INHOUD TITEL I. HET EENHEIDSSTATUUT VOOR HET PERSONEEL VAN DE GEINTEGREERDE POLITIEDIENST, GESTRUCTUREERD OP TWEE NIVEAUS 1 Hoofdstuk I. Toepasbaarheid 1 Deel 1. De personeelsleden van het CorOps 2 Deel 2. De personeelsleden van het CALog 2 1. CorOps-personeelsleden in een CALog-bediening 2 2. De CALogisering 3 Deel 3. Contractueel personeel 3 Hoofdstuk II. De graden van het CorOps 4 Deel 1. De graden van het CorOps 4 Deel 2. De hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie 5 1. Specifieke regeling voor de ex-personeelsleden van het operationeel korps van de rijkswacht, officier van gerechtelijke politie zonder evenwel bekleed te zijn met een middenkadergraad 5 2. Specifieke regeling voor de personeelsleden van het basiskader die deel uitmaken van een lokale recherchedienst 6 3. Het rechercheursconcept 6 Hoofdstuk III. De graden en ambten van het CALog 9 Deel 1. Algemeenheden 9 Deel 2. Niveaus en graden 10 Deel 3. De weging van de ambten van niveau A 11 1. De weging 11 Deel 4. De naar het CALog overgeplaatste militairen 31 1. Algemene informatie 31 2. Definities 35 3. Procedure 35 4. Het statuut van de betrokken overgeplaatste militairen 37 5. Geldelijk statuut 41 6. Gecertificeerde opleiding 42 7. De kennis van de tweede taal 43 8. Het ziektecontingent 45 Deel 5. De overgang van het CorOps naar het CALog 45 1. In aanmerking komende personeelsleden 45 2. De overplaatsing naar het CALog 45 3. Gelijkwaardigheid tussen de operationele kaders en de administratieve niveaus 46 4. De inschaling 46 5. De overgang naar de niveau s B, C of D van het CALog-kader 46 6. De overgang naar het niveau A van het CALog-kader 48 7. Gecertificeerde opleiding 51 December 2011 Inhoud / 1
8. De kennis van de tweede taal 52 9. Beschermingswedde en vrijwaringen 52 10. Opruststelling 53 11. Loopbaan en mobiliteit 53 Hoofdstuk IV. De inwerkintreding van het RPPol 54 Deel 1. De inwerkingtreding zoals bepaald in de regelgeving 54 Deel 2. Keuze van het statuut 54 1. Het personeel van het CorOps 54 2. Het personeel van het CALog 55 3. De bij de (afgeschafte) rijkswacht afgedeelde militairen 57 Deel 3. Latere instap in het nieuwe statuut 57 Hoofdstuk V. De anciënniteiten 58 Deel 1. Soorten 58 1. De gecorrigeerde geldelijke anciënniteit 59 2. De berekening van de gecorrigeerde geldelijke anciënniteit bij deeltijdse prestaties 60 3. Behoud van de vroeger verworven geldelijke anciënniteit 61 4. De vaststelling van de anciënniteit ingevolge de inwerkingtreding van het RPPol 61 5. Invloed van bepaalde loopbaanincidenten op de geldelijke anciënniteit 61 Deel 2. De anciënniteit 68 Deel 3. De rangschikking 69 Deel 4. De vaststelling van de anciënniteit ingevolge de inwerkingtreding van het RPPol 70 Hoofdstuk VI. Rechten en plichten 70 Deel 1. Algemene principes 70 Deel 2. Principes die worden toegepast op alle personeelsleden 71 Deel 3. Principes toegepast op de politieambtenaren en de agenten van politie 72 Deel 4. Principes uitsluitend toegepast op de politieambtenaren 72 Deel 5. Het stakingsrecht 72 1. Algemeenheden 72 2. Het stakingsrecht van de personeelsleden van de lokale politie 74 3. Het stakingsrecht voor het personeel van de federale politie 75 Deel 6. De ongewettigde afwezigheid en het eventuele ontslag 77 Deel 7. Het RPPol en de rechten en plichten van de personeelsleden 77 1. De gezagsuitoefening 77 2. Het spreekrecht 78 3. Het opleidingsrecht 79 4. De deontologische code 79 5. De cumulatie 80 Inhoud / 2 December 2011
Deel 8. Het ongewenst seksueel gedrag op het werk (NIET van toepassing op de militairen die opteerden voor het behoud van het oude (militaire) statuut) 86 1. Definitie 86 2. De werking van de vertrouwensdienst 87 3. Beroepsgeheim van vertrouwenspersonen en preventieadviseurs (cf. art. 32quinquiesdecies van de wet betreffende het welzijn op het werk en art. 458 van het Strafwetboek) 89 Deel 9. Bescherming van de privélevenssfeer 93 Hoofdstuk VII. De naamlijst 94 Hoofdstuk VIII. Het persoonlijk dossier 95 Deel 1. De verschillende mappen en ondermappen van het persoonlijk dossier 95 Deel 2. De individuele fiche 97 Deel 3. Het inzagerecht en het beheer van het persoonlijk dossier 97 Hoofdstuk IX. De inhoudstafels van de meest belangrijke statutaire teksten (RPPol, UBPol, mozaïekwet en exoduswet) 98 Deel 1. De inhoudstafel van het KB van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten 98 Deel 2. De inhoudstafel van het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het KB van 31 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten 126 Deel 3. De inhoudstafel van de wet van 27 december 2000 houdende diverse bepalingen met betrekking tot de rechtspositie van het personeel van de politiediensten 132 Deel 4. De inhoudstafel van de wet van 26 april 2002 houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten. 133 Hoofdstuk X. De eervolle onderscheidingen aan de leden van de geïntegreerde politiediensten 137 Deel I. Algemene informatie 137 1. Bevoegde dienst 137 2. In aanmerking komende personeelsleden 137 3. Inwerkingtreding 137 Deel II. De verschillende eervolle onderscheidingen 138 1. Categorieën 138 2. De hiërarchische onderverdeling 138 Deel III. Toekenningsvoorwaarden 140 1. Nationale Orden 140 2. Burgerlijke eretekens 148 December 2013 Inhoud / 3
Deel IV. Toekenningsprocedure 150 1. Nationale Orden 150 2. De burgerlijke eretekens 151 3. Eredeken, Laureaat en Cadet van de Arbeid 153 4. Het Carnegie Hero Fund 154 Deel V. Data van toekenning 154 1. Nationale Orden 154 2. Burgerlijke eretekens en burgerlijk ereteken voor een daad van moed of zelfopoffering 155 3. Eredeken, Laureaat en Cadet van de Arbeid 155 4. Het Carnegie Hero Fund 155 Deel VI. Het dragen van de eretekens 155 1. Het dragen van de eretekens 155 2. Regels voor het dragen van onderscheidingen 157 Hoofdstuk XI. De schaalvergroting van de politiezones 159 1. De aanvraag tot samensmelting 160 2. Het personeel 161 Hoofdstuk XII. Het uniform van de geïntegreerde politie 162 Deel 1. Algemeenheden 162 Deel 2. De basisuitrusting 163 1. De basisuitrusting 163 2. De (algemene en/of specifieke) functieuitrusting 163 Hoofdstuk III. Het dragen van het uniform 164 Hoofstuk IV. Het beheer van het uniform 164 1. De basisuitrusting 164 2. De algemene functieuitrusting 165 3. De uniformcommissie 165 4. Zaakschade 166 5. Eigendom 166 6. Gevolgen van statutaire toepassingen op het puntenaantal en de algemene functieuitrusting 167 TITEL II. DE AANWERVING 1 Hoofdstuk I. De aanwerving van het personeel van het CorOps 1 Deel 1. Algemeenheden 1 Deel 2. De algemene toelatingsvoorwaarden 2 3 1. Voorwaarden te vervullen op de datum van de organisatie van de selectieproeven 2 3 2. Voorwaarden te vervullen bij de toelating tot de basisopleiding 2 3 3. Voorwaarde waaraan dient voldaan bij de toelating tot de stage 2 4 4. Uitsluitingsgronden 2 4 5. De medische selectiecriteria 2 4 6. De contractuele aspirant-agent van politie 12 Deel 3. De bijzondere toelatingsvoorwaarden 12 1 Deel 4. De diplomavereisten 13 Inhoud / 4 December 2013
Deel 5. De selectie en de werfreserve 14 1. De selectieproeven 15 2. De aanvraag 16 3. De proef betreffende de cognitieve vaardigheden 17 4. De persoonlijkheidsproef 19 5. Het interview 21 6. De fysiek-medische geschiktheidsproef 21 7. Het moraliteitsonderzoek 25 8. Het selectiegesprek met de commissie 28 9. De minimumdrempels 35 10. De deliberatiecommissie 35 11. Het vergelijkend examen 36 12. De wervingsreserve 37 13. De rechtstreekse aanwerving 38 Deel 6. De paritaire commissie die beroepen tegen ongeschiktheid ingevolge het niet van onberispelijk gedrag zijn onderzoekt 38 1. Samenstelling 38 2. Bevoegdheden 39 3. Werking 40 Deel 7. De volgorde van toelating tot de basisopleiding en de werfreserve 40 Deel 8. De overplaatsing van bepaalde militairen naar het CorOps van de federale politie 41 1. Wie komt in aanmerking? 41 2. De selectie 42 3. De kandidaatstelling 43 4. De terbeschikkingstelling 43 5. De overplaatsing 44 6. Statuut 44 7. De mobiliteit 45 Hoofdstuk II. De aanwerving van het personeel van het CALog 45 Deel 1. Algemeenheden 45 Deel 2. Het contractueel personeel 46 Deel 3. De algemene toelatingsvoorwaarden 48 Deel 4. De bijzondere toelatingsvoorwaarden 49 Deel 5. De diplomavereisten 50 Deel 6. De selectie en de werfreserve 50 1. Algemene bepalingen 50 2. De selectieproeven en -procedure 51 3. Uitsluitingsgronden 52 4. Vrijstellingen 52 5. De beslissing betreffende de geschiktheid 54 6. De wervingsreserve 54 Deel 7. De bijzonder rekenplichtige 55 1. Algemeenheden 55 2. De rekenplichtige in dienst van meerdere zones 57 December 2013 Inhoud / 5
3. De onafhankelijkheid van de rekenplichtige 57 4. De overgang van de gewestelijke ontvanger die bijzonder rekenplichtige is van een politiezone naar het CALog-kader van de lokale politie 58 5. De toekomst van de bijzondere rekenplichtige 61 TITEL III. DE OPLEIDING 1 Hoofdstuk I. De opleiding van het CorOps 1 Deel 1. Algemeenheden 1 Deel 2. Dienstactiviteit 2 Deel 3. Soorten (beroeps)opleiding 2 1 1. Basisopleiding 2 1 2. Voortgezette opleiding 35 3. Promotieopleiding 54 4. Functionele opleiding 68 5. Externe opleidingen in de politiediensten 140 Deel 4. De politiescholen 143 1. Definitie 143 2. Inrichtende macht 143 3. De erkenningsvoorwaarden 144 4. De door de minister erkende politiescholen 144 5. De door de minister en de minister van Justitie ingerichte politiescholen 146 6. De opdrachten van de politiescholen 146 7. Het beheerscontract 147 8. Het algemeen studiereglement 147 9. De waarde van diploma s of brevetten 147 10. De omkadering tijdens de opleiding 148 11. De organisatie van de opleidingen 150 12. De toelating tot de basisopleiding en de aanstelling in de graad 151 13. De financiering van de opleidingen 151 Deel 5. De rangschikking 152 Hoofdstuk II. De gecertificeerde opleiding van het CALog 152 Deel 1. Definitie 152 Deel 2. Voorwaarden tot deelname 153 Deel 3. Wat bij verhindering? 154 Deel 4. Overleg met betrekking tot de keuze van een gecertificeerde opleiding 156 Deel 5. Gevolgen 157 Deel 6. Het aanbod van gecertificeerde opleidingen 158 1. De methodologie die werd gevolgd bij het vastleggen van het aanbod van gecertificeerde opleidingen voor de CALog-personeelsleden 158 TITEL IV. DE STAGE EN DE BENOEMING 1 Hoofdstuk I. De benoeming van het CorOps 1 Deel 1. De benoeming van het CorOps 1 Inhoud / 6 December 2013
Deel 2. De eedaflegging 2 Deel 3. De eerste aanwijzing van een personeelslid van het CorOps 3 1. Algemene principes 3 Hoofdstuk II. De stage en de benoeming van het CALog 4 2 Deel 1. De stage van het CALog 4 2 1. Toegankelijkheid 4 2 2. Doel 4 2 3. De verplichte vormingsactiviteiten 4 2 4. De omkadering tijdens de stage 6 5. De stageduur 7 6. Opschorting van de stage 7 7. De evaluatie van de stagiair 8 8. Het stagedossier 10 9. De beroepsgeschiktheid van de stagiair 10 10. De benoeming 11 Deel 2. De eedaflegging 11 Deel 3. De eerste aanwijzing van een personeelslid van het CALog 11 Hoofdstuk III. Benoemende overheden 11 Hoofdstuk IV. De ambtshalve aanwijzing 12 Deel 1. Binnen de federale politie 12 Deel 2. Bij de lokale politie 13 TITEL V. DE ADMINISTRATIEVE LOOPBAAN 1 Hoofdstuk I. De loopbaan van het personeel van het CorOps 1 Deel 1. De bevordering of de benoeming tot een hogere graad 1 Deel 2. De baremische loopbaan 1 1. De baremische loopbaan in het kader van de agenten 2 2. De baremische loopbaan in het basiskader 2 3. De baremische loopbaan in het middenkader 2 1 4. De baremische loopbaan in het officierskader 3 5. De nationale selectiecommissie voor de hogere officieren 3 6. De overgang naar de loonschaal O7/O8 4 Deel 3. De bevordering te verkrijgen of de verhoging van loonschaal in het raam van een baremische loopbaan van het personeel CorOps 5 1. Toekenning van de bevordering en de loonschaalverhoging 6 2. De bevordering door verhoging in graad (binnen het kader van de officieren) 6 3. De bevordering door overgang naar een hoger kader 6 4. Bijzondere statutaire bepalingen met betrekking tot de personeelsleden die werden gedetacheerd naar het Comité P 8 5. Bijzondere statutaire bepalingen met betrekking tot de personeelsleden die werden gedetacheerd naar de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie 10 Juli 2013 Inhoud / 7
6. Bijzondere bepalingen voor de binnen de algemene directie van de gerechtelijke politie in een hogere graad aangestelde personeelsleden 20 7. De statutaire toestand van de personeelsleden die een basisopleiding volgen in het raam van de bevordering door overgang naar een hoger kader 23 Hoofdstuk II. De loopbaan van het personeel van het CALog 26 Deel 1. Algemene bepalingen 26 1. De bevordering door overgang naar een hogere klasse en de overgang naar een lagere klasse 26 2. De bevordering door overgang naar een hoger niveau 27 3 Het brevet voor overgang naar een hoger niveau 30 Deel 2. De baremische loopbaan van het CALog-personeel 32 1. De baremische loopbaan in de niveaus B, C en D 32 2. De baremische loopbaan in het niveau A 34 Hoofdstuk III. De functioneringsevaluatie 36 Deel 1. De eigenlijke evaluatie 36 1. De inhoud 36 2. De evaluatiedomeinen 37 3. De vermeldingen bij de evaluatie 72 4. De evaluatieactoren 75 5. Gronden van niet-evaluatie 80 6. Bijzondere gevallen van evaluatie 81 7. De opleiding 82 8. De evaluatieperiode 82 9. Het verlengen van de evaluatieperiode 85 10. Het planningsgesprek 85 11. Het functioneringsgesprek 89 12. Het evaluatiegesprek 95 13. De beroepsprocedure bij de eindvermeling onvoldoende 99 14. De procedure voor de beroepsraad 100 15. Het evaluatiedossier 101 16. De evaluatie van de syndicaal afgevaardigde 102 17. Inwerkingtreding van de evaluatieperiode 103 18. De evaluatie van de mandaathouder 103 TITEL VI. DE ADMINISTRATIEVE STANDEN DE VERLOVEN DE DIENSTVRIJSTELLINGEN DE NON-ACTIVITEITEN DE MOEDERSCHAPSBESCHERMING DE MEDISCHE BESCHERMING EN DE MEDISCHE CONTROLE DE ARBEIDSONGEVALLEN EN BEROEPSZIEKTEN 1 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen 1 Hoofdstuk II. De administratieve standen 2 Hoofdstuk III. De verloven 3 Deel 1. Het jaarlijks vakantieverlof 3 1. Aantal dagen en gebruik 3 2. Het recht op jaarlijks vakantieverlof 7 3. Opschorten van het jaarlijks vakantieverlof 12 Inhoud / 8 Juli 2013
4. De procedure bij weigering van het jaarlijks vakantieverlof 13 5. Het verlof in het kader van de vrijwillige vierdagenweek 14 1 6. Het jaarlijks vakantieverlof en de verminderde prestaties wegens ziekte 14 1 Deel 2. De wettelijke en reglementaire feestdagen 15 1. Algemeenheden 15 2. Overzicht 16 3. De dagen van de korpschef 16 4. De vervangende verlofdagen 17 Deel 3. Het omstandigheidsverlof 22 Deel 4. Het uitzonderlijk verlof (voor verkiezingen of voor prestaties bij brandweer en civiele bescherming) 28 1 1. De noodzakelijke duur 28 1 2. Maximale duur per jaar 28 2 Deel 5. Vaderschapsverlof 29 Deel 6. Ouderschapsverlof 30 Deel 7. Het adoptieverlof en het opvangverlof 30 1. Het adoptieverlof 31 2. Het opvangverlof (artikel VIII.VIII.2 RPPol) 31 Deel 8. Verlof om dwingende redenen van familiaal belang 32 Deel 9. Verlof voor het uitoefenen van een ambt bij een secretariaat, de cel algemene beleidscoördinatie of een cel algemeen beleid, bij het kabinet van een federaal, gemeenschaps-, gewestelijk, provinciaal of lokaal politiek mandataris of bij het kabinet van een politiek mandataris van de wetgevende macht 33 1. Definitie 33 2. Vereiste akkoorden 33 3. Beëindigen van het ambt 33 Deel 10. Verlof voor opdracht van algemeen belang 34 1. Wie komt in aanmerking voor verlof voor opdracht van algemeen belang? 34 2. Het beëindigen van het verlof voor opdracht van algemeen belang 34 3. Terbeschikkingstelling bij einde verlof voor opdracht 34 4. Opdracht van openbaar belang 35 5. Van rechtswege opdracht van algemeen belang 35 6. Gevolgen van de aanwijzing 37 7. Gevolgen van de uitoefening van een opdracht die niet werd erkend als zijnde van algemeen belang 38 8. Publicatie van de desbetreffende vacatures 38 Deel 11. Verlof voor loopbaanonderbreking 39 1. Statutair personeel 39 2. Contractueel personeel 39 3. Loopbaanonderbreking en de palliatieve verzorging van personen 40 4. Loopbaanonderbreking en het ouderschapsverlof 41 5. Loopbaanonderbreking en bepaalde graden en mandaathouders 44 1 6. De mogelijke uitbreiding van het principe van toekenning van loopbaanonderbreking 44 1 7. Gedeeltelijke loopbaanonderbreking 44 2 December 2013 Inhoud / 9
8. De loopbaanonderbreking voor de zorg van een zwaar ziek gezins- of familielid 44 2 9. Wat is de weerslag van de loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof op feest- en brugdagen? 45 Deel 12. Deeltijdse prestaties 45 1. De vrijwillige vierdagenweek 45 2. Vervangingen 51 3. De halftijdse vervroegde uittreding 52 4. Cumulatie van deeltijdse tewerkstelling en contracten van bepaalde duur met andere verloven 53 Deel 13. Ziekteverlof 59 1. Algemene bepalingen 59 2. Ziekteverlof en loopbaanonderbreking 61 3. Ziekteverlof en verlof om dwingende redenen 61 4. Beroepsziekte 61 5. Berekenen saldo 61 6. Ongeschiktheidsverklaring wegens ziekte of invaliditeit 76 7. Medisch toezicht 76 8. Verminderde prestaties wegens ziekte 77 9. De verminderde prestaties wegens ziekte en het omstandigheidsverlof of het uitzonderlijk verlof wegens overmacht 79 10. Profylactisch verlof 80 11. Berekening van het ziektecontingent bij privéongeval 80 Deel 14. De contractuelen en de verlofregeling 82 1. Het verlof om dwingende redenen 82 2. Andere verlofstelsels 83 3. Voor het overige vallen de contractuele personeelsleden onder de privéregeling 84 Deel 15. De proportionele vermindering van het jaarlijks vakantieverlof en het ziekteverlof 84 Hoofdstuk IV. De dienstvrijstellingen 85 Deel 1. Algemeenheden 85 Deel 2. Welke gevallen? 85 I. Aanrekening van de dienstvrijstellingen 86 1. Borstvoedingspauzes 86 2. Borstvoedingsverlof 87 3. De activiteiten van algemeen belang bepaald door de bevoegde overheid 88 Deel 3. De dienstvrijstelling in het kader van de verkiezingen 89 Deel 4. De dienstvrijstelling voor het geven van bloed, -plaatjes of -plasma 89 1. Geven van bloed en -plaatjes 90 2. Geven van bloedplasma 90 3. Geven van stamcellen 90 Deel 5. De dienstvrijstelling in het raam van de wederoproepingen van de leden van het reservekader van het leger 91 1. De (militair bepaalde) duur van de gewone wederoproeping 92 2. De andere wederoproepingen 92 Inhoud / 10 December 2013
Hoodstuk V. De non-activiteiten 93 Deel 1. Afwezigheid van lange duur wegens persoonlijke aangelegenheden 93 Deel 2. Disponibiliteit wegens ziekte 94 1. Algemeenheden 94 2. Voorwaarden van toekenning van het wachtgeld 95 3. Bedrag van het wachtgeld 95 4. Gevolgen van de indisponibiliteitstelling 96 5. De werkhervatting 96 6. Indisponibiliteitstelling en berekening van de wachttermijnen 97 7. Hoe wordt de situatie geregeld van een personeelslid dat ten gevolge van een disponibiliteit meer verlofdagen heeft opgenomen dan het aantal waar het recht op had? 99 Hoofdstuk VI. De moederschapsbescherming 100 Deel 1. Principes 100 Deel 2. Administratieve stand 100 1 Deel 3. Prenatale onderzoeken 101 Deel 4. Verminderde prestaties 101 Deel 5. Toepassing voor spildatum 102 Deel 6. Overzicht van de mogelijkheden tot verlenging van het moederschapsverlof 104 1. Verlenging van prenataal verlof 104 2. Verlenging van het postnataal verlof bij meergeboorte 105 3. Facultatieve overdracht van prenataal verlof 105 4. Verlenging van het postnataal verlof 105 Hoofdstuk VII. De medische bescherming en de medische controle 107 Deel 1. De medische bescherming 107 1. De kostenloze gezondheidszorgen 107 2. De medische bescherming van het CALog 112 3. De kostenloze gezondheidszorgen middels een ad hoc verzekering 112 4. De weigering van het recht op kostenloze gezondheidszorgen 113 5. Het recht op terugbetaling van kosten voor gezondheidszorgen in het buitenland 113 Deel 2. De medische controle 114 1. Toepassingsgebied 114 2. Definities 114 3. De plichten van het personeelslid in ziekteverlof 114 4. De medische controle en de spontane controle 116 Hoofdstuk VIII. De arbeidsongevallen en beroepsziekten 123 Deel 1. Toepassingsveld 123 Deel 2. Definities 123 Deel 3. De kosten bij een arbeidsongeval 125 Oktober 2012 Inhoud / 11
Deel 4. De kosten bij beroepsziekte 126 Deel 5. De verplaatsingskosten 127 Deel 6. De procedure 127 1. De aangifte van het arbeidsongeval of de beroepsziekte 127 2. Het geneeskundig onderzoek 128 3. De beroepskamer 129 4. De toekenning van de rente 130 5. De herziening 131 6. De tenlasteneming en de betaling van de kosten en vergoedingen inzake arbeidsongevallen en beroepsziekten 133 Deel 7. Het bedrag, de betaling en de tenlasteneming van de renten 134 1. De bezoldiging 134 2. De indexatie 135 3. De betaling en de begroting 135 Deel 8. Het kapitaal 135 Deel 9. Sportactiviteiten die kunnen worden erkend als arbeidsongeval 136 TITEL VII. HET DOELTREFFEND INZETTEN VAN HET PERSONEEL 1 Deel 1. Algemeenheden 1 1. De referentieperiode 1 2. De prestatienorm 1 3. De werkdag 3 4. De feestdagen 4 5. Vrije weekends 4 Deel 2. De arbeidsduur 5 1. Principes 5 2. Rusttijden 10 3. Maaltijden 11 4. Afwijkingen van de normale arbeids- en rusttijden 12 5. Dienstvrijstellingen 20 6. Het berekenen van de dienstprestatieduur 20 Deel 3. De nachtprestaties 53 Deel 4. Bereikbaarheid en terugroepbaar 55 Deel 5. De inplaatsstelling van het personeel 56 1. De eerste aanwijzing van een personeelslid van het CorOps 56 2. De aanwijzing van een personeelslid van het CorOps (enkel toegepast op het benoemde personeelslid) 57 Deel 6. De detacheringen (cf. artikelen 96, 2de lid, 96bis, 105, 4de lid WGP) 57 1. Structurele detacheringen 57 2. Soortgelijke toestanden 66 3. Deeltijds gedetacheerden 72 4 De financiering 73 5. De verbindingsambtenaren die vanuit gedeconcentreerde gerechtelijke dienst worden gedetacheerd naar lokale politie 74 Inhoud / 12 Oktober 2012
Deel 7. De detachering en de terbeschikkingstelling van personeelsleden (niet van toepassing op personeelsleden gedetacheerd conform artikelen 96 en 105 WGP) 75 1. De bevoegde overheid 75 2. De detachering 75 3. De terbeschikkingstelling 76 4. De terbeschikkingstelling van gemeentelijk personeel ten voordele van de lokale politie 76 Deel 8. De uitoefening van een hoger ambt 77 1. Bevoegde overheden 77 2. Principes 78 3. De akte van aanstelling 87 4. De hoedanigheid OGP/OBP 87 Deel 9. De herplaatsing 88 1. Kan worden toegepast op volgende personeelsleden 88 2. Principes van de herplaatsing 88 TITEL VIII. DE MOBILITEIT 1 Hoofdstuk I. De mobiliteitsregeling 1 Deel 1. Algemeenheden 1 1. Kan niet genieten van de mobiliteitsregeling 2 2. Kan slechts genieten van een gedeeltelijke mobiliteitsregeling 2 3. CALog-personeelsleden en de mobiliteit 3 4. De specifieke mobiliteitscyclus voor AINP 3 Deel 2. De bevoegde overheden 3 Deel 3. Het berekenen van de aanwezigheidstermijn 5 Deel 4. Het mobiliteitsdossier 8 Deel 5. De procedure 9 Deel 6. De kandidaatstelling 13 Deel 7. De selectiemodaliteiten 14 Deel 8. De gevolgen van de bij mobiliteit besliste aanwijzingen 16 Deel 9. De mobiliteit naar een korps van de lokale politie 18 1. Voor betrekkingen waarvan de aanwijzing niet afhankelijk is van een anciënniteit 18 1 2. Voor betrekkingen aan te wijzen op basis van een anciënniteit 18 1 3. De aanwijzing in de betrekking. 18 1 Deel 10. De mobiliteit in en naar de federale politie 19 1. Voor betrekkingen aan te wijzen op basis van anciënniteit 20 2. Voor betrekkingen die niet afhankelijk zijn van anciënniteit 21 3. De aanwijzing in de betrekking 21 4. De aanwijzing in een gespecialiseerde bediening 21 Deel 11. Het einde van de procedure 22 Deel 12. De sui generis-mobiliteit (IN-EX) 22 December 2013 Inhoud / 13
1. De sui generis -mobiliteit wanneer personeelsleden van de politiedienst via externe werving een betrekking verwerven binnen de politiediensten (IN-EX) 22 2. Bij het verlaten van de geïntegreerde politie 24 Deel 13. Het personeelsbulletin 41 Deel 14. De selectiecommissies 41 1. De plaatselijke selectiecommissies 41 2. De nationale selectiecommissies 43 3. De federale selectiecommissies 45 4. Vaststelling van de zitpenningen 49 Hoofdstuk II. De mobiliteitsregeling voor de verbindingsambtenaren 50 1. Bij de gouverneur (cf. art. 229 WGP en art. 134 Provinciewet) 50 2. Bij de lokale politie (cf. art. 105 WGP) 54 3. De mobiliteit naar een betrekking van verbindingsofficier (in internationaal verband) 54 TITEL IX. DE DEFINITIEVE AMBTSONTHEFFING, DE AMBTSNEERLEGGING EN DE HEROPNEMING 1 Hoofdstuk I. De definitieve ambtsontheffing en de ambtsneerlegging 1 Deel 1. Toepassingsgebied 1 Deel 2. De definitieve ambtsontheffing en de ambtsneerlegging 1 1. De definitieve ambtsontheffing zonder opzeggingstermijnen en haar gevolgen 1 2. De ambtsontheffing bij toepassing van artikel 125 WGP 2 3. De definitieve ambtsontheffing met opzeggingstermijnen en haar gevolgen 3 4. De ambtsneerlegging 3 Deel 3. De commissie voor geschiktheid van het personeel van de politiediensten en de ad hoc beroepscommissie 5 1. De commissies 5 2. De procedure in eerste aanleg 6 3. De procedure in eerste aanleg 10 4. De procedure in hogere aanleg 11 5. De herziening 11 Hoofdstuk II. De heropneming 11 Deel 1. Uitsluitingen 11 Deel 2. De voorwaarden tot heropneming 12 Deel 3. De procedure en haar gevolgen 12 Deel 4. De medische onderzoeken 13 Deel 5. Het verzoek tot heropneming 14 Deel 6. De beslissing tot heropneming 14 Deel 7. De procedure bij weigering tot heropneming 14 Deel 8. Vaststellen van het ziektecontingent bij heropneming 15 Inhoud / 14 December 2013
TITEL X. HET MANDAAT 1 Hoofdstuk I. De aanwijzing voor een mandaat 1 Deel 1. De mandaten 1 Deel 2. De categorieën van mandaten 2 Deel 3. Het mandaatdossier 4 Deel 4. De voorwaarden voor aanwijzing in een mandaat 5 1. Algemene voorwaarden 5 2. Specifieke voorwaarden 6 Deel 5. De procedure voor aanwijzing in een mandaat 9 1. De vacature 9 2. De oproep tot kandidaatstelling 9 3. De kandidaatstelling 10 4. De procedure voor de selectiecommissie 10 Deel 6. De aanwijzing voor een mandaat 12 1. Aanwijzende overheden 12 2. Opnemen van het mandaat waarvoor het personeelslid werd aangewezen 12 3. De eedaflegging (bij de aanvang van het mandaat) 13 4. De gevolgen van het opnemen van het mandaat 13 5. De gevolgen van het opnemen van het mandaat van (adjunct-)inspecteur-generaal 14 Deel 7. De opdrachtbrief 14 2 Deel 8. De evaluatie van de mandaathouder 14 3 Deel 9. De hernieuwing van het mandaat 15 1. Het verzoek tot hernieuwing en de evaluatie 15 2. De hernieuwing van het mandaat 16 3. Beëindiging van het mandaat 17 4. Richtlijnen betreffende het verzoek tot hernieuwing van bepaalde mandaathouders (einde periode van de primo-mandaten) 21 Deel 10. De mandaathouder en de mobiliteit 38 Deel 11. Bijzondere bepalingen voor de aanwijzing in bepaalde mandaten 38 1. Het mandaat van korpschef 38 2. De overige mandaten in de lokale politie 39 3. Het mandaat van commissaris-generaal, directeur-generaal, bestuurlijke directeur-coördinator en gerechtelijke directeur 39 4. Het mandaat van inspecteur-generaal en van adjunct-inspecteur-generaal 41 5. Bijzondere regels voor de federale politie: de aanwijzing voor een ander mandaat 42 Deel 12. De functiebeschrijving en de daaruit voortvloeiende profielvereisten van de korpschef 42 1. Algemene functieomschrijving 42 2. Algemene voorwaarden 44 3. Specifieke voorwaarden 44 December 2013 Inhoud / 15
Deel 13. De functiebeschrijvingen en de daaruit voortvloeiende profielvereisten voor de mandaten binnen de federale politie 47 1. De commissaris-generaal 48 2. De directeur-generaal van de bestuurlijke politie 55 3. De directeur-generaal van de algemene directie van de ondersteuning en het beheer 60 4. De directeur-generaal van de algemene directie gerechtelijke politie 65 5. De gerechtelijk directeur 70 6. De bestuurlijke directeur-coördinator 74 Deel 13a. De functiebeschrijvingen en de daaruitvloeiende profiel vereisten voor de mandaten binnen de Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie 104 9 1. Algemeenheden 104 9 2. De functiebeschrijvingen en de daaruitvloeiende profielvereisten 104 12 Deel 14. De selectiecommissies voor het voordragen/aanstellen van de mandaathouders 105 1. Gemeenschappelijke bepalingen 105 2. De plaatselijke selectiecommissie voor het ambt van korpschef 106 3. De nationale selectiecommissie voor het ambt van korpschef, ingesteld bij de FOD Binnenlandse Zaken of een door de minister aangewezen dienst 107 4. De selectiecommissie voor het ambt van commissaris-generaal 108 5. De selectiecommissie voor het ambt van directeur-generaal 109 6. De selectiecommissie voor het ambt van bestuurlijk directeur- coördinator, ingericht bij de federale politie 109 7. De selectiecommissie voor het ambt van gerechtelijk directeur, ingesteld bij de federale politie 110 8. De selectiecommissie voor het ambt van inspecteur-generaal en adjunctinspecteur-generaal 111 9. De selectiecommissie voor het ambt van directeur 111 Deel 15. Mandaten die kunnen worden ingevuld zonder te voldoen aan bijzondere statutaire vereisten 112 1. Het Administratief en Technisch Secretariaat (SAT) bij de FOD Binnenlandse Zaken 112 2. Het Administratief en Technisch Secretariaat (SAT) bij de FOD Justitie 114 3. De leden van de diensten voor beleidsondersteuning bij de federale politie 116 4. Het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse 117 TITEL XI. HET GELDELIJK STATUUT 1 Hoofdstuk I. Het geldelijk statuut 1 Deel 1. Wedde en het recht op wedde 1 1. In aanmerking komend personeel 1 2. Definities 2 3. Het recht op wedde 3 4. De vaststelling van de wedde 3 5. De geldelijke anciënniteit 20 6. De vrijwaringsclausules, bij bevordering of toelating tot een hogere graad/loonschaal 29 7. De uitbetaling van de wedde 29 Inhoud / 16 December 2013
8. De spilindex 30 Deel 2. Weddenbijslagen 31 1. Algemeenheden 31 2. Weddenbijslag voor de uitoefening van een mandaat 32 3. Weddenbijslag voor de uitoefening van een hoger ambt 32 Deel 3. De gewaarborgde bezoldiging 33 Deel 4. Toelagen 34 1. Algemene bepalingen 34 2. Cumuleerbaarheid 36 3. De verschillende toelagen 39 Deel 5. Gemeenschappelijke toelagen voor de personeelsleden van de politiediensten en de ambtenaren van de federale ministeries 84 1. Het vakantiegeld 85 2. De integratiepremie 86 3. De toelage voor geselecteerde 87 4. De vormingstoelage 88 5. De meesterschapstoelage 90 6. De functietoelage voor onderofficieren die tijdelijk aangewezen worden om het ambt van officier of van ambtenaar van niveau A uit te oefenen 91 Deel 6. Toelagen voor dienstprestaties op een zaterdag, een zondag, een feestdag of tijdens de nacht, alsook toelagen voor het contacteerbaar en terugroepbaar personeel en voor een ononderbroken dienst van meer dan 24 uur en functionele toelagen 92 1. Toelage voor dienstprestaties uitgevoerd op een zaterdag, een zondag, een feestdag en tijdens de nacht 92 2. Uurtoelage voor bijkomende dienstprestaties 95 3. Toelage voor bereikbaar en terugroepbaar personeel 96 4. Toelage voor een ononderbroken dienst van meer dan vierentwintig uur 100 5. Toelagen van functionele aard 101 Deel 7. Vergoedingen 131 1. Algemene bepalingen 131 2. Vergoedingen gemeenschappelijk voor de personeelsleden van de politiediensten en de ambtenaren van de federale ministeries 131 3. Vergoeding voor werkelijke onderzoekskosten 132 4. Vergoeding voor telefoon 142 5. Vergoeding voor onderhoud van politiehond 145 6. Vergoeding voor onderhoud van het uniform 146 7. Vergoeding voor vaste dienst bij de SHAPE 146 8. Vergoeding voor maaltijd-, verblijf-, traject- en verhuiskosten 147 9. Vergoeding van kosten die van een andere aard zijn dan de traject- of verhuiskosten, gemaakt tijdens een dienstverplaatsing buiten het Rijk 166 10. Vergoeding van trajectkosten als gevolg van dienstverplaatsingen verricht hetzij in België, hetzij buiten het Rijk 181 11. Vergoeding van de verhuiskosten 200 12. Betaling van de vergoedingen 204 13. De forfaitaire vergoeding toegekend in het kader van de deelname aan humanitaire operaties (met ingang van 1 april 2001) 205 14. Vergoedingen en de index 211 December 2013 Inhoud / 17
15. Allerlei bezoldigingen en tegemoetkomingen 212 Deel 7. De geldelijke rechten van het personeel in het kader van de uitoefening van het stakingsrecht 218 1. De notie bezoldiging 218 2. Vaststellen van de te ontvangen bezoldiging 218 3. De notie werkonderbreking 219 Deel 8. De geldelijke rechten van de personeelsleden die het slachtoffer zijn van een arbeidsongeval 220 1. Ter herinnering 220 2. Schadeloosstellingen 220 3. Verantwoordelijke overheid bij mobiliteit 221 4. Tijdelijke arbeidsongeschiktheid 221 5. Blijvende arbeidsongeschiktheid 224 6. De herplaatsing 226 7. Dodelijke arbeidsongevallen 226 1 Hoofdstuk II. De loonschalen van het CorOps (vanaf 1 april 2001) 228 Hoofdstuk III. De loonschalen van het CALog (vanaf 1 januari 2007) 240 TITEL XII. DE AANSPRAKELIJKHEID EN DE RECHTSHULP 1 Hoofdstuk I. Algemeenheden 1 Hoofdstuk II. Rechtsbescherming: burgerlijke aansprakelijkheid en rechtshulp (cf. Hoofdstuk V, artikelen 48 52) 1 1. Inleiding 1 2. Terminologie 2 3. Specifieke kenmerken van de uitoefening van het politieambt 2 4. De aansprakelijkheid van de politieambtenaar en de agent van politie (artikelen 48 en 49) 3 5. De aansprakelijkheid van de overheid 7 6. De persoonlijke verplichting tot het betalen van de gerechtskosten 9 7. De rechtshulp ten laste van de overheid (artikel 52) 9 8. Beperkingen met betrekking tot de rechtshulp 13 Hoofdstuk III. Zaakschade (cf. Hoofdstuk V, artikel 53) 15 1 Algemene informatie 15 2. De procedure 17 TITEL XIII. DE PENSIOENREGELING 1 Hoofdstuk I. HET PENSIOEN IN DE OVERHEIDSSECTOR 1 Deel 1. De beslissingen van de regering Di Rupo I 1 1. Verhoging van de effectieve leeftijd om op vervroegd pensioen te gaan 1 2. Verlenging van sommige loopbanen door de bijzondere stelsels op het algemeen stelsel af te stemmen 2 3. Verhoging van het aantal jaren dat voor de pensioenberekening in de overheidssector meetelt 2 4. Vrijwillig werken na de pensioenleeftijd 2 Inhoud / 18 December 2013
5. Bij de pensioenberekening het werk meer laten doorwegen ten opzichte van de periodes van inactiviteit 3 Deel 2. De wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen (B.S. 30.12.2011) voert deze principes uit 4 Deel 3. Vrijwillig werken na de pensioenleeftijd van 65 jaar 5 Deel 4. Het (vervroegd) pensioen (sinds 1 januari 2012) 7 1. Het rustpensioen op 65 jaar 7 2. Het vervroegd rustpensioen 8 Deel 5. De pensioenbonus 10 17 1. Omschrijving 10 17 2. In aanmerking komend personeel 10 17 3. Aanvang en opbouw 10 18 4. Bedrag van de pensioenbonus 10 18 5. In aanmerking te nemen diensten 10 19 6. Wordt de pensioenbonus meegerekend voor het pensioen? 10 19 7. Quid in het oude systeem verworven rechten? 10 20 Deel 6. De wet van 30 maart 2001 10 20 Deel 7. Het pensioenstelsel 11 Deel 8. De berekening van het rustpensioen en het tantième 12 1. Referentiewedde 12 2. Het tantième 1/50 12 December 2013 Inhoud / 18 1