Routes over de Waddenzee



Vergelijkbare documenten
Veilig het water op! Vaarregels recreatie- en beroepsvaart. Algemeen. hoofdvaargeul varen.

Veilig varen doen we samen

Veilig varen doen we samen

Varen doe je samen! Op de Europese binnenwateren

Routes over de Waddenzee

Varen doe je samen! Op de Nederlandse binnenwateren

Spelregels voor een veilige snelle vaart

Spelregels voor een veilige snelle vaart

BPR. Algemene Bepalingen. Instructie CWO 3 BPR

Houd plezier in de vaart!

Reglementen. Ivar ONRUST

Knooppunten IJsselmeergebied, Randmeren en Flevoland

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 19 november 2011

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 21 november 2009

Knooppunten Deltawateren

Knooppunten Deltawateren

Knooppunten IJsselmeergebied, Randmeren en Flevoland

Klein vaarbewijs. 6 e bijeenkomst

Basis gedragsregels & veiligheid sloeproeien

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 13 maart 2010

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 6 juni 2009

Knooppunten Zuid-Holland

Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal

Digitale thuiscursus VB1(KVB1)

Veilig varen. Welkom KBC Utrecht.

Knooppunten Zuid-Holland

Knooppunten Geldersche IJssel, Twentekanalen en de kop van Overijssel

Knooppunten vaarwegen IJsselmeergebied, Randmeren en Flevoland

Knooppunten Zuid-Holland

Les 5: Voorrangsregels Watersportvereniging Monnickendam

Routes over de Waddenzee

Knooppunten Amsterdam-Rijnkanaal

Knooppunten Geldersche IJssel, Twentekanalen en de kop van Overijssel

Knooppunten Noord-Holland

Knooppunten langs de Noordzeekust

Knooppunten Fryslân, Groningen en Drenthe

Theorieavond. URV Viking - 1 -

Het ROEIEN en de vaarregels

Knooppunten Geldersche IJssel, Twentekanalen en de kop van Overijssel M E P P E L

Knooppunten Maas en de grote rivieren

Knooppunten Maas en de grote rivieren

1. Hieronder is een verkeerssituatie afgebeeld. Geen van beide schepen volgt stuurboordwal. Geef aan welk vaartuig voorrang heeft.

Informatie boekje voor leden

Examen Maart De vrije zijde van een beperkt manoeuvreerbaar schip wordt overdag aangeduid met (CEVNI):

Knooppunten langs de Noordzeekust

BPR. Dagtekens. Instructie ZI BPR

Begrippen en Definities. Ivar ONRUST

BPR, geluidseinen, lichten 28 februari 2017

Elk vaartuig dat geschikt is als vervoersmiddel op het water. Een boot die door spierkracht wordt voortbewogen.

Vaarbewijsopleidingen (VBO) PROEFEXAMEN WATERSPORT CERTIFICAAT

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 22 november 2008

BINNENVAART POLITIE REGELEMENT (BPR)

Knooppunten Fryslân, Groningen en Drenthe

Project Varen doe je samen!

Toelichting bij de powerpointpresentatie over de campagne Ik pas op het Wad

Knooppunten Maas en de grote rivieren

VAMEX - Voorbeeldexamen april 2015, CWO-GMS deel A pag. 1

Examen Beperkt stuurbrevet

Examen November 2007

Inhoud. Het belang van goed sturen Vaarregels en vaartekens Roeireglement Viking, Orca en Triton Algemene aandachtspunten. 6 mei mei 2008

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 16 november 2013

Knooppunten Zuid-Holland

VAARREGELS DE BELANGRIJKSTE

Het betreft hier de volgende wateren: Geldersche IJssel Neder-Rijn Lek Twentekanalen Zwartewater Zwolle-IJsselkanaal Meppelerdiep

Rondje Noord-Holland 2015

Knooppunten langs de Noordzeekust

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 14 maart 2009

Knooppunten Noord-Holland

Opzet van de theoriecursus

Rondje Noord-Holland 2016

Knooppunten langs de Noordzeekust

Opzet van de theoriecursus

hebt tussen de 25 en 40 meter lengte. Je moet dan een Beperkt Groot Vaarbewijs of een Groot Pleziervaartbewijs hebben.

DEEL 1 - VRAGEN 1-20

Regels en veiligheidstips Gedragscode voor veilig varen door windparken

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 8 MAART 2008

Veilig varen op de Gouwe

Programma Opleidingen en Cursussen

Examen November 2005

lichten en bruggen/sluizen 28 februari 2017

Reisvoorbereiding. Ivar ONRUST

Knooppunten vaarwegen Zuid-Holland

Knooppunten Geldersche IJssel, Twentekanalen en de kop van Overijssel M E P P E L

Dit examen bestaat uit 35 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 25 van de 35 vragen goed hebt

WATERSPORT IN FLEVOLAND DOE JE ZO Tips en informatie

Examen versie: NWG :00VBA Handmatig pagina 1 ( ) Antw.Pnt. VBA. Ministerie van Verkeer en Waterstaat AANVULLEND EXAMEN

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 17 november 2012

Knooppunten Fryslân, Groningen en Drenthe

Knooppunten vaarwegen Amsterdam-Rijnkanaal

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 5 mei 2012

H4 Lichten, seinen & termen

VAMEX - Voorbeeldexamen februari 2015, CWO-GMS deel A pag. 1

Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het APSB.

Knooppunten vaarwegen Amsterdam-Rijnkanaal

Examen Maart Twee schepen naderen elkaar met tegengestelde koersen bij een engte. Bij gevaar voor aanvaring moet (CEVNI):

Rondje Noord-Holland 2019

Samenvatting BPR KZV 2005/2006

Een aantal bepalingen uit het Binnenvaart Politie Reglement * welke voor roeiers van belang kunnen zijn.

Knooppunten vaarwegen Zuid-Holland

Samen door de bocht(en) Editie

Transcriptie:

5 a 2015 Routes over de Waddenzee 5 6 7 8 4 DELFZIJL 3 LEEUWARDEN G RONINGEN 2 DRACHTEN WINSCHOTEN SNEEK DEN HELDER 1 A SSEN E MMEN

Inhoud Voorwoord 3 De belangrijkste vaarregels op binnenwater 4 Op de vaarweg 4 Reisvoorbereiding 6 Communicatie op het water 7 Bruggen en sluizen 8 Veiligheid aan boord 9 Naar het wad vanaf de Noordzee 10 Wat u verder nog moet weten 11 Wellevendheid 13 10 tips voor de recreatievaart 14 10 tips voor de beroepsvaart 14 Onderwatersport: 10 tips voor watersporters en duikers 15 Erecode voor wadliefhebbers 17 5.1 Den Oever Oudeschild Den Helder 19 5.2 Kornwerderzand Harlingen 23 5.3 Harlingen Noordzee 25 5.4 Vlieland Terschelling 27 5.5 Ameland 29 5.6 Lauwersoog Noordzee 31 5.7 Lauwersoog Schiermonnikoog Eems 33 5.8 Delfzijl 35 Colofon 36 Het auteursrecht op het materiaal van Varen doe je Samen! ligt bij de Convenantpartners die bij dit project betrokken zijn. Overname van plaatjes en/of (gedeelten van) teksten is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de Stichting Waterrecreatie Nederland, www.waterrecreatienederland.nl 2

Voorwoord Het bevorderen van de veiligheid voor beroeps- en recreatievaart op dezelfde vaarweg. Dat is kortweg het doel van het project Varen doe je Samen!. In het kader van dit project zijn tien Knooppuntenboekjes uitgegeven. Destijds waren het gedrukte uitgaven vandaar die aanduiding boekjes -, tegenwoordig zijn het uitsluitend digitale publicaties. Ze zijn gemakkelijk te downloaden en beschikbaar via de gratis app. Per regio staan hierin de belangrijkste vaarwegknooppunten beschreven en aan de hand van kaarten kunt u zien hoe u de knooppunten op een veilige en vlotte manier kunt passeren. Een knooppunt is een specifieke locatie op de vaarweg waar sprake kan zijn van een verkeersonveilige situatie. De kaarten geven aanbevolen routes. Het gaat dus om adviezen, niet om verplichte trajecten. U kunt ook op andere manieren de knooppunten oversteken. Natuurlijk moet u zich houden aan de geldende verkeersregels. Kijk op het water altijd goed om u heen en laat andere vaarweggebruikers duidelijk zien wat u gaat doen, zodat zij op tijd kunnen reageren. Op getijdenwater is de meest actuele informatie onmisbaar voor veilige navigatie. Geulen en ondiepten verplaatsen zich voortdurend. Vlakbij een zeegat, waar het hard stroomt en veel deining is, zijn de grootste veranderingen. Daarom is het zaak dat u alle correcties in uw kaart zet. Elke week publiceert de kaartenmaker de Berichten aan Zeevarenden (BaZ), waarin alle wijzigingen van de betonning staan vermeld. Op www.hydro.nl vindt u een database van de Berichten aan Zeevarenden. Formeel zijn de kaarten in de Knooppuntenboekjes niet geschikt voor navigatiedoeleinden. Dat klinkt wat tegenstrijdig voor aanbevolen routes, maar hiermee is bedoeld dat de kaarten een aanvulling zijn op de officiële waterkaarten. Voor de Deltawateren gelden de zeekaarten voor kust- en binnenwateren 1803, 1805 en 1807, uitgegeven door de Dienst der Hydrografie. Gebruik aan boord altijd de meest recente kaarten en de ANWB-Wateralmanak. Neem in dit vaargebied ook de getijtafels en stroomatlassen (HP 33 Waterstanden en stromen) van de Dienst der Hydrografie mee aan boord. Goed zeemanschap is een belangrijk artikel (1.04) uit het Binnenvaartpolitiereglement (BPR). Het betekent kortweg dat een schipper schade voorkomt, personen niet in gevaar brengt en een vlotte, veilige vaart niet hindert. Goed zeemanschap begint bij het goed voorbereiden van uw reis. We raden u aan voor vertrek de teksten over de te passeren vaarwegknooppunten te lezen en de kaarten te bestuderen. Op www.varendoejesamen.nl vindt u meer informatie over veilig varen en u kunt er, behalve de overige Knooppuntenboekjes, diverse folders downloaden: Veilig het water op! Veilig langs een veerpont Spelregels voor een veilige snelle vaart Reddingsvesten Varen doe je Samen! Het blauwe bord Vlot en veilig door sluis en brug Communicatie op het water Staande Mast Route 2014 Roeiers: veilig het water op! Wat is onderkoeling? Man overboord! Veiligheid aan boord Voorkom motorstoring. Wij zijn geïnteresseerd in uw opmerkingen. Daarmee kunnen we de Knooppuntenboekjes zo actueel mogelijk houden. U kunt correcties op de bestaande of suggesties voor nieuwe knooppunten aan ons doorgeven via de website www.varendoejesamen.nl of via info@varendoejesamen.nl De Knooppuntenboekjes zijn tot stand gekomen met medewerking van de Convenantpartners (zie het colofon), de Hydrografische Dienst en Nationale Politie. Namens de samenstellers, Rowena van der Maat Projectleider Varen doe je samen! De makers hebben de Knooppuntenboekjes zo zorgvuldig mogelijk samengesteld. Niettemin kunnen er onvolkomenheden voorkomen door zetfouten of door gewijzigde situaties op het water. De gebruiker van de Knooppuntenboekjes blijft zelf eindverantwoordelijk voor een veilige vaart. U kunt geen rechten ontlenen aan de inhoud van deze brochure. In alle gevallen wordt verwezen naar de letterlijke tekst van het Binnenvaartpolitiereglement, het Rijnvaartpolitiereglement, BVA 1972 of de plaatselijk geldende reglementen en meest recente kaarten. De Stichting Waterrecreatie Nederland sluit als uitgever van de Knooppuntenboekjes aansprakelijkheid voor schade en/of letsel als gevolg van het gebruik van deze uitgaven uit. 3

Sinds 1 augustus 2013 is een nieuw verkeersrouteringssysteem (VSS-en, aanloopgebieden, voorzorggebieden, zone voor kustverkeer, ankergebieden) van kracht. Dit betreft het zeegebied tussen de Belgische grens en het Texel verkeersscheidingsstelsel. Alle wijzigingen zijn opgenomen in de nieuwe 1801 kaart. De belangrijkste vaarregels op binnenwater De vaarregels staan gedetailleerd beschreven in hoofdstuk 6 van het BPR. Hieronder enkele belangrijke regels: Een klein schip (tot 20 meter) moet in de meeste gevallen voorrang verlenen aan een groot schip (langer dan 20 meter). Veerponten, passagiers- schepen, sleep- en duwboten en vissersschepen die in bedrijf zijn, hebben de rechten van groot. Ook als ze korter zijn dan 20 meter (voor uitzonderingen zie het BPR). Een schip dat het hoofdvaarwater op wil varen, moet voorrang verlenen aan een schip dat in de betonde vaargeul aan stuurboordzijde van het hoofdvaarwater vaart. Een uitzondering hierop: een schip dat uit een betond nevenvaarwater komt varen. Een klein motorschip (tot 20 meter) moet voorrang verlenen aan een klein zeilend schip (tot 20 meter) of een roeiboot als hun koersen kruisen en geen van de schepen aan stuurboordwal vaart. Een groot motorschip of een groot zeilschip verleent in deze situatie voorrang aan het schip dat van stuurboord nadert. Voor kleine motorschepen onderling op ruim water geldt: als hun koersen kruisen en geen van de schepen aan stuurboordwal vaart, krijgt het schip dat van stuurboord nadert voorrang. Een klein zeilschip met het zeil over bakboord heeft voorrang op een klein zeilschip met het zeil over stuurboord. Varen ze met het zeil over dezelfde boeg, dan moet het loefwaartse schip voorrang verlenen aan het lijwaartse schip. Wie vanuit een haven of nevenvaarwater een hoofdvaarwater opvaart dan wel oversteekt, of vice versa, moet ervoor zorgen dat andere vaarweggebruikers niet genoodzaakt worden hun koers en snelheid plotseling en in sterke mate te veranderen. Op de vaarweg Stuurboordwal Houd op het vaarwater zoveel mogelijk stuurboordwal (rechterkant) aan. Ook in de betonde vaargeul. Zie de hiervoor genoemde belangrijkste vaarregels. Koers en snelheid Bekijk ook de video: Plaats op de vaarweg Pas uw koers en snelheid op tijd aan als u voorrang verleent aan een ander schip. Laat duidelijk zien welke koers u vaart en geef elkaar de ruimte om te manoeuvreren. Zorg ervoor dat uw schip geen hinderlijke golfslag of zuiging veroorzaakt en voorkom zo gevaarlijke situaties en schade. Een klein schip moet op de motor minstens 6 km/u kunnen varen, op de grotere wateren, rivieren en kanalen. 4

Blijf uit de dode hoek! Als u de stuurhut en de schipper van een vrachtschip niet kunt zien, dan ziet de schipper u ook niet. Hoe groot de dode hoek van een binnenvaartschip is, hangt af van het type schip, de lading, de hoogte van de stuurhut en de afstand van de stuurhut tot het einde van de zichtbelemmering. De dode hoek van een binnenvaartschip kan tot 350 meter groot zijn. Blijf uit de dode hoek! Kijk regelmatig achterom en zorg dat u goed zicht rondom hebt als u achter het roer staat. Vaar zoveel mogelijk aan de rechterkant van het vaarwater. De beschreven situatie geldt op binnenwater; op zee is de dode hoek van beroepsschepen vele malen groter! Veilig oversteken goed (over)zicht? is het veilig om over te steken? het kanaal zijwater Stel: u komt uit een zijwater en wilt bakboord uit het kanaal op. Neem om te beginnen de tijd als u een kanaal oversteekt. Vaar niet over bakboord het drukke kruispunt over, maar sla eerst rechtsaf, met eventueel een uitkijk voorop. U vaart dus een kort stukje aan stuurboordwal. Zodra u voldoende overzicht hebt en het veilig genoeg is, steekt u het kanaal haaks over. U vaart vervolgens weer stuurboordwal in uw gewenste vaarrichting en kunt het kruispunt op een veilige manier oversteken. Doe dit vooral met gematigde snelheid, dan kunt u nog stoppen als het nodig is. Een beroepsschip is sneller bij u dan u denkt. Open varen Als u een haveningang wilt invaren, dan kunt u die het best open varen. Dat wil zeggen: neem de bocht iets ruimer, mits dat geen hinder geeft voor de overige scheepvaart. Door deze koers krijgt u meer overzicht, u kunt in de haveningang kijken. Omgekeerd hebben schippers die de haven verlaten u eerder in het zicht. 5

Reisvoorbereiding Pleziervaartuigenverzekering Met een pleziervaartuigenverzekering is aansprakelijkheid verzekerd voor schade die u met uw boot veroorzaakt. U kunt zich ook verzekeren voor schade die aan uw boot wórdt veroorzaakt en voor schade veroorzaakt door van buiten komende onheil, zoals brand, ontploffing en diefstal. Welke spullen aan boord zijn meeverzekerd, staat in de polisvoorwaarden. Onverzekerd rondvaren kan grote financiële gevolgen hebben. Wanneer u aansprakelijk bent voor schade die u bij anderen veroorzaakt, draait u op voor zowel materiële schade als letselschade. De kosten zijn hoog. Met een verzekering loopt u dat risico niet. Vaarbewijs In Nederland hebt u een Klein Vaarbewijs nodig voor: Een schip van 15 tot 25 meter lang dat niet bedrijfsmatig wordt gebruikt. Een schip tussen de 15 en 20 meter lengte dat voor bedrijfsmatig gebruik is bestemd of bedrijfsmatig wordt gebruikt. Een sleep- of duwboot die bedrijfsmatig wordt gebruikt om een schip met een lengte van maximaal 20 meter te slepen, langszij mee te voeren of te duwen. Een waterscooter, jetski, rubberboot of motorboot korter dan 15 meter die harder kan dan 20 kilometer per uur. Er zijn twee niveaus: Klein Vaarbewijs 1 (VB1) - Voor het varen op rivieren, kanalen en meren, inclusief Gouwzee en Randmeren. Maar niet op: Westerschelde, Oosterschelde, IJsselmeer, Markermeer, IJmeer, Waddenzee, Eems en Dollard. Klein Vaarbewijs 2 (VB2) - Voor het varen op alle binnenwateren, dus inclusief Westerschelde, Oosterschelde, IJsselmeer, Markermeer, IJmeer, Waddenzee, Eems en Dollard. Voor het varen op de Noordzee hebt u geen vaarbewijs nodig, maar wel voor het bevaren van de zeehavens. Het behalen van het vaarbewijs is ook nuttig als u een schip vaart waarvoor geen vaarbewijs nodig is. Dan hebt u voldoende basiskennis van de reglementen, wetten en veiligheidsmaatregelen en dat komt de veiligheid ten goede. De Stichting Vamex (Vaarbewijs- en Marifoonexamens) adviseert daarom, ook als u niet onder de vaarbewijsplicht valt, altijd een examen Klein Vaarbewijs I te doen. Meer informatie vindt u op www.vamex.nl Watersportcursussen Met tal van watersportcursussen kunt u uw kennis bijspijkeren. Zoals Tochtplanning of Theoretische Kustnavigatie. De organisaties achter Varen doe je Samen! raden iedere watersporter aan zich te verdiepen in de theorie en de reglementen. Praktijkcursussen zijn er ook, bijvoorbeeld de cursus Manoeuvreren op de motor of Wadvaren. Educatieve vaartochten laten mensen kennismaken met een vaargebied dat bepaalde vaardigheden vereist. De meeste watersportcursussen, voor zowel zeilals motorboot, volgen het diplomasysteem van de Commissie Watersport Opleidingen (CWO). In de CWO participeren onder andere Hiswa Vereniging, Watersportverbond en ANWB, partners in Varen doe je Samen! Meer informatie vindt u op www.cwo.nl Goed voorbereid op reis Het is belangrijk om goed voorbereid aan uw vaartocht te beginnen. Controleer voor vertrek uw schip, de brandstofvoorraad en de filters. Bekijk of beluister de weersverwachting. Check vaststaande gegevens, zoals het getij. Zorg voor actuele vaarkaarten. Nuttige informatie over vaargebieden vindt u in verschillende vaarwijzers, vaargidsen en natuurlijk op informatie. Veel praktische informatie over het wad staat op www.wadvaarders.nl Rondom vrij uitzicht Als schipper moet u goed in de rondte kunnen kijken. Dit staat in het BPR beschreven. Het varen met een dichtgebouwde kuip met beslagen ramen is riskant. Bekwaamheid en uitzicht rondom zijn wettelijke bepalingen die voor iedere schipper gelden, onafhankelijk van de vaarbewijsplicht. Bekijk ook de video: Goed voorbereid op reis Bekijk ook de video: Rondom zicht 6

Communicatie op het water De marifoon De marifoon is een zendontvanger voor maritieme communicatie. Hij is in de beroepsvaart onmisbaar. Schippers, verkeersleiders, brugwachters en sluismeesters praten met elkaar via de marifoon. Alle binnenvaartschepen hebben minimaal één marifoon aan boord. Voor kleine schepen is de marifoon niet verplicht, maar wel sterk aanbevolen, zeker op vaarwegen met beroepsvaart. Zonder marifoon mist u veel informatie en andere vaarweggebruikers en verkeersleiders kunnen geen contact met u opnemen. Dat kan leiden tot gevaarlijke situaties. Bovendien kunt u in noodsituaties anderen niet waarschuwen. Bekijk ook de video: Onderlinge communicatie Uitluisterplicht Als u een marifoon aan boord hebt, moet u in bezit zijn van een bedieningscertificaat, hebt u uitluisterplicht en moet u de marifoon gebruiken. Oefen de bediening en het jargon tijdig. Op de gehele Waddenzee, inclusief Eems en Dollard, moet een klein schip dat is uitgerust met een marifoon, uitluisteren op kanaal 10. Of op het geldende blokkanaal. Verkeersbegeleiding en blokkanalen Op drukke doorgaande vaarwegen zorgen verkeersposten (walstations) voor verkeersbegeleiding. Denk aan de vaarroute van en naar Harlingen. Het stuk vaarweg dat een verkeerspost voor zijn rekening neemt, heet blokgebied. Elke verkeerspost en dus ook elk blokgebied heeft zijn eigen kanaal. Dat staat vermeld op de waterkaart en op borden langs de oevers. Vaart u in zo n blokgebied, dan bent u verplicht om op dat kanaal uit te luisteren en te communiceren. Kanaal 10 en 13 Buiten de drukke verkeersbegeleidingsgebieden, dus buiten de blokkanalen, zetten alle schepen hun marifoon op kanaal 10, het algemene nautische kanaal voor binnenwater. Zo kunnen alle schippers oproepen en opgeroepen worden. Op zee zetten alle schepen de marifoon op kanaal 13, het algemene nautische kanaal buitengaats. Alarmering Bent u in nood, dan kan de marifoon redding brengen. Gebruik het juiste kanaal: Kanaal 16. Op zee en het ruime binnenwater (Waddenzee, IJsselmeer, Oosterschelde en Westerschelde) luisteren de Kustwacht en diverse verkeersposten continu uit op dit kanaal. Blokkanaal. In een verkeersbegeleidingsgebied gebruikt u het blokkanaal. De verkeersbegeleiding luistert dat voortdurend uit. Kanaal 10. Vaart u niet op zee of ruim binnenwater en niet in een blokgebied, dan gebruikt u kanaal 10. Spelregels bij verkeersbegeleiding Voor het marifoonverkeer binnen de blokgebieden gelden grondregels. De verantwoordelijkheid voor een veilige navigatie ligt altijd bij de schipper. Gedurende de vaart in de marifoonblokgebieden is uitluisteren en communiceren op het desbetreffende marifoonblokkanaal verplicht. Dit geldt ook voor kleine schepen uitgerust met marifoon. Doelgroepschepen (kegelschepen, bijzondere transporten en een deel van de passagiersvaart) moeten zich melden bij het binnenvaren van een marifoonblokgebied. Alle schepen, met uitzondering van kleine schepen, moeten zich melden op het marifoonblokkanaal voor: - het in- en uitvaren van een haven of nevenvaarwater - het keren op het vaarwater - het oversteken van het vaarwater. Het nautisch veiligheidsverkeer tussen schepen onderling en met de verkeersposten moet op het marifoonblokkanaal worden afgewikkeld. Houd alle communicatie kort en zakelijk. Meldt u zich met scheepsnaam, scheepstype, positie en vaarrichting. 7

Bruggen en sluizen Samen schutten Het passeren van sluizen vraagt extra aandacht. Zowel beroeps- als recreatieschippers moeten bij een sluis binnen een beperkte ruimte manoeuvreren. Dat vereist oplettendheid en communicatie met elkaar en met de sluismeesters. Het is zaak rekening met elkaar te houden, zodat de sluispassage vlot en veilig gebeurt. Voordringen is natuurlijk uit den boze, wacht op uw beurt en volg de aanwijzingen van de sluismeester op. Bekijk ook de video: Samen schutten Veilig door sluis en brug Maak geen hinderlijke golfslag bij de wachtplaatsen. Wacht voor rood licht. Vaar pas een sluis in (en uit), als dat is toegestaan. Is er een marifoon aan boord, luister deze dan uit (uitluisterplicht) op het ter plaatse geldende marifoonkanaal. Vaartuigen moeten de sluis invaren in volgorde van aankomst. Voor het afmeren op de wachtplaats geldt hetzelfde. Een klein schip moet, als dat mogelijk is, een groot schip voor laten gaan. Houd met een klein schip in de sluis, zo mogelijk, enige afstand van een groot schip. Landvasten moeten in de sluiskolk zo worden gevierd of doorgehaald, dat ze de sluis of andere schepen niet beschadigen. Maak uw schip met voldoende landvasten vast, maar vier ze tijdig bij zakkend water! Trossen vast? Schroef uit! Blijf niet te lang rondjes draaien voor een brug, vaar vlot door als de brug opengaat en laat het wegverkeer niet onnodig wachten. Ga onder het juiste brugdeel door en let altijd goed op tegenliggers, vooral als er beroepsvaart of ander verkeer aan komt. Schutten van zoet naar zout Maak altijd eerst achter vast, als u van zoet naar zout schut. Ook als de wind op de kop staat. U hebt namelijk stroom mee in de sluis. De kracht van het water op het schip zijn groter dan die van de wind. Voor het eerst naar het wad Als u voor het eerst het wad op gaat, neem daar dan de tijd voor. Zorg dat u minimaal de avond ervoor bij de sluis ligt, of in een naburige jachthaven. Loop naar de sluis en kijk hoe er wordt geschut. Luister s avonds al via de marifoon naar de desbetreffende verkeerspost. Dit zal veelal de Brandaris op marifoonkanaal 2 of Schiermonnikoog op kanaal 5 zijn. Op beide kanalen kunt u iedere twee uur weerrapporten en vaarinformatie ontvangen. U hoort dan alvast welke informatie wordt gegeven (of er werkzaamheden zijn, mogelijke ondieptes of verplaatste betonning, afwijkingen van de waterstand, et cetera) en kunt die gegevens in alle rust verwerken. U kunt de Zeeverkeerspost Schiermonnikoog ook oproepen voor informatie. Bestudeer voor vertrek de kaart(en) en maak bij twijfel een boeienlijst met peilingen van boei tot boei. Streep de nummers af als u ze passeert, dan mist u de eventuele knikken niet. Als u s nachts op het wad gaat varen, maak dan een lichtenlijstje en blijf naast een boei liggen, zolang het karakter van de volgende boei niet is verkend. Geef altijd voorrang aan de navigatie, ook bij het zeil hijsen en strijken. Bedenk dat zolang de banken niet droogvallen de stroom schuin over de geul loopt en u stiekem naar ondiep water drukt. Zorg dat u niet over de lijn vaart tussen de boei voor en achter u en kijk dus ook vaak naar de boei achter u. Weet of het water zakt of stijgt. 8

Veiligheid aan boord Schip, bemanning en uitrusting Veiligheid heeft betrekking op schip, bemanning en uitrusting. Het is ook een kwestie van mentaliteit; u moet er voortdurend oog voor hebben. Veiligheid aan boord begint al voor het varen, met uw tochtvoorbereiding. De veiligheidsuitrusting moet op orde zijn. Wat er aan boord aanwezig moet zijn, hangt af van het soort boot en het type vaarwater. Via de website www.varendoejesamen.nl kunt u een folder downloaden met daarin de (minimum) uitrusting die nodig is voor een veilige vaart. Goed zeemanschap is de grondregel (BPR artikel 1.04). Het betekent dat een schipper schade voorkomt, personen niet in gevaar brengt en een vlotte, veilige vaart niet hindert. Vrij vertaald: als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan. Een paar punten: Ken de (uitwijk)regels en reageer tijdig; ook bij het zien van de A-vlag (duikers te water). Let onder alle omstandigheden op uw eigen zichtbaarheid en uitzicht. Onderken zowel de vaardigheden als de beperkingen van uw opvarenden, in het bijzonder bij slechte weersomstandigheden en vaarcondities. Vertel uw gasten aan boord altijd over veiligheid: wijs ze op de plaats en het gebruik van de EHBO-kist, noodsignalen, reddingsvesten, brandblussers en communicatiemiddelen. Waarschuw voor gevaren als onder spanning staande trossen en lijnen. Laat uw noodsignalen, EHBO-middelen en brandblusapparatuur regelmatig keuren. Luister regelmatig naar de weerberichten en handel hiernaar. U moet de van kracht zijnde vaarreglementen aan boord hebben. Zorg voor recente kaarten van het vaargebied en werk ze bij. Denk altijd aan uw snelheid en zorg dat andere schepen geen last hebben van uw hek- en boeggolven. Houd voldoende afstand. Draag een reddingsvest Draag op het water een reddingsvest, ook als u een geoefend zwemmer bent. Het gevaar van overboord vallen is altijd aanwezig. De Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij komt ieder jaar ongeveer twintig keer in actie voor opvarenden die overboord zijn geslagen. Soms komt die hulp te laat. Te water raken is levensbedreigend. In het koude water raken drenkelingen snel onderkoeld. Met een reddingsvest draait een drenkeling binnen een paar seconden op zijn rug en de kraag ondersteunt het hoofd. Zo n vest kan uw leven redden. Daarom wil de KNRM bevorderen dat iedereen aan boord van een schip een goed werkend, passend reddingsvest draagt, dat op de juiste wijze is bevestigd en geschikt is voor de omstandigheden. Lifeline Een lifeline is een veiligheidslijn tussen u en uw schip. De ene kant zit vast aan uw harnas of reddingsvest. De andere kant klikt u met sluiting vast aan het schip, dikwijls aan een platte band die van voor naar achter over dek loopt. Met een veiligheidslijn werkt u veiliger aan dek en in de kuip. Een korte lifeline voorkomt dat u overboord valt. Een langere lijn geeft meer bewegingsvrijheid, maar daarmee kunt u wel te water raken. Als dat gebeurt blijft u in elk geval bij de boot en dat vergroot uw overlevingskans. Alcoholpromillage Het toegestane alcoholpromillage voor schippers en iedereen die een schip bestuurt bedraagt 0,5 promille. Dit geldt zowel voor beroeps- als recreatievaarders. Iedereen die een schip bestuurt moet scherp en alert zijn. Buitengewone opsporingsambtenaren van vaarwegbeheerders en politie zijn bevoegd om bij overtreding boetes uit te delen. De politiebeambten houden ook alcoholcontroles. 9

Naar het wad vanaf de Noordzee Zeegaten In dit boekje worden knooppunten en routes over de Waddenzee beschreven. Hoewel er in deze editie weinig aandacht aan wordt geschonken, is de Waddenzee natuurlijk ook via de zeegaten tussen de eilanden bereikbaar vanaf de Noordzee. Deze zeegaten zijn over het algemeen goed betond, maar ze kunnen wel gevaarlijk vaarwater zijn door sterke stroming, (on)diepten en drempels, zandbanken en deining van zee. Het is goed om te weten hoe de krachten van wind en water elkaar in een zeegat beïnvloeden. U kunt daar dan rekening mee houden bij navigatie en tochtplanning. Houd in het zeegat meer water onder de kiel dan op de Waddenzee. Kijk naar het water, ook al volgt u de geul. Vermijd het zeegat bij aanlandige wind (lagerwal), kies dan liever een meer beschutte route. Meldposten op de Waddenzee De Centrale Meldpost Waddenzee en de Zeeverkeerspost Brandaris zijn gevestigd op Terschelling. Bijzonderheden in het waddengebied en het Eems-Dollardgebied, zoals bijvoorbeeld verontreiniging, afgedreven boeien, brand en verstoringen in natuurgebieden, kunt u doorgeven aan de centrale meldpost. Centrale Meldpost Waddenzee De meldpost fungeert als eerste aanspreekpunt voor alle vaarweggebruikers op de hele Waddenzee. U kunt de Centrale Meldpost Waddenzee (CMW) bereiken via marifoonkanaal 4 en telefoonnummer 0562-443100. Marifoonkanaal 4 is dekkend op de gehele Waddenzee. Zeeverkeerspost Brandaris Hebt u als watersporter een marifoon aan boord, dan bent u verplicht uit te luisteren op het marifoonkanaal 2, binnen het werkgebied (VTS-gebied) van de zeeverkeerspost Brandaris. Let op: u hoeft zich niet te melden! Op marifoon kanaal 2 en 5 worden scheepvaartberichten, waaronder ook het scheepsweerbericht en actuele waterstanden, uitgezonden. Tijdstippen: een half uur na elk oneven uur, dus 09.30, 11.30 uur, enzovoort. Zeeverkeerspost Schiermonnikoog U kunt de post via marifoonkanaal 5 of telefoonnummer 0519-531247 bereiken. Op marifoonkanaal 5 worden ook de scheepvaartberichten en actuele waterstanden en een eventuele afwijking uitgezonden. Tijdstippen: een half uur na elk even uur, dus 08.30, 10.30 uur, enzovoort. Haven Coördinatie Centrum Den Helder Het operationele scheepvaartverkeer rondom Den Helder wordt afgewikkeld door het Rijks Haven Coördinatie Centrum Den Helder (HCC verkeerscentrale Den Helder marifoonkanaal 62 of telefoonnummer 0223-657522). Deze post is 24 uur per dag bezet en heeft als aandachtsgebied de vaarwegen Schulpengat, Molengat, Marsdiep, de rede van Den Helder, de marinehavens, de rijkszeehaven Het Nieuwe Diep en de veerhaven. Hebt u een marifoon aan boord, dan hebt u een luisterplicht op marifoonkanaal 62 zodra u het VTS-gebied binnenkomt. Op verzoek geeft het HCC informatieve radarassistentie rond de positie van uw vaartuig. Het HCC geeft via de marifoon op gezette tijden informatie over meteo, waterstand, zicht, loodsdienst, et cetera. Tijdstippen: 5 minuten na ieder even uur, dus 08.05, 10.05 uur, et cetera. Let op: in het Marsdiep heeft de recreatievaart te maken met de drukke veerdienst van en naar Texel en met in- en uitvarende kotters en marineschepen. Waarschuwing: het Molengat verzandt en is niet langer betond als vaarweg. Er liggen gele markeringsboeien. Doorvaart van het Molengat wordt dringend afgeraden bij krachtige aanlandige wind en hoge deining. Ondiepten rond de Haaksgronden zijn aan verandering onderhevig. Volg de betonning. 10

Wat u verder nog moet weten Alle vaarweginformatie op één site Op de site www.vaarweginformatie.nl is alle informatie over de beschikbaarheid van de vaarwegen gebundeld. En er is meer, u kunt gratis een persoonlijk abonnement nemen op specifieke updates en per vaargebied gegevens verzamelen. De website is ook via uw mobiele telefoon of tablet te raadplegen. Waarschuwingen KNMI: drie nieuwe regio s Sinds 1 oktober 2013 is er extra informatie beschikbaar voor de recreatieve watersporter op de ruime binnenwateren. In de algemene weersinformatie waarschuwt het KNMI per provincie, maar het weer op het water kan daar van afwijken. Daarom zijn er drie regio s toegevoegd: het IJsselmeer, de Waddenzee en de Waddeneilanden. Het KNMI kan nu specifieker waarschuwen. De waarschuwingen voor de nieuwe regio s staan op de KNMI-site bij de algemene weerwaarschuwingen : Waddenzee: http://www.knmi.nl/waarschuwingen_en_verwachtingen/regio.php?pr=wad IJsselmeer: http://www.knmi.nl/waarschuwingen_en_verwachtingen/regio.php?pr=ijg De districten voor de waarschuwingen voor de scheepvaart, die per marifoon worden uitgezonden, zijn ongewijzigd. De ruime binnenwateren zijn daar nog steeds onderverdeeld in: Harlingen (Waddenzee West) en Delfzijl (Waddenzee Oost), IJsselmeer, Markermeer en tot slot het district Zierikzee voor de wateren rond de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden. Mist en radar In het BPR staan vaarwegen en havens waar u bij slecht zicht niet mag varen zonder typegoedgekeurde radar. Volgens nieuwe regelgeving is varen zonder radar tijdens beperkt zicht verboden. U moet dan de dichtstbijzijnde geschikte ligplaats opzoeken. Let op: u kunt een bekeuring krijgen voor het varen zonder radar bij slecht zicht! Een klein varend of geankerd vaartuig moet bij zowel slecht zicht als s nachts op de drukke vaarroutes een radarreflector voeren. Naast de gewone radarreflectoren zijn actieve varianten verkrijgbaar, die de signalen van schepen met radar versterkt terugsturen. Neem s nachts of tijdens slecht zicht contact op met de betreffende verkeerspost en vraag desnoods begeleiding aan. Vertrouwt u als watersporter de weersomstandigheden niet, vaar dan niet uit. Radarreflector Ook al hebt u geen radar op uw schip, een radarreflector is een must. De achtvlakkige radarreflector is het meest bekend. Let er wel op dat u hem correct monteert. Simpel gezegd: zoals de reflector in gemonteerde toestand op tafel ligt, zo moet hij omhoog. Plaats hem zo hoog mogelijk op uw schip. Let op: een radarreflector verhoogt de kans dat een pleziervaartuig wordt gezien, maar een garantie is er niet. Een kleine reflector geeft een kleine stip op het radarscherm, die vaak door andere reflecties (seaclutter) wegvalt. Zeker bij hoge golven, regen of andere slechte weersomstandigheden gebeurt dat snel. Aandacht voor de motor Lege accu s, verstopte filters en vervuilde brandstoftanks zorgen dikwijls voor motorstoringen. Zeker in het begin van het vaarseizoen moeten redders vaak watersporters met motorstoring te hulp schieten. Bacteriegroei in de dieseltank gedurende het winterseizoen is een probleem. Daarom de volgende tips: Maak uw tank vóór het vaarseizoen schoon. Zorg voor schone filters. Ontlucht de motor na vervanging van de filters. Controleer het oliepeil van de motor geregeld. Laad de accu s op. En: vaar met een volle tank. Check ook het koelwater! Vuil in de aanvoer of een defecte impeller (schoepenrad) kan tot een oververhitte motor leiden. Zorg voor gereedschap en gangbare reserveonderdelen aan boord. Volg een cursus dieseltechniek. Dan leert u in een dag brandstoffilters en de impeller vervangen, olie verversen en de motor winterklaar maken. Op www.watersportcalamiteitendraaiboek.nl ziet u hoe u kunt handelen in noodsituaties. Op www.varendoejesamen.nl kunt u de folder Voorkom Motorstoring downloaden. 11

Motorstoring Valt uw motor uit tijdens het varen op binnenwater, probeer dan voor anker te gaan of als dat nog lukt - af te meren, om een aanvaring te voorkomen. Waarschuw een verkeerspost, houd uitkijk en maak andere schepen duidelijk dat u niet kunt manoeuvreren, bijvoorbeeld met geluidsseinen. Vaar niet door drijvende mosselvelden Verspreid in de Waddenzee en de Voordelta liggen zogenoemde mosselzaadinvanginstallaties (MZI s). Dit zijn grote aaneengesloten velden met drijvende verbindingen waar u absoluut niet doorheen kunt varen. Behalve door betonning worden de contouren van MZI s aangegeven door, om de 50 meter, gele tonnen met radarreflector en/of een wit licht en gele tonnen boven de ankers. De meeste MZI s liggen aan de randen van diepere vaargeulen en nooit in het betonde vaarwater. Er is altijd een veilige afstand tussen de MZI en de denkbeeldige lijn over de dichtstbijzijnde betonning van de vaargeul. Soms ligt een MZI in een gebied buiten de vaargeul dat ook door (ervaren) andere schippers gebruikt wordt. Dat kan enige hinder (omvaren) veroorzaken. Schippers die voldoende ervaring hebben met het varen op de Waddenzee, zullen echter zonder problemen langs de MZI s varen. Golfslag Op plaatsen met stroming en getij kan een vervelende golfslag voorkomen, zeker als wind en stroom tegen elkaar staan. Ook de beroepsvaart veroorzaakt soms flinke golven. Zorg dat u goed voorbereid bent en dat alles aan boord zeevast staat. Zorg ook voor een schone, volle brandstoftank en schone filters. Dat vermindert de kans op motorstoring. Viskotters en veerboten Houd in dit vaargebied rekening met vissersvaartuigen. Zij veroorzaken behoorlijke boeg- en hekgolven. De veerboten van en naar Terschelling en Vlieland varen in de zomer ten minste driemaal per dag en bij bijzondere gelegenheden zijn er extra diensten. De veerboot naar Ameland vaart in het zomerseizoen elk uur. De snelheid van de veerboten is 14 knopen (= 14 zeemijl per uur ofwel ruim 25 km/uur). Daarnaast is er nog de sneldienst naar Terschelling en Vlieland. De snelheid van dit vaartuig is 32 knopen (ruim 59 km/uur). De sneldienst is herkenbaar aan twee snelle schitterlichten boven elkaar. De snelle boot van Wagenborg naar Schier vaart elke 2 uur in het seizoen. Daarnaast varen er naar Ameland en Schier ongeregeld watertaxi s. Snelvarende schepen zijn wijkplichtig, maar kijken daarbij ver vooruit. Het is dus zaak om regelmatig om u heen te kijken, ook achterom. Verander niet plotseling scherp van koers en geef de veerboten de ruimte. Let op: veerboten houden niet altijd de geul! Charterschepen In Nederland varen veel charterschepen van de bruine vloot. Het gaat veelal om gerestaureerde bedrijfsvaartuigen die weer onder zeil zijn gebracht. Let op: charterschepen hebben voorrang op bijna alle recreatievaart. Geef ze de ruimte, want ze zijn volgens het BPR groot schip. Diepte De vermelde diepte op de 1800-kaarten is niet altijd actueel, gezien de productietijd van de kaarten. Als de diepte in een geul van cruciaal belang is, dan kunt u op kanaal 2 of kanaal 5, afhankelijk of u in het westelijke dan wel oostelijke waddengebied vaart, de meest recente informatie opvragen. De dieptestaat wordt eenmaal per maand (meestal eind van de maand) bijgewerkt met de minste lodingsdiepte per geul. Deze dieptestaat, met recente gegevens over dieptes in wadgeulen, is onder andere te verkrijgen via www.hydro.nl Nuttige documentatie om voor uw vertrek aan boord te hebben. Stroming Een paar uur rond laagwater (LW) volgt de stroming de vaargeulen. Rond hoogwater (HW) en zeker bij springtij loopt de stroming over de platen en dat kan een flinke dwarsstroom opleveren. Het ene HW is vaak heel anders dan het volgende. Bij doodtij zijn de hoogwaters relatief laag en bij springtij relatief hoog. Tussen opeenvolgende hoogwaters kunnen echter forse verschillen ontstaan, 3 decimeter is eerder regel dan uitzondering. De les: kijk altijd hoe hoog het volgende hoogwater komt, houd rekening met op- en afwaaien en doe vooral voorzichtig rond het tijdstip van hoogwater. Snelvaren op de Waddenzee De Waddenzee is een bijzonder natuurgebied, waar we zuinig op moeten zijn. Om de stilte en de rust in dit gebied zo veel mogelijk te waarborgen, is menselijke activiteiten beperkt toegestaan. Snelvaren hoort in principe niet thuis in een natuurgebied als de Waddenzee. Er geldt dan ook een verbod om met motorschepen sneller te varen dan 20 km/uur. Voor onderstaande 12

vaargeulen geldt een uitzondering. 1. De betonde vaargeulen van: a. Zee naar de havens van Den Helder, Oudeschild en Den Oever via het Marsdiep, de Texelstroom en het Visjagersgaatje. b. Den Helder naar de havens van Kornwerderzand en Harlingen via de Texelstroom, Doove Balg en Boontjes. c. Zee naar de havens van Harlingen via de Vliestroom en de Blauwe Slenk. d. Zee naar de haven van Lauwersoog via de Zoutkamperlaag. e. Zee naar de scheidingston WA22-MG1 (Westgat Ameland). 2. De veerbootroutes van en naar de Waddeneilanden. De zones waar motorboten sneller mogen varen dan 20 km per uur zijn zo uitgekozen, dat de omgeving er weinig last van heeft. Naast de scheepvaartroutes zijn er nog snelvaarzones aangewezen, waar je ook mag waterskiën. Surfen en kitesurfen Vanaf een paar opstapplaatsen en stranden in het waddengebied wordt gesurft. Officieel is kitesurfen sinds 1 december 2004 in Nederland verboden volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR), tenzij door Rijkswaterstaat ontheffing is verleend. In Nederland zijn kitesurfzones aangewezen, waarin deze sport wel mag worden beoefend. Dat gebeurt in overleg met betrokkenen, zoals de Nederlandse Kitesurf Vereniging (NKV), gemeenten, de beheerders en andere vergunningverleners. Men bekijkt vooral of het kitesurfen risico s oplevert voor andere watergebruikers en of het de natuurbelangen al dan niet schaadt. Rijkswaterstaat heeft op grond van het BPR vier kitesurfgebieden aangewezen in de Waddenzee: Westzijde veerdam Nes (bij Ameland), Groene Strand (bij Terschelling), Westerzeedijk (bij Harlingen) en Hoek van de Bant (bij het Lauwersmeer). Meer informatie staat op www.nederlandsekitesurfvereniging.nl Wellevendheid Uit een enquête onder de leden van het Platform Waterrecreatie blijkt dat het gedrag van sommige waterrecreanten grote ergernis geeft. Daarom heeft het Platform Waterrecreatie een gedragscode opgesteld. De gedachte daarbij is: Wie de schoen past, trekke hem aan. Het Platform Waterrecreatie is van mening dat u mede-watergebruikers kan en mag wijzen op veronachtzaming van deze gedragscode, tenzij uw eigen veiligheid daardoor in gevaar komt. Hieronder een aantal punten, de gehele gedragscode staat op www.npvw.nl Bied hulp in geval van nood. Maak geen onnodig lawaai, geluid draagt ver op het water. Sta andere schepen toe langszij te komen (bij voorkeur kop aan kont); loop over het voordek van uw buurman om aan wal te komen. Neem andermans trossen aan bij het afmeren. Denk aan uw snelheid en pas deze aan de omstandigheden van het vaarwater aan. Een te hoge hekgolf veroorzaakt overlast en kan schade veroorzaken. Zorg voor correcte vlagvoering; haal de natievlag neer bij zonsondergang. Gooi geen afval overboord en loos geen vuil- en bilgewater. Verstoor geen dieren in natuurgebieden, betreed geen rust- en broedgebieden. Handige links www.getij.nl voor o.a. getijgegevens www.hydro.nl voor o.a. berichten aan Zeevarenden www.knrm.nl site van de reddingmaatschappij www.waddenzee.nl informatie over de Waddenzee www.wadvaarders.nl site van de vereniging Wadvaarders www.varendoejesamen.nl voor meer knooppuntenboekjes www.ikpasophetwad.nl informatie over de Erecode voor Wadliefhebbers www.scheepswijs.nl - theorie en praktijk cursussen Wadvaren www.nautin.nl - voor o.a. getij en markeringen 13

Foto: www.wadvanels.blogspot.com 10 tips voor de recreatievaart 1. Begin met een goede voorbereiding: Zorg ervoor dat uw schip en bemanning klaar zijn voor de reis en dat u voldoende informatie hebt over de wateren die u gaat bevaren. Ga alleen varen als het zicht goed is! 2. Zien en gezien worden: Zorg ervoor dat u altijd goed zichtbaar bent én dat u zelf onbelemmerd om u heen kunt kijken. Kijk regelmatig achterom, zodat u oplopende schepen tijdig ziet. Een mast met vlag vergroot uw zichtbaarheid. Geluidsseinen moet u kunnen horen. 3. Motor aan boord, noodzaak: Een klein vaartuig moet een motor hebben en daarmee een snelheid kunnen handhaven van ten minste 6 km/u ten opzichte van het water. 4. Geef ze de ruimte, vaar langs de rechteroever: Vaar zoveel mogelijk langs de rechteroever en geef binnenvaartschepen de ruimte, vooral in de bochten! 5. Regels blauw bord met wit flikkerlicht: Wanneer een schip een blauw bord met wit flikkerlicht voert, passeer dan bij voorkeur aan de zijde van het blauwe bord. 6. Vaar een duidelijke koers: Laat andere schepen met uw koers duidelijk zien wat u van plan bent. 7. Blijf uit de dode hoek. Een vrachtschip kan een dode hoek hebben (maximaal 350 m, op zee meer), waardoor de schipper u niet ziet. 8. Let op snelverkeer : Op sommige plekken mogen motorboten sneller varen dan 20 km per uur. 9. Pas uw snelheid aan: Zorg dat kleinere schepen, geladen vrachtschepen en afgemeerde vaartuigen geen hinder hebben van uw hek- en boeggolf. 10. Gebruik de marifoon: Vaar met de marifoon aan en gebruik deze om onduidelijke en gevaarlijke situaties te voorkomen. 10 tips voor de beroepsvaart 1. Trossen vast? Schroeven uit!: Dan hebben watersporters in de sluis geen last van uw schroefwater. 2. Gebruik de marifoon: Gebruik de marifoon om onduidelijke en gevaarlijke situaties te voorkomen. 3. Gevaar? Geef een geluidssein: Wijs kleine schepen zo nodig op gevaar, geef een lange stoot op de hoorn. 4. Pas uw snelheid aan: Pas uw snelheid op tijd aan, zodat u kleinere schepen niet hindert of in gevaar brengt. 5. Geef elkaar de ruimte: Bij het oplopen en passeren moeten alle schepen klein én groot elkaar voldoende ruimte geven. Wees hoffelijk en geef de kleine schepen ook de ruimte. 6. Denk aan de dode hoek: Zorg dat u rondom vrij zicht hebt. Uw dode hoek mag niet groter zijn dan 350 meter. 7. Gebruik het blauwe bord met verstand: Sommige watersporters kennen de betekenis en de werking van het blauwe bord niet. Gun ze dan de stuurboordwal. 8. Wees een heer in het verkeer: Denk niet ze gaan wel opzij ; laat watersporters zien hoe het hoort. Geef ze het goede voorbeeld. 9. Drukte? Plaats een uitkijk: Zet een uitkijk op het voorschip als het druk is met kleine vaartuigen. Die uitkijk kan u informeren en waarschuwen. 10. Toon uw vakmanschap en professionaliteit: U bent een professional met ervaring en vakmanschap. Bewijs dat en help de recreatievaart bij het samen varen. Noot: Op de in dit boekje beschreven wateren wordt niet met het blauwe bord (tips 5 voor de recreatievaart en tip 7 voor de beroepsvaart) gevaren. 14

Foto: NOB Marieke Wiendels Onderwatersport: 10 tips voor watersporters en duikers Er wordt veel gedoken in Nederland. In het Binnenvaart Politiereglement (BPR) zijn de regels opgenomen waaraan zowel vaarweggebruikers als (sport)duikers zich moeten houden. Tips voor watersporters in de buurt van duikers 1. Internationale duikvlag (seinvlag A): Als u de internationale seinvlag A (mag ook een bord zijn) ziet op een schip of op de wal, dan zijn er duikers (meestal meer dan één) actief. Verminder tijdig snelheid en blijf uit de buurt. s Nachts moet dit teken verlicht zijn, zodat het duidelijk zichtbaar is. Bij het duiken vanaf de oever wordt echter vaak geen duikvlag gezet. Simpelweg omdat niet iedere duiker deze heeft. 2. Oppervlakteboeien: Oppervlakteboeien worden door duikers opgelaten en geven de plaats aan waar duikers actief zijn. Opnieuw geldt: blijf uit de buurt. 3. Diepteboeien: Op enkele duiklocaties worden verankerde boeien gebruikt om de diepte aan te geven. Duikers gebruiken deze boeien als referentie om daar in de buurt af te dalen en op te stijgen. Deze boeien bevinden zich vaak in een afgesloten vaargebied. Het wil nog wel eens voorkomen dat een windsurfer een diepteboei gebruikt om die te ronden. 4. Duiksteigers: Soms zijn steigers specifiek voor duikers gereserveerd. Om te voorkomen dat schepen hier afmeren, is er permanent een duikvlag (seinvlag A) aanwezig. 5. Duikers in nood, wat dan?: Een duiker in nood zal proberen de aandacht te trekken door met z n armen te zwaaien of op het water te slaan. Let op: benader de duiker voorzichtig. Meestal wordt samen gedoken en als u maar één duiker boven water ziet, is de andere waarschijnlijk nog onderwater. Elke situatie vraagt om een juiste aanpak en doet een beroep op gezond verstand. 6. Duiken in de vaargeul: Volgens het BPR mag niet worden gedoken in gedeelten van een vaarweg bestemd voor de doorgaande scheepvaart. Alleen in de Oosterschelde is vrijstelling verleend voor het (wrak)duiken in sommige vaargeulen. Enkele wrakken staan aangegeven op de officiële waterkaarten van de Dienst der Hydrografie. 7. Respecteer elkaar: Watersporters, sportvissers en sportduikers zijn vaak geïnteresseerd in dezelfde gebieden. Als iedereen elkaar respecteert, kan iedereen zonder problemen van dezelfde gebieden gebruikmaken. Tips voor duikers 8. Waar wel en waar niet duiken?: Zoals vermeld in het BPR artikel 8.08 is onderwatersport verboden: - Op een wachtplaats of in de onmiddellijke nabijheid van een brug, een sluis of een stuw. - In gedeelten van een vaarweg bestemd voor de doorgaande scheepvaart. - In routes van veerponten. - In havens en nabij de ingangen daarvan. - In de nabijheid van meergelegenheden. - In gebieden aangewezen voor snelvaren of waterskiën. - In de door de bevoegde autoriteit aangewezen gebieden. Behalve op open water, zoals de Waddenzee en de Noordzee, wordt ook veel gedoken op gesloten zoetwaterplassen. Op deze plassen varen vaak kleine vaartuigen. 9. Plaats de internationale duikvlag (seinvlag A): Toon de internationale duikvlag aan boord of op de wal en zorg dat die goed zichtbaar is. Dat is van groot belang, om de overige watersporters duidelijk te maken dat er wordt gedoken. Een bord mag ook. Volgens het BPR moet dat zijn gemaakt van niet buigzaam materiaal. Het teken moet op een zodanige hoogte en op een zodanige manier worden geplaatst, dat het van alle kanten zichtbaar is. s Nachts moet dit teken zijn verlicht, zodat het duidelijk zichtbaar is. 10. Respecteer elkaar: Sportduikers, sportvissers en andere watersporters zijn vaak geïnteresseerd in dezelfde gebieden. Als iedereen elkaar respecteert, kan iedereen zonder problemen van dezelfde gebieden gebruikmaken. 15

Veilig varen op ruim vaarwater Aandachtspunten voor de binnenvaart Binnenvaartschepen varen geregeld op ruim vaarwater zoals het IJsselmeer, de Waddenzee en de Zeeuwse en Zuid- Hollandse stromen. Het vraagt om een goede voorbereiding, want die verkleint de kans op incidenten. De Inspectie Leefomgeving en Transport heeft, samen met Rijkswaterstaat en de branche (Koninklijke Schuttevaer, Rijn en IJssel, Kantoor Binnenvaart, Centraal Bureau voor de Rijnen Binnenvaart en de Christelijke Bond van Ondernemers in de Binnenvaart), aandachtspunten opgesteld voor het veilig varen op ruim vaarwater. 1. Zijn noodprocedures beschikbaar en bekend bij de bemanning? 2. Zijn reddingsboeien en reddingsvesten voor iedere opvarende beschikbaar en klaar voor gebruik? 3. Is de bijboot onmiddellijk gebruiksklaar? 4. Zijn er actuele vaarkaarten aan boord en kan in geval van nood de juiste positie worden opgegeven? 5. Zijn de meest recente weersverwachting, het getijde en de verwachte golfhoogten bekend? 6. Is de navigatieapparatuur (zoals radar, marifoon, dieptemeter, enz.) getest en in goede staat? 7. Zijn losse uitrustingsstukken aan dek geborgd tegen wegspoelen? 8. Zijn losse materialen, uitrustingsstukken, meubilair en apparatuur in onderdeks gelegen ruimten en verblijven voldoende geborgd tegen verschuiven en omvallen? 9. Zijn de ramen sterk genoeg of zijn de blinden aangebracht? 10. Zijn alle ramen, deuren, patrijspoorten en schijnlichten op het voor- en achterschip, van accommodaties, machinekamers en magazijnen gesloten en geborgd? 11. Zijn alle toegangen tot voor- en achterpiek gesloten en geborgd? 12. Zijn alle openingen naar de kettingbak op voor- en achterschip waterdicht gemaakt en is hierbij de mogelijkheid voor een noodval van de ankers voorzien? 13. Zijn alle overige openingen en doorvoeringen die vanaf dek naar ruimten onder dek leiden waterdicht gemaakt? 14. Zijn er maatregelen genomen om instroom via ontluchtingsopeningen van brandstof-, smeerolie-, drinkwater- of sloptanks te voorkomen? 15. Is de roefrandafdichting naar de ondergelegen ruimten in orde en op lekkage gecontroleerd? 16. Zijn de waterzakken van de brandstoftanks afgetapt? 17. Is er zorg voor gedragen dat de motoren en hulpaggregaten tijdens de vaart voldoende brandstof en lucht krijgen? 18. Zijn de aanwezige bilge-alarmen op hun juiste werking gecontroleerd? 19. Zijn de afsluiters van het lenssysteem geplaatst op lenzen? Tanker 20. Zijn alle toegangen tot kofferdammen gesloten en geborgd? 21. Zijn ladingtanks en in de ladingzone gelegen sloptanks voldoende waterdicht gemaakt om instroom van overkomend water te voorkomen? Droge lading 22. Is de lading voldoende vastgezet en geborgd? 23. Is er zorg voor gedragen dat de lading niet kan verschuiven? 24. Zijn de laadruimten afdoende afgesloten tegen indringen van overkomend vast water? 25. Zijn lensputten en lensleidingen in de ruimen schoon en open? Personenvervoer 26. Is er een passagierslijst? 27. Zijn de bergplaatsen voor reddingsmiddelen toegankelijk en open? 28. Is de bar zeevast gemaakt? Gebroken glaswerk is gevaarlijk. 29. Is de kombuis zeevast gemaakt? Beugels om kooktoestellen zodat hete pannen niet kunnen schuiven? 30. Is de intercom voor bemannings- en passagiersruimtes gebruiksklaar? 31. Zijn de passagiers geïnformeerd over de tijd en mate van verwachte beweging van het schip, om paniek en onbehagen te voorkomen? 32. Zijn de dekstoelen en tafels geborgd tegen schuiven en / of wegwaaien? 16

Erecode voor wadliefhebbers Met een uniek natuurgebied als de Waddenzee moet je voorzichtig omspringen. Daar is iedereen het over eens. Wie van de Waddenzee wil genieten, moet zich aan spelregels houden. Daarom is de Erecode voor wadliefhebbers opgesteld. Vogels Ga pas van boord als foeragerende vogels weg zijn. Zorg dat u bij opkomend water weer op tijd terug bent, zonder de vogels te verstoren. Blijf als groep dicht bij elkaar en waaier niet uit. Als de eerste vogels opvliegen, komt u te dichtbij. Houd extra afstand tot grotere vogels, zoals wulp en lepelaar. Houd afstand tot broedende vogels en vogels met jongen. Vaar niet dicht langs hoogwatervluchtplaatsen. Ga er niet ankeren. Loop rond hoogwater niet naar groepen vogels toe. Zeehonden Blijf uit de buurt van rustende zeehonden. Loop er zeker nooit naar toe. Zodra één zeehond zijn kop opsteekt, komt u te dicht bij de groep. Vaar niet dicht langs steile oevers waar zeehonden rusten. Ga hier niet in de buurt ankeren of droogvallen. Dit spreekt voor zich: Houd uw hond aangelijnd. Werk niet aan het schip met verf, olie, diesel, oplosmiddelen. Bewaar stilte: geen harde muziek, luide radio of marifoon. Gebruik geen onnodig motorgeweld om los te komen. Vaar zonder hoge hekgolven. Gebruik geen onnodige felle verlichting. Gooi geen afval overboord. Ga niet vliegeren: een vlieger stoort dieren. En onthoud Goed zeemanschap gaat boven alles. Vaar met een actuele kaart uit de 1800-serie. Mijd de gebieden die gesloten zijn op grond van artikel 20 (Natuurbeschermingswet) en andere regelgeving. De schipper is verantwoordelijk voor het gedrag van zijn opvarenden. Bij een wandeling op het wad geldt de Provinciale Wadloopverordening (1996). Passeer dus geen geulen dieper dan kniehoogte, dat is gevaarlijk. Groepen groter dan zeven personen mogen niet verder van hun boot gaan dan 500 meter. Val niet te lang achter elkaar op dezelfde plaats droog: maximaal twee tot drie tijen. Deze Erecode geldt voor iedereen op de Waddenzee, dus opvarenden van schepen, kanovaarders, wadlopers, vogelaars, deelnemers aan waddenzwerftochten enzovoort. Wie zich niet aan deze Erecode houdt loopt kans op een bekeuring. Ga voor de achtergronden bij de Erecode naar www.ikpasophetwad.nl Daar kunt u ook de gratis folder bestellen. 17

5.1 Invaart Veerhaven ' t Horntje Stenen P Haven NIOZ 322 359,5 208 191 207 Tr T E X E L Stenen De Hooge Berg Obst n 11 4 D 10 Wk 8 Wk 10 Wk 8 Wk 6 Wks 9 3 4 3 6 Den Burg E A De Waal Stort (Schelpen) F B G Napoleondam Q 268 Water 284,5º C Silo Obst n 16 5 R Wk 5 9 Oudeschild 3 1 Stenen T E X E L S T Gat van de Stier S Wk T Z u i d 2 x Schn U w a l Mosselgaatje (4x) R O O M B o l M a l z w i n Oosterend l e n B a l g Vaarwater naar De Cocksdorp B A L G Z A N D Vaarwater over de Bollen Stort Wk (Schelpen) 5 7 t w R u g a l B o s c h A m s t e l d i e p B u r g z a n d 3 Obst n Gas Slenk V i sj agersgaat j e V o g e l z a n d O e r g a t L U T J E S W A A R D Middelplaat Riepel W i e r b a l g Boereplaat Nesserzand S c h DEN HELDER Het Kuitje Obst n W e s B R E E H O R N Oosterland Den Oever BB BB BB Kooihoekschor Compensatieschor Normerven Hippolytushoef Amstelmeerkanaal Balgzand Kanaal Noordhollandsch Kanaal Breezand van Ew ijcksluisschor BB BB Westerland De Haukes Den Oeversche Vaart Robbevaart Hooge Kwelvaart N O O R D - H O L L A N D Legenda aanbevolen vaarroute gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten van Ewijcksvaart AM STELMEER BB Waardkanaal 18

Foto: Scheepswijs Vaarcursussen 5.1 Den Oever Oudeschild Den Helder De route Den Oever Oudeschild is voor velen de eerste route over het wad. Het rondje Den Oever Oudeschild Kornwerderzand is ook veel bevaren. Een paar punten vragen aandacht. Den Oever Let er in de sluis van Den Oever op dat u altijd stroom mee hebt als u naar het wad schut. Dit komt door de uitwisseling van zoet en zout water. Het is hier dus extra belangrijk om achter grote (beroeps)schepen te blijven bij het schutten. Bovendien moet u eerst de achterlijn (of de lijn op de middenbolder) vastmaken om te voorkomen dat de stroom de achtersteven dwars duwt in de sluiskom. De krachten van het water op het schip zijn veel groter dan die van de wind, zeker in de beschutting van de sluis. Komt u van het wad af dan hebt u uiteraard stroom tegen in de sluiskom. De sluiswachter van Den Oever heeft marifoonkanaal 20. Komend vanaf het IJsselmeer is, na de twee bruggen over de Voorhaven, aan bakboord de ingang naar de Vissershaven en de Noorderhaven, waar veel beroepsvissers, sportvissers en charterschepen liggen. De havens worden vlakbij de visafslag gescheiden door een loskade. Let goed op uitvarende of binnenvarende vissersschepen of charterschepen. Let op: in de havenmond bij het einde van de pieren kan stroming staan uit de uitwateringssluizen. In het smalle slingerende Visjagersgaatje (VG) kan het ook stevig stromen. Ter hoogte van de Wierbalg (W) zit een flinke knik in het Visjagersgaatje. Mis deze knik niet, bestudeer de lichtkarakters goed als u er in het donker vaart. De VG17 en VG18 knipperen snel (Q) en vallen op tussen de andere lichten. Als de platen onderlopen staat de stroom op een aantal plaatsen schuin op de vaarrichting. De Texelstroom (T) is eveneens behoorlijk onstuimig, zeker bij wind tegen stroom. Een alternatief is het vaarwater over de Bollen (B), maar houd goed rekening met de geringe diepte. In dit gebied liggen ook vaak vissersschepen voor anker met vissende passagiers. Passeer deze schepen nooit krap benedenstrooms, de lijnen van de hengelaars staan erg ver uit! Texel: Oudeschild De erg smalle haveningang van Oudeschild wordt gevormd door stenen dammen, aan de binnenzijde voorzien van remmingswerk. Oudeschild heeft een Zuiderhaven, Noorderhaven, Werkhaven, de havens van de WSV Texel en als laatste de Waddenhaven Texel (marifoonkanaal 31). Geef in- en uitvarende grote schepen de ruimte, die hebben ze echt nodig. Vraag bij twijfel informatie bij de Havendienst Oudeschild via marifoonkanaal 9. 19 Regionale vaarwegbeheerder:

Foto: Hylke Steensma Den Helder De veerboten van en naar Texel gebruiken de Veerhaven (TESO-haven), west van de marinehaven. Voor de overige vaart is deze veerhaven verboden gebied (rood-wit-rood A1-bord bij de havenaanloop). Houd bij binnenkomst van de Marinehaven de noordoostelijke kop van het Harssens Schiereiland met zijn opvallende radarinstallatie ruim vrij aan stuurboord, vanwege harde stroom dwars langs de havenmond. Kijk in de buitenhaven goed om u heen en let goed op in- en uitvarende scheepvaart. De marinehaven Den Helder kan worden gesperd in verband met vertrekkende of aankomende marineschepen of bijzonder transport. Dit wordt ruim van tevoren aangegeven op marifoonkanaal 62 en op het moment van sperring branden twee rode sperlichten, zowel aan de havenzijde als aan de wadzijde. Het is conform BPR-artikel 13.02 verboden de marinehaven in te varen; u mag het vaarwater alleen gebruiken voor doorvaart. Let bij het invaren van de jachthaven van de Koninklijke Marine Jachtclub op de stroming, de ingang is niet erg ruim. De havendienst van Den Helder is bereikbaar via marifoonkanaal 14. Hebt u een marifoon aan boord, dan bent u verplicht uit te luisteren op marifoonkanaal 62, zodra u het VTS-gebied van Den Helder binnenvaart. Na binnenkomst in Marinehaven Willemsoord passeert u onder andere een laad- en loskade met bevoorradingsschepen. Deze schepen verwisselen vaak van plaats en drijven dan voor de Zeedoksluis. De recreatievaart moet wachten totdat ze weer afgemeerd zijn. Via de Zeedoksluis en beweegbare brug kunt u naar de jachthaven in het Willemsdok. De sluis (marifoonkanaal 14) wordt op vaste tijden bediend. Komt u vanuit de Zeedoksluis (van binnen naar buiten), dan geeft de sluiswachter pas een vrije doorgang nadat er overleg is geweest met de verkeerscentrale voor een veilige doorvaart door de haven. Dit in verband met het regelmatig verhalen van offshoreschepen. Bij uitvaren van de sluis moet u zich melden op marifoonkanaal 62. Let op: in het Marsdiep kan de stroomsnelheid oplopen tot 3 tot 4 knopen (1 knoop is 1 zeemijl per uur). De windsterkte en -richting zijn ook een belangrijke factor. 20 Regionale vaarwegbeheerder: