Fotosynthese Avalanche



Vergelijkbare documenten
Intrinsieke plantkwaliteit Anthurium

Invloed diffuus scherm op klimaat en productie roos.

Effecten van temperatuur op de fotosynthese van Cymbidium. Ad Schapendonk (Plant Dynamics BV) Arca Kromwijk (PPO)

Fotosynthesemetingen bij Cymbidium

Effecten van luchtvochtigheid, temperatuur en CO2 op de fotosynthese van Cymbidium

Effecten van luchtvochtigheid, temperatuur en CO2 op de fotosynthese van Cymbidium

Invloed klimaat op planttemperatuur. toepassing warmtebeeldcamera. PT Projectnummer:

Meer rendement uit licht en CO 2 bij Potchrysant

Workshop: Telen op plantbalans

Meer rendement uit licht en CO 2 bij Lisianthus

Luchtbevochtiging in de zomerperiode: Wat wil de plant?

Module: Energiebalans van de plant

Meer rendement uit licht en CO 2 bij Snijchrysant

Meer rendement uit licht en CO 2 bij Spathiphyllum

Workshop: Efficiënter CO 2 doseren / weerstanden bij CO 2 opname

Luchtbeweging. Door : Rene Poldervaart, Tim Stolker, Jan en Pieter Reijm

Belichten bij CAM-planten (Phalaenopsis als case-studie)

Meer rendement uit licht en CO 2 bij Alstroemeria

Module: Uitstralingsmonitor

Luchtvochtigheid. maximale luchtvochtigheid; relatieve luchtvochtigheid; vochtdeficit. Absolute luchtvochtigheid (AV)

Meer rendement uit licht en CO 2 bij Gerbera

Module: Vochtbalans van de kas

monitoringsproef: Verhoogde daglichtbenutting Alstroemeria door gebruik diffuuscoating?

CO 2 bij paprika: wanneer kan ik het beste doseren? Anja Dieleman, Wageningen UR Glastuinbouw

Als planten konden praten

Meer rendement uit licht en CO 2 bij Freesia

LichtEvent 10 december Workshop Lichtbenutting. Monitoren hoe het licht wordt benut voor de fotosynthese: hoe realiseer ik het optimale?

CO2 opname bij Phalaenopsis

Zuiniger met CO 2 bij gelijkblijvende of hogere productie?

Meer rendement uit licht en CO 2 bij Kalanchoë

Opbrengstverhoging snij amaryllis. Arca Kromwijk en Steven Driever, Wageningen UR Glastuinbouw Marc Grootscholten, Improvement Centre

Module: Psychrodiagram

Onderbelichting bij roos.

Inhoud. Zuiniger met CO 2 bij gelijkblijvende of hogere productie? Intro fotosynthese: het belang van CO 2 Onderzoek luie bladeren Discussie

Evaluatie, Leerpunten en Plannen Perfecte Roos Energiezuinig geteeld , Arie de Gelder

Korte-slag belichting bij roos

27/11/2015. Gewasfotosynthese meten in een (belichte) tomatenteelt. Monitoren fotosynthese: wat is de status? Plantmonitoring.

p V T Een ruimte van 24 ºC heeft een dauwpuntstemperatuur van 19 ºC. Bereken de absolute vochtigheid.

Near Infrared Radiation (NIR) reflectie:

Meer rendement uit licht en CO 2 bij Ficus

Licht en planten (onder glas)

Kasklimaat in lelie onder verticale luchtcirculatie

Meer rendement uit licht & CO 2 : toelichting van onderzoek + resultaten

Luchttemperatuur-gradiënt bij roos Deel 2 Fysiologie en Scenario analyse. Ad Schapendonk, Sander Pot en Kees Rappoldt

Handleiding gebruik van plantsensoren voor de fotosynthese in de praktijk

De basisprincipes van de fotosynthese Hoe gaat een plant om met CO 2?

Het Nieuwe Telen toegepast in aardbeien onderglas!

Luchtvochtigheid en temperatuur

Optimale benutting licht en CO 2 bij CAM-planten. Govert Trouwborst Plant Lighting B.V. Energiekevent 11 april 2019

Het Nieuwe Telen. Het Nieuwe Telen. Wat kan ik er NU mee? Ing René Beerkens

Verdamping: Hoe reageert mijn gewas? Meer behoefte aan kennis, inzicht in :

Plantenpaspoort Roos. Plant Dynamics 31 juli Gefinancierd door Productschap Tuinbouw PT-projectnr12691

De Meerwaarde van Diffuus Licht voor Gewas & Tuinder

Licht, belichting & kwaliteit. Tom Dueck, Wageningen UR Glastuinbouw KCB, 16 febr 2011

Economische haalbaarheid van supplementaire belichting in de gerberateelt

Effect van daksproeier of hoge druknevel op kasklimaat en waterhuishouding bij komkommer

Effecten van grenslaagweerstand op de fotosynthese bij tomaat en Freesia

Fotosynthese response op licht(kleur), CO 2 en T. Recente ontwikkelingen uit onderzoek.

Het Nieuwe Telen. Basis HNT. Wat is de kern van HNT? en CO 2. Natuurkundige principes oa: Plantfysiologie Plantbalans. Vochtbalans Energie balans

de plant activiteit sensor Peter Stradiot Energie-InfoDag 12 maart 2009

Efficiëntie van groeilicht gedurende het etmaal

Optimalisatie lichtomstandigheden Palmen

The lessons learned 2009

Invloed van CO 2 -doseren op de productie en kwaliteit bij Alstroemeria

Gewasfotosynthese meten in een (belichte) tomatenteelt. Wageningen UR Glastuinbouw, Anja Dieleman Themabijeenkomst energie glasgroente 18 mei 2015

Telen op basis van plantbalans bij koude teelten (voorbeeldgewas Freesia)

Verbranding bladranden Hortensia

6 Nieuw: Plantvoice / gewasactiviteit en watergift

Energiebewust belichten: een hele kunst

Introductie temperatuur

Meer rendement uit licht en CO 2 bij Phalaenopsis

Activeren van de fotosynthese door sturing op huidmondjesopening

50% energiebesparing door betere lichtbenutting

Toepassing van belichting in de tuinbouw

Krijtmiddelen en diffuus coatings Hoe kies ik het juiste product?

Inhoud. Zuiniger met CO 2 bij gelijkblijvende of hogere productie? Fotosynthese: de basis van gewasgroei!

Besparen op Groeilicht

Optimaal gebruik van CO 2

LED verlichting in kassen:

Meer rendement uit licht en CO 2 bij Lelie

Grip op licht. Meer energie besparing bij Het Nieuwe Telen Potplanten met meer natuurlijk licht en verbeterde monitoring. Arenasessie 1 okt 2013

Gerbera: maximale isolatie & lichtonderschepping

LED-verlichting in de praktijk

GrowSense 2. Energiebesparing door optimalisatie van de teeltfactoren temperatuur, CO 2, licht en VPD op basis van plantreacties.

CO 2 : op zoek naar het optimum

27/11/2015. Ontwerpen van nieuwe productiesystemen gebaseerd op LED belichting verlagen van de CO 2 voetafdruk. 1. Inleiding. 1.

Systemen voor buitenluchttoevoer

Klimaat (on)gelijkheid en luchtbeweging. Peter van Weel, Wageningen UR Glastuinbouw Seminar HNT 2011, Zoetermeer

Relatie tussen toenemende kashoogte en het energieverbruik in de glastuinbouw

Licht Event. December Filip van Noort met dank aan o.a. Tom Dueck en Leo Marcelis

29/05/2013. Het Nieuwe Telen, algemene ontwikkelingen, praktische. In stappen naar Het Nieuwe Telen (Sheet uit breakfast briefing 2009)

Grip op licht. Het Nieuwe Telen Potplanten: Meer energie besparing met meer natuurlijk licht en verbeterde monitoring

Effecten van luchtvochtigheid op groei en ontwikkeling van tomaat

Naam: Klas: Versie A REPETITIE GASSEN EN DAMPEN 3 VWO

Softsensor. voor energie-efficiënte plant monitoring

Assimilatiebelichting Tomaat Scenario analyses LED en SON-t. Een studie door A.H.C.M. Schapendonk, C.S. Pot, C. Rappoldt en E.

Bruine bladpunten in Longiflorum White Heaven

Het Nieuwe Telen van Amaryllis Amazone Amaryllis

PRIVA SENSOREN VOOR TUINBOUW

Eindexamen biologie pilot havo II

Transcriptie:

Fotosynthese Avalanche Metingen 14 mei 2008 Verslag 28 mei 2008 Dr ir A.H.C.M. Schapendonk www.plant-dynamics.nl Englaan 8 6703EW Wageningen 06-21983129 Opdrachtgever: Productschap Tuinbouw Locatie onderzoek: Zuideindseweg 25b 2645 BD Delfgauw

Inhoudsopgave pagina 1 OPZET EN RESULTATEN FOTOSYNTHESE METINGEN AVALANCHE 3 1.1 Doelstelling 3 1.2 Materiaal en Methoden 3 1.2.1 Fotosynthese en huidmondjes metingen 3 1.2.2 Temperatuurmetingen 4 1.2.3 Kasklimaat 4 1.3 Experimentele resultaten 5 1.3.1 Fotosynthese en huidmondjes 5 1.3.2 Verloop van de huidmondjes geleidbaarheid over de dag 5 1.3.3 Fotosynthese capaciteit 6 1.3.4 Fotosynthese licht response 7 1.3.5 Fotosynthesemetingen: invloed CO2 9 1.3.6 Bladtemperatuur 9 2 CONCLUSIES 11 BIJLAGE 1. LUCHTVOCHTIGHEID 12 2.1.1 Absolute luchtvochtigheid 12 2.1.2 Relatieve luchtvochtigheid (RV) 12 2.1.3 Dampdruk (VP) en dampdruk deficit (VPD) 12 BIJLAGE 2. LICHT 13 Disclaimer. Dit verslag is alleen bedoeld voor persoonlijk gebruik door de opdrachtgever. Plant Dynamics BV is niet verantwoordelijk voor eventuele schade, die voortkomt uit het gebruik van de vindingen en proefresultaten die in dit verslag beschreven zijn. 2

1 Opzet en resultaten fotosynthese metingen Avalanche 1.1 Doelstelling Het korte onderzoek van 1 dag was bedoeld om een eerste indruk te verkrijgen van de effecten van koeling bij de roos Avalanche. In dit onderzoek werd het effect op fysiologische processen in kaart gebracht, met bijzondere aandacht voor de fotosynthese parameters en de huidmondjes reactie op diverse factoren van het kasklimaat zoals, lichtintensiteit (zie bijlage 1), VPD (zie bijlage 2) en CO 2 concentratie. Daarnaast werd een eerste aanzet gegeven om het effect van koeling op de gewastemperatuur en de huidmondjesgeleidbaarheid inzichtelijk te maken met een bolometer (IR-160 Thermal Imager). De resultaten van het onderzoek dienen als hulp bij keuzes van teeltmaatregelen, zoals de manier van koelen, effect van schermen, optimale lichttoelating, grenzen van temperatuurverloop over de dag, CO 2 of buitenlucht koeling etc. Plant Dynamics probeert met gerichte metingen op locatie, gebaseerd op een gefundeerde wetenschappelijke basis, de belangrijkste zaken die daarbij een rol spelen snel in kaart te brengen. 1.2 Materiaal en Methoden 1.2.1 Fotosynthese en huidmondjes metingen De fotosynthese metingen zijn verricht met de LiCor fotosynthese apparatuur. In het meetcuvet van deze apparatuur kunnen de lichtomstandigheden, de CO 2 concentratie, de temperatuur en de relatieve luchtvochtigheid gevarieerd worden. Hierdoor kan de korte-termijn reactie in fotosynthese van het blad op deze veranderingen bepaald worden. Analysator voor CO 2 en waterdamp Externe lichtbron + fluorescentie meetkop Bladkamers waartussen een blad is geklemd LiCor-6400 meetapparatuur. Assimilatieparameters en fluorescentie (ETR) zijn gemeten met de LiCor 6400. In de meet cuvette van deze apparatuur worden lichtintensiteit, CO 2 concentratie, temperatuur en de relatieve luchtvochtigheid door een computerprogramma ingesteld en gevarieerd. Hierdoor kan de reactie van de assimilatie op deze veranderingen bepaald worden. De standaardcondities tijdens de metingen waren zoveel mogelijk gelijk aan de heersende kascondities tenzij anders vermeld. De LiCor-6400 kan zodanig geprogrammeerd en gekalibreerd worden dat automatisch in ongeveer 40 minuten 3

een reeks van oplopende lichtintensiteiten op het ingeklemde blad wordt gedoseerd. Na elke stap wordt de actuele assimilatie van het betreffende blad gemeten. Daarnaast wordt de openingstoestand van de huidmondjes gemeten en wordt met behulp van chlorofyl fluorescentie de fotosynthese capaciteit gemeten. Tijdens de metingen met de LiCor-6400 bij verschillende lichtintensiteiten werd de CO 2 concentratie op 800 ppm gehandhaafd. De lichtintensiteit tijdens de CO 2 respons curve was 1500 µmol PAR. 1.2.2 Temperatuurmetingen Temperatuur metingen werden verricht met een handheld infrarood thermometer en een bolometer (IR-320) met een gevoeligheid van 0,08 C, speciaal ontwikkeld voor het langgolvige gebied waardoor er geen hinder werd ondervonden van kortgolvige infrarood reflecties. Samenvatting van klimaatsomstandigheden tijdens metingen 1.2.3 Kasklimaat De metingen werden verricht op 14 mei 2008. Het was een zonnige dag. De assimilatiebelichting (140 µmol in gekoelde kas en 110 mol in ongekoelde kas werd om 7:00 uitgeschakeld. Het dek van de ongekoelde kas was gecoat met Reduheat. In de gekoelde kas werd om 12:24 het scherm dichtgetrokken. PAR verloop over de dag PAR over de dag PAR µmol m -2 s -1 1400 1200 1000 800 600 400 PAR in ongekoelde kas (rode lijn) en gekoelde kas (blauwe lijn). Door toepassing van Reduheat was de temperatuur in de ongekoelde kas in de ochtend lager dan in de gekoelde kas. In de middag draaide de situatie door schermen in de gekoelde kas. 200-200 0 19:12 0:00 4:48 9:36 14:24 19:12 0:00 4:48 2500 CO2 verloop over de dag CO 2 over de dag 2000 1500 Hoge optimale CO 2 concentraties. In de gekoelde kas is ook ruim voldoende CO 2 aanwezig. ppm 1000 500 0 19:12 0:00 4:48 9:36 14:24 19:12 0:00 4:48 4

Temperatuurverloop over de dag Temperatuurverloop graden Celsius 31 29 27 25 23 21 De ongekoelde kas (rode lijn) is s ochtends koeler vanwege de Reduheat coating. In de loop van de dag wordt het koeler in de gekoelde kas vanwege het aanschakelen van de koeling om 10:45 u en sluiten van het scherm om 11:45 u. 19 17 15 19:12 0:00 4:48 9:36 14:24 19:12 0:00 4:48 1.3 Experimentele resultaten 1.3.1 Fotosynthese en huidmondjes 1.3.2 Verloop van de huidmondjes geleidbaarheid over de dag Uit de metingen met de porometer bleek dat bij Avalanche de huidmondjes geleidbaarheid in de ochtend toeneemt vanaf het moment dat de belichting is aangegaan )blauwe lijn+ongekoelde kas, rode lijn ongekoelde kas. De opening van de huidmondjes gaat traag en kan een half uur tot een uur in beslag nemen. De snelheid is gekoppeld aan lichtintensiteit en bladtemperatuur. Het is een uitdaging om ervoor te zorgen dat de afname in lichtbenutting aan het eind van de dag, door sluiting van de huidmondjes wordt voorkomen. Belangrijke indicaties zijn daarbij het voorkomen van bladtemperaturen boven 28 C en het aanhouden van een hoge RV, voor zover dit geen problemen oplevert met schimmel en bacterie ziekten. 5

Gs verloop over de dag 350 Huidmondjes geleidbaarheid mmol m -2 s -1 300 250 200 150 100 50 0 6:00 7:12 8:24 9:36 10:48 12:00 13:12 14:24 15:36 In de ochtend loopt de geleidbaarheid van de huidmondjes (Gs) op. De gemiddelde Gs over de dag was voor de ongekoelde kas 172 mmol m -2 s -1 en voor de gekoelde kas 180 mmol m -2 s -1. Er is dus nauwelijks verschil tussen de behandelingen maar het verloop volgt de trend van het temperatuurverloop in beide kassen. 1.3.3 Fotosynthese capaciteit Met behulp van fluorescentiemetingen, die simultaan worden verricht met de assimilatiemeting, is de assimilatie capaciteit in afwezigheid van huidmondjesbeperking bepaald (ETR). De relatie tussen de simultaan gemeten fotosynthese en ETR voor alle metingen is in de figuur hieronder weergegeven voor de gekoelde (blauw) en de ongekoelde kas (rood). Uit de vergelijking tussen beide lijnen blijkt dat er geen verschil is in fotosyntheseefficiëntie in de gekoelde en ongekoelde kas. De parallelle verschuiving wordt veroorzaakt door de iets lager ademhaling in de gekoelde kas. Het is opmerkelijk dat huidmondjes geleidbaarheid op geen enkel moment beperkend geweest, kenmerkend voor een zeer productief gewas. 6

180.0 160.0 Relatie elektronentransport-fotosynthese Blauwe lijn: gekoelde kas, rode lijn ongekoelde kas. ETR µmol CO 2 m -2 s -1 140.0 120.0 100.0 80.0 60.0 40.0 20.0 0.0 0 5 10 15 20 25 30 Fotosynthese µmol CO 2 m -2 s -1 1.3.4 Fotosynthese licht response Fot µmol m -2 s -1 28.0 23.0 18.0 Toename fotosynthese in de vroege ochtend 13.0 8.0 3.0-2.0 0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600 Licht (µmol PAR) Ongekoelde kas Van 7:00 s ochtends (rondjes) naar 8:30 u nam de fotosynthese bij hogere lichtintensiteiten nog toe. Dit werd niet veroorzaakt door de huidmondjesgeleidbaarheid maar door een langzame toename van ETR. De huidmondjes geleidbaarheid nam overigens ook toe maar was nooit beperkend. Na 8:30 bleef de relatie tussen fotosynthese en lichtintensiteit vrijwel constant. 7

Fot µmol m -2 s -1 28.0 23.0 18.0 13.0 8.0 3.0-2.0 0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600 Licht (µmol PAR) Vergelijking van de fotosynthese bij toenemende lichtintensiteit in de gekoelde en ongekoelde kas. De fotosynthese is gemeten om 10:30 in de ongekoelde kas en om 11:30 in de gekoelde kas. De curven zijn identiek. De gemiddelde geleidbaarheid was 0.18 in de ongekoelde kas en 0.16 in de gekoelde kas. De meting voor plantbelasting (Npq) was 0.5 in de ongekoelde kas en 0.6 in de gekoelde kas bij lichtverzadiging. Dit betekent dat de planten geen enkele stress ondervonden. Overzichtsituatie van meetplot in gekoelde kas. 8

1.3.5 Fotosynthesemetingen: invloed CO 2 Fot µmol m -2 s -1 Effect van CO 2 35.0 30.0 25.0 20.0 15.0 10.0 5.0 0.0 0 200 400 600 800 1000 1200 1400 CO 2 ppm Door de CO 2 concentratie in het meetcuvet te variëren werd het effect van CO 2 op de fotosynthese snelheid bepaald. De initiële startconcentratie was 200 ppm. In het meetcuvet werd de concentratie stapsgewijs opgevoerd tot 1200 ppm. De lichtintensiteit werd constant gehouden op 1500 µmol PAR. De reactie op een toename van de CO 2 concentratie is in de gekoeld en ongekoelde kas vrijwel gelijk. Fot µmol m -2 s -1 Effect van CO 2 35.0 30.0 25.0 20.0 15.0 10.0 5.0 0.0 0 100 200 300 400 500 600 700 800 900 CO 2 ppm (interne concentratie) In deze figuur is de fotosynthese uitgezet tegen de gemeten CO 2 concentratie in het blad. De patronen zijn vergelijkbaar omdat we al eerder geconstateerd hadden dat de huidmondjes geen limiterende factor waren. De CO 2 opname capaciteit is in de ongekoelde kas iets hoger dan in de gekoelde kas. Mogelijk heeft de leeftijd van het gewas hier mee te maken of het feit dat de ongekoelde kas minder lichtstress hebben ondergaan. 1.3.6 Bladtemperatuur Bolometer image van kas met koeling (donkere delen), gewas en warme constructiedelen (lichte delen). Het scherm is dicht. 9

In de ongekoelde kas was de gradiënt van de temperatuur in het gewas, (van top via midden naar ingebogen blad) door het gebruik van Reduheat betrekkelijk gering: namelijk minder dan 1 graad in de ochtend, 1,1 C rond het middaguur en 3,8 C in de middag. In de gekoelde kas was de gradiënt s ochtends vroeg gelijk aan de ongekoelde kas. Daarna liep het verschil snel op en om 9:00u werd in de gekoelde kas al een gradiënt van 1,2 C gemeten. De koeling was toen echter nog uit. Om 10:45 was de bladtemperatuur in de gekoelde kas opgelopen tot 27,3 C. Op dat moment schakelde de koeling in. De bladtemperatuur van het topblad daalde binnen 3,5 minuten van 27,3 naar 25.8 C en de gradiënt keert op: boven 25,8 C onder 26,3 C. De situatie was uitermate stabiel over de dag. Er waren geen noemenswaardige temperatuurschokken gemeten en de gradiënten over het gewas waren klein en waarschijnlijk zijn ze fysiologisch verwaarloosbaar. Het gewas zelf was door de uitstekende conditie en reguleerde het klimaat voor een groot deel zelf. Het sluiten van het scherm heeft praktisch dezelfde koelende werking als de koelinstallatie zelf: een daling van de temperatuur met 1,5 C. Het verschil met de koeling was een kleinere gradiënt tussen top en bodem maar dit is een marginaal effect dat geen gevolg heeft voor de teelt. Graden Celsius 36.0 34.0 32.0 30.0 28.0 26.0 24.0 22.0 Verloop bladtemperatuur over de dag De verschillen in bladtemperatuur over de dag Er is een duidelijk verschil in de trend waarmee de bladtemperatuur over de dag varieert. Vooral in de loop van de middag loopt de bladtemperatuur in de niet-gekoelde kas hoog op. Het verschil tussen de top en het ingebogen blad is bij hoge instraling ongeveer 3,8 C graden in de ongekoelde kas en 1,2 C in de gekoelde kas. 20.0 6:00 7:12 8:24 9:36 10:48 12:00 13:12 14:24 15:36 Zonder scherm, koeling uit. Temperatuurverschil tussen de grijsvariaties van de bladeren 1.8 C. 10

Zonder scherm koeling aan. Gelijkmatige afkoeling. Geen hotspots, behalve de bloem die blijft langer warm door de hoge warmtecapaciteit. Temperatuurverschil tussen de grijsvariaties van de bladeren is ongeveer 1.0 C. 2 Conclusies De fotosynthese en de huidmondjesgeleidbaarheid van het studieobject zijn optimaal te noemen. Enkele beperkingen: de ochtendtemperatuur was in de ongekoelde kas wat laag voor een optimale fotosynthese. Een snellere opwarming werd voorkomen door de aanwezigheid van Reduheat. Reduheat hield de temperatuur tot in de middag op optimale waarden. De temperatuur liep in de ongekoelde kas in de middag iets te hoog op. De huidmondjesgeleidbaarheid volgt over de dag exact het verloop van de bladtemperatuur. Voor Avalanche lijkt het optimum bij 25-27 C te liggen. Overigens bleek een bladtemperatuur van 32 C niet zodanig stressvol te zijn dat de huidmondjes dusdanig sloten dat de fotosynthese daardoor sterk afnam. Er waren geen negatieve effecten van het bewegen van bladeren door luchtstroming. De temperatuur gradiënt van de bladeren over het gewas, tijdens het koelen, is verwaarloosbaar klein ten aanzien van de verwachte fysiologische effecten. De traagheid van de koeling van de bloem is misschien nog een factor die aandacht verdiend. Schermen heeft bij hoge instraling praktisch evenveel effect als koelen. Het nadeel van schermen is de sterke afname van PAR. Met name in situaties dat veel CO 2 beschikbaar is zou de weggeschermde straling nog tot productieverhoging hebben geleid. 11

Bijlage 1. Luchtvochtigheid VPD in relatie tot RV in de kas 0.8 kpa komt overeen met: 25 graden blad en 75 % RV kas 30 graden blad en 80 % RV kas 1.5 kpa komt overeen met: 25 graden blad en 55 % RV kas 30 graden blad en 65 % RV kas Luchtvochtigheid is een van de belangrijkste klimaat factoren in de kas. Bij alle temperaturen kan waterdamp door condensatie overgaan in vloeibaar water en door verdamping weer in waterdamp. Voor verdamping van waterdamp is veel energie nodig, die bij condensatie weer vrijkomt. De overgang van waterdamp naar water en omgekeerd heeft grote invloed op de energiehuishouding in de kas. Inzicht in het begrip luchtvochtigheid en alles wat daarmee samenhangt, is dus van essentieel belang voor een goed kasklimaat. De luchtvochtigheid is afhankelijk van de hoeveelheid waterdamp die in de lucht zit. Om een beeld te krijgen moet men rekening houden met de volgende factoren: absolute luchtvochtigheid, relatieve luchtvochtigheid (RV), dampdruk, dampdruk deficit, dauwpunt. 2.1.1 Absolute luchtvochtigheid Is de hoeveelheid waterdamp (g/m 3 ) die de lucht maximaal kan opnemen. Omrekeningen van absolute luchtvochtigheid naar relatieve luchtvochtigheid kan alleen als de temperatuur bekend is. Bijvoorbeeld 15 g/m 3 bij 17.5 ºC is gelijk aan 100% RV, terwijl bij 25 ºC het gelijk is aan 65% RV. 2.1.2 Relatieve luchtvochtigheid (RV) De relatieve luchtvochtigheid is de verhouding tussen de hoeveelheid waterdamp die in de lucht zit en de hoeveelheid die de lucht bij dezelfde temperatuur maximaal kan opnemen. De RV wordt uitgedrukt in procenten. Bijvoorbeeld bij 20 ºC kan de lucht 17.3 g/m 3 waterdamp bevatten. Als er nu maar 13 g/m 3 inzit bij 20 ºC is er een RV van 75 %. Veranderingen in de RV zijn afhankelijk van twee factoren: de temperatuur en het vochtgehalte. Bij een gelijk vochtgehalte daalt de RV als de temperatuur stijgt. Omgekeerd stijgt de RV als de temperatuur daalt. Als de luchttemperatuur gelijk blijft maar het vochtgehalte veranderd wijzigt ook de RV. 2.1.3 Dampdruk (VP) en dampdruk deficit (VPD) Dampdruk ontstaat door botsingen van waterdampmoleculen. De druk die de moleculen uitoefen hangt af van de massa en de gemiddelde snelheid (is temperatuur) van de moleculen. Alle gassen die zich in de lucht bevinden maken samen de luchtdruk. Dampdruk van water ligt normaal ergens tussen de 1 en 5 kpa. Het waterdampdruk deficit is het verschil tussen de maximale waterdampdruk en de actuele waterdampdruk. De VPD ligt normaal tussen de 0.1 kpa (hoge luchtvochtigheid) en de 3 kpa (lage luchtvochtigheid). Een lage VPD betekent een hoge luchtvochtigheid en omgekeerd. Hoe hoger de VPD hoe droger de lucht en hoe meer de plant moet verdampen. 12

Bijlage 2. Licht In deze studie wordt licht uitgedrukt in µmol m -2 s -1. Omdat niet iedereen deze eenheid hanteert, is met deze tabel een omrekening te maken naar de gemeten globale straling buiten (mits de transmissie van het kasdek bekend is) of naar de eenheid lux. Uitgaande van het feit dat ongeveer 45% van de globale straling uit PAR licht bestaat betekent dat er maximaal 80 W PAR overblijft in de kas. Voor zonlicht geldt dat 1 W PAR gelijk is aan 4,56 µmol. 80 W/m 2 PAR in de kas is gelijk aan 365 µmol PAR in de kas. Onder niet geschermde condities, bijvoorbeeld bij 650 W/m 2 buiten is de lichtintensiteit in de kas 325 W/m 2 globaal = 325 * 0.45 = 146 W/m 2 PAR = 670 µmol /m 2 PAR. Omrekening van globale straling (W/m 2 ) buiten naar µmol PAR in de kas bij een kasdek transmissie van 50%, rekening houdend met krijt. Globaal buiten (W/m2) µmol PAR lux 70 80 6106 140 160 12213 210 239 18319 280 319 24426 350 399 30532 420 479 36639 490 559 42745 560 638 48851 630 718 54958 700 798 61064 770 878 67171 840 958 73277 910 1037 79384 13