DE HELSINKI GROEP voor vrouwen en wetenschap



Vergelijkbare documenten
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA

Tarieven Europa: staffel 1

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE. over het Europese burgerinitiatief "Eén van ons"

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Maatregelen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor werkende ouders en mantelzorgers

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en)

#BeActive Reglement ondersteuning clubs in het kader van Europese uitwisseling

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Bijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx

Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van , blz. 534), gewijzigd bij:

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten

SLOTAKTE. AF/EEE/XPA/nl 1

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

Tarieven Europa: staffel 1

HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND,

DE HERSCHIKTE EOR RICHTLIJN

11129/19 1 ECOMP.1. Raad van de Europese Unie. Brussel, 19 juli 2019 (OR. en) 11129/19 PV CONS 41 ECOFIN 702

VOORLOPIGE AGENDA HET COMITÉ VAN PERMANENTE VERTEGENWOORDIGERS (2e deel) Europagebouw, Brussel 3 en 4 juli 2019 (10.00, 9.00)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PUBLIC 11642/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0109 (CNS)

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

AEG deel 3 Naam:. Klas:.

PUBLIC. Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 12470/05 LIMITE JEUN 47 EDUC 134 SOC 355

Erasmus voor iedereen: EU-financiering voor 5 miljoen burgers

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

Arbeidsmarkt allochtonen

Ontstaan van de EU Opdrachtenblad Schooltv-beeldbank

A8-0249/139. Door de Commissie voorgestelde tekst

TRACTATENBLAD VAN HET

404 der Beilagen XXII. GP - Staatsvertrag - Schlussakte Niederländisch (Normativer Teil) 1 von 9 SLOTAKTE. AF/EEE/XPA/nl 1

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

TRACTATENBLAD VAN HET

Bijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx

Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

11265/19 1 LIFE. Raad van de Europese Unie. Brussel, 23 juli 2019 (OR. en) 11265/19 PV CONS 42 AGRI 393 PECHE 332

-2- Opleiding, opleidingen en onderwijs aan de universiteiten

14072/14 roe/lep/hh DG C 1

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

Maak een eind aan de beloningsverschillen tussen vrouwen en mannen.

VERTALING LUCHTVERVOERSOVEREENKOMST. EU/US/IS/NO/nl 1

TRANSLATION LUCHTVERVOERSOVEREENKOMST. EU/US/IS/NO/nl 1

IMMIGRATIE IN DE EU 85% 51% 49% Immigratie van niet-eu-burgers. Emigratie van niet-eu-burgers

Niet-wetgeving 12831/19 + COR 1

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep.

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014

Openbare raadpleging over de mogelijke herziening van Verordening (EG) nr. 764/2008 (de verordening wederzijdse erkenning)

XT 21004/18 ADD 1 REV 2 mou/asd/ev 1 UKTF

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 november 2006 (17.11) (OR. en) 14845/06 SOC 507

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 oktober 2010 (03.11) (OR. en) 7512/10 ADD 1 PV/CONS 15 ENV 169

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 oktober 2009 (05.11) (OR. en) 13381/1/09 REV 1 SIRIS 117 SCHENGEN 27 COMIX 674

BIJLAGE. bij. Voorstel voor een Besluit van de Raad

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz)

ADMINISTRATIEVE OVEREENKOMST BETREFFENDE EEN SAMENWERKINGSKADER TUSSEN. het secretariaat van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart

BRUSSELSE RAAD VOOR GELIJKHEID TUSSEN VROUWEN EN MANNEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST BESLUIT. 24 april 2014

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

BIJLAGE PROTOCOL. bij het. voorstel voor een besluit van de Raad

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

DE EUROPESE GEMEENSCHAP (hierna "de Gemeenschap" te noemen) enerzijds, en

Roaming-prijzen: naar huis bellen wordt opnieuw goedkoper - maar internationaal sms en (nog) niet

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1

NOTA "A"-PUNT het Comité van permanente vertegenwoordigers

TRACTATENBLAD VAN HET

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

TRACTATENBLAD VAN HET

Leden van de organisaties voor de bevordering van energietechnologieën (FEMOPET)

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

kennis en economie 2013 statistische bijlage

Inloggen op het Eduroam wireless netwerk

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 augustus 2006 (OR. en) 11463/06 UD 79 OC 532

2. GOEDKEURING VAN HET ONTWERP-OVERZICHT VAN DE CONCLUSIES VAN DE 280e VERGADERING

AANGENOMEN TEKSTEN. Follow-up en stand van zaken van de Agenda 2030 en de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling

HET NIEUWS. 4 Klasse voor leraren

TRACTATENBLAD VAN HET. Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte; (met Protocollen, Bijlagen en Slotakte) Oporto, 2 mei 1992

10329/17 mak/gar/ln 1 DRI

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2017 (OR. en)

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET

Gecoördineerde handhavingsmaatregelen voor betere naleving consumentenrechten op reiswebsites

NL Publicatieblad van de Europese Unie L 157/ 106. RICHTLIJN 2004/76/EG VAN DE RAAD van

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 7 januari 2009 (09.01) (OR. fr) 17438/1/08 REV 1 ATO 133

13381/3/09 REV 3 dau/ngs/jg 1 DG H 3B

Transcriptie:

DE HELSINKI GROEP voor vrouwen en wetenschap NATIONAAL BELEID INZAKE VROUWEN EN WETENSCHAP IN EUROPA * SAMENVATTING *

2 Er is toenemende bezorgdheid op het niveau van de Europese Unie (EU) over de kwestie vrouwen en wetenschap, en, meer in het bijzonder, over de ondervertegenwoordiging van vrouwen in wetenschappelijke loopbanen. Er is een aanzienlijke verspilling van vaardigheden en kennis van vrouwen als gevolg van de lekkende leiding, waarbij een onevenredig aantal vrouwen op alle niveaus haar wetenschappelijke loopbaan voortijdig beëindigt. Naar aanleiding hiervan zijn er belangrijke en gezamenlijke initiatieven op internationaal niveau genomen. In februari 1999 heeft de Europese Commissie haar goedkeuring gehecht aan een mededeling die een actieplan uiteenzet ten einde de gelijkheid van mannen en vrouwen in de wetenschap te bevorderen: Vrouwen en wetenschap - vrouwen mobiliseren om het wetenschappelijk onderzoek in Europa te verrijken. Zij heeft tevens een European Technology Assessment Network (ETAN) verslag laten opstellen over vrouwen en wetenschap in de EU. In 1999 heeft de Onderzoeksraad een resolutie aangenomen over vrouwen en wetenschap waarbij zij de lidstaten uitnodigde om een dialoog aan te gaan en standpunten uit te wisselen inzake nationaal beleid, daarbij rekening houdend met benchmarking en de beste werkwijzen. Zij nodigde tevens de lidstaten uit om basisgegevens te verschaffen over de evenwichtige deelneming van mannelijk en vrouwelijk personeel in Onderzoek en Ontwikkeling en om methodes en procedures te onderzoeken voor het vergaren van gegevens en voor de ontwikkeling van indicatoren die de deelname van vrouwen aan onderzoek in Europa meten. Als gevolg van deze activiteiten heeft de Commissie in november 1999 een groep opgericht die zich richt op vrouwen en wetenschap, bestaande uit ambtenaren en gender-deskundigen van de 15 EU-lidstaten en van 15 landen die met het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) geassocieerd zijn. Het werd bekend als de Helsinki-groep voor Vrouwen en Wetenschap omdat de eerste vergadering plaatsvond in Helsinki tijdens het Finse voorzitterschap van de EU. De geassocieerde landen zijn Bulgarije, Cyprus, Tsjechië, Estland, Hongarije, IJsland, Israël, Letland, Litouwen, Malta, Noorwegen, Polen, Roemenië, Slowakije en Slovenië. Alle behalve IJsland, Israël en Noorwegen zijn kandidaat-lidstaten van de EU. Het mandaat van de Helsinki-groep is de bevordering van de discussie en de uitwisseling van ervaringen over maatregelen en beleid die bedacht en ten uitvoer gebracht zijn op lokaal, nationaal en Europees niveau en de deelname van vrouwen aan wetenschappelijke loopbanen en onderzoek willen bevorderen. De groep is ook belast met de productie van nationale, naar sekse uitgesplitste, statistische gegevens en de ontwikkeling van op gelijkheid voor mannen en vrouwen afgestemde indicatoren ten einde toezicht te houden op de deelname van vrouwen aan Europees onderzoek. Sinds november 1999 zijn de leden van de Helsinki-groep tweemaal per jaar bijeengekomen en hebben zij nationale rapporten over de situatie van vrouwelijke wetenschappers in hun respectieve landen uitgebracht. Dit rapport voorziet in een synthese van deze nationale beleidsrapporten. Er is een subgroep van statistische

3 correspondenten opgezet om het werk omtrent de statistieken en de indicatoren te ontwikkelen. Er bestaat een aanzienlijke diversiteit onder de landen wat betreft wetenschappelijke infrastructuur, gelijkheidsmaatregelen en het klimaat voor vrouwen die een wetenschappelijke loopbaan nastreven. Overeenkomende kenmerken zijn een gebrek aan een evenwichtige deelname van mannen en vrouwen aan besluitvorming over wetenschappelijk beleid en bij diegenen die vaststellen wat 'goede' wetenschap inhoudt. De Helsinki Groep heeft in vele landen als stimulans gefungeerd tot de oprichting van nationale stuurcomités over vrouwen en wetenschap om de aandacht op deze kwesties te vestigen. Vele landen hebben positieve maatregelen getroffen om vrouwen en wetenschap te steunen. Deze omvatten steun aan netwerken van vrouwen in de wetenschap, de stimulering van de ontwikkeling van rolmodel- en mentorprogramma's, en, in sommige gevallen, de vaststelling van streefcijfers en quota's. Een aantal landen heeft geëxperimenteerd met het toekennen van leerstoelen, onderzoeksfondsen en prijzen voor meisjes en vrouwen in de wetenschap. Gender mainstreaming is de stelselmatige integratie van de gelijkheid van mannen en vrouwen in alle beleidsmaatregelen en programma's, in organisaties en hun culturen. Het wordt gesteund door de Europese Commissie in haar mededeling Vrouwen en wetenschap - vrouwen mobiliseren om het wetenschappelijk onderzoek in Europa te verrijken. Vooral Noord-Europese landen hebben gender mainstreaming als een geïntegreerde aanpak gebruikt om de gelijkheid van mannen en vrouwen op alle gebieden te bewerkstelligen. De meeste landen gebruiken echter ten minste enige maatregelen voor gender mainstreaming om de gelijkheid van mannen en vrouwen in systemen en structuren van wetenschap en wetenschappelijke loopbanen in te bouwen. Wetgeving behoort tot de maatregelen voor gender mainstreaming. Er is wetgeving in een aantal landen die de gelijkheid van mannen en vrouwen in openbare organen zoals raden voor fondsgelden verzekert. Sommige blijven ook aandringen op de gelijkheid van mannen en vrouwen in de academische en wetenschappelijke comités van universiteiten en onderzoeksinstituten. De naar sekse opgesplitste statistische gegevens zijn nog een maatregel voor gender mainstreaming. Kandidaat-lidstaten zijn bezig statistische gegevensbanken te ontwikkelen die voldoen aan het Frascati-handboek en aan de Eurostat-conventies. De nationale statistische profielen van leden van de Helsinki-groep vormen waardevolle gegevensbronnen omtrent de positie van vrouwen in de wetenschap in alle 30 landen. Deze laten zien hoe scheiding tussen mannen en vrouwen een kenmerk is van wetenschappelijke loopbanen in alle landen, hoewel er variaties bestaan in het specifieke karakter van de patronen. In het algemeen vormen vrouwen tegenwoordig de meerderheid van het totale aantal studenten. Hoewel zij een minderheid blijven vormen in sommige wetenschappelijke studiegebieden en in techniek, zijn zij in de meerderheid in de medische en biologische wetenschappen. Hoe dichter bij de top van de academische hiërarchie, des te minder vrouwen er zijn.

4 Het is een feit dat vrouwen slechts een kleine minderheid van de wetenschappelijke topfuncties innemen. Genderstudies vormen een belangrijk onderzoeksterrein waarop een beter inzicht verkregen kan worden in de complexiteiten en subtiliteiten van zowel directe, maar meer in het bijzonder van indirecte en institutionele discriminatie. Vele landen berichten dat er steun bestaat voor genderstudies om beter inzicht te verkrijgen in de integratie van de genderdimensie in de wetenschap en in de wetenschappelijke topkwaliteit. Dit heeft tot een meer ontwikkeld bewustzijn geleid van het gebruik van steun en nepotisme in de procedures van benoemingen, de sociale constructie van wetenschappelijke topkwaliteit en de uitsluitingsmechanismen die door wetenschappelijke elite groepen gebruikt worden. Andere maatregelen voor gender mainstreaming waarover de Helsinki-groep verslag uitbrengt omvatten het ontwikkelen of het moderniseren van personeelsmanagement in de wetenschap. Dit komt tot stand dankzij transparantie in aanwervings- en promotieprocedures, bewustmaking en scholing op het terrein van de gelijkheid van mannen en vrouwen, en het gebruik van experten op het gebied van gender mainstreaming die adviseren over beleid en praktijk inzake gendertoetsing. Een aantal landen stelde vast dat gendertoetsing van de pedagogie van het wetenschappelijk onderwijs een aanpak is die gebruikt wordt om vooroordelen in de wijze waarop wetenschap onderwezen wordt aan te wijzen en weg te werken. Maatregelen die een evenwicht tussen werk en privéleven vergemakkelijken zijn ook van wezenlijk belang voor gender mainstreaming. Terwijl het algeheel erkend wordt als vraagstuk, wordt er weinig vordering gemaakt in de aanpak ervan. Maatregelen waarover gerapporteerd is omvatten een goed personeelsbeleid om een redelijk evenwicht tussen werk en privéleven te vergemakkelijken, en programma's die gericht zijn op vrouwen die op de arbeidsmarkt terugkeren en ervoor zorgen dat hun terugkeer naar wetenschappelijke loopbanen wordt vergemakkelijkt na een periode van thuis zijn met de zorg voor de kinderen. Sommige leden van de Helsinki-groep erkennen dat samenwerking en de uitwisseling van ervaringen hen in staat heeft gesteld om sneller vooruit te gaan in deze kwestie dan zij wellicht gedaan zouden hebben als zij alleen gewerkt zouden hebben. Toekomstige prioriteiten en perspectieven houden daarom als eerste de vergemakkelijking in van toekomstige samenwerking om het wederzijdse leerproces kracht bij te zetten en de vooruitgang duurzaam te maken. Een tweede taak omvat de verzekering van meer steun voor het onderzoek van genderstudies om de integratie van de genderdimensie in de wetenschap en wetenschappelijke loopbanen beter te begrijpen. Op basis van deze resultaten kan het beleid dan ontwikkeld en herzien worden. Een derde taak richt zich op de ontwikkeling en het gebruik van een reeks middelen voor monitoring en evaluatie van positieve actie en maatregelen inzake gender mainstreaming die de gelijkheid van mannen en vrouwen in de wetenschap en wetenschappelijke loopbanen moeten bevorderen. Er moeten strenge wetenschappelijke normen worden gehanteerd bij de evaluatie van

5 beleidsbenaderingen die ontworpen zijn om de gelijkheid van mannen en vrouwen te bevorderen. Ten slotte zou de Helsinki-groep graag zien dat gendervraagstukken in het zesde kaderprogramma (2002-2006) worden geïntegreerd. Dit is om zeker te stellen dat vrouwelijke wetenschappers van alle 30 landen een gelijke kans krijgen om door de EU gesteunde wetenschappelijke projecten en programma's in de toekomst vorm te kunnen geven, eraan te kunnen deelnemen, te kunnen monitoren en evalueren.