Gemeente Oude IJsselstreek



Vergelijkbare documenten
BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN

Landgoed Lijftogtsheide

Bijlage 1 Uitgangspunten van geïntegreerd bosbeheer

Werkplan bosbeheer AWD : werkblok 1

Beheerstrategie. Golfclub Driene. Opgesteld door: Bosgroep Noord-Oost Nederland Balkerweg 48a 7737 PB Witharen Tel:

3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen

Rucphen. Achtmaalsebaan 22. Inrichtingsplan ir. J.J. van den Berg. auteur(s):

Douglas: niet alles goud dat er blinkt

Beheerplan Bloemendaalsebos

Beheerstrategie Golfclub Driene

Landschapsplan Kerkdijk 6 te Vragender

Workshop bosbeheer. Beheerteamdag 2017

Beheerplan Nimmerdor en Oud Leusden

Bijlage 3. Groenbeheerplan

Wat gaat er gebeuren in het Oosterpark?

Het Nederlandse bos in cijfers

BEOORDELINGSCRITERIA BOMENERFGOEDLIJST EN LANDSCHAPPELIJKE BEPLANTINGSLIJST

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept

Wat is essentaksterfte?

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

NOTITIE BOMENKAP GASLEIDINGTRACE ODILIAPEEL - MELICK

Beuk in perspectief. Ervaringen met beuk in het beheer op. Kroondomein Het Loo

GEMEENTE LELYSTAD BEHEERPLAN BOS- EN NATUURTERREINEN

LANDSCHAPPELIJKE INPASSING INRICHTINGSPLAN MTS BOINK ENSCHEDESESTRAAT CP HAAKSBERGEN

Natuurkwaliteit en bosgebruik Natura Rienk-Jan Bijlsma

Notitie Quickscan flora en fauna

Buitenplaats De Dennehoek

Wat gaat er gebeuren in de Wevershoek?

Het Nederlandse bos in cijfers

Beheerplan Kalverstraat Tilburg

Toelichting op de waardevolle elementenkaart van Enschede-Noord

Praktijkvoorbeelden van bosbeheer in Vlaanderen en Nederland FOTO LEO GOUDZWAARD

colofon gemeente Wierden Afdeling Grondgebied Plantsoenlaan EC WIERDEN Nieuwland Advies Haagsteeg 4 Postbus 522, 6700 AM Wageningen

Wat is essentaksterfte?

Uitgebreid bosbeheerplan: Openbare bossen Arendonk 15 februari 2010

Collectief Waddenvogels. Pakket Terschellinger elzen- en geriefhoutsingel

Compensatieplan. natuurcompensatie. parkeren De Heimolen. juli 2015

Quick-scan van enkele bosterreinen in de Gemeente Uden De waarde van begroeiingen met bomen en struiken

Beknopte toelichting op het voorlopig ontwerp nieuwbouw recreatiewoningen op Landal Miggelenberg - mei 2013

Omdat de weg en het landschap bij elkaar horen. Landschapsplan Amsterdamseweg

Terugblik Praktijknetwerk Boerenbos NO NL Wat hebben we in de bijeenkomsten gedaan / geleerd 8 mei 2015

reijrink heijmans Landschappelijk inpassingsplan Lakei 7, Afferden Werkdocument: Bestemmingswijziging.

BEHEERPLAN DUNNING SLOTERPARK OOSTZIJDE 14 februari 2018

PRAKTIJKNETWERK BOERENBOS NOORD-OOST NEDERLAND

Erfbeplanting en landschappelijke inpassing wijziging bouwblok Meerdink, Hoeninkdijk Aalten

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

Referentienummer Datum Kenmerk GM februari

Landschappelijk inpassingsplan Gendringseweg 9, Aalten

Kwalitatieve beoordeling perenboomgaard, Schalkwijk

Boscompensatie In relatie tot het Fietspad Asschatterweg

2. KAPVERGUNNING VS. BOSWET-MELDING

Bosbeheerplanning in Vlaanderen

Casco beoordeling. Aanvraag casco gemeente Dinkelland. Auteur: Annemarie Kamerling, Martin Degen. Casco Noordoost Twente - 1 -

Op Kroondomein Het Loo

1 INLEIDING 2 REGELGEVING 3 LOCATIE

GROENCOMPENSATIEPLAN DE VERBORGEN KAMER BRAAMWEG 1 ARNHEM

Landgoed Noorderhoek Inrichtings- en Beheerplan

INLEIDING 2 PLANNING EN ORGANISATIE 3 DEEL A: EVALUATIE DEEL B: DEELGEBIEDEN 7 OVERIGE BOSGEBIEDEN 11 DEEL C: ALGEMENE EN FINANCIËLE ZAKEN 13

Natuurmanagement basis Biotoop Bos dag 1

STICHTING BEHEER LANDGOED DE KALENBERG

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

Compensatieplan Meerdink

Bosgroep IJzer en Leie. Bosgroep Ijzer en Leie 1

Opfriscursus bosbeheer en bosexploitatie

Analyse landschappelijke inpassing Recreatiecentrum Zandpol

1.2 landschap, natuur en recreatie. Landschap

Commissienotitie Reg. nr : Comm. : RZ Datum :

Verjonging en ontwikkeling van oude bossen op Landgoed Middachten

Erfverbeteringsplan. Fam. Hamming Beerzerweg 28 INHOUD. 1) Aanleiding 2) Situatie 3) Foto collage verbeterpunten

"Oranje Nassau's Oord" "De Dorschkamp" "De Oostereng" "Bennekomse Bos" KNBV Voorjaarsbijeenkomst KNBV Verslag van de excursie. C. P.

Beheerplan Hazennest-Boerenbos Tilburg

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode

Verjonging in douglasbos neigt weer

HOLLE WEGEN. module 6

Wat gaan we doen? Biodiversiteit dankzij Kwaliteitshout. Oerboslandschap op zandgronden. Uitlogen bruine bosgrond

Notitie gevolgen inrichting natuur en landschap voor agrarische bedrijfsvoering

Aanvraagformulier. Onderdeel Houtopstanden. Wet natuurbescherming (Wnb) Het formulier kunt u ingevuld opsturen naar

Datum 12 juni 2019 Betreft Beantwoording schriftelijke vragen over het bericht "Zware kritiek van oud-directeur Staatsbosbeheer op houtkap"

Beplantingsplan percelen aan de Schouwenweg te Lierop 2017

Herbegrenzing van de EHS/GHS-Natuur in relatie met de uitbreiding Van de Wijgert te Tilburg

Nota van beantwoording Natuurbeheerplan 2017 herziene versie natuurbeheer

Landschappelijke inpassing t.b.v. uitbreiding loonwerkbedrijf te Eldersloo

Uitwerking bedrijfsplanning geïntegreerd bosbeheer voor gemeente Someren

Notitie beoordeling houtwal

Beheerplan Reeshofdijk 2 Tilburg

Landschapselementen; hoe zien ze eruit? 2017

Nederlands bos. Nederlands bos: hoeveel bos is er?

1. ecologische functie

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10

Betaalbaar Natuurlijk Groenbeheer in Eindhoven. Frank Verhagen Beheerder natuurlijke gebieden

Waarden en belangen De waarden en belangen van de lanen worden vanuit een viertal, verschillende invalshoeken bekeken.

Esdoorn een probleem??

Stichting Landschapsbeheer Gelderland

HEIDE ROZENDAALSE VELD EN ROZENDAALSE ZAND. Beleidsnota

Inpassingsplan Zelhemseweg 37, Hummelo. Opdrachtgevers: De heer A.G. Weijers en Mevrouw M.F. Weijers-Robben Zelhemseweg DP Hummelo

Gemeente Geldrop-Mierlo. Kadernota bos- en natuurbeheer Maart In opdracht van:

percelen cultuurgrond

groenbeheerplan GIERSBERGEN 2A, DRUNEN

Houtoogst en nutriënten op zandgronden Resultaten van het onderzoek, opzet van het adviessysteem en toepassing in de praktijk.

Transcriptie:

Gemeente Oude IJsselstreek Beheerplan bossen 2010-2019

Colofon Opdrachtgever: Gemeente Oude IJsselstreek Titel: Gemeente Oude IJsselstreek; beheerplan bossen 2010-2019 Status: Definitief Datum: Mei 2010 Auteur(s): Ing. P. Westerhof Foto s: Kaartmateriaal: Topografische ondergrond Topografische Dienst Emmen, 2003 Projectnummer: 08.30.0062 Coöperatie Bosgroep Midden Nederland u.a., mei 2010 Postbus 8135 6710 AC EDE t (0318) 67 26 26 f (0318) 67 26 27 www.bosgroepen.nl

Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Gebiedbeschrijving 5 2.1 Algemeen 2.2 Relevante wetgeving en beleid 2.3 Bodemtypen 2.4 De Vennebulten 2.5 t Hoge Venne 2.6 Vlaswinkel 2.7 Tandem 2.8 Idink 2.9 Engbergen 2.10 Hamminksbosje 2.11 Overige houtopstanden 3 Visie 11 3.1 Lange termijn visie 3.2 Beheerdoelen 3.2 Maatregelen 4 Beheermaatregelen 13 4.1 Algemeen 4.2 Recreatieve waarde 4.3 Behoud van de aanwezige natuurwaarden 4.4 Houtoogst 4.5 Specifieke thema s 4.6 Begroting 5 Monitoring en evaluatie 19 Verklarende woordenlijst 20 Literatuur 23 Bijlage 1 Uitgangspunten geïntegreerd bosbeheer Bijlage 2 Kaart ligging in de regio Bijlage 3 Beheerkaarten Bijlage 4 Opstandleggers Bijlage 5 Maatregelenplan Bijlage 6 Kosten-/ batenoverzicht periode 2008-2012 Bijlage 7 Kaart: Indeling in werkblokken

1 Inleiding Dit beheer- en werkplan beschrijft het gewenste beheer van de bos- en natuurterreinen in eigendom van de gemeente Oude IJsselstreek. Het vastleggen van de beheerwensen, doel en (planning van) maatregelen geeft de eigenaar een goed en helder houvast en draagt bij aan een kwalitatief goed en duurzaam bosbeheer. Het beheerplan is opgesteld voor een periode van 10 jaar met een looptijd van 1 januari 2010 t/m 31 december 2019. Na 10 jaar zal worden geëvalueerd of de beheerdoelen bereikt zijn en vindt er actualisatie van het plan plaats. Het werkplan beschrijft maatregelen voor een periode van 5 jaar en dient daarom na 5 jaar te worden geëvalueerd en geactualiseerd. Na actualisatie kan het werkplan opnieuw voor eenzelfde periode van 5 jaar worden gebruikt. Als voorbereiding voor het opstellen van het beheer- en werkplan zijn de verschillende objecten door de Bosgroep Midden Nederland bezocht. De objecten zijn daarbij geïnventariseerd op functioneren op het gebied van natuur, houtproductie en recreatie, de belangrijkste functies van bos. Ook is indien van toepassing gekeken naar de cultuurhistorische en landschappelijke waarde van de verschillende objecten. Alle opstanden zijn op het oog geïnventariseerd. Er zijn geen metingen verricht. De natuurwaarde van het bos is beoordeeld aan de hand van de volgende kenmerken: Soortensamenstelling (inheems/uitheems/menging). Dood hout speelt een Structuurvariatie (horizontaal/verticaal/open plekken). Dood hout speelt een belangrijke rol in de Dode bomen (dikker dan 30 cm). belangrijke rol in de natuur. Dik dood hout Een specifieke flora- en fauna-inventarisatie is niet natuur. Dik dood hout van staande en liggende uitgevoerd. Wel zijn vindplaatsen van in het terrein van staande en liggende bomen is o.a. waardevol aangetroffen flora en fauna op een digitale beheerkaart bomen is o.a. waardevol voor insecten, vogels en gedocumenteerd. voor insecten, vogels en paddestoelen. De functie houtproductie is beoordeeld op basis van: Boomsoorten (hoogproductief/laagproductief). Kwaliteit en vitaliteit (rechtheid stam, stamdikte). De recreatieve waarde van het terrein is met behulp van de volgende criteria in kaart gebracht: Natuurlijke bosbeelden. Markante bomen. Variatie in bosbeelden. Aanwezige recreatieve voorzieningen. Bij het beheer van het terrein wordt uitgegaan van de beginselen van de beheermethode geïntegreerd bosbeheer (GB). Als bijlage 1 zijn de uitgangspunten van geïntegreerd bosbeheer toegevoegd. Het beheerplan is als volgt opgebouwd: in hoofdstuk 2 wordt een algemene beschrijving van de verschillende landgoederen gegeven. In hoofdstuk 3 zijn de visie en bijbehorende beheerdoelen van de gemeente geformuleerd. Hoofdstuk 4 beschrijft de te nemen

beheermaatregelen ten behoeve van het behoud en verder ontwikkelen van de aanwezige natuurwaarden, de belevingswaarde, de houtoogst en een aantal bijzondere thema s zoals laanonderhoud en hakhoutbeheer. In hoofdstuk 4 is eveneens een globale begroting opgenomen. In hoofdstuk 5 is onder andere aangegeven op welke wijze monitoring plaatsvindt.

2 Gebiedbeschrijving 2.1 Algemeen In hoofdstuk 2 wordt een globale beschrijving gegeven van de verschillende bos- en natuurterreinen in eigendom van de gemeente Oude IJsselstreek. Het bosbezit is verdeeld over 6 grotere objecten en tal van kleinere bos en landschapselementen. De totale oppervlakte van deze objecten bedraagt bijna 234 hectare. De objecten liggen verspreid binnen de grenzen van de gemeente Oude IJsselstreek. De ligging van de verschillende objecten is weergegeven in bijlage 2, ligging in de regio. Van een aantal (grotere) objecten zijn de namen op deze kaart vermeld. 2.2 Relevante wetgeving en beleid Allereerst wordt een algemene beschrijving gegeven van het eigendom met betrekking tot de landelijke, provinciale en gemeentelijke wetten en regelingen. In tabel 1 wordt een overzicht gegeven van de relevante wetgeving en beleid welke van toepassing is op de bos- en natuurterreinen in eigendom van de gemeente Oude IJsselstreek. Tabel 1: Relevante wetgeving en beleid Wetgeving / Beleid Toepassing Consequenties voor beheer Boswet Gehele bezit valt onder de werkingssfeer Boswet (landelijke Instandhouding bosareaal; kapvlakten dienen altijd gemeld te worden wetgeving) Flora- en Faunawet (F&F) Het gehele eigendom valt onder de invloedssfeer van de F&F-wet (landelijke wetgeving) Gedragscode Zorgvuldig Bosbeheer toepassen, rekening houden met aanwezige planten en dieren Natura 2000 gebieden Niet van toepassing - Ecologische Hoofd Structuur Engbergen, Idink, gedeelte van Geen consequenties¹ (EHS) Tandem, Vlaswinkel en de Vennebulten Natuurbeschermingswet Binnen het eigendom zijn geen - beschermde Natuurmonumenten aanwezig Landschapontwikkelingsvisie Gehele eigendom Geen consequenties t.a.v. het beheer (LOP) Oude IJsselstreek Nationaal Landschap Niet van toepassing - Bomenverordening gemeente Oude IJsselstreek² Alle houtopstanden buiten de bebouwde kom (uitzonderingen daargelaten) Voor het kappen van een enkele boom of houtopstand moet vooraf, op grond van de Bomenverordening, een kapvergunning worden aangevraagd ¹ De ligging in EHS biedt relatief gunstige subsidiemogelijkheden (bijv. aanleg nieuwe natuur). Het betreft prioritaire gebieden voor het Rijk en de Provincie. ² Alle houtopstanden in het buitengebied, kleiner dan 1000 m², zijn vergunningsplichtig. Dit geldt eveneens voor alle niet bij het Bosschap geregistreerde bosbedrijven.

Voor een groot deel van het eigendom is in 2008 een vervolgaanvraag in het kader van de provinciale subsidieregeling natuurbeheer ingediend. Naast basispakket bos is ook het basispakket heide aangevraagd. In 2009 is een aanvulling gedaan van hoofdzakelijk basispakket bos en basispakket heide. Voor de plas in t Hoge Venne is het pakket plas en ven aangevraagd. Een overzicht van de aangevraagde beheereenheden en bijbehorende kaarten zijn als bijlage 8 aan het beheerplan toegevoegd. Per 1 januari 2011 zal een nieuw subsidiestelsel in werking treden, het Subsidiestelsel Natuur en Landschap. 2.3 Bodemtypen In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de binnen het gemeentelijke bosbezit voorkomende bodemtypen. Deze zijn in de onderstaande tabel, tabel 2, per terrein weergegeven. De kleinere terreinen (< dan 1,0 hectare) zijn niet meegenomen. Tabel 2: Voorkomende bodemtypen gemeente Oude IJsselstreek Terrein Code Bodemtype Grondsoort Grondwatertrap Vennebulten Hn21 Veldpodzolgrond Leemarm en zwak lemig fijn zand VII Hoge Venne Hn21 Veldpodzolgrond Leemarm en zwak lemig fijn zand VI Vlaswinkel Hn21 Veldpodzolgrond Leemarm en zwak lemig fijn zand VI Vlaswinkel pzn21 Gooreerdgrond Leemarm en zwak lemig fijn zand V Giezenveld (6a) pzn21 Gooreerdgrond Leemarm en zwak lemig fijn zand V Giezenveld (6a en 6b) zez21 Hoge zwarte enkeerdgrond Leemarm en zwak lemig fijn zand VII Gielinksbosje Hn21 Veldpodzolgrond Leemarm en zwak lemig fijn zand VI Tandem Hn21 Veldpodzolgrond Leemarm en zwak lemig fijn zand VI Hoge zwarte Tandem zez21 enkeerdgrond Leemarm en zwak lemig fijn zand VII Tandem pzg23 Beekeerdgrond Lemig fijn zand V Tandem pzn23 Gooreerdgrond Lemig fijn zand V Bosje spoorbaan (11a) Hn21 Veldpodzolgrond Leemarm en zwak lemig fijn zand VII Keizersbosje (12a en 12b) Hn21 Veldpodzolgrond Leemarm en zwak lemig fijn zand VII Idink Hn21 Veldpodzolgrond Leemarm en zwak lemig fijn zand VI / VII Idink Zn23 Vaaggrond Lemig fijn zand V Bosje Kapelweg (13a) Zn23 Vaaggrond Lemig fijn zand VI Brugginksbosje (14a) Zn23 Vaaggrond Lemig fijn zand V Seinhorstbosje Hn21 Veldpodzolgrond Leemarm en zwak lemig fijn zand VI Hoge zwarte Penningsbosje zez21 enkeerdgrond Leemarm en zwak lemig fijn zand VII Hamminksbosje Hn21 Veldpodzolgrond Leemarm en zwak lemig fijn zand VI Marmelhorstbosje KRn1g Poldervaaggrond Lichte zavel III Engbergen Zb30 Vorstvaaggrond Grof zand VII g - grof zand en/of grind beginnend tussen 40 cm en 120 cm.

2.4 De Vennebulten De Vennebulten is gelegen nabij het dorp Heelweg-Oost. Het gehele eigendom ligt ten zuiden van de N18. De totale oppervlakte bedraagt 37,47. Hiervan bestaat 34,63 hectare uit bos. Naast bos komt verder heide voor en ligt er een poel. Het terrein is opengesteld voor wandelaars. Voor 1900 bestond het huidige bos volledig uit heide. Rond 1937 was het aandeel heide ongeveer gehalveerd. Uit de historische kaart uit 1955 valt op te maken dat het aandeel heide destijds hoger was dan tegenwoordig. Het areaal heide bedraagt momenteel 2,8 hectare. In 2009 zijn maatregelen uitgevoerd ter vergroting van het areaal heide. Op de heide komt onder andere jeneverbes voor. De bosopstanden bestaan zowel uit naald- als loofhoutsoorten en hebben allen een gemengd karakter. De meest voorkomende boomsoorten zijn grove den en zomereik. Berk en Amerikaanse eik komen enkel als mengboom voor. De soorten die hier van nature voorkomen (PNV) zijn zomereik en (ruwe) berk. Het beheer van de Vennebulten is in handen van stichting de Vennemarke. De stichting heeft als doel: Het bevorderen van de ecologische, landschappelijke, cultuurhistorische en recreatieve waarden van de Vennebulten, het Zwarte Veen en omgeving. Eind 2007 is door het bestuur van de stichting een vastgesteld. Meer informatie over de stichting en het door hun gevoerde beheer is te vinden op www.vennemarke.nl. 2.5 t Hoge Venne Het gebied t Hoge Venne ligt ten zuiden van het dorp Heelweg-West. Het grootste deel van het gebied is eigendom van de gemeente (13,85 hectare). t Hoge Venne bestaat grotendeels uit open water, te weten 8,76 hectare. Rondom deze plas wisselen graslanden, houtopstanden en boomgroepen elkaar af. In de noordwestelijke hoek van het object ligt een poel. Het gebied is opengesteld voor wandelaars en het is mogelijk om een rondgang te maken. De plas zelf wordt gebruikt om in te vissen door de hengelsportvereniging t Hoge Venne. Op meerdere plaatsen is gelegenheid om te parkeren. Ook zijn meerdere bankjes aanwezig. Ten zuiden van t Hoge Venne liggen nog een viertal kleine houtopstanden (allen ten noorden van de Boven Slinge) die onderdeel uitmaken van het groter geheel. De totale oppervlakte van deze vier opstanden bedraagt 2,09 hectare. Rondom de plas zijn jonge opstanden aangetroffen van overwegend zomereik gemengd met Amerikaanse eik en haagbeuk. In de randen met het water komt veelal zwarte els, wilg en populier voor. Naast graslanden komen ook enkele boomgroepen voor. Aangetroffen soorten zijn zomereik, plataan, linde en es. Van de vier andere bosjes zijn er twee grotendeels uit zomereik bestaan. Eén opstand bestaat voor bijna 90% uit acacia. Het laatste bosje bestaat uit populier met es en zwarte els. 2.6 Vlaswinkel De Vlaswinkel is gelegen ten noorden van Varsseveld. Het gebied wordt ten zuiden begrenst door de N18 en ten noorden loopt de Boven Slinge. Van oost naar west wordt het terrein door de Stubbelderweg doorsneden. De totale oppervlakte bedraagt 26,34 hectare. Het merendeel hiervan is te typeren als bos, namelijk 23,87 hectare. In het bos staat nog een oud pompstation. Hiernaast ligt een klein, kunstmatig aangelegd, heideterreintje. Onder dit heideveld bevindt zich een grote kelder, onderdeel van het pompstation. Ook ligt er in het bos een poel. Een van de meest bijzondere terreinkenmerken is het hoefijzer.

Het gaat om een groep beuken waaromheen een greppel is gegraven in de vorm van een hoefijzer. De meeste voorkomende boomsoorten zijn grove den, Japanse lariks, fijnspar en zomereik. Daarnaast zijn ook opstanden van Amerikaanse eik, berk, beuk en douglas aanwezig. In 2007 zijn enkele verjongingsgroepen gemaakt die met inheemse boomsoorten zijn ingeplant (zomereik, fijnspar en grove den). 2.7 Tandem Tandem ligt tussen de dorpen Varsseveld en Westendorp. Het grootste deel van het landgoed ligt ingesloten tussen de Doetinchemseweg en de A18. Ook liggen er nog een aantal opstanden ten zuiden van de A18. Ook het Gielinksbosje en Giezenveld (ten noorden van de Doetinchemseweg) maken onderdeel uit van Tandem. De totale oppervlakte bedraagt 34,91hectare. Met uitzondering van opstand 2z (bouwland 1,11 hectare) zijn alle opstanden te typeren als bos. Tandem heeft een landgoedkarakter, is inschalig opgebouwd en veelzijdig in boomsoorten. De structuur van het Tandem wordt voor een groot deel bepaald door de vele lanen, voornamelijk bestaand uit beuk. Een mooi voorbeeld is de hoofdlaan naar het woonhuis. Deze laan is rond 1900 aangeplant. De meest voorkomende boomsoorten op Tandem zijn grove den en beuk. Ook zomereik, douglas, Amerikaanse eik, Japanse lariks en fijnspar komen opstandgewijs voor. 2.8 Idink Idink is in totaal 67.95 hectare groot. In totaal is hiervan 3,65 hectare niet als bos te typeren. Idink ligt ten zuiden van de spoorlijn Terborg - Varsseveld. Ook het bosje aan de spoorbaan en het Keijzersbosje worden in dit beheerplan gezien als onderdeel van Idink. Idink kan worden getypeerd als Kampenlandschap. De landbouw is nog aanwezig in het gebied. Typerend hiervoor zijn de eenmansesjes. Op Idink is het landgoedkarakter nog duidelijk herkenbaar. Qua boomsoorten en leeftijdsopbouw is Idink erg gevarieerd. De belangrijkste soorten zijn nog steeds grove den en zomereik maar de meeste van deze opstanden hebben een overwegend gemengd karakter. Andere voorkomende soorten zijn douglas, Japanse lariks, fijnspar, beuk en berk. Ook Abies grandis komt opstandgewijs voor. Op Idink komen een groot aantal verschillende zangvogels voor. Ook de das komt voor op Idink. Het omleggen van de Seesinkbeek heeft een negatieve invloed gehad op de flora en fauna, en dan vooral op de beekbeplanting. De oude Seesinkbeek gaat nog door het bos. Idink wordt vooral door inwoners van de gemeente Oude IJsselstreek gebruikt om te recreëren. Er is minder sprake van interlokaal toerisme. Rond 1850 bestond het huidige areaal bos grotendeels uit woeste gronden. De oudste opstanden zijn in deze periode bebost. Een groot deel van het huidige bos is in het begin van de 20 ste eeuw voor de houtteelt aangelegd. 2.9 Engbergen Engbergen ligt ten oosten van het dorp Gendringen en is in totaal ruim 11 hectare groot. Het landgoed wordt in tweeën gesplitst door de Engbergseweg en is nu nog grotendeels omringd door agrarische percelen. In de nabije toekomst zal dit veranderen in verband met herinrichting van het gehele gebied. Op de historische kaart van 1878 kunnen de contouren van landgoed Engbergen al duidelijk worden herkend. De oppervlakte was destijds kleiner en bestond voor het grootste

deel uit loofhout. Ten opzichte van de bebouwde kom van het dorp Gendringen was de afstand destijds vele malen groter. Het bos bestaat uit opstanden van inlandse eik en grove den waarin tevens een hoog aandeel uitheemse soorten (exoten) is vertegenwoordigd. Wat opvalt is de hoge dichtheid aan wandelpaden en paadjes. Een van de belangrijkste terreinkenmerken van het landgoed is het reliëf vanwege de ligging op een rivierduin. Ander opvallend detail zijn de in het terrein voorkomende loofhoutwallen. Het bos zelf doet rommelig aan. Dit wordt mede veroorzaakt door het hoge aandeel exoten, maar grotendeels door een dunningsachterstand. Vanwege deze dunningsachterstand is het aandeel dood hout relatief hoog en staan de lanen onder druk vanuit de naastgelegen bosopstanden. Hierdoor bevindt zich erg veel dood hout in de kronen en zijn een aantal bomen zelfs aan de schaduwdruk ten onder gegaan. Met name met betrekking tot de aansprakelijkheid die een eigenaar heeft, kan dit problemen geven. Op het landgoed komen meerdere voorzieningen voor. Het gaat onder andere om een groencomposteerplek, een restaurant met speeltuin, informele parkeervoorzieningen, een voormalige tennisbaan, een hertenkamp en een trimparcours dat door een gedeelte van het bos loopt. De trimbaan wordt veelvuldig gebruikt door recreanten. In het meest zuidelijke deel van het landgoed is een openluchttheater aanwezig. Deze wordt regelmatig gebruikt voor concerten en theatervoorstellingen. 2.10 Hamminksbosje Het Hamminksbosje is sinds 2009 eigendom van de gemeente Oude IJsselstreek. Het bos ligt ten oosten van Varsseveld en is in totaal 4,16 hectare groot. In het Hamminksbosje is zomereik de hoofdboomsoort. Ook grove den en Amerikaanse eik komt opstandgewijs, maar ook als mengboom voor. Daarnaast zijn beuk en berk, maar ook tamme kastanje als mengboomsoort aangetroffen. De opstanden hebben een gemengd karakter. In de bezochte opstanden is sprake van een dunningsachterstand. Ook is op meerdere plaatsen stormschade aangetroffen. De in het bos aanwezige paden zijn momenteel slecht toegankelijk. 2.11 Overige houtopstanden Alle houtopstanden die nog niet eerder zijn beschreven komen in deze paragraaf aan de orde. Het gaat veelal om kleinere houtopstanden. De ligging van deze opstanden is op de beheerkaart weergegeven. In het maatregelenplan worden alle opstanden uitgebreid beschreven. Vlakbij het Hamminksbosje is recent een retentiegebied aangelegd. De oppervlakte hiervan bedraagt bijna 7 hectare. Het retentiegebied bestaat uit een afwisseling van graslanden en houtige opstanden. De meest voorkomende boomsoort is zwarte els. Verder staat er nog een groep oude eiken en ligt er een poel. Iets verder richting het oosten ligt nog het Grensbosje Aalten (0,36 hectare groot). Het Grensbosje Aalten bestaat uit een dubbele rij van populier met daaronder struiksoorten als bijvoorbeeld lijsterbes en vuilboon Ten zuiden van Varsseveld liggen een aantal kleine opstanden die samen een waardevol stukje natuur vormen. De totale oppervlakte bedraagt bijna 2 hectare. Naast opgaande bosopstanden van es en beuk is hier een poel aanwezig. Ook is er een opstand van berk en zwarte els die als hakhout wordt afgezet. In de singel- bomenrij langs het bouwland komen naast zomereik essen in de boomlaag voor. Vlakbij (ten oosten) ligt nog een kleine opstand van zomereik en een singel van inlandse eik.

Ten oosten van Ulft liggen aan Dinxperlose- en Terborgseweg nog een aantal kleine opstanden. De hoofdboomsoort is veelal zomereik maar de opstanden zijn redelijk gemengd en hebben een rijke struiklaag. Ten westen van Varsselder liggen enkele kleinere opstanden langs openbare wegen. Veelal komt in de boomlaag populier voor. De oude vuilstort nabij Varsselder is een gemengde opstand van zomereik met berk, es en esdoorn.

3 Visie In dit hoofdstuk wordt de visie (algemene doelstelling) van de eigenaar met betrekking tot het gehele bosbezit omschreven. Om deze visie ook daadwerkelijk te realiseren, zijn er op basis van deze visie een aantal beheerdoelen opgesteld. 3.1 Lange termijn visie De visie voor het gehele bezit is als volgt geformuleerd: De gemeente Oude IJsselstreek wil haar bos- en natuurterreinen duurzaam in stand houden. Daarbij richt het beheer van deze terreinen zich op de integratie van de functies recreatie, natuur en cultuurhistorie. De ecologische samenhang en de beleving door recreanten zijn van groot belang. In de bossen vindt houtoogst plaats ten behoeve van het versterken van de bovengenoemde functies. De productie van kwalitatief hoogwaardig hout kan een middel zijn om het gewenste bosbeheer mede te financieren. Daarnaast wordt houtoogst gezien als een onderdeel van de cultuurhistorie in de bossen van de gemeente Oude IJsselstreek. 3.2 Beheerdoelen Op basis van de visie zijn voor de komende beheerperiode (10 jaar) een aantal beheerdoelen opgesteld: Het bereiken van een meer natuurlijk, structuurrijk bos door kleinschalige beheersingrepen; Het aandeel van alle andere ontwikkelingsfasen dan de boomfase wordt verhoogd; Het verhogen van het aandeel dood hout; Het creëren van gevarieerde bosbeelden; Beheersen van ongewenste soorten; Verhogen van de belevingswaarde onder andere door het creëren van zichtlijnen en verbeteren van de aanwezige lanenstructuur; Waar mogelijk worden werkzaamheden zoveel mogelijk in eigen beheer uitgevoerd; Waar hout wordt geoogst, wordt dit gedaan op een verantwoorde wijze (d.w.z. dat er in principe nooit meer geoogst wordt dan de bijgroei); Aanleggen van ecologisch goed ontwikkelde bosranden. 3.2 Maatregelen De volgende stap in het vertalen van de beheerdoelen voor de komende 10 jaar naar algemeen geldende, concrete beheermaatregelen: Bosbeleving en toegankelijkheid Markante bomen in de nabijheid van wegen en paden vrijstellen; Vrijstellen van singels langs de randen van de percelen; Periodiek onderhouden van de aanwezige wandelroutes en waar nodig de routes aanpassen; Per bosgebied wordt de gewenste padenstructuur vastgesteld en vastgelegd welke paden door welke doelgroepen mogen worden gebruikt. De openstellingborden

worden hierop aangepast ( fietsers en paarden alleen op de daartoe aangewezen paden ) In de komende beheerperiode worden maatregelen genomen met betrekking tot het zoneren van recreanten en het creëren van rustgebieden voor wild; Versterken van de verschillen in karakter van aan elkaar grenzende percelen; I.v.m. de veiligheid kwijnende en dode bomen langs wegen en paden verwijderen. Natuurontwikkeling Inheemse soorten bevoordelen bij het uitzetten van dunningen; Amerikaanse eik geleidelijk uit het bosbeeld verwijderen ten gunste van de ontwikkeling van inheemse soorten; Tevens kunnen enkele dikke Amerikaanse eiken (DBH > 35 cm) worden geringd; Verjonging vindt plaats op natuurlijke wijze. Wanneer de gewenste natuurlijke verjonging uitblijft, kan in de verjongingsgroepen zomereik, wintereik of beuk worden geplant. In de verjongingsgroepen worden invasieve soorten als Amerikaanse eik, gewone esdoorn en Amerikaanse vogelkers bestreden; Na het planten van bovengenoemde soorten zullen maatregelen genomen worden te voorkoming van wildschade; Staand dood hout en kwijnende bomen blijven, indien ze niet binnen een afstand van 20 meter bij wegen of paden staan, in de opstand achter. Gevelde dode en kwijnende bomen blijven te allen tijde in de opstand achter. Cultuurhistorie Binnen het eigendom voorkomende elementen van cultuurhistorische aard worden in stand gehouden of hersteld en blijven daarmee behouden. Houtoogst, voorraad, structuur en verjonging De houtoogst vindt, afhankelijk van de omstandigheden, plaats via toekomstbomendunning (alleen jonge opstanden), vrije hoogdunning en groepsgewijze uitkap (kaalkap); In de opstanden waar houtoogst plaatsvindt wordt de bijgroei geoogst; Om de structuur te verbeteren wordt groepsgewijze uitkap toegepast. Afhankelijk van de te verjongen boomsoort(en) ligt de grootte van de groep tussen de 0,07 hectare (schaduwboomsoorten) en de 0,36 hectare (lichtboomsoorten). Natuurlijke verjonging van zomereik, beuk en grove den zal worden gestimuleerd. Dit zal ten kosten gaan van het aandeel Amerikaanse eik en gewone esdoorn. Incidenteel wordt op experimentele basis, genetisch verantwoord streekeigen materiaal ingebracht.

4 Beheermaatregelen 4.1 Algemeen Om een goede stap in de richting van de in hoofdstuk drie geformuleerde beheerdoelen te maken, is menselijk ingrijpen noodzakelijk. Met een niets doen beheer worden de beheerdoelen niet overal bereikt. In dit hoofdstuk wordt beschreven welke maatregelen de komende jaren gewenst zijn. In het maatregelenplan, bijlage 5, is per opstand aangegeven of en welke maatregelen genomen moeten worden. Ook is in het maatregelenplan aangegeven wanneer de maatregel uitgevoerd dient te worden uitgevoerd. Er zal bij het beheer zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van spontane processen zoals natuurlijke verjonging, groei, aftakeling en sterfte. Echter zullen concurrentiekrachtige soorten zoals Amerikaanse eik zich makkelijker verjongen wat ten koste zal gaan van de natuurlijke verjonging van meer lichtbehoevende soorten zoals inlandse eik, berk en grove den. Op plaatsen waar de gewenste natuurlijke verjonging uitblijft, zullen de gewenste (inheemse) soorten alsnog worden aangeplant. Boswerkzaamheden boven een bedrag van 2.500,00 worden alleen uitbesteed aan ERBO erkende aannemers. Bij de uitvoering van werkzaamheden in het bos zal gebruik worden gemaakt van de Gedragscode Zorgvuldig Bosbeheer. Tevens zullen er in het broedseizoen (15 maart t/m 15 juli) geen houtoogstwerkzaamheden worden uitgevoerd. Vindplaatsen van (zeldzame en bedreigde) flora en fauna zullen op een beheerkaart worden gedocumenteerd. Deze kaart zal aan veranderingen onderhevig zijn. Bij (ingrijpende) maatregelen binnen het bosbeheer worden omwonenden en andere belanghebbenden vooraf over de te nemen maatregelen geïnformeerd. Dit zal veelal plaatsvinden via de gemeentelijke pagina van het desbetreffende huis aan huisblad. 4.2 Recreatieve waarde De recreatie is voor de gemeente Oude IJsselstreek een van de meest belangrijkste functies binnen het bosbeheer. Vooral in de nabijheid van bebouwing is de recreatieve druk redelijk hoog. Ook toeristen maken, vooral in het seizoen, veelvuldig gebruik van de bossen van de gemeente Oude IJsselstreek. Desondanks zijn niet alle vormen van recreatie overal even wenselijk. 4.2.1 Belevingswaarde De belevingswaarde van zowel het buitengebied als geheel als de bossen onderling is hoog. Uit onderzoek is gebleken dat de afwisseling tussen bos, weilanden en singels door recreanten erg hoog wordt gewaardeerd. Ook binnen het bosbezit is er sprake van afwisselende bosbeelden waardoor de belevingswaarde hoog is. De komende jaren zal geprobeerd worden deze afwisselingen in landschap en binnen de bossen in stand te houden.

4.2.2 Voorzieningen Op meerdere plaatsen binnen het eigendom staan bankjes, picknicktafels en prullenbakken. De aanwezige voorzieningen worden in eigen beheer onderhouden. Prullenbakken staan alleen op plaatsen waar dit ook daadwerkelijk noodzakelijk is. Ook komen op meerdere plaatsen, waaronder t Hoge Venne, Idink en Engbergen parkeerplaatsen voor. Op Engbergen ligt momenteel nog een trimbaan maar deze zal na uitvoering van de revitalisering van het gebied naar een andere locatie worden verplaatst. 4.3 Behoud van de aanwezige natuurwaarden In deze paragraaf worden de huidige natuurwaarden beschreven aan de hand van het aandeel menging, het aandeel inheemse soorten, de structuurvariatie en het aandeel dood hout, zowel staand als liggend. 4.3.1 Menging Het huidige aandeel menging van 52% wordt in de komende beheerperiode mimimaal gehandhaafd. Bij toekomstige dunningen zal worden geprobeerd om het aandeel menging te verhogen. In de opstanden waar mogelijk zullen tijdens de dunningen mengboomsoorten worden vrijgesteld om te voorkomen dat deze opstanden ontmengen. In het maatregelenplan is aangegeven in welke opstanden mengbomen kunnen worden vrijgesteld. 4.3.2 Inheemse soorten Het overgrote deel van het eigendom bestaat uit opstanden met overwegend inheemse soorten. De meest voorkomende inheemse soort is de inlandse eik (zomereik). Andere soorten die veelvuldig zijn aangetroffen zijn berk, beuk, es, zwarte els en grove den. Ook populier komt voor, voornamelijk opstandgewijs. Momenteel bedraagt het aandeel inheemse soorten 71%. Na de storm van 2007 zijn een aantal uitheemse naaldhoutopstanden omgevormd naar inheemse opstanden (zowel zomereik als grove den) Door in de komende beheerperiode eveneens een aantal uitheemse opstanden (voornamelijk Amerikaanse eik) om te vormen naar opstanden bestaand uit inheemse soorten zal worden geprobeerd het aandeel inheemse soorten verder te verhogen naar minimaal 75%. Ook worden bij dunningen de aanwezige inheemse soorten bevoordeelt ten koste van uitheemse soorten. Er zullen geen nieuwe, uitheemse soorten worden geïntroduceerd door middel van aanplant. 4.3.3 Structuur Het huidige aandeel structuurrijke opstanden bedraagt 28%. Daarnaast komt in 22% van de opstanden een matige tot redelijke structuur voor. Een van de manieren om in de komende beheerperiode het aandeel structuurrijke opstanden te verhogen, is om tijdens iedere dunning op een aantal plaatsen, een open plek, ook wel verjongingsgat genoemd, te maken. In het verjongingsgat kunnen omringende bomen zichzelf verjongen (natuurlijke verjonging). Op plaatsen waar natuurlijke verjonging niet van de grond komt, kan bodemverwonding worden toegepast. Daar waar natuurlijke verjonging niet wenselijk is, zal worden ingeplant. Verjongingsgaten worden bij voorkeur gecreëerd op plekken met een lage houtkwaliteit of in een recent ontstaan stormgat. Het verjongen van lichtboomsoorten als inlandse eik, berk, Japanse lariks en grove den varieert de grootte van het gat tussen de 0,3 en 0,4 hectare. Bij

schaduwboomsoorten (beuk, Amerikaanse eik, douglas) kan volstaan worden met een grootte tussen de 0,1 en 0,2 hectare. Meer variatie in open en dicht bos kan worden verkregen door in deze opstanden variabel te dunnen. Dit houdt in dat op sommige plaatsen het maximaal toelaatbaar aantal bomen wordt geoogst terwijl elders in de opstand alleen noodzakelijke bomen (gevaarlijke exemplaren) worden verwijderd. Door te dunnen wordt tevens meer licht op de bodem gecreëerd voor de ontwikkeling van een struik- en kruidlaag. Hierbij moet wel worden voorkomen dat ongewenste soorten de overhand krijgen en andere, minder concurrentiekrachtige soorten in de ontwikkeling worden geremd. 4.3.4 Dood hout De huidige voorraad dood hout dient minimaal gehandhaafd te blijven. In het maatregelenplan is aangegeven waar in voldoende mate dood hout voorkomt. Op een aantal plaatsen zal op een actieve manier geprobeerd worden het aandeel dood hout te verhogen. Dit zal met name plaatsvinden op de Vennebulten. Op andere plaatsen wordt het aandeel dood hout alleen op een passieve manier geprobeerd te verhogen. Dit houdt in dat dode en kwijnende bomen in de opstand achter blijven. Er worden hier geen bomen geringd of geveld ten behoeve van het verhogen van het aandeel dood hout. Staande dode en kwijnende bomen, staand in de buurt van opengestelde wegen en paden zullen in verband met de veiligheid wel worden geveld. De bomen blijven wel achter in de opstand. 4.4 Houtoogst Het produceren van hout is geen doel op zich, maar toch zal er hout geoogst worden om de beheerdoelen te kunnen behalen. Daarnaast wordt het produceren van hout en de daaraan gekoppelde houtoogst gezien als een onderdeel van de cultuurhistorie van de bossen. In principe wordt er een dunningsinterval van eens in de 6 jaar gehanteerd. Hierbij zal de uitvoering van de dunning voornamelijk zijn gericht op de in paragraaf 3.2 beschreven doelen. Aan de hand van de indeling van de gebieden in hoofdstuk 2 is een indeling in werkblokken gemaakt. Er is voor gekozen om drie verschillende werkblokken te maken waar eens in de 6 jaar zal worden ingegrepen. Werkblok 1 bestaat uit de Vennebulten en Hamminksbosje. Werkblok 2 is Vlaswinkel en Tandem. Werkblok 3 zijn Idink en Engbergen. In het gebied t Hoge Venne dienen op korte termijn werkzaamheden te worden uitgevoerd. Daarna kan dit gebied aan werkblok 2 worden toegevoegd. Voor de overige houtopstanden is geen indeling in werkblokken gemaakt. Na uitvoering van de in het maatregelenplan beschreven werkzaamheden zal per opstand moeten worden bekeken wanneer onderhoud noodzakelijk is. Een overzicht van de indeling in werkblokken is als bijlage 7 aan het beheerplan toegevoegd. 4.4.1 Houtoogstprognose Bij een duurzame (en dus verantwoorde) vorm van houtoogst is het belangrijk dat er niet meer wordt geoogst dan er bijgroeit. Hierbij is een houtoogstprognose van belang. Tevens is het belangrijk om het bosklimaat in stand te houden. Daarom wordt grootschalige kaalkap niet meer toegepast, maar wordt een systeem van eeuwig blijven dunnen toegepast. Op een enkele plaats vindt groepsgewijze verjonging plaats (zie het maatregelenplan). Bij de houtoogst zal tussen de 70 en 80 % van de lopende bijgroei worden geoogst. De huidige bijgroei bedraagt ca. 6 kubieke meter per hectare per jaar. Dit is gebaseerd op

basis van gegevens afkomstig van eerdere exploitaties en bijgroeigegevens uit de regio. In de toekomst zullen alleen de houtoogstgegevens van voorgaande exploitaties worden gebruikt om een beter inzicht te verkrijgen in de boomsoortensamenstelling, voorraad en bijgroei van het totale bosbezit van de gemeente Oude IJsselstreek. 4.4.2 Dunningswijze Bij het blessen wordt, waar zinvol geacht, gewerkt met toekomstbomen. In het maatregelenplan staat beschreven in welke opstanden toekomstbomen kunnen worden aangewezen. Bij het aanwijzen van toekomstbomen worden de volgende regels gehanteerd: - Een toekomstboom is een boom met een goede groeiverwachting die een langere tijd in het bos kan blijven gehandhaafd; - waar op wordt gelet is o.a. de boomsoort, de kwaliteit van de stam, de vitaliteit, de esthetische waarde en de natuurwaarde; - per hectare wordt een aantal van 80 tot 100 stuks aangehouden. Nadat de toekomstbomen éénmaal zijn aangewezen wordt in deze opstanden enkel gedund als de toekomstbomen in hun ontwikkeling worden belemmerd. Bij iedere aangewezen toekomstboom worden gemiddeld twee concurrenten verwijderd. Na het aanwijzen van de toekomstbomen wordt de volgende dunningen eenvoudiger: de gemarkeerde toekomstbomen moeten bij volgende dunningen opnieuw worden vrijgesteld. In de opstanden waar geen toekomstbomen zijn aangewezen, vindt een vrije hoogdunning of eventueel een groepenkap plaats. In het maatregelenplan zijn de betreffende opstanden aangegeven waar een reguliere dunning noodzakelijk is. Jonge opstanden zijn aan een eerste dunning toe als de takken over de onderste 6 a 8 meter (2/5 deel van de verwachte eindhoogte) dood zijn. Ook hier is in het maatregelenplan aangegeven welke opstanden voor een 1 e dunning in aanmerking komen. 4.4.3 Organisatie Het uitvoeren van een dunning is een sturingsmiddel om de beheerdoelen te kunnen realiseren. Voordat er gedund kan worden, wordt het bos geblest. Tijdens het blessen worden de onderstaande zaken bepaald: - Welke bomen worden bevoordeeld en welke worden verwijderd; - welke vorm van menging en structuur is in de betreffende opstand gewenst; - waar komen eventuele verjongingsgaten; - waar zijn mogelijkheden voor de ontwikkeling van bosranden. Na het blessen wordt het gebleste hout op stam verkocht. De koper is vervolgens degene die de bomen velt en afvoert. Om verstoring in het bos zoveel mogelijk tegen te gaan worden werkzaamheden in alle opstanden van een object tegelijk uitgevoerd. Ook vanuit financieel oogpunt is dit aanbevelingswaardig. 4.5 Specifieke thema s 4.5.1 Hakhout Hakhout is een bijzonder beheertype dat steeds minder vaak voorkomt. De belangrijkste reden hiervoor is dat het afzetten van hakhout een arbeidsintensieve en kostbare onderneming is. Echter, momenteel groeit de vraag naar energiehout waardoor het periodiek afzetten weer interessant kan gaan worden, zeker in combinatie met een vergoeding vanuit een van de subsidieregelingen.

Op meerdere plaatsen binnen het eigendom van de gemeente komen (potentiële) hakhoutopstanden voor. Onder andere de opstanden in het retentiegebied ten oosten van Varsseveld (jonge aanplant van zwarte els) en de randen langs het water bij t Hoge Venne zijn geschikt om periodiek te worden afgezet (hakhoutbeheer). Ten behoeve van de instandhouding van dit beheertype is in het maatregelenplan aangegeven welke opstanden in aanmerking komen om periodiek te worden afgezet. Deze maatregel wordt, afhankelijk van de soort, de groeisnelheid en ontwikkeling van de betreffende opstand, eens in de 6 tot 15 jaar herhaald. Ook zijn er enkele opstanden waar dit beheertype ook kan gaan worden toegepast. Hiervoor dient de huidige opstand, veelal populier, te worden geveld en kan worden herplant met bijvoorbeeld zwarte els of es. 4.5.2 Bosrandenbeheer Het bosbezit wordt rondom veelal omsloten door open terrein (voornamelijk landbouwgronden). Slechts op enkele plaatsen grenzen de opstanden aan bos van andere eigenaren. De meeste grotere objecten lenen zich hierdoor uitstekend voor het toepassen van bosrandenbeheer. De omvorming van de bestaande bosranden zal de 1 e keer tegelijk met de dunning worden gedaan. Daarna zal regelmatig beheer moeten plaatsvinden om te voorkomen dat de bosrand zich weer ontwikkelt tot bos. De belangrijkste aandachtspunten bij de ontwikkeling van bosranden zijn: - In zuidranden worden in de buitenste 5 10 meter van het bos de meeste boomvormers verwijderd; - indien noodzakelijk en gewenst worden inheemse, struikvormende soorten teruggeplant; - er wordt indien mogelijk tevens ruimte gemaakt voor de ontwikkeling van ruigte. Opstanden die in aanmerking komen voor het maken van een meer natuurlijke bosrand zijn de opstanden op Idink, op Tandem en op Vlaswinkel die in het zuiden aan open terrein grenzen. Ook de bossen aan de zuidzijde van de heideterreinen op de Vennebulten komen hiervoor in aanmerking. 4.5.3 Ongewenste soorten Amerikaanse vogelkers vormt een bedreiging voor de ontwikkeling van natuurlijke verjonging en struiklaag. Daarom is het noodzakelijk dat deze soort continue wordt bestreden. Op meerdere plaatsen komt Amerikaanse vogelkers voor. Vooral in de opstanden waar meer licht op de bodem komt en in de bosranden is deze soort aangetroffen. Het gaat overwegend om zaailingen en nog niet om zaadvormers. In het maatregelenplan is aangegeven in welke opstanden Amerikaanse vogelkers voorkomt. Het bestrijden van de Amerikaanse vogelkers zal overwegend in eigen beheer worden uitgevoerd. In eerste instantie zal de aanwezige Amerikaanse vogelkers handmatig worden verwijderd. Als blijkt dat er toch round-up moet worden toegepast, zal de gebruikte hoeveelheid round-up worden gedocumenteerd. Na afzetten zal de stobbe met round-up worden ingesmeerd. Bladbehandeling vindt in geen enkel geval plaats. Toepassing van round-up vindt alleen plaats door iemand die in het bezit is van een spuitlicentie. Dit geldt ook bij uitbesteding van deze werkzaamheid.

4.5.4 Lanen Lanen hebben meerdere functies. Naast een cultuurhistorische en esthetische functie bijvoorbeeld ook een faunistische. In oude laanbomen huizen regelmatig vleermuizen en bepaalde vogelsoorten. Binnen de diverse bezittingen komen lanen voor. Een mooi voorbeeld is de beukenlaan op landgoed Tandem. De laan loopt vanaf de Doetinchemseweg tot aan de boerderij Tandem. Een ander mooi voorbeeld is de lindelaan die landgoed Engbergen verbindt met het dorp Gendringen. Om de lanen ook voor de toekomst te kunnen behouden is het zaak om de aanwezige lanen bij iedere dunning vanuit het bos vrij te stellen. Ook is het noodzakelijk om in verband met veiligheid jaarlijks te controleren op de aanwezigheid van dood hout, zowel in de kronen als dode bomen. 4.5.5 Onderhoud wegen en paden Conform de voorwaarden van de provinciale Subsidieregeling Natuurbeheer dienen alle aanwezige wegen en paden toegankelijk te zijn voor recreanten. Waar nodig zullen de wegen en paden, in eigen beheer, worden gemaaid. Tijdens en na uitvoering van de houtoogstwerkzaamheden dient er extra aandacht besteed te worden aan het toegankelijk houden van de wegen en paden. 4.6 Begroting Ten behoeve van het uitvoeren van de beheermaatregelen is hieronder een indicatieve begroting opgenomen voor de komende zes jaar. Een uitgebreid overzicht van de baten en lasten is als bijlage 6 aan het beheerplan toegevoegd. Bij het opstellen van het nieuwe maatregelenplan dient deze begroting tevens geactualiseerd te worden. Tabel 3: Baten en lasten 2010 t/m 2014 2010 2011 2012 2013 2014 Lasten 42.235,36 27.860,36 42.235,36 27.860,36 42.235,36 Baten 40.382,06 38.798,06 32.882,06 32.594,06 35.762,06 Saldo 1.853,30 10.937,70-9.353,30 4.733,70-6.473,30 De lasten bestaan uit eenmalige en uit jaarlijks terugkomende kosten. Baten worden verkregen uit onder andere de subsidie PSN, pacht en houtoogst. De hierboven genoemde bedragen zijn indicatief. Voor de opbrengst van hout is bijvoorbeeld uitgegaan van gemiddelde opbrengstcijfers afgezet tegen een gemiddelde vergoeding van 12,50/m³. In de begroting zijn de eigen uren van de gemeente niet opgenomen.

5 Monitoring en evaluatie Het maatregelenplan is aan veranderingen in het beheer onderhevig en dient minimaal eens in de 6 jaar geëvalueerd en aangepast te worden aan de dan geldende terreinomstandigheden. Na tien jaar zal het huidige beheerplan worden geëvalueerd. Gekeken zal worden of de gestelde beheerdoelen behaald zijn of aangepast dienen te worden. Ten behoeve van de monitoring zullen gegevens die verzameld worden tijdens de inventarisaties, het houden van toezicht en de bleswerkzaamheden schriftelijk worden vastgelegd. De tijdens het bleswerk aangetroffen locaties van (zeldzame) flora en fauna worden op een kaart gedocumenteerd. Hierbij moet gedacht worden aan mierenhopen, horst- en nestbomen, holle bomen en dassenburchten. De inventarisatie van de bosopstanden voor dit beheerplan is op het oog uitgevoerd. Er zijn geen metingen verricht. Aan de hand van een uitgebreid veldbezoek is per opstand de natuurwaarde, de waarde voor produceren van hout en de belevingswaarde omschreven. Ook de bijzonderheden, zoals aangetroffen stormgaten en mogelijke problemen bij verjonging van de opstanden, zijn beschreven bij deze inventarisatie.

Verklarende woordenlijst Afzetten Het vlak boven het maaiveld afzagen of afhakken van bomen en struiken, meestal met als doel om regeneratie te verkrijgen middels het opnieuw uitlopen van de stomp (veelal bestaande uit vele uitlopers). Bijgroei De volumetoename aan hout per oppervlakte-eenheid per jaar (in kubieke meters per hectare per jaar). Blessen Het merken van bomen die verwijderd dienen te worden. Vroeger ging dat met een blesmes, maar tegenwoordig wordt steeds vaker verf gebruikt. Bodemverwonding Het bewerken van de bosbodem, zodat de minerale ondergrond aan de oppervlakte komt. In de meeste gevallen wordt bodemverwonding toepast indien een dikke humuslaag of een grote hoeveelheid houtresten het op gang komen natuurlijke verjonging belemmerd. Dunning Het verwijderen van bomen (d.m.v. kappen, uitkap, zagen, lieren en ringen) in een bosopstand met als doel (1) de aanwas te concentreren op gewenste exemplaren, (2) gewenste soorten te bevoordelen, (3) ongewenste soorten te verwijderen, (4) de lichtinval op de bodem te vergroten om zodoende de bodemvegetatie en natuurlijke verjonging te bevorderen, (5) de stabiliteit van de bosopstand te vergroten, (6) de soortenrijkdom en structuur te verbeteren. Geïntegreerd bosbeheer Geïntegreerd bosbeheer (of beter gezegd multifunctioneel bosbeheer) is een beheervorm waarbij de functies houtproductie, natuur, recreatie en landschap in meer of mindere mate gelijktijdig worden gerealiseerd met behulp van natuurvolgende beheermethodes. Grondwatertrap Een grondwatertrap is een getal van I t/m IX dat uitdrukking geeft aan de hoogste en laagste grondwaterstand. Hoogdunning Het bewust ingrijpen in het heersende kronendak, met als doel meer groeiruimte te creëren voor de bomen die de eindopstand moeten vormen. De aanwas wordt daardoor steeds meer op de beste bomen geconcentreerd. Hoogdunning is de tegenpool van laagdunning, waarbij vooral in de tweede kronenlaag wordt ingegrepen. Inheemse soorten Soorten die van nature in een gebied en/of land voorkomen of voorkwamen. Dit is het tegenovergestelde van exoten.

Kaalkap Het vellen van alle bomen op een bepaalde oppervlakte eenheid, veelal van aanzienlijke afmetingen. Dit is de tegenhanger van bijvoorbeeld kleinschalige kap als groepenkap of uitkap. Lichtboomsoort Een boomsoort die relatief veel licht nodig heeft voor zijn ontwikkeling. Daarnaast laten deze soorten zelf ook relatief veel licht door. Mantelvegetatie Een vegetatie bestaande uit struiken/heesters die als overgangsvegetatie dient van bos naar open veld. Een mantelvegetatie is zeer grote ecologische waarde, doordat zij een grote diversiteit aan planten en diersoorten herbergt. Menging Een opstand die voor minimaal 10% bestaat uit een andere soort dan de hoofdboomsoort (Programma Beheer). Monocultuur Een ongemengde, gelijkjarige, monotone opstand. Deze opstanden kennen veelal een lage natuurwaarde en zijn gevoeliger voor stormschade en aantastingen dan structuurrijke opstanden. Natuurlijke verjonging Verjonging ontstaan uit op natuurlijke wijze verspreid zaad. Natuurwaarde De maatschappelijke betekenis die op basis van criteria aan een bepaalde samenstelling van een ecosysteem wordt toegekend. Overstaander Boom die bij velling gespaard is gebleven en volledig vrij staat. De boom heeft veelal tot doel als zaadbron voor de natuurlijke verjonging te fungeren. Ringen Het rondom een boom verwijderen van de bast (tot/met cambium) met als doel de neerwaartse sapstroom te onderbreken met als gevolg dat de boom afsterft. Dit wordt bijvoorbeeld toegepast bij beukenverjonging. Hierdoor hoeven geen gaten in de opstand gemaakt te worden met als gevolg het risico op zonnebrand. Het ringen van ongewenste soorten dan wel individuen is een andere toepassing, die de vorming van een voorraad dood hout tot doel heeft. Schaduwboomsoort Boomsoort die vooral in het jeugdstadium veel schaduw verdraagt en dit ook vaak voor verjonging nodig heeft. Eenmaal de eindopstand vormend, laten deze soorten relatief weinig licht door tot op de bode.

Structuurvariatie horizontaal Komt tot uitdrukking in dichtheid, jong/oud, naald/loof, open plekken e.d. Structuurvariatie verticaal Gelaagdheid van een bos, zoals mos- kruid-, struik-, en boomlaag. Provinciale Subsidieregeling Natuurbeheer 2000 Het Programma Beheer is een van rijkswege ingesteld subsidiestelsel ten behoeve van het in stand houden en ontwikkelen van bestaande en omschreven vegetatie, ecosysteem typen, landschappen en recreatiepakketten. Sinds 2007 is het Programma Beheer ondergebracht bij de provincies. Toekomstboom Bomen die om hun betekenis voor natuur, landschap, hout of belevingswaarde geselecteerd zijn om de eindopstand te vormen en/of een lange tijd het bosbeeld te blijven bepalen. Uitheemse soort Soort die door de mens in een gebied is geïntroduceerd en daar niet van nature thuishoort. Verkoop op stam De beheerder geeft aan welke bomen geoogst mogen worden. Hiervoor wordt door een aannemer/ houthandelaar een prijs geboden. Deze is vervolgens verantwoordelijk voor het oogsten en afvoeren van het door het gekochte hout.

Literatuur Jagt, van der, et al, Geïntegreerd bosbeheer, Praktijk, voorbeelden en achtergronden, EC-LNV, Wageningen, 2000 Oosterbaan, Begeleiding van natuurlijke bosverjonging, Alterra, Wageningen, 2000 Baaij de, Cleiren, v.d. Zanden, Uitgave ter gelegenheid van het 10 jarig bestaan van Pro Silva Nederland, Commissie Pro Silva van de KNBV, Velp, 2000 Wieman, Kosten en doelrealisatie van omvorming naar kleinschalig gestructureerd bos, IBN-DLO, Wageningen, 1999 Jagt, van der, et al, Kennis voor Geïntegreerd Bosbeheer, IKC- Natuurbeheer, Wageningen 1997 Paasman & Klingen, Beheren met het bos, Brochure IKC- Natuurbeheer, nr. 15, Wageningen, 1995 Koop, Mozaïekmethode, Omvorming naar een meer natuurlijk bos, IKC- Natuurbeheer 1995 Wieman & Hekhuis, Bedrijfseconomische gevolgen en functievervulling van kleinschalig bosbeheer, NBT jaargang 67, nr. 4 Augustus/augustus 1995 Studiekring Pro Silva, Themanummer NBT, jaargang 64, nr. december 1992 Londo, Natuurtechnisch bosbeheer, Natuurbeheer in Nederland deel 4, Pudoc, Wageningen, 1991

Bijlage 1 Uitgangspunten geïntegreerd bosbeheer

Bijlage 2 Kaart ligging in de regio

Bijlage 3 Beheerkaarten

Bijlage 4 Opstandleggers

Bijlage 5 Maatregelenplan

Bijlage 6 Kosten-/ batenoverzicht periode 2008-2012

Bijlage 7 Kaart: Indeling in werkblokken