INSPIRATIEBLADEN CURSUS Tekenen en Schilderen programma 2 seizoen 2015/ 2016 Les 1 Beginners tekenen naar de waarneming. Bij tekenen naar de waarneming is het belangrijk om voldoende afstand te nemen van de objecten die je wilt tekenen om het geheel goed te kunnen overzien. Op zijn minst ben je een armlengte van je stilleven verwijderd. Met een gestrekte arm kun je de objecten met behulp van een potlood vergelijkend meten. Let op, hier gaat het dus niet om de aantal centimeters die je potlood meet, maar de vergelijkende maat van lengte en breedte. Met deze vergelijkende maat kun je de verhouding van de objecten bepalen en op iedere mogelijke maat in je tekening of schilderij uitzetten, van A4 tekening tot muurschildering. De maat van oor tot zijkant mok is gelijk aan de maat van bovenkant oor tot onderrand vaas. Wanneer ik de eerste maat op mijn tekening uitzet, zal de tweede maat gelijk in afstand op mijn tekening moeten zijn. Voordat je aan een tekening begint, meet je met gestrekte arm de objecten van je stilleven op, en ga je op zoek naar vergelijkende maten. Met deze maten bewaar je de verhouding in je tekening. de opening van de mok van rand tot rand is dezelfde maat als de binnenkant van het oor van de mok.
Een tweede manier om de juiste verhoudingen te vinden is door te kijken naar overlappingen en restruimte. In de eerste foto overlapt de mok de vaas. Door deze overlapping is de onderrand van de mok lager ten opzichte van de onderrand van de vaas. Hoeveel de mok de vaas overlapt is op de meten met de vorige methode. De overlapping is iets minder dan de helft van de breedte van de vaas. Wanneer de objecten elkaar niet overlappen spreek je van een restruimte. De ruimte tussen de mok en de vaas in. Maar ook de opening van het oor noemen we een restruimte. Een restruimte heeft net als de objecten een vorm en maat. Deze maten kun je meten en vergelijking om tot een juiste verhouding in je tekening te komen. Wanneer de restruimte rondom de objecten groot is, kun je deze met behulp van je potlood verkleinen door lijnen door te trekken. Let wel op dat je potlood evenwijdig aan het stilleven houdt om perspectiefvertekening te voorkomen.
Les 2 Beginners Licht donker contrast Formaat papier 50 x 65, uitwerken met houtskool en kneedgum
Les 3 monochroom landschap in blauw Schilder of teken een van de onderstaande landschappen in blauwtinten van licht naar donker, van ver weg naar dichtbij. Zoals in onderstaand voorbeeld naar een schilderij van Casper David Friedrich.
Les 4 Van onscherpte naar detail. Tijdens deze les worde een onscherp beeld geprojecteerd. Dit beeld is aanleiding om te schilderen of tekenen. In stappen van 20 minuten wordt het beeld steeds een stapje scherper. Aan het eind van de les eindigen we bij details. Les 5 Kleurenleer Kleurenleer Kleur is een belangrijk beeldelement bij het tekenen en schilderen. Elke kleur heeft zijn eigen eigenschappen en effecten. In combinatie met andere kleuren spelen deze eigenschappen een grote rol binnen je werk. Houdt hier rekening mee bij de keuze voor kleur. PRIMAIRE KLEUREN De kleuren geel, rood en blauw zijn kleuren die we niet door mengen kunnen maken. (De 3 kleuren in het midden van de cirkel). Om deze eigenschap worden geel, rood en blauw primaire kleuren genoemd. Met deze kleuren kun je in principe elke andere kleur maken. SECUNDAIRE KLEUREN Als je twee primaire kleuren met elkaar mengt krijg je de secundaire kleuren. (de drie driehoeken om de primaire kleuren ) rood + geel = oranje rood + blauw = violet blauw + geel = groen Oranje,violet en groen zijn de secundaire kleuren. Bij het mengen van twee kleuren is de verhouding van de kleuren bepalend voor de mengkleur. Houd bij het mengen rekening met de kleur die je wilt maken en kies op grond daarvan de kleur waarmee je begint. Bijvoorbeeld wanneer je lichtgroen wilt maken, ga dan uit van geel en meng een weinig blauw bij.
Maak met behulp van deze cirkel je eigen kleurencirkel.
Les 6 Koud warm contrast
Les 7 reageer op kleur en vorm