderheid gaf aan dat werkgevers vanwege het nieuwe ontslagrecht terughoudend zijn om mensen in vaste dienst te nemen. En als er al mensen voor vast worden aangenomen, dan zijn het vooral de hoogopgeleiden, zei 42 procent van de respondenten tegen Nieuwsuur. Transitievergoeding Een van de pijnpunten is dat bedrijven nu ook een ontslagvergoeding moeten betalen aan tijdelijke krachten die na twee jaar geen vast contract krijgen. Die zogeheten transitievergoedingen kunnen volgens de advocaten worden omzeild door de aanstelling van de tijdelijke krachten zo vast te leggen dat die voor een periode van 23 maanden is, net geen twee jaar dus. Volgens bestuurder Mariëtte Patijn van de FNV zit het probleem niet zo zeer in de wet, maar eerder bij de werkgevers. Veel werkgevers maken wél goede afspraken over zekerheid; kijk naar Tata Steel, Ceva, KLM, de ziekenhuizen en Heineken. Het probleem is niet de wet, het probleem zit hem in de werkgevers die geen afspraken willen maken over vaste banen, aldus Patijn. Bron: De Telegraaf