november 2011» nummer 8

Vergelijkbare documenten
Je school vogelvriendelijk! Voor vogel én mens

Maak je schoolplein vogelvriendelijk

Tuinvogels. Een interactieve lezing door Vogelwerkgroep Vught

Je school vogelvriendelijk! Voor vogel én mens

Je school vogelvriendelijk! Voor vogel én mens

10 jaar stadsvogelonderzoek in Terneuzen

Nieuwsbrief» Stichting Natuurvrienden Capelle aan den IJssel e.o. nummer 2 april Metselbijen

Winter survivaltips voor vogels. Winter survival tips voor vogels. Wat u niet moet voeren

Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2015

Broedvogelinventarisatie Noorlaarderbos 2012 M.Wijnhold

i e januari 2011» nummer 1

Overzicht broedperiode 1) en voorkeur broedgebied (bos)vogels.

Streefbeelden Bomen & Bos. Streefbeelden Bomen, Bos & Struweel. Stadsbomen. Van Leefbaarheid & Emotie tot Biodiversiteit & Natuureducatie

Bijlagen cursus vogels in de tuin

2012 Rebo International b.v. deze uitgave 2012 Rebo Productions b.v., Lisse

Tuinvogels. Meer over onze koolmezen. Even voorstellen. Hier wonen ze. Echte natuur. Meer over de koolmees

Help de Haagse huismussen

Dieren in de winter 3

De Patrijs, klant van berm en akkerrand.

Ecologisch Beheer. Speeldernis.nl, Rotterdam

Uw tuin een vogeltuin

NATUURVRIENDELIJK TUINIEREN HOE MAAK IK VAN MIJN TUIN EEN NATUURPARADIJS?

De Levende tuin, met een levende omheining. De Levende tuin laat uw tuin leven. Wilt u van uw tuin een groene oase maken?

AMSTERDAM OPEN AIR FESTIVAL GAASPERPLAS

De Groenzoom Struweelvogels

FLORA- EN FAUNASCAN Zoekgebied fietsenstalling Strawinskylaan

inh oud 1. Dieren in de winter 2. De egel 3. De vleermuis 4. De eekhoorn 5. De merel 6. De ree 7. De pad 8. Het lieveheersbeestje 9.

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2012

VOGELRINGSTATION KLARENBEEK JAARVERSLAG 2014

uw tuin een vogeltuin Vogelvriendelijk tuinadvies voor familie xxx Door: Marion van Lier MEI 2016

Ekster Herkennen Voedsel Nest Leuke ekster weetjes

Natuurlijke steden, een nieuwe ontwikkeling

NME-leerroute Vogels in het Wandelbos

Inleiding over de vogels Maak kennis met algemene tuinvogels

Tuingeluk!

Tuinvogels. Algemeen. Wat zijn tuinvogels? Waarom komen vogels in tuinen?

Broedvogelinventarisatie woonwijk De Ziep, Didam in 2007

KNNV afdeling Voorne Vogelwerkgroep

Vogelzang: waarom zingen vogels en

bosplantsoen Dunnen van

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2013

inhoud Herfst 1. Het weer 2. Overal blad 3. Zaden 4. Paddenstoelen 5. De eekhoorn 6. De egel 7. Insecten 8. Vogels op reis 9. Filmpje Pluskaarten

Initiatiefvoorstel: Nijmegen ziet ze vliegen!

De stad als leefgebied

Meeuwen in Alkmaar. Voorkom meeuwen overlast op uw dak

VOGELRINGSTATION KLARENBEEK JAARVERSLAG 2015

i e februari 2011» nummer 2

Vogelhuis. Zelf een nestkastje bouwen, hoe doe je dat?

Handleiding Vogel Wintertuintelling IVN Zeewolde. Vogelwerkgroep Oriolus

Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2017

De patrijs, klant van de akkerrand. Achtergrondinformatie bij de lesbrief voor kinderen.

Notitie quickscan beschermde soorten Prinsejagt-Driehoeksbos te Eindhoven

Tien jaar CES in tuin Labadiskebosk te Broeksterwoude.

broedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval : 1 w. met 3 pulli - regelmatig worden ongepaarde ex.

De weg eist zijn tol: 10 jaar verkeersslachtoffers op de Nijmeegsebaan in Groesbeek

Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2018

Effecten op de boomvalk van het Bp Lelylaan te Amsterdam

Voorbereiding post 5. Iedere vogel zijn eigen plekje Groep

Werkblad Vogels in de Gement

Gallen. Er is een nieuwe druk verschenen van Het Gallenboek. Een mooie gelegenheid om eens kennis te maken met Gallen.

B i j l a g e 2 : W e r k p r o t o c o l h u i s m u s

Natuurpark Blokweer in vier seizoenen.

Voorbereiding post 5. Iedere vogel zijn eigen plekje Groep 1-2-3

Wat vinden bewoners? Uitslag wijkraadpleging

Nationale vogeltelling voor golfbanen in samenwerking met de NGF en Golf- & Countryclub Liemeer

Natuurtoets MCS. Planteam Groen, Recreatie en Water

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Handleiding leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

NVWK geeft de erven vleugels. Module 3 vogels tellen

Vogelzang: waarom zingen vogels en hoe herken je ze aan hun zang?

Winterslaap. Met filmpjes, werkblad en puzzels. groep 5/6. uitgave januari 2013

SOORTENSTANDAARD VAN DE HUISMUS 2015 PRAKTISCHE UITWERKING A. Beschrijving, functies & belang van habitat elementen van de HUISMUS

Nationale Databank Flora en Fauna Uitvoerportaal

Meer over de steenuilen. Even voorstellen. Hier wonen ze

Routekaart Natura 2000-gebied en Nationaal Park Lauwersmeer 15 mei Inschrijving Bosschuur Staatsbosbeheer

Bijlage VMBO-GL en TL-COMPEX 2006

Vereniging Centraal Wonen Driebergen (ECWD) S.W. de Groot De Kievit PL DRIEBERGEN

Vogels op het boerenerf

Inleiding In het najaar worden de dagen steeds korter en de nachten steeds langer. Kun je je voorstellen dat je in de maand november naar bed gaat?

De top 10 ranglijst voor respectievelijk de VWG Arnhem, de provincie Gelderland en heel Nederland is als volgt: Provincie Gelderland. 5.

Haal de natuur dichtbij huis door een nestkast in je tuin op te hangen. In deze blog tips voor een grotere kans op succes.

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen.

Maak een feestmaaltijd voor de dieren in het bos. Voor kinderen van 4 tot 8 jaar

Wat kunt u doen... Biodiversiteit in de Stad

De Bij hoort erbij. 10 juni 2015 Probus 1 Maastricht Guus Gerards

over vogels rondom school. Kijk op voor alle werkbladen en informatie over de Vogelweek voor Scholen.

Keuzedeel: De levende tuin. 6: fauna

Notitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats

Vogelhuis. Zelf een nestkastje bouwen, hoe doe je dat?

De volgende grafiek laat zien hoe het totaal van alle aangemelde nestkasten is verdeeld over de verschillende gebieden. 36%

2 Wat is een heg? Als je een heg gaat planten is het plezierig om iets meer te weten over heggen.

Wie eet wie en wie eet wat?

Biodiversiteit en netwerken

school. Kijk op be/scholen voor alle werkbladen en informatie over de Vogeltelweek voor Scholen.

Hé! De vliegende beertjes. 3 maart, in de middag 10 graden met een heerlijk zonnetje. En ja hoor, ik zag de eerste hommelkoningin

Birdwatching: hoofdstuk 1/3 evaluatie van de beheersmaatregelen

Gebiedsbeschrijving. Werkwijze BROEDVOGELS VAN WOONWIJK `HET LAAKSE VELD` IN door Henk Jan Hof

Kennisnet community 5-6 / herfst 2006

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2013 voor CCWO

Transcriptie:

N i e u w s b r i e f november 2011» nummer 8 Waar zijn de stadsvogels? Het gaat in Nederland niet goed met de kleine zangvogels. Mussen, vinken, putters, groenlingen, zwartkopjes, enzovoort, zien we steeds minder. Allerlei stadsvogels verdwijnen ook uit Capelle aan den IJssel. Hoe komt dit toch en wat kunnen we er met zijn allen aan doen om ze terug te krijgen?

Elk individu zoekt een leefgebied dat bij hem/haar past Of een woongebied past hangt af van veel factoren. Al die factoren maken dat een omgeving bij je past of niet. Heb je een gebied gevonden dat bij je past, dan ga je op zoek naar woonruimte in dat gebied. Voor dieren geldt hetzelfde. Zij zijn ook op zoek naar een plek die bij hen past. Dieren kunnen de omgeving niet naar hun hand zetten. Mensen wel. In een stedelijke omgeving maken mensen een omgeving die wij natuur noemen, zogeheten stadsnatuur. Welke inrichting we een stad ook geven, elke inrichting trekt specifieke dieren aan. Dieren maken gebruik van de omgeving die natuurlijk is ontstaan of die door mensen zo is ingericht dat zij er kunnen overleven. In deze nieuwsbrief beperken wij ons tot stadsvogels maar er zijn natuurlijk veel meer dieren die de stad bewonen. Vogels verhogen het woongenot Het is heerlijk om vogels in de straat of tuin te zien en te horen. Wie wordt er nou niet blij van een merel die vanaf de nok van een huis prachtig zingt, of van mussen die een (zand)bad nemen. Vogels zijn niet alleen leuk, ze zijn ook nuttig. Zonder vogels zouden wij een muggenplaag hebben. Alleen in dicht struikgewas kan ma zwartkop veilig haar nestje maken. Als wij weten aan welke voorwaarden een gebied moet voldoen om een goede leefomge ving voor dieren te zijn, kunnen wij die voorwaarden scheppen. Dit biedt mogelijkheden. Dieren zien het verschil niet tussen een stenen huis en een steenhoop, tussen een tuin en een gemeente plantsoen, tussen een park en een natuurlijk bos. Zij zien alleen overlevingskansen of niet.

Gelaagdheid Voor vogels is beplanting van levensbelang. Dat groen moet dan wel aan voorwaarden voldoen want niet alle groen is even geschikt. Ecologisch groen met veel natuurwaarde bestaat uit lagen (mantelzoomvegetatie). Gelaagdheid zorgt voor veiligheid en daardoor voor kansen op overleven van de die ren die ervan afhankelijk zijn. Verschillende vogels maken gebruik van de verschillende lagen in de begroeiing. Elke vogelsoort heeft zijn eigen specifieke voorkeur voor een bepaalde laag. Gelaagdheid in de beplanting is dus een voorwaarde voor diversiteit. Laat men één laag weg, dan raakt men de vogels die van die laag afhankelijk zijn kwijt. Laag 1 bodemlaag 0 tot 20 cm Laag 2 plantenlaag 20 tot 200 cm Laag 3 struikenlaag 200 tot 400 cm Laag 4 bomenlaag 400 cm en hoger Gelaagde beplanting. Alle lagen vlak bij elkaar. Vogels vinden in de ene plant voedsel en in de andere weer veiligheid en nestruimte. Voorkomen: Zwartkop, Vink, Mees, Mus, Fitis, Groenling, Kauw, Ekster, enz enz. Gelaagde beplanting. Alle lagen boven elkaar. Voorkomen: Zwartkop, Vink, Mees, Mus, Fitis, Groenling, Kauw, Ekster, enz enz. De ene laag is de andere niet. Laag 1: in gras, mos, lage beplanting of tussen afgevallen blad kunnen vogels natuurlijk voedsel vinden, zoals wormen, slakken, spinnen en insecten. Laag 2: deze laag is ook belangrijk voor voedsel maar er zijn tevens vogels die deze laag gebruiken om te nestelen, bijvoorbeeld het winterkoninkje. Laag 3: deze laag is absoluut de belangrijkste laag. Als deze laag ontbreekt, hebben mees, vink, groenling, putter, merel, enz, geen veilige plek meer. Laag 4: in de laag met hoge bomen vinden veel vogelsoorten voedsel. Denk eens aan een bloeiende lindeboom. Hoge bomen bieden echter geen veilige nestgelegenheid voor kleine zangvogels. De combinatie van alle lagen in een gebied bepaalt de verscheidenheid aan vogelsoorten in dat gebied. Ecologisch groen biedt voedsel, variatie, veiligheid en voortplantingsmogelijkheid

Voedsel en variatie Het is van belang dat beplanting gevarieerd is. Alleen dan is er het hele jaar voedsel voor de vogels. Zangvogels eten insecten, rupsen, larven, zaden, bessen, noten, wormen, slakken, spinnen, enz. In voorjaar en zomer trekken bloeiende planten en bomen veel insecten aan. In de herfst en winter zijn besdragende struiken een belangrijke voedselbron. Ook zaden van uitgebloeide bloemen en grassen zijn voedsel voor veel zangvogels. In de winter zoeken vogels miertjes en piertjes tussen afgevallen blad. Sleedoorn is een belangrijke voedselbron en ook nog een prima struik om in te broeden. Putter doet zich tegoed aan elzenpropjes. Rupsen, daar worden baby vogeltjes groot van. Appelvink tussen afgevallen blad.

Veiligheid en voortplanting Als we zangvogeltjes terug willen in Capelle, dan moeten we dus zorgen dat er voldoen de besdragende en/of stekelige struiken aangeplant worden. Maar met aanplanten alleen zijn we er nog niet. Die struiken zouden dan wel tot volle wasdom moeten kunnen komen. Als struiken steeds kortgezet worden, dan blijft namelijk de meest belangrijke laag van 2 tot 4 meter ontbreken. Oude struiken zijn ecologisch waardevoller. Oude struiken zijn bovendien toch veel mooier om te zien! SNC is ervan overtuigd dat hier ook financieel voordeel te behalen is. Op de lange duur is ecologisch, mooi openbaar groen vol vogels zijn geld dubbel en dwars waard. Hier zouden stekelige struiken geplant kunnen worden die hoog genoeg worden om veiligheid te bieden voor zangvogeltjes. Struiken telkens weer opnieuw afgezaagd.hierdoor krijgen de struiken geen kans om mooi, groot en vol te worden en dus ook geen kansen op overleven voor vogels. Op veel plaatsen zijn kansen om een veilig leefklimaat te creëren voor Vink, Fitis, Groenling, Putter, Roodborst, Winterkoninkje en nog veel meer kleine zangvogels die zo leuk zijn in onze woonomge ving. Kaalslag in de herfst en winter Als de weinige struiken die er zijn, ook nog eens te vaak en te massaal in de herfst of winter op 30 cm hoogte vanaf de grond worden afgezaagd, dan wordt het kleine zangvogels bijna onmogelijk gemaakt om in Capelle te overleven. Het duurt jaren voordat een gebied een geschikt biotoop is voor diverse dieren die ervan afhankelijk zijn. Het duurt slechts een paar uur om het te vernietigen. Voor vogels is kaalslag desastreus want vogels die afhankelijk zijn van de struiken, hebben door kaalslag in de herfst, geen veilige nestplaats meer in het voorjaar.

Veiligheid is het grote probleem Niet iedere struik of kleine boom is geschikt als nestplaats en/of schuilplaats. De struik moet hoog genoeg zijn en de struik moet dicht genoeg zijn! Als aan minimaal beide voorwaarden wordt voldaan, dan pas is een struik eventueel ge schikt om veilig in te nestelen. Het is dus erg lastig voor kleine zangvogels om een veilige nest- of schuilplek te vinden. In een doorkijk bosje zijn ze niet veilig voor rovers als ekster, gaai, kraai, sperwer en kat. Het ontbreken van voldoende schuilplaats en nestgelegenheid is de grootste oorzaak van het ontbreken van kleine zangvogels. doorkijk bosjes zijn absoluut niet geschikt De te lage stekelige haag biedt misschien voldoen de bescherming om in de rode struik te neste len. Dit kan een prima nestplaats worden. deze struiken zijn te laag nergens een geschikt nest- of schuilplekje te vinden

Ekster wel, zwartkop niet Elke vogelsoort heeft dus zijn eigen soort-specifieke voorkeur. De meeste kleine zangvogels broeden in dichte begroeiing op ca 2-4 meter hoogte. Capelle is veelal ingericht met grasvelden, hoge bomen en lage beplanting (lager dan 2 meter). Daardoor zullen soorten als ekster, kraai en houtduif wel kunnen overle ven maar kleine zangvogels zoals als zwartkop, braam sluiper, merel, fitis, tjiftjaf, roodborst, vink, enzovoorts niet. Deze vogelsoorten zullen daarom steeds minder voorkomen. Zonder de struikenlaag zullen we dus niet minder aantallen vogels krijgen maar wel minder soorten vogels. Laag 2 (struikenlaag) ontbreekt. Hierdoor zullen misschien niet weinig aantallen vogels kunnen overleven maar wel te weinig soorten vogels. Inrichting met gras, lage planten en bomen biedt kleine zangvogels geen kans om te nestelen. Deze struiken zijn keer op keer te kort afgezaagd. Ze zien er misschien groen uit maar zijn veel te iel en daardoor ongeschikt als schuil of nestplek. Dit krijg je als je struiken te vaak en verkeerd snoeit. Kapitaal vernietiging! Buiten de aannemer heeft hier verder niemand iets aan, bewoners niet, vogels niet, egels niet, insecten niet. Oeps, zo gaat het niet goed!

Elke vogelsoort heeft een voorkeur voor nestplaats en voedsel. De combinatie van deze twee bepaalt of een soort ergens kan voorkomen of niet. Persoonlijk Tuinadvies door Vogelbescherming Nederland Bestaat de traditionele inrichting van stadsgroen uit bomen en gazon, dan biedt dit weinig mogelijk heden voor voedsel (V) en nestgelegenheid (N). Wordt op hetzelfde oppervlak gekozen voor een inrichting met mantelzoomvegetatie, dan neemt niet alleen het aantal voedsel- en nestplaatsen toe maar ook de combinatiemogelijkheden. De soorten die je hier kan verwachten zijn beperkt: Houtduif en Ekster. Hierdoor wordt het gebied geschikt voor veel meer verschillende soorten. Wilt u uw tuin ook veranderen in een waar vogelparadijs? Voor tips en adviezen kunt u terecht bij de Tuinvogelconsulenten van Vogelbescherming Nederland. Deze vrijwilligers, met veel kennis van zaken over tuinen en tuinvogels, kunnen u helpen bij de (her)inrichting van uw tuin. Zij bieden u: Gericht advies bij de inrichting van uw tuin Aanbevelingen over beplanting, water, voer en nestkasten Uitgewerkt vlekkenplan (grove schets) op maat voor uw tuin Kosten inclusief bezoek en adviesrapport: Leden: 25,-; Niet-leden: 40,- http://www.vogelbescherming.nl/ik vogels_/bij_u_in_de_buurt U kunt de brochure meer vogels in de tuin gratis aanvragen via http://www.vogelbescherming.nl/tuinvogel/tuinvogels/ brochure Illustraties: H.J. Slijper, met toestemming van Vogelbescherming Nederland.

Werk aan de winkel... Laten we met zijn allen (zowel gemeente als particulieren) de achteruitgang van kleine stadsvogels stoppen. Kleine zangvogels zijn op zoek naar een leefgebied dat bij hen past. Capelle aan den IJssel zou zo n leefgebied kunnen worden. Vuurgoudhaantje Staartmees Groenling Vink Goudvink Wij kunnen gezamelijk zorgen voor voedsel, veiligheid, voortplantingsplek en variatie in het (openbaar) groen.

Oproep om natuurvriend(in) te worden Als u ons financieel wilt steunen, kunt u uw bijdrage overmaken op: banknummer 42 89 550 t.n.v. Stichting Natuurvrienden Capelle aan den IJssel e.o., te Capelle a/d IJssel. Website Bezoek ook eens onze website: www.natuurvriendencapelle.nl. U vindt ons ook op Facebook, Hyves en Twitter. Donaties Wij bedanken de lezers die in oktober een donatie naar ons overmaakten. Colofon Tekst: Ina Scheek Opmaak: Ina Scheek en meneer F. Foto s mus, merel, zwartkop, putter, appelvink, goudvink, groenling: www.vogeldagboek.nl, foto s vink en vuurgoudhaantje: www.natuurismooi.nl, overige foto s SNC. Schollevaar