Doc. nr. N Vest.wet HA&AMB A06 Brussel, 28.6.2001 MH/FD/LC A D V I E S. betreffende



Vergelijkbare documenten
Doc. nr. N2:10052C09 Brussel, MH/FD/LC A D V I E S. over het

Doc. nr. E2:1005bC04 Brussel, A D V I E S. over een

Doc nr. Vest.Wet HA & AMB A 11 Brussel, MH/BL/LC A D V I E S. over

Vest. V. Beroepen A04 Brussel, BL/LC A D V I E S. over DE REGLEMENTERING VAN DE TITEL EN HET BEROEP VAN LANDMETER-EXPERT ***

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid artikel 15;

A D V I E S. over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE REGLEMENTERING VAN TATOEAGES EN PIERCINGS

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

N Vastgoedmakelaar A06 Brussel, MH/BL/LC A D V I E S. over

Doc. N C05 Brussel, MH/FD/LC A D V I E S. betreffende

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

Doc. nr. Th gez. en veiligheid zelfst A07 Brussel, MH/FD/LC A D V I E S. over een

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 31 mei

ADVIES. 24 april 2019

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 9 juli

N Beroepsreglementeringen A08 Brussel, MH/BL/LC A D V I E S. over

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

VLAAMSE RAAD VOOR RECLAME EN SPONSORING OP RADIO EN TELEVISIE. Advies nr. 1997/04 dd. 13/10/1997

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 4 mei

N Limosa2018 A2 Brussel, 10 oktober 2018 MH/JC/AS ADVIES. betreffende

ADVIES. 10 maart 2014

N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS ADVIES. over

N HANDELSPR Fin. diensten A 03 Brussel, MH/SL/LC A D V I E S. betreffende

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 26 september 2017

N DIV REGL ambulante handel A04 Brussel, MH/AB/LC A D V I E S. over

Diverse Reglementeringen Brussel, MH/AB/LC A D V I E S. over

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

Doc. nr. E2:91001C04 Brussel, A D V I E S. over EEN VOORONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE BESTELBON VAN NIEUWE AUTOVOERTUIGEN

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 16 juli

Advies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de inschrijving van auditors

A D V I E S. over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE NATUURLIJK MINERAAL WATER EN BRONWATER

ADVIES Nr 04 / 2003 van 10 februari 2003

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

Koninklijk besluit van 29 januari 1998 tot goedkeuring van het stagereglement van het Beroepsinstituut van Boekhouders

Brussel, 24 juni _Advies uniek loket bouw- en milieuvergunning. Advies. Uniek loket bouw- en milieuvergunning

ADVIES. Ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems

A D V I E S. over de

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

N Vert ambachten A Brussel, 13 december 2016 MH/JC/AS ADVIES. inzake

Doc. nr. E2:90---C36 Brussel, A D V I E S. over

Instituut van de Bedrijfsrevisoren Institut des Réviseurs d'entreprises

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

N Beroepsregl. bouw A05 Brussel, MH/JC/LC A D V I E S. over

ADVIES Nr 89 / 082 van 21 augustus 1989

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 25 november

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 6 mei

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2005) 526 definitief.

N Beroepsregl bouw 2018 A2 Brussel, 18 december 2018 MH/JC/AS ADVIES. over DE BEROEPSREGLEMENTERINGEN IN DE BOUWSECTOR

A D V I E S. over EEN ONTWERP VAN KADERWET BETREFFENDE HET VOEREN VAN DE BEROEPSTITEL VAN EEN DIENSTVERLENEND INTELLECTUEEL BEROEP ***

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 21 november

Doc. nr. E2:31001C32 Brussel, A D V I E S. over de SOLDENREGLEMENTERING ***

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

N Programmawet art. 6 A06 Brussel, 26 april 2007 MH/BL/LC A D V I E S. over

A D V I E S Nr

Doc. KMO-POL A 03 Brussel, Actieplan Middenstand-Kleinbedrijf A D V I E S. over

nationale arbeidsraad

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 24 april

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES. Over het verzoek tot bescherming van de beroepstitel van interieurarchitect van de Unie van Designers van België (UDB).

De erkenning als beroepsorganisatie

Doc. nr. E3:13002C03 Brussel, TUSSENTIJDS ADVIES. betreffende DE DIENSTENCHEQUES ***

N HANDELSPR Oneerlijke handelspraktijken A06 Brussel, MH/SL/LC A D V I E S. over een

ADVIES Nr. 12 / 2004 van 21 oktober 2004

RVV 377 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

Doc. nr. E2:31011C05 Brussel, ADVIES VAN HET BUREAU. betreffende

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 9 maart

A A N B E V E L I N G Nr AANBEVELING AAN DE PARITAIRE COMITES OVER DE INVOERING VAN

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 25 september

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 14 juli

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO

nationale arbeidsraad

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE VLAAMSE TOEZICHTCOMMISSIE VOOR HET ELEKTRONISCHE BESTUURLIJKE GEGEVENSVERKEER

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 19 maart 2003

ADVIES. Voorontwerp van ordonnantie betreffende de stages voor werkzoekenden. 16 juni 2015

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 10 oktober

A ESR. Minister Gosuin. Aanvrager. Aanvraag ontvangen op 18 mei Aanvraag behandeld door

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 28 januari

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer, artikel 9;

GEMEENTEBESTUUR VAN SINT-JANS-MOLENBEEK

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 18 juli 2017

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 26 januari

ONTWERP VAN REGLEMENTAIR BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING TOT REGELING VAN DE STEUN AAN PROJECTEN VAN TECHNOLOGISCH

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 4 april

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 26 januari

Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFSTUK I. - Definities.

Betreft: Ontwerp van koninklijk besluit betreffende de mededeling van informaties in het wachtregister. (A/2009/034)

DE PROCEDURE IN TUCHTZAKEN VAN DE ORDE DER GENEESHEREN

Betreft: Voorontwerp van wet betreffende het eregister van Wegvervoersondernemingen (CO-A )

Doc. nr. N0:60---C03 Brussel, MH/BL/LC A D V I E S. over de

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 2 mei

Stuk 1325 ( ) Nr. 1. Zitting februari 1999 ONTWERP VAN DECREET

WERKGROEP REGLEMENT VAN ORDE VAN DE EURO-MEDITERRANE PARLEMENTAIRE VERGADERING

N Uitzwerming A2 Brussel, 25 november 2014 MH/BL/AS ADVIES. over DE TECHNIEK VOOR OPRICHTING VAN ONDERNEMINGEN, UITZWERMING GENAAMD

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 22 november

Transcriptie:

Doc. nr. N Vest.wet HA&AMB A06 Brussel, 28.6.2001 MH/FD/LC A D V I E S betreffende EEN VOORONTWERP VAN WET TOT WIJZIGING VAN DE PROGRAMMAWET VAN 10 FEBRUARI 1998 TOT BEVORDERING VAN HET ZELFSTANDIG ONDERNEMERSCHAP ***

2 De heer J. Gabriëls, Minister van Landbouw en Middenstand, heeft op 31 mei 2001 het advies van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO gevraagd over een wetsontwerp tot wijziging van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap. De minister verzocht de Hoge Raad binnen de maand advies uit te brengen. Na raadpleging van de gezamenlijke commissies reglementeringen en algemeen KMObeleid op 11 juni 2001 brengt de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO tijdens zijn algemene vergadering van 28 juni 2001 na een uitgebreide beraadslaging volgend advies uit. ALGEMEEN STANDPUNT Krachtens de memorie van toelichting beoogt het wetsontwerp werk te maken van een administratieve vereenvoudiging voor de ondernemingen, meer bepaald op het gebied van de toegang tot het zelfstandig beroep. Volgende doelstellingen worden vermeld : - versoepeling van de algemene verplichting op het bewijs van de basiskennis van het bedrijfsbeheer; - vereenvoudiging van de procedureregels die nu gelden alvorens een reglementering kan worden aangepast; - een verbeterde dienstverlening mogelijk maken. De Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO staat volledig achter deze drie doelstellingen, zonder evenwel alle door de minister geformuleerde beschouwingen in de memorie van toelichting te delen. De Hoge Raad herinnert aan zijn advies dd. 19.1.2001 omtrent de vestigingswetgeving waarin hij zich uitspreekt over het behoud van de vestigingswetgeving en ook pleit voor een maximale administratieve eenvoud en transparantie. De Hoge Raad vindt het essentieel dat iedere reglementering van beroepswerkzaamheden uitgaat van minstens volgende principes : De beroepswerkzaamheden kunnen slechts gereglementeerd worden als ze via het onderwijs en de opleidingen die officieel erkend en gesubsidieerd zijn kunnen aangeleerd worden. Zowel diploma's als praktijkervaring moeten in aanmerking kunnen komen om ondernemersvaardigheden te rechtvaardigen. De raadpleging van de betrokken beroepssectoren via de Hoge Raad moet zowel bij de vaststelling van de ondernemersvaardigheden als bij de wijziging, opheffing of evaluatie absoluut gewaarborgd worden. De Hoge Raad en de betrokken beroepssectoren moeten ook hiertoe een aanvraag tot de minister kunnen richten. Het recht op voorafgaande raadpleging van de betrokken beroepssectoren is des te noodzakelijk daar de bevoegdheid aan de Koning uitgebreid wordt, zonder evenwel te hinderen dat de procedures versoepeld worden.

3 Tenslotte moeten de nodige menselijke en financiële middelen voorzien worden om een reglementering die zowel de belangen van de verbruikers als deze van de zelfstandigen beoogt, efficiënt en praktisch toe te passen. STANDPUNTEN PER ARTIKEL Artikel 1 Geen bemerkingen Artikel 2 Geen bemerkingen Artikel 3 Het tweede lid van artikel 3 van de programmawet wordt vervangen door Onder intersectorale beroepsbekwaamheid wordt verstaan de gemeenschappelijke eisen voor de uitoefening van verwante beroepsactiviteiten, die behoren tot een intersectorale categorie die wordt vastgesteld door de Koning. De Hoge Raad is het ermee eens dat alleen verwante beroepsactiviteiten tot dezelfde intersectorale categorie kunnen behoren. Het principe van clustervorming dat reeds in de programmawet van 1998 was opgenomen is volgens de Hoge Raad goed aangezien het kan leiden tot meer transparantie en eenvoud in de verschillende beroepsreglementeringen en kan zijns inziens meer expliciet in de wet ingeschreven worden. Dat de intersectorale categorieën door de Koning in de toekomst worden vastgesteld laat volgens de Hoge Raad toe op een soepele wijze de reglementering te organiseren. Deze wijziging mag echter niet tot gevolg hebben dat de betrokken sectoren of beroepen niet langer zelf voorstellen in dit verband kunnen neerleggen. Het tweede lid moet derhalve naar analogie van het bestaande eerste lid vervolledigd worden met de woorden op verzoek van of na advies van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen. Artikel 4 a) Toevoeging van volgend lid in 1 van artikel 4 van de programmawet : De Koning kan daarenboven na advies van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen bepalen dat de bepaling van het eerste lid niet van toepassing is op de uitoefening van de beroepswerkzaamheden die hij aanwijst. De Hoge Raad is het er mee eens dat bepaalde beroepswerkzaamheden uitzonderlijk zouden kunnen vrijgesteld worden van de basiskennis van het bedrijfsbeheer. Ook hier is het aangewezen de formulering "op vraag en na advies van de Hoge Raad " te hanteren. Volgens de Hoge Raad moeten deze uitzonderingen zeer beperkt blijven opdat de wetgeving niet uitgehold zou worden. Hij herinnert eraan dat de kennis van het bedrijfsbeheer een algemene minimale basiskennis is en moet blijven. Te veel uitzonderingen zouden trouwens de duidelijkheid van de wet niet ten goede komen. De Hoge Raad vraagt dat dit duidelijk en ondubbelzinnig zou blijken.

4 b) Wijzigingen aan artikel 4 2 van de programmawet De Hoge Raad stelt voor dat in artikel 4, 2, van de programmawet iedere discriminatie tussen gehuwden en wettelijk samenwonenden wordt uitgesloten. c) In artikel 4, 3, van de programmawet worden volgende wijzigingen voorgesteld : - het bezit van een stagegetuigschrift bedoeld in hoofdstuk II schrappen; - elders de woorden in het bezit van schrappen; - in 1 de woorden zijn aangeduid in de Nederlandse tekst vervangen door worden aangewezen. De Hoge Raad wijst er vooreerst op dat in de Nederlandse tekst van de eerste zin de woorden één van ontbreken. Inzake het schrappen van het bewijs van de basiskennis van het bedrijfsbeheer door het stagegetuigschrift bedoeld in hoofdstuk II verwijst de Hoge Raad naar zijn standpunt bij artikel 11 van het wetsontwerp. Artikel 5 Dezelfde bemerkingen als deze bij artikel 4, 2 en 3 van de programmawet gelden ook voor artikel 5. Artikel 6 Artikel 6 van de programmawet wordt vervangen door : De Koning kan na advies van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, de eisen voor de ondernemersvaardigheden wijzigen of opheffen voor de beroepswerkzaamheden die Hij aanwijst. Hij kan dit doen voor de beroepswerkzaamheden die in uitvoering van deze wet worden gereglementeerd, als voor de beroepswerkzaamheden die werden gereglementeerd ter uitvoering van de wet van 24 december 1958 waarbij beroepsuitoefeningsvoorwaarden kunnen worden ingevoerd in de ambachts-, de kleine en middelgrote handels- en de kleine nijverheidsondernemingen en van de wet van 15 december 1970 op de uitoefening van beroepswerkzaamheden in de kleine en middelgrote handels- en ambachtsondernemingen. Voor het wijzigen of opheffen van de ondernemersvaardigheden gelden eveneens dezelfde opmerkingen als geformuleerd onder de artikelen 3 en 4 betreffende de raadpleging en het initiatiefrecht van de Hoge Raad. Derhalve dienen ook hier de woorden op aanvraag of toegevoegd na De Koning kan. Artikel 7 Voorgesteld wordt in artikel 9, 2, van de programmawet de woorden door tussenkomst van de erkende centra voor de begeleiding van en de administratieve vereenvoudiging voor de KMO s, bedoeld bij titel IV van deze wet te schrappen. Volgens de memorie van toelichting zijn de bepalingen van titel IV van de programmawet nooit in werking getreden.

5 De Hoge Raad acht de motieven voor het schrappen van die woorden niet overtuigend gemotiveerd. De Regering zou hier gewoon titel IV van de programmawet en de mogelijkheden die erin voorzien zijn moeten uitvoeren. Indien dit niet de bedoeling is meent de Hoge Raad dat men, alvorens die mogelijkheid gebeurlijk te schrappen, de vereenvoudigingvoorstellen waarover hij wenst geraadpleegd te worden, moet kennen. In het kader van deze vereenvoudiging wenst de Hoge Raad de bijzondere rol van de Kamers van Ambachten en Neringen te onderlijnen. Artikel 8 a) Vervanging van artikel 12, 1,alinea 1, door : 1. Het getuigschrift bedoeld in artikel 9, 1, wordt aangevraagd bij de Kamer van Ambachten en Neringen van de provincie waar de beroepswerkzaamheid voor het eerst zal worden uitgeoefend. Wanneer de beroepswerkzaamheid voor het eerst zal worden uitgeoefend in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad, wordt het getuigschrift aangevraagd bij de Kamer van Ambachten en Neringen van de provincie Vlaams-Brabant of Waals-Brabant. De Hoge Raad verwijst naar zijn standpunt bij artikel 7 over de opheffing van de mogelijkheid om een aanvraag in te dienen bij een erkend centrum. b) Vervanging van artikel 12, 2, lid 1, door: De secretaris van de Kamer gaat na of aan de gestelde eisen is voldaan. Hij kan geen aanvraag afwijzen dan na eensluidend advies van het bureau van de Kamer en zonder dat dit hem en de aanvrager of diens vertegenwoordiger heeft gehoord. Het bureau kan zijn advies geven zonder de aanvrager of zijn vertegenwoordiger te horen, mits deze op regelmatige wijze werd uitgenodigd. De voorgestelde wetswijziging heeft als doel de secretaris en niet langer het bureau ermee te gelasten na te gaan of aan de gestelde eisen is voldaan. De Hoge Raad is voorstander van iedere verbetering van de bestaande procedure. Het voorliggende wetsartikel roept evenwel tal van vragen en praktische toepassingsproblemen op. De Hoge Raad meent inderdaad dat evidente aanvragen door de secretaris van de Kamer rechtstreeks kunnen afgehandeld worden. De huidige wet voorziet trouwens dat de Koning kan bepalen wanneer de secretaris de taken die normaal aan het bureau zijn toegewezen alleen kan uitoefenen. De Hoge Raad meent bovendien dat de secretaris het advies van het bureau van de Kamer moet kunnen vragen in alle gevallen die hij nuttig acht en niet enkel wanneer hij een afwijzing voorstelt. Bij twijfel of moeilijke dossiers moet de secretaris zich tot het bureau kunnen richten zonder dat er onmiddellijk het etiket mogelijke afwijzing opgeplakt wordt. Vanzelfsprekend is de secretaris bij deze raadpleging verplicht het advies van het bureau te volgen. Het woord eensluidend in de Nederlandse tekst is dus niet correct en moet vervangen worden door bindend. In deze gevallen kent de secretaris immers de getuigschriften toe of weigert hij ze onder de verantwoordelijkheid van het bureau dat feitelijk beslist.

6 De Hoge Raad stelt dus voor een tweede zin toe te voegen na het woord voldaan., en die luidt als volgt : Hij kan zijn bureau raadplegen telkens hij dit noodzakelijk acht en is in dat geval gehouden de adviezen van deze laatste te volgen. De Hoge Raad acht het verder aangewezen dat het wetsontwerp voorziet dat de secretaris tijdens de eerstvolgende bureauvergadering kennis geeft van zijn beslissingen. Het bureau kan zo de algemene beleidslijn die de secretaris volgt beoordelen, zonder evenwel de genomen individuele beslissingen in vraag te stellen. c) Vervanging van artikel 12, 2, lid 2, door : Voor de toepassing van de bepalingen van dit Hoofdstuk worden het bureau en de secretaris bijgestaan door een afgevaardigde van de Minister die de Middenstand onder zijn bevoegdheid heeft. De afgevaardigde waakt over de wettelijkheid van de beslissingen, kan aan iedere beraadslaging deelnemen en heeft daarin een raadgevende stem. Wat deze wijziging betreft voorziet de huidige programmawet in zijn artikel 12, 2, dat de secretaris van de Kamer optreedt als afgevaardigde van de minister als hij nagaat of aan de gestelde eisen is voldaan. Anderzijds vestigt de Hoge Raad de aandacht op het feit dat de secretaris eveneens de wettelijke vertegenwoordiger van de minister is krachtens artikel 5, 1, alinea 2, van de gecoördineerde wetten betreffende de organisatie van de Middenstand. Hij stelt dus vast dat er een dubbele wettelijke basis is voor de hoedanigheid van vertegenwoordiger van de minister die aan de secretaris is toevertrouwd. Onderhavig voorontwerp van wet voorziet dat het bureau en de secretaris worden bijgestaan door een afgevaardigde van de minister. De Hoge Raad meent dat, enerzijds, de dubbele vertegenwoordiging van de minister voor het afleveren van getuigschriften weinig zin heeft, en dat, anderzijds, in de gevallen waarin de secretaris alleen optreedt, de tussenkomst van een extern afgevaardigde van de minister evidente problemen zal scheppen inzake procedure en termijnen (quid meer bepaald bij verschil in standpunten). Ten alle prijzen moet vermeden worden dat een beroepsprocedure(1) ingeleid door een tweede afgevaardigde namens de Minister de rechtsonzekerheid verhoogt. Een afgeleverd getuigschrift moet de aanvrager onmiddellijk rechtszekerheid bieden. Het gevaar voor een averechts effect door een verhoogd risico van een langere termijn van afhandeling moet uitgesloten worden. Tenslotte wijst de Hoge Raad op de mogelijke problemen bij afwezigheid van een secretaris. Het onderhavig voorontwerp van wet voorziet geen enkele delegatie. Om deze toestand op te vangen stelt de Hoge Raad voor dat het bureau in dat geval zelf beslist over de aanvragen. De schrapping van de woorden bedoeld in Titel II van de wet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap in lid 4 van artikel 12, 2, roept geen bemerkingen op. (1) Artikels 12 en 13 van de vestigingswet van 15 december 1970, B.S. van 20 maart 1971

7 Artikel 9 Artikel 13 van de programmawet wordt vervangen door: Voor het vaststellen van de ondernemersvaardigheden, bedoeld in artikel 3 van deze wet, neemt de Koning minstens de volgende criteria in overweging: 1 de noodzaak aan kwaliteitsgaranties voor de consument; 2 de bestaande onderwijs- en vormingsmogelijkheden, inzonderheid op het vlak van permanente vorming, en hun territoriale spreiding; 3 te technologische evolutie binnen de sector; 4 de bestaande beroepsreglementering in de andere Lid-Staten van de Europese Unie; 5 de wetten en besluiten die niet genomen zijn in uitvoering van deze wet, en die specifiek van toepassing zijn op de betrokken sector. De Hoge Raad acht het nuttig dat de ondernemersvaardigheden periodiek geëvalueerd worden. De snelle technologische evolutie kan bijsturing noodzaken. De Hoge Raad stelt vast dat het voorontwerp van wet de verplichte evaluatieprocedure afschaft die regelmatig moest gebeuren en ten minste om de 7 jaar. Hij keurt de vereenvoudiging van de evaluatieprocedure goed voor zover de noodzakelijke raadplegingen plaatsvinden. Hij stelt voor dat in die zin volgende alinea wordt toegevoegd : De Koning bepaalt de procedure voor de raadpleging van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen. De voorgestelde criteria dienen volgens de Hoge Raad niet enkel in overweging genomen te worden bij de vaststelling van de ondernemersvaardigheden (artikel 3), maar ook bij wijziging of opheffing ervan (artikel 6). Artikel 10 In artikel 17, 4, 2 de lid wordt het bureau vervangen door de secretaris. Zie hieromtrent de bemerkingen van de Hoge Raad bij artikel 8. Artikel 11 Dit artikel heft Hoofdstuk II van Titel II dat handelt over de stagiair-zelfstandige op. De Hoge Raad heeft begrip voor de overwegingen van de minister en gaat akkoord met zijn voorstel. BESLUIT De Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO brengt uitgezonderd één stem globaal gezien een unaniem gunstig advies uit over het voorontwerp van wet dat hem is voorgelegd. Overwegende het fundamenteel belang van deze materie voor een groot aantal zelfstandige beroepen dringt hij er evenwel op aan dat met de bemerkingen en wijzigingen die in dit advies zijn geformuleerd rekening wordt gehouden.