Woordenlijst Nederlands - Chinees deel 1 t/m 4 A A belt naar B A 给 B 打 电 话 A gěi B dǎdiànhuà 2 4 A is net zo...als B, A 像 B 一 样 A xiàng B yīyàng 2 19 A is even...als B A roddelt over B A 说 B 的 坏 话 A shuō B de 3 17 huàihuà A samen met B A 和 B 一 起 A hé B yīqǐ 4 23 A zegt tegen B A 跟 B 说 A gēn B shuō 3 17 a.u.b. 请 qǐng 2 5 aan een stuk, recht(door) 一 直 yīzhí 2 8 aan het + werkwoord 在 + werkwoord zài + werkwoord 3 9 aankomen 到 dào 4 14 aankondiging, 通 知 tōngzhī 4 10 aankondigen, op de hoogte brengen aantrekken 穿 上 chuānshàng 3 18 aanvraagformulier 申 请 表 shēnqǐngbiǎo 3 23 acht 八 bā 1 4 achter(kant) 后 边 hòubian 1 21 achterdeur 后 门 hòumén 4 14 afspraak vastleggen 约 定 yuēdìng 3 24 afspreken 约 yuē 2 24 afvallen, afslanken 减 肥 jiǎnféi 3 19 al 就 jiù 4 9 al, reeds 已 经 yǐjing 4 4 alle 所 有 的 都 suǒyǒu de...dōu 3 11 allemaal, allebei 都 dōu 2 12 als, dan 要 是, 就 yàoshi..., jiù... 3 10 要 是 如 果 的 话 rúguǒ de huà 4 2 ambassade 大 使 馆 dàshǐguǎn 3 23 ambulance 救 护 车 jiùhùchē 4 16 andere 其 他 qítā 4 11 ansichtkaart 明 信 片 míngxìnpiàn 3 1 antwoord 答 案 dá'àn 2 6 appel 苹 果 píngguǒ 1 15 applaus 掌 声 zhǎngshēng 4 7 april 四 月 sìyuè 1 12 armband 手 镯 shǒuzhuó 2 11 augustus 八 月 bāyuè 1 12 autorijden 开 车 kāichē 1 24 (de) auto/bus nemen 坐 汽 车 zuò qìchē 1 23 1
B bagage 行 李 xínglǐ 3 24 banaan 香 蕉 xiāngjiāo 1 15 bank 银 行 yínháng 2 3 basketbal 篮 球 lánqiú 1 17 batterij 电 池 diànchí 3 7 bazelen, onzin (vertellen), 胡 说 húshuō 3 20 nonsens bed 床 chuáng 2 2 (een) beetje, iets 一 点 儿 yīdianr 3 10 begin 初...chū 3 22 begrijpen (door te 听 懂 tīngdǒng 4 8 luisteren) begrijpen, snappen 懂 dǒng 3 11 beheren 管 理 guǎnlǐ 4 10 beklimmen, kruipen 爬 pá 4 11 beleefdheidsmaatwoord 位 wèi 4 7 voor mensen bellen 打 电 话 dǎdiànhuà 2 4 (schoolbel) bellen 打 铃 dǎlíng 4 9 benzine 汽 油 qìyóu 3 16 bereid zijn 愿 意 yuànyì 3 12 berijden 骑 qí 1 22 beroemd 有 名 yǒumíng 2 21 beslissen, beslissing 决 定 juédìng 4 24 besmet door een 中 病 毒 zhòng bìngdú 4 24 (computer)virus het bespelen van een 玩 wán 3 6 muziekinstrument het bespelen van een 弹 tán 3 6 snaarinstrument betalen 付 钱 fùqián 3 16 bewolkt 阴 yīn 4 18 bezichtigen, bezoeken 参 观 cānguān 3 22 bier 啤 酒 píjiǔ 3 18 (een) bijbaantje hebben 打 工 dǎgōng 4 23 bijna, ongeveer 差 不 多 chàbuduō 3 1 bijzonder, speciaal 特 别 tèbié 3 21 binnen, binnenin, achter 里 lǐ 4 14 binnenin 里 头 lǐtou 3 5 blauw 蓝 色 lánsè 2 15 blij 高 兴 gāoxìng 3 12 bloem 花 huā 22 21 bloes, hemd 衬 衫 chènshān 2 15 2
boek 书 shū 2 2 boos 生 气 shēngqì 3 2 brand 火 灾 huǒzāi 4 17 branden (van licht), licht, 亮 liàng 3 8 helder branden, doorbranden 烧 shāo 3 8 brief 信 xìn 4 12 (een) brief schrijven 写 信 xiěxìn 4 22 broer 哥 哥 gēge 1 6 broertje 弟 弟 dìdi 2 13 brommer, scooter 轻 型 摩 托 车 qīngxíng mótuōchē 3 16 brood 面 包 miànbāo 1 13 buiten, buitenkant 外 面 wàimiàn 3 18 buitenland 国 外 guówài 4 12 buitenland 外 国 wàiguó 4 19 bureau 书 桌 shūzhuō 2 2 不 比 不 如 bùrú 4 6 bus 公 共 汽 车 gōnggòng qìchē 2 9 bus, auto 汽 车 qìchē 1 21 bushalte 汽 车 站 qìchēzhàn 1 21 buslijn 路 lù 4 13 C cadeau 礼 物 lǐwù 3 14 cent 分 fēn 2 11 chauffeur 师 傅 shīfu 4 15 China 中 国 Zhōngguó 1 3 Chinees 中 文 Zhōngwén 1 9 Chinees eten 中 餐 Zhōngcān 2 12 Chinees, de Chinese taal 汉 语 Hànyǔ 3 3 Chinese karakters 汉 字 Hànzì 3 10 (de) Chinese Muur 长 城 Chángchéng 3 22 cijfer 分 数 fēnshù 3 12 Coca-cola 可 口 可 乐 Kěkǒukělè 3 15 computer 电 脑 diànnǎo 1 16 computerspel 电 脑 游 戏 diànnǎo yóuxì 1 16 concert 演 唱 会 yǎnchànghuì 4 22 creditcard 信 用 卡 xìnyòngkǎ 4 2 D daar 那 里 nàli 2 12 dag, hemel, de lucht 天 tiān 4 12 dames en heren, u, u 各 位 gèwèi 4 14 allen dank je, dank u 谢 谢 xièxie 1 2 3
dansen 跳 舞 tiàowǔ 1 16 de-/hetzelfde 一 样 yīyàng 2 13 december 十 二 月 shí'èryuè 1 12 deelnemen, (naar een 参 加 cānjiā 3 15 feest) gaan of komen defect, kapot 坏 huài 3 7 deze, dit 这 zhè 1 5 dichtbij 近 jìn 2 9 die, dat 那 nà 1 7 dijk 堤 坝 dībà 2 21 dik 胖 pàng 2 14 diner 晚 饭 wǎnfàn 2 22 dingen, spullen 东 西 dōngxi 3 3 dinsdag 星 期 二 xīngqī'èr 1 11 dit jaar 今 年 jīnnián 1 24 dochter 女 儿 nǚ'ér 4 20 doe de groeten aan 问 好 wèn hǎo 4 21 doen, maken 做 zuò 1 18 doen...werk 做 工 作 zuò...gōngzuò 2 3 dokter 医 生 yīshēng 2 17 donderdag 星 期 四 xīngqīsì 1 11 donderen 打 雷 dǎléi 4 15 doorgaan (met), verder 继 续 jìxù 4 7 (gaan) (een pasje) doorhalen, 刷 shuā 4 2 vegen dorp 农 村 nóngcūn 3 2 downloaden 下 载 xiàzǎi 3 23 dragen van kleding 穿 chuān 2 10 drank 饮 料 yǐnliào 4 5 drie 三 sān 1 4 drinken 喝 hē 1 13 drummen 打 鼓 dǎgǔ 3 6 duidelijk 清 楚 qīngchu 3 23 duidelijk, begrijpen 明 白 míngbai 2 18 duizend 千 qiān 4 24 duur 贵 guì 2 10 E echt 真 zhēn 1 19 echt waar, echte 真 的 zhēnde 3 22 één 一 yī 1 4 eenvoudig, simpel 简 单 jiǎndān 3 23 eerst...daarna 先 然 后 xiān...ránhòu 2 24 4
eetstokjes 筷 子 kuàizi 2 12 eind 底...dǐ 3 22 einde, beëindigen, klaar 完 wán 3 18 zijn eisen, eis 要 求 yāoqiú 3 19 elektriciteit, stroom 电 diàn 3 7 elkaar zien bij/in 见 jiàn 3 24 elke/iedere dag 天 天 tiāntiān 2 24 e-mail sturen 发 电 邮 fā diànyóu 3 2 en, met 和 hé 1 6 Engels 英 文 Yīngwén 1 10 erg, zeer, heel 很 hěn 1 2 ernstig 严 重 yánzhòng 4 16 eten 吃 chī 1 13 eten 吃 饭 chīfàn 3 18 eten en drinken 饮 食 yǐnshí 3 19 Europa 欧 洲 Ōuzhōu 4 12 even wachten 等 一 等 děngyiděng 2 5 等 一 等 稍 等 shāoděng 4 2 eventjes + werkwoord w.w. + 一 下 w.w. + yīxià 4 1 F familielid 家 人 jiārén 4 19 familienaam en voornaam 姓 名 xìngmíng 3 23 fastfood 快 餐 kuàicān 4 6 fastfoodrestaurant 快 餐 店 kuàicān diàn 4 24 februari 二 月 èryuè 1 12 feestje, bijeenkomst 聚 会 jùhuì 3 13 fiets 自 行 车 zìxíngchē 1 22 fietsen 骑 自 行 车 qí zìxíngchē 1 22 file 堵 车 duchē 4 15 film 电 影 diànyǐng 1 18 formaliteiten, handelingen 手 续 shǒuxù 4 3 foto 照 片 zhàopiàn 3 1 fotograferen 拍 照 片 pāi zhàopiàn 3 2 fout 错 cuò 3 16 frisdrank 汽 水 qìshuǐ 3 15 fruit 水 果 shuǐguǒ 1 15 G gaan 去 qù 1 9 去 到 去 dào qù 4 3 gaan, lopen 走 zǒu 1 19 gaan, naar 到 dào 2 7 gast, bezoeker 客 人 kèren 4 7 5
gastvrijheid, goede zorg 招 待 zhāodài 4 21 gebeuren, ontstaan 发 生 fāshēng 4 16 gebruiken, hoeven 用 yòng 4 1 gebruiken, met 用 yòng 2 12 geel 黄 色 huángsè 4 20 geen dank 不 谢 bùxiè 2 8 geheim 秘 密 mìmì 3 2 gekookte rijst 米 饭 mǐfàn 1 14 geld 钱 qián 2 11 geld verdienen 赚 ( 钱 ) zhuàn (qián) 4 23 geluk hebben 幸 运 xìngyùn 3 16 gelukkig leven 生 活 愉 快 shēnghuó yúkuài 4 23 gelukkig, geluk 快 乐 kuàilè 1 12 genoeg 够 gòu 4 4 genoeg gegeten hebben, 吃 饱 chībǎo 4 6 vol zitten gerecht, groente 菜 cài 4 5 gestoomd broodje 馒 头 mántou 4 4 geven 给 gěi 2 4 gewond (raken), wond ( 受 ) 伤 (shòu) shāng 4 16 gewond geraakt door een 碰 伤 pèng shāng 4 16 botsing gewoonte, gewend zijn 习 惯 xíguàn 4 17 aan gezellig druk 热 闹 rènao 3 13 gezond, gezondheid 健 康 jiànkāng 4 6 gigabyte G G 3 5 gisteren 昨 天 zuótiān 2 23 gitaar 吉 他 jítā 3 6 gloeidraad 保 险 丝 bǎoxiǎnsī 3 8 gloeilamp 灯 泡 dēngpào 3 8 goed 好 hǎo 1 1 好 行 xíng 4 15 goed 好 好 地 hǎohǎode 3 21 goed, oké 好 的 hǎode 2 5 goede gezondheid 身 体 健 康 shēntǐ jiànkāng 4 22 goede reis 一 路 顺 风 yīlù shùnfēng 4 21 goedemorgen 早 上 好 zǎoshang hǎo 1 13 goedkoop 便 宜 piányi 2 11 graad 度 dù 2 20 graden onder nul 零 下 度 língxià dù 4 18 grammatica 语 法 yǔfǎ 3 11 grammaticawoord 把 bǎ 3 9 6
grammaticawoord 被 bèi 4 16 grammaticawoord 得 de 3 11 groente 菜 cài 1 14 groente 蔬 菜 shūcài 4 4 groot 大 dà 1 7 groot (van gestalte) 高 gāo 2 14 H ha (geluid van lachen) 哈 hā 4 23 half 半 bàn 1 10 hallo 喂 wèi 2 5 (een) handeling steeds 来 去 lái qù 4 24 herhalen Handig zijn, goed 方 便 fāngbiàn 4 13 uitkomen hapjes 小 吃 xiǎochī 3 13 hardop, stem verheffen 大 声 dàshēng 4 8 hebben 有 yǒu 1 6 heet, scherp 辣 là 4 5 heldere dag 晴 天 qíngtiān 1 23 helemaal, complete, 完 全 wánquán 4 9 volledig helpen 帮 bāng 4 1 helpen, hulp 帮 助 bāngzhù 3 12 herfst 秋 天 qiūtian 2 19 het gaat wel, matig 还 可 以 hái kěyǐ 3 12 het is niets, het stelt niets 没 什 么 méishénme 4 5 voor, niets aan de hand het maakt niets uit, niet 没 关 系 méiguānxi 3 15 erg het meest 最 zuì 3 17 het regent 下 雨 xiàyǔ 1 23 het sneeuwt 下 雪 xiàxuě 2 19 het weer 天 气 tiānqì 1 23 heten 叫 jiào 1 1 hier 这 里 zhèli 1 20 hij 他 tā 1 11 hobby 爱 好 àihào 1 16 hoe 怎 么 zěnme 1 22 hoe 怎 么 样 zěnmeyàng 2 19 hoe lang 多 长 duō cháng 2 23 hoeveel 多 少 duōshao 1 8 hoeveel 几 jǐ 1 4 hoeven, nodig zijn, behoefte hebben aan 需 要 xūyào 3 23 7
honderd 一 百 yībǎi 3 2 honger hebben ( 肚 子 ) 饿 (dùzi) è 4 13 hoofdpijn hebben 头 疼 tóuténg 2 17 hopen 希 望 xīwàng 3 4 horen 听 见 tīngjiàn 4 18 horloge 手 表 shǒubiǎo 3 7 (een concert) houden 开 kāi 4 22 houden van, leuk vinden 喜 欢 xǐhuan 1 14 huis 房 子 fángzi 1 20 huiswerk 作 业 zuòyè 2 5 huiswerk maken 做 作 业 zuò zuòyè 2 5 huiswerk opgeven 留 作 业 liú zuòyè 4 9 I ieder, elk 每 měi 2 18 iedereen 大 家 dàjiā 4 8 iets, enkele (om ( 一 ) 些 (yī) xiē 4 18 meervoud aan te geven) ik, mij 我 wǒ 1 1 in de namiddag 午 后 wǔ hòu 4 18 in totaal 一 共 yīgòng 4 12 in verlegenheid worden 不 好 意 思 bùhǎoyìsi 3 14 gebracht, zich schamen in, binnen 在 里 zài...lǐ 3 5 in, op 在 zài 1 3 inclusief 包 括 bāokuò 4 12 inderdaad, werkelijk 的 确 díquè 3 2 informatie, nieuws 消 息 xiāoxi 4 17 ingang, poort 门 口 ménkǒu 4 10 (een0 injectie 打 针 dǎzhēn 2 17 geven/krijgen inkopen doen, winkelen 购 物 gòuwù 4 19 inleveren, overhandigen, 交 jiāo 4 9 betalen inpakken, opruimen 收 拾 shōushi 3 24 instappen, aan boord 上 飞 机 shàng fēijī 4 21 gaan (in een vliegtuig) insteken 插 进 chājìn 3 8 internetten 上 网 shàngwǎng 1 16 introduceren, voorstellen 介 绍 jièshào 4 1 invullen 填 tián 3 23 Italië 意 大 利 Yìdàlì 1 24 8
J jaar 年 nián 1 12 jaar 岁 suì 1 4 jammer 可 惜 kěxī 3 15 januari 一 月 yīyuè 1 12 jas 大 衣 dàyī 3 18 jasmijnthee 花 茶 huāchá 4 5 jij, je 你 nǐ 1 1 joggen, rennen 跑 步 pǎobù 3 5 jongen 男 孩 子 nánháizi 2 15 jouw, van jou 你 的 nǐ de 1 7 juffrouw 小 姐 xiǎojie 2 7 juist, correct 对 duì 1 5 juli 七 月 qīyuè 1 12 jullie 你 们 nǐmen 1 8 juni 六 月 liùyuè 1 12 K kaart (sleutel van 房 卡 fángkǎ 4 2 hotelkamer) kamer 房 间 fángjiān 2 2 kamerkosten 房 费 fáng fèi 4 2 kans, gelegenheid 机 会 jīhuì 4 21 kantoor 办 公 室 bàngōngshì 4 10 keer 次 cì 2 18 次 遍 biàn 4 8 kennen, leren kennen, 认 识 rènshi 3 2 herkennen keuken 厨 房 chúfáng 2 1 kijken 看 kàn 1 18 kilo 公 斤 gōngjīn 2 14 kilometer 公 里 gōnglǐ 3 20 kippenvlees 鸡 肉 jīròu 4 4 klas 班 bān 1 8 klasgenoot, medeleerling 同 学 tóngxué 4 7 klassieke muziek 古 典 音 乐 gǔdiǎn yīnyuè 3 5 klein 小 xiǎo 1 7 klein (van gestalte) 矮 ǎi 2 14 kleinigheid, gebaar 意 思 yìsi 4 5 kleren, kleding 衣 服 yīfu 2 10 kletsen, chatten 聊 天 liáotiān 2 24 kleur 颜 色 yánsè 4 20 klompen 木 鞋 mùxié 2 21 koel, fris, afkoelen 凉 liáng 4 6 9
koffer, kist, doos 箱 子 xiāngzi 4 1 koffie 咖 啡 kāfēi 1 13 kom binnen a.u.b. 请 进 qǐng jìn 2 1 komen 来 lái 2 1 konijn, haas 兔 子 tùzi 3 20 koorts hebben 发 烧 fāshāo 2 17 kopen 买 mǎi 1 15 koud 冷 lěng 1 23 krijgen, verkrijgen 得 dé 3 12 kruispunt, afslag 路 口 lùkǒu 2 7 kunnen 会 huì 1 17 kunnen 能 néng 2 16 kunnen, mogen 可 以 kěyǐ 2 24 kwaliteit 质 量 zhìliàng 4 24 kwartier, 15 minuten 刻 kè 4 9 L laat 晚 wǎn 3 18 (te) laat komen 来 晚 了 láiwǎn le 3 15 laat maar zitten 算 了 suànle 3 16 lamp 灯 dēng 3 8 landkaart 地 图 dìtú 4 19 landschap 山 水 shānshuǐ 3 4 lang 长 cháng 2 23 langzaam 慢 màn 3 11 laptop, notebook 笔 记 本 电 脑 bǐjìběn diànnǎo 4 23 lastig, lastigvallen 麻 烦 máfan 4 3 laten (doen) 让 ràng 3 6 later, in de toekomst, na, 以 后 yǐhòu 3 19 nadat leerjaar, klas 年 级 niánjí 4 16 leerling 学 生 xuésheng 1 8 lekker 好 吃 hǎochī 3 13 lenen 借 jiè 3 5 lente 春 天 chūntiān 2 19 leraar 教 师 jiàoshī 2 3 leraar 老 师 lǎoshī 2 6 leren 学 xué 1 11 (aan)leren, onderwijzen 教 jiāo 3 3 leren, studeren 学 习 xuéxí 3 10 les 课 kè 2 6 (een) les bijwonen, een 听 课 tīngkè 4 7 dag meelopen les hebben in... 上 课 shàng...kè 1 9 10
les hebben, naar de les 上 课 shàngkè 1 9 gaan les is afgelopen 下 课 xiàkè 2 22 lesuur 节 ( 课 ) jié (kè) 2 23 leuk, amusant 好 玩 儿 hǎowánr 3 1 lezen 看 书 kànshū 2 2 (hardop) lezen, studeren 读 dú 4 8 lichaam, gezondheid 身 体 shēntǐ 3 19 lijken op 像 xiàng 2 13 linkerkant 左 边 zuǒbian 1 20 links 左 zuǒ 1 20 lopen, te voet 走 路 zǒulù 1 22 luchtpost 航 空 hángkōng 4 12 lunch 午 饭 wǔfàn 2 22 午 饭 午 餐 wǔcān 4 10 M maand 月 yuè 1 12 maandag 星 期 一 xīngqīyī 1 11 maar 但 是 dànshì 3 21 maar 可 是 kěshì 2 10 maart 三 月 sānyuè 1 12 maat 号 hào 2 10 (een) maatwoord 个 gè 1 8 (een) maatwoord 口 kǒu 1 6 maatwoord voor 台 tái 4 24 computers maatwoord voor huizen 所 suǒ 1 20 maatwoord voor 起 qǐ 4 16 verkeersongeluk of delicten maatwoord: kleding 件 jiàn 2 10 maatwoord: stoel 把 bǎ 2 2 maatwoord: tafel 张 zhāng 2 2 maatwoord: voertuigen 辆 liàng 3 16 maatwoord: 家 jiā 3 7 warenhuis/bedrijf maatwoord: weg 条 tiáo 2 8 mag ik (a.u.b.) vragen 请 问 qǐngwèn 2 5 mager 瘦 shòu 2 14 makkelijk 容 易 róngyì 3 10 mama 妈 妈 māma 1 6 man 男 nán 1 8 markt 市 场 shìchǎng 4 1 11
medicijn 药 yào 2 18 medicijnen innemen 吃 药 chī yào 2 18 meenemen 带 dài 2 20 meer + werkwoord 多 + werkwoord duō + werkwoord 4 6 meer, nog, des te 更 gèng 4 19 mei 五 月 wǔyuè 1 12 meisjes, dames, vrouwen 女 子 nǚzǐ 3 6 melk 牛 奶 niúnǎi 1 13 men, anderen 人 家 rénjiā 3 17 meneer 先 生 xiānsheng 2 7 mens, mensen 人 rén 1 1 mes en vork 刀 叉 dāo-chā 2 12 meteen...moeten, 要 了 yào...le 1 19 meteen...zullen meteen zullen, 快 要 了 kuàiyào le 4 9 meteen moeten meter 米 mǐ 2 14 metrolijn 号 线 hào xiàn 4 13 metrostation 地 铁 站 dìtiězhàn 2 8 middelmatig (lett. niet 不 错 bùcuò 4 20 slecht, niet verkeerd) midden 中 间 zhōngjiān 1 20 midden, medio 中 旬 zhōngxún 3 22 mijn, van mij 我 的 wǒ de 1 7 minuut 分 fēn 1 10 minuut 分 钟 fēnzhōng 2 23 misschien 可 能 kěnéng 3 7 mobieltje 手 机 shǒujī 2 4 model 款 式 kuǎnshì 4 20 moe zijn 累 lèi 3 21 moeilijk 难 nán 3 10 moeten 得 děi 4 21 (eigenlijk, zou) moeten 应 该 yīnggāi 4 23 molen 风 车 fēngchē 2 21 mooi 好 看 hǎokàn 1 19 mooi 漂 亮 piàoliang 3 4 morgen 明 天 míngtiān 1 23 muziek 音 乐 yīnyuè 1 16 muziekband, orkest 乐 队 yuèduì 3 6 muziekinstrument 乐 器 yuèqì 3 6 12
N naam, voornaam 名 字 míngzì 4 7 naar boven gaan (in een 上 楼 shànglóu 4 3 gebouw) naar buiten gaan, uitgaan 出 去 chūqu 2 20 naar huis gaan 回 家 huíjiā 1 19 去, naar boven gaan, 上 shàng 4 9 instappen naar...afbuigen 往 拐 wǎng...guǎi 2 7 naar...lopen/gaan 往 走 wǎng...zǒu 1 21 natuurlijk 当 然 dāngrán 2 4 Nederland, Holland 荷 兰 Hélán 1 1 Nederlander 荷 兰 人 Hélánrén 1 1 nee, niet 不 bù 1 7 (de bus of trein) niet 赶 不 上 gǎnbushàng 4 15 halen, missen (eten) niet op kunnen 吃 不 了 chībuliǎo 4 4 krijgen negen 九 jiǔ 1 4 nerveus, zenuwachtig, 紧 张 jǐnzhāng 3 24 spannend net, zojuist 刚 gāng 4 14 neus 鼻 子 bízi 2 13 niet alleen, maar ook 不 但, 而 且 bùdàn..., érqiě... 3 13 niet hebben, geen 没 有 méiyǒu 1 11 niet nodig, hoeft niet 不 用 bùyòng 2 17 nieuw, modern, hip 新 xīn 4 20 nieuws 新 闻 xīnwén 4 17 nieuwsuitzending 新 闻 报 道 xīnwén bàodào 4 17 noedels 面 条 miàntiáo 1 14 nog 还 hái 3 15 nog eens, weer 再 zài 3 9 (ook) nog, nog meer 还 有 hái yǒu 2 17 november 十 一 月 shíyīyuè 1 12 nu 现 在 xiànzài 1 10 nul ( 零 ) líng 1 12 nummer 号 hào 1 5 nummer 号 码 hàomǎ 2 4 ochtend, morgen 早 上 zǎoshang 1 13 O of 还 是 háishi 2 12 of 或 者 huòzhě 2 20 ogen 眼 睛 yǎnjing 2 13 13
oh (een kreet) 噢 ō 2 21 oh jee (een kreet) 哎 呀 āiyā 3 14 oktober 十 月 shíyuè 1 12 om de stand van een 比 bǐ 4 17 wedstrijd aan te geven, bijvoorbeeld: 3 bǐ 1 = 3-1 omdat, daarom 因 为, 所 以 yīnwei..., suǒyǐ... 3 3 omroepen, uitzenden 广 播 guǎngbō 4 14 onderweg, (tijdens) de 4 1 一 路 上 yīlùshàng reis onmiddellijk 马 上 mǎshàng 3 14 ontbijt 早 饭 zǎofàn 2 22 早 饭 早 餐 zǎocān 4 3 ontvangen 收 到 shōudào 3 1 (een) ontvangen brief 来 信 láixìn 4 23 ontzettend 极 了...jíle 3 3 ooit + werkwoord werkwoord + 过 werkwoord + guò 4 13 ook 也 yě 1 2 ook nog beweren, ook 还 说 hái shuō 3 2 nog zeggen oost 东 dōng 3 20 op het internet 在 网 上 zài wǎngshàng 3 23 op tijd, punctueel, 准 时 zhǔnshí 4 10 klokslag openbaar vervoer 公 共 交 通 gōnggòng jiāotōng 4 13 openen, aanzetten 开 kāi 3 8 openingstijden 营 业 时 间 yíngyè shíjiān 4 11 openmaken, openen 打 开 dǎkāi 3 4 opgave, oefening 练 习 题 liànxítí 4 8 ophalen, ontvangen 接 jiē 4 3 opletten, aandacht 注 意 zhùyì 3 19 besteden aan opschieten 赶 快 gǎnkuài 4 6 opstaan, uit bed komen 起 床 qǐchuáng 2 22 opstijgen, vertrekken (van 起 飞 qǐfēi 4 21 een vliegtuig) organiseren, 组 织 zǔzhī 3 6 samenstellen, vormen oud 旧 jiù 4 24 ouders 父 母 fùmǔ 3 16 over het algemeen, 一 般 来 说 yībān láishuō 4 11 normaal gesproken overal 到 处 dàochù 4 15 overstappen 换 车 huànchē 4 13 14
oversteken 过 guò 2 8 P pagina, bladzijde 页 yè 4 8 pakken, nemen, dragen 拿 ná 4 1 papa 爸 爸 bàba 1 6 paraplu 雨 伞 yǔsǎn 2 20 (een) partikel 吧 ba 1 19 (een) partikel 的 de 1 7 (een) partikel 了 le 2 16 pas, dan pas, slechts 才 cái 3 20, 21 paspoort 护 照 hùzhào 3 24 passagier 乘 客 chéngkè 4 14 patiënt 病 人 bìngrén 2 17 piano 钢 琴 gāngqín 3 6 pijn 疼 téng 2 18 Píng'ānstraat 平 安 街 Píng'ānjiē 2 9 plaats 地 方 dìfang 3 1 popmuziek 流 行 音 乐 liúxíng yīnyuè 3 5 postkantoor 邮 局 yóujú 4 12 postzegel 邮 票 yóupiào 4 12 praten, bespreken 谈 tán 3 13 praten, spreken 说 话 shuōhuà 4 8 proefwerk (maken), 考 试 kǎoshì 3 10 examen (maken) proefwerk/examen 考 kǎo 3 10 hebben van proeven 尝 cháng 4 6 programma 节 目 jiémù 1 18 punt 分 fēn 3 12 R raden 猜 cāi 3 14 rangtelwoord 第 dì 2 6 rapport, cijferlijst 成 绩 单 chéngjīdān 3 12 rechterkant 右 边 yòubian 1 20 rechts 右 yòu 1 20 regenjas 雨 衣 yǔyī 2 20 registratieformulier 登 记 表 dēngjìbiǎo 4 2 reizen, rondreizen 旅 游 lǚyóu 3 22 rennen 跑 pǎo 3 20 repareren 修 理 xiūlǐ 3 7 reserveren 订 dìng 4 2 restaurant, kantine 餐 厅 cāntīng 4 3 餐 厅 饭 馆 儿 fànguǎnr 4 4 15
resultaat, uiteindelijk 结 果 jiéguǒ 4 24 rijst, broodjes of noedels 主 食 zhǔshí 4 4 (lett. hoofdvoedsel) roddelen 说 坏 话 shuō huàihuà 3 17 roken 吸 烟 xīyān 4 21 rood 红 色 hóngsè 2 11 ruilen, wisselen 交 换 jiāohuàn 3 3 rundvlees 牛 肉 niúròu 4 4 rust, pauze 休 息 xiūxi 2 22 S s avonds 晚 上 wǎnshang 1 18 s middags 下 午 xiàwǔ 2 22 samen 一 起 yīqǐ 1 19 schakelaar 开 关 kāiguān 3 8 schenken (aan), 送 ( 给 ) sòng (gěi) 3 4 (weg)brengen schilderij 画 儿 huàr 3 4 schildpad 乌 龟 wūguī 3 20 school 学 校 xuéxiào 1 7 school is uit 放 学 fàngxué 2 23 schoppen, trappen 踢 tī 4 7 schrijven 写 xiě 3 10 schroef 螺 丝 钉 luósīdīng 3 9 schroevendraaier 改 锥 gǎizhuī 3 9 september 九 月 jiǔyuè 1 12 sinaasappel 橙 子 chéngzi 1 15 situatie, omstandigheden 情 况 qíngkuàng 4 18 slaan, spelen (v.e. spel) 打 dǎ 1 17 slapen 睡 觉 shuìjiào 2 22 slecht, defect 坏 pī 4 17 slechts, alleen 只 zhǐ 2 20 smaak 味 道 wèidao 4 5 smakelijk eten, eet 慢 慢 吃 mànmān chī 4 6 smakelijk snel 快 kuài 3 11 sommige, andere 有 的 ; 有 的 yǒude ; yǒude 3 1 soms 有 时 候 yǒushíhou 3 5 soort 种 zhǒng 2 18 sorry, 't spijt me 对 不 起 duìbuqǐ 2 7 souvenir 纪 念 品 jìniànpǐn 3 4 Spaans 西 班 牙 语 Xībānyáyǔ 3 3 Spanje 西 班 牙 Xībānyá 1 24 speelgoed 玩 具 wánjù 4 19 16
spelen, zich amuseren 玩 儿 wǎnr 2 21 spijkerbroek 牛 仔 裤 niúzǎikù 2 15 sport 运 动 yùndòng 1 17 sporten 做 运 动 zuò yùndòng 3 19 stadscentrum 市 中 心 shìzhōngxīn 2 9 station 火 车 站 huǒchēzhàn 1 21 station, halte 站 zhàn 2 9 stekker 插 头 chātóu 3 8 (wind)sterkte, klasse, klas 级 jí 4 18 stil zijn, stil, rustig 安 静 ānjìng 4 7 stoel 椅 子 yǐzi 2 2 stopcontact 插 座 chāzuò 3 8 stuk (geld) 块 kuài 2 11 sturen, verzenden (naar) 寄 ( 到 ) jì (dào) 4 12 supermarkt 超 市 chāoshì 4 11 ( 超 级 市 场 ) (chāojí shìchǎng) synoniem 同 义 词 tóngyìcí 3 3 T tablet, maatwoord: 片 piàn 2 18 tabletten tante 阿 姨 āyí 2 1 taxi 出 租 汽 车 chūzū qìchē 4 13 坐 出 租 汽 车 打 的 dǎdī 4 15 te zijner tijd, tegen die tijd 到 时 dàoshí 4 22 te 太 了 tài...le 3 12 team, elftal, rij, groep 队 duì 4 17 tekst (in een schoolboek) 课 文 kèwén 4 9 telefoon 电 话 diànhuà 2 4 (lucht)temperatuur 气 温 qìwēn 4 18 tennis 网 球 wǎngqiú 1 17 terug naar eigen land 回 国 huíguó 4 19 teruggaan 回 huí 1 24 terugkomen 回 来 huílai 3 18 thee 茶 chá 1 13 thuis, huis, familie 家 jiā 1 5 tien 十 shí 1 4 10 cent, dubbeltje 毛 máo 2 11 tijd 时 间 shíjiān 2 23 (vrije) tijd hebben 有 空 yǒukòng 3 14 toch maar 还 是 háishi 3 7 toen, wanneer 的 时 候...de shíhou 3 3 toerist 游 客 yóukè 4 19 toeval, toevallig 巧 qiǎo 4 14 17
toilet, wc 厕 所 cèsuǒ 4 9 tot ziens 再 见 zàijiàn 1 2 touringcar 旅 游 车 lǚyóuchē 4 11 (lichamelijk) trainen, 锻 炼 duànliàn 3 20 oefenen trakteren, gasten 请 客 qǐngkè 4 13 uitnodigen trein 火 车 huǒchē 1 21 trouwen 结 婚 jiéhūn 4 20 trui 毛 衣 máoyī 2 10 tulp 郁 金 香 yùjīnxiāng 2 21 tv 电 视 diànshì 1 18 twee 二 èr 1 4 twee 两 liǎng 1 6 twee handelingen tegelijk 一 边, 一 边 yībiān..., yībiān... 3 5 uitvoeren twee handelingen tegelijk w.w.+ 着 + w.w. w.w.+ zhe + w.w. 4 11 uitvoeren U u 您 nín 2 1 uitdelen, verzenden 发 fā 3 12 uitgeleide doen, 送 sòng 4 21 uitzwaaien, brengen, schenken uitkijken, oppassen 小 心 xiǎoxīn 3 17 uitleggen, vertellen, 讲 jiǎng 4 8 spreken uitnodiging 请 柬 qǐngjiǎn 3 13 (een) uitroep van begrip 啊 ā 2 16 uitstappen 下 车 xiàchē 2 9 uur 点 diǎn 1 10 uur 小 时 xiǎoshí 2 24 vaak 常 常 chángcháng 2 19 vakantie hebben, vrij 放 假 fàngjià 3 22 hebben V van horen zeggen, naar 听 说 tīngshuō 3 1 verluidt van plan zijn 打 算 dǎsuan 3 22 van, vanuit, vanaf 从 cóng 2 9 vanaf 从 开 始 cóng...kāishǐ 3 20 vandaag 今 天 jīntiān 1 10 varkensvlees 猪 肉 zhūròu 4 4 veilig, vredig 平 安 píng'ān 4 22 18
ver 远 yuǎn 2 9 veranderen in 转 zhuǎn 4 18 verboden 禁 止 jìnzhǐ 4 21 (de) Verboden Stad 故 宫 Gùgōng 3 22 (en) verder, ook nog 另 外 lìngwài 4 10 verdieping, gebouw 楼 lóu 4 3 vergelijken met 比 bǐ 2 13 vergeten 忘 记 wàngjì 3 14 忘 记 忘 wàng 4 3 vergezellen, samen met 陪 péi 4 24 iemand iets doen verjaardag 生 日 shēngri 1 12 verjaardagsfeestje 生 日 聚 会 shēngri jùhuì 3 14 verkeerslichten 红 绿 灯 hónglǜdēng 2 8 verkeersongeluk 交 通 事 故 jiāotōng shìgù 4 16 verkopen 卖 mài 4 20 verkoudheid, griep 感 冒 gǎnmào 2 16 verliezen 输 shū 3 21 verpleegkundige 护 士 hùshi 2 3 (formaliteiten/handelingen 办 bàn 4 3 ) verrichten, doen vertellen 告 诉 gàosu 3 2 vertrekken 出 发 chūfā 3 24 verwijderd zijn van 离 lí 4 13 verzamelen 集 合 jíhé 4 10 verzekering, verzekeren 保 险 bǎoxiǎn 3 16 via, door middel van 通 过 tōngguò 4 2 video-opnames, 录 像 lùxiàng 3 1 videobeelden vier 四 sì 1 4 vijf 五 wǔ 1 4 vinden, van mening zijn 觉 得 juéde 3 21 vinden, zeggen, spreken 说 shuō 1 17 vis 鱼 yú 1 14 visum 签 证 qiānzhèng 3 23 vlees 肉 ròu 1 14 vliegticket 飞 机 票 fēijī piào 3 24 vliegtuig 飞 机 fēijī 1 24 vliegtuigongeluk 空 难 kōngnàn 4 17 vliegveld 飞 机 场 fēijīchǎng 4 1 voetbal 足 球 zúqiú 1 17 (de) volgende halte 前 方 到 站 qiánfāng dàozhàn 4 14 volgende maand 下 个 月 xià gè yuè 3 24 19
volgende week 下 星 期 xiàxīngqī 3 13 volhouden, doorzetten 坚 持 jiānchí 3 19 voor 前 qián 1 21 voor(kant) 前 边 qiánbian 1 21 voor, ten opzichte van, 对 duì 3 19 tegen voorbereiden, gereed 准 备 zhǔnbèi 4 14 maken vooruitgang boeken in de 学 业 进 步 xuéyè jìnbù 4 22 studie vorige week 上 星 期 shàngxīngqī 3 13 vraag, opdracht 题 tí 2 6 vraag, probleem 问 题 wèntí 3 20 (een) vraagwoord 多 duō 2 14 (een) vraagwoord 吗 ma 1 2 (een) vraagwoord 呢 ne 1 2 vragen 问 wèn 2 6 vreemd 奇 怪 qíguài 3 1 vriend 朋 友 péngyou 2 1 vrijdag 星 期 五 xīngqīwǔ 1 11 vroeg 早 zǎo 3 10 vroeger, voor, voordat 以 前 yǐqián 3 19 vrouw 女 nǚ 1 8 W waar 哪 儿 nǎr 1 3 waarom 为 什 么 wèishénme 2 16 wachten 等 děng 2 5 wanneer 什 么 时 候 shénme shíhòu 2 23 warenhuis 百 货 公 司 bǎihuògōngsī 3 7 warm 热 rè 1 22 warm, enthousiat 热 烈 rèliè 4 7 wat is er aan de hand? 什 么 事 shénme shì? 2 16 wat nu, wat moeten we 怎 么 办 zěnmebàn 4 15 doen wat, welk 什 么 shénme 1 3 watersnood, overstroming 水 灾 shuǐzāi 4 17 website 网 站 wǎngzhàn 4 2 wedstrijd, een wedstrijd 比 赛 bǐsài 3 21 houden week 星 期 xīngqī 1 11 weer, nog eens 又 yòu 4 22 weersverwachting 天 气 预 报 tiānqì yùbào 2 20 (wees) niet 别 bié 3 17 20
wees niet beleefd 不 客 气 bù kèqi 3 4 weg 马 路 mǎlù 2 8 (weg)rijden 开 ( 走 ) kāi (zǒu) 4 11 weliswaar, maar 虽 然, 可 是 suīrán, kěshì... 3 5 welkom 欢 迎 huānyíng 2 1 welnu, dus, zo 那 么 nàme 4 11 wensen, toewensen 祝 zhù 1 12 werk 工 作 gōngzuò 2 3 west 西 xī 4 15 westers eten 西 餐 xīcān 2 12 weten 知 道 zhīdao 2 6 wie 谁 shéí 2 15 wij 我 们 wǒmen 1 8 wij 咱 们 zánmen 3 24 wijn, alcoholische drank 酒 jiǔ 3 18 willen, denken 想 xiǎng 1 18 willen, moeten 要 yào 1 15 windkracht 风 力 fēnglì 4 18 winkelcentrum Hǎoyǒu 好 友 世 界 商 场 Hǎoyǒu shìjiè 2 7 shìjiè shāngchǎng winnen 赢 yíng 3 21 winter 冬 天 dōngtiān 2 19 wiskunde 数 学 shùxué 2 6 wisselen, vervangen, 换 huàn 3 7 (in)ruilen wit 白 色 báisè 2 15 woensdag 星 期 三 xīngqīsān 1 11 wonen 住 zhù 1 3 woonkamer 客 厅 kètīng 2 1 z zaak, geval 事 shì 2 16 zanger 歌 星 gēxīng 4 22 zaterdag 星 期 六 xīngqīliù 1 11 zeker, vast 一 定 yīdìng 2 24 一 定 肯 定 kěndìng 4 6 zelf 自 己 zìjǐ 3 16 zelf zorgen voor, zelf 自 备 zìbèi 4 10 meebrengen zelfs 连 都 lián dōu 4 11 zes 六 liù 1 4 zeven 七 qī 1 4 zich lekker/comfortabel voelen 舒 服 shūfu 2 17 21
ziekenhuis 医 院 yīyuàn 4 16 ziekte, ziek zijn 病 bìng 2 16 zien 看 见 kànjian 3 15 zien, ontmoeten 见 到 jiàndào 4 1 zij 她 tā 2 11 zijde 丝 绸 sīchóu 4 19 zijn 是 shì 1 1 zijn (benadrukking) 就 是 jiùshì 2 15 zin 句 子 jùzi 3 11 zitten, nemen 坐 zuò 1 23 zo(veel)..., wat..., zulk... 多 ( 么 ) 啊 duō (ma) a 4 23 zo, op deze manier 这 样 zhèyàng 3 3 zo, op zo n manier 这 么 zhème 3 17 zodra dan 一, 就 yī jiù 4 22 zoeken 找 zhǎo 3 17 zoet 甜 tián 4 5 zomer 夏 天 xiàtiān 2 19 zomervakantie 暑 假 shǔjià 1 24 暑 假 的 时 候 暑 期 shǔqī 4 23 zondag 星 期 天 xīngqītiān 1 11 zoon 儿 子 érzi 4 20 zout 咸 xián 4 5 zowel, als ; en, 又, 又 yòu, yòu 4 8 en zuid 南 nán 4 15 zullen 将 jiāng 4 10 zullen, kunnen 会 huì 3 17 zus 姐 姐 jiějie 1 6 zusje 妹 妹 mèimei 2 13 zuur 酸 suān 4 5 zwaar 沉 chén 4 1 zwaar 重 zhòng 2 14 zwart 黑 色 hēisè 4 20 22