Artikel 3. Agrarisch met waarden Hoevenlandschap



Vergelijkbare documenten
b. beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten, met dien verstande dat:

Regels wijzigingsplan Zijldijk 41, te Leiderdorp

wijzigingsplan Zijldijk 32a

bijlage 3 bestemming(en) na wijziging

Artikel X Wonen. X.2 Bouwregels

1. Artikel 12 Horeca. De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor: - print d.d.

Uittreksel Bestemmingsplan Klarenbeek. Uitsnede plankaart. Regels

Planregels. Wijzigingsplan Buitengebied Noord 1e wijziging. augustus 2016

Algemeen Voor het bouwen van gebouwen geldt dat de afstand van gebouwen tot de as van de weg niet minder mag bedragen dan 15 m.

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen;

Planregels. wijzigingsplan Buitengebied Midden 1 ste wijziging. Oktober 2016

BIJLAGE 2. Van toepassing zijnde regels na wijziging in de bestemming

Wonen. 1.2 Bouwregels

REGELS. Kenmerk:

BESTEMMINGSBEPALINGEN

Bijlage 3 Voorbeeld planregels

a. op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' zijn de gronden tevens bestemd voor langzaam verkeersdoeleinden.

Uw eigen bouwkavel Roordahiem, Terkaple

Bovenweg 1 - Grootegast manege Dijkstreek 7 - Niekerk Interieurbouw, verkoop via internet, showroom maximaal 60 m 2 bestaand

Artikel 6: Woondoeleinden 4

Wijzigingsplan Groenedijk 1 te Ouddorp. Gemeente Goeree-Overflakkee. Planstatus: vastgesteld wijzigingsplan Datum: 27 september 2016

Artikel 22: Wonen Bestemmingsomschrijving

waarbij, ter plaatse van de aanduiding karakteristiek, de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm wordt nagestreefd;

Artikel 4: Woondoeleinden 2

Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

Hoofdstraat 120 Stadskanaal

Hoevensestraat 14 Vught. Regels. Wijzigingsplan. Opdrachtgever: Datum vrijgave. Opstellers: Rapportnummer: Dhr. en mevr. H.J.G. Hendriks.

Bestemming Verblijfsrecreatieve

Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

BIJLAGE 2 tekst herziene voorschriften van Westenholte

Artikel 2 Woondoeleinden IV (W IV) 5 Artikel 3 Erven III (E III) 7 Artikel 4 Tuinen II (T II) 9

Artikel 19 Wonen - Karakteristiek

Artikel 3 WOONDOELEINDEN (W)

Inhoudsopgave. Regels 3

1.1 plan: het bestemmingsplan 'Varkenshouderij Laarstraat' van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde

Bestemmingsplangebied. Legenda

Pelgrimsche Hoeve. Kavelgegevens prijs: 325 / m² ex. btw. Fase 3 kavelnummer: 1. 's-hertogenbosch. PRIJS: k.k. ex. btw.

De Cocksdorp Postweg 2

Bijlage 2: Bestemming Wonen - 1

Perceel Hoofdstraat 220 Oostwold. Bestemmingsplan Buitengebied Leek Bestemming Wonen VOORSCHRIFTEN BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED LEEK (2010)

REGELS Inhoudsopgave

Bijlage 3: Bestemmingen na wijziging

Uitwerkingsplan. Assenrade, fase 2. Gemeente Hattem. Datum: 4 juni 2013 Projectnummer:

Waarde Ontwikkelingszone groen

Wonen Bestemmingsomschrijving Bouwregels

A r t i k e l 1 T u i n

4 4 vr v ije j ka k ve v ls l s De Sche h ife f la l ar r 15, Veghe h l Vig i ere r nde d be b st s emming n 1

Snelder Zijlstra Bedrijfsmakelaars

Planregels. wijzigingsplan 'Hoofddorp Noord 2e wijziging' ontwerp juni 2015

BESTEMMINGSPLAN RUINERWEG, ECHTEN BOS BIJ VAN HARTE

Artikel 3 Agrarisch met waarden

o wonen $ max. hoogte D bouwvlak ~ max. goothoogte 1:",,:i:i::iro"1 tuin ~ waarde - archeologie

Artikel 21 Wonen. Voor het bouwen gelden de volgende regels:

Artikel 25 Wonen 25.1 Bestemmingsomschrijving 25.2 Bouwregels

het bestemmingsplan Buitengebied Hardenberg, herziening regels van de gemeente Hardenberg; 1.2 bestemmingsplan:

Bestemming vrijstaande woningen W-A2 De Opslach Ryptsjerk

Ontwerp wijzigingsplan. Wormerweg 17. Gemeente Beemster

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

Artikel 11 Maatschappelijk

Planregels. Wijzigingsplan Nieuw-Vennep 1e wijziging 2 e fase

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS

Artikel 21 Wonen. Voor het bouwen gelden de volgende regels:

Bijlage 2. Regels bestemming Gemengd Voormalige (agrarische) bedrijfsbebouwing

30.1 Bestemmingsomschrijving

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 5 Bedrijventerrein

Bestemming 2 ^1 kapwoningen W-B2 De Opslach Ryptsjerk

Reparatiebesluit Bestemmingsplan Buitengebied Valkenburg aan de Geul Regels

P l a n r e g e l s vrs

Artikel 16 Woongebied

Wijzigingsplan Locatie Kwekerij Slot. Gemeente Beemster

Ontwerpbestemmingsplan Plattelandswoningen Someren Gemeente Someren

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Toepassingsregels 3 Artikel 2 Begrippen 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Wonen 5

Cultuur en ontspanning. Bestemmingsomschrijving

Regels bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk

UITWERKINGSPLAN MORTIERE FASE 4C3. GEMEENTE MIDDELBURG onherroepelijk 17 december ruimte voor ideeën

Artikel 8 Centrum Bestemmingsomschrijving

B i j l a g e 2 : B e s t e m m i n g G e m e n g d

Reparatieplan Hierden Dorp Vastgesteld bestemmingsplan

Uw eigen bouwkavel Nij Sân Ro en, Ro um

Agrarisch met Waarden Natuur- en Landschapswaarden

Artikel 3 Agrarisch met waarden

T E K O O P. Losplaats ong. te Maarheeze

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor: 1. educatieve instellingen met inbegrip van kinderopvang;

Regels, behorende bij "1 e herziening Uitwerkingsplan Mortiere fase 4 van het bestemmingsplan Mortiere van de gemeente Middelburg

Fortuinlaan Krommenie Regels

Bijlage 1 Aanpassing verbeelding voor de locatie Zwarteweg 28

uitwerkingsplan Mortiere fase 7

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDENDE EN ALGEMENE BEPALINGEN. Begripsomschrijvingen 2. BESTEMMINGSBEPALINGEN

Prins Hendrikstraat 88 a Belfeld Koopsom: kosten koper

BIJLAGE 2 - VOORSCHRIFTEN - PLANKAART

TE KOOP Bosperceel Hoogerheide (Gemeente Woensdrecht)

Bestemmingsplan Kom Schore Gemeente Kapelle

Onderstaand is uitsluitend de voor het onderhavige plan relevante regelgeving weergegeven.

Artikel 3 Agrarisch met waarden

9.2.1 Algemene bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

perceel landbouwgrond

Regels bestemmingsplan '7e herziening Dubbeldam, gebied Haaswijkweg - Oudendijk'

Transcriptie:

1 Artikel 3. Agrarisch met waarden Hoevenlandschap 3.1. Bestemmingsomschrijving De voor Agrarisch met waarden Hoevenlandschap aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. de uitoefening van grondgebonden agrarische bedrijven, waarbij per bouwvlak ten hoogste één agrarisch bedrijf is toegestaan, met dien verstande dat voor de toepassing van deze bepaling de bouwvlakken die gekoppeld zijn door middel van een relatieteken (figuuraanduiding), gezamenlijk als één bouwvlak worden aangemerkt; b. het weiden van vee en/of het verbouwen van gewassen (niet in een volkstuincomplex); c. de instandhouding, bescherming en ontwikkeling van zowel de landschappelijke waarden van het Hoevenlandschap, als de cultuurhistorische waarden van het oorspronkelijke verkavelingspatroon; d. een intensieve veehouderij ter plaatse van de aanduiding intensieve veehouderij ; e. een paardenpension ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van agrarisch paardenpension f. intensieve veehouderij als neventak, mits de daarvoor aangewende oppervlakte van de bebouwing niet meer bedraagt dan 250 m², tenzij op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan een grotere oppervlakte aanwezig was, in welk geval de oppervlakte niet meer mag bedragen dan bedoelde grotere oppervlakte; g. de waterhuishouding; h. nutsvoorzieningen en kleinschalige infrastructurele voorzieningen; i. extensief recreatief medegebruik; j. instandhouding van waardevolle bomen ter plaatse van de aanduiding monumentale boom ; k. behoud en bescherming van de cultuurhistorische waarde van gebouwen ter plaatse van de aanduiding cultuurhistorische waarden. 3.2. Bouwregels Op en in deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken toegestaan, die ten dienste staan van de bestemming. 3.2.1. Bedrijfsgebouwen Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels: a. de gebouwen dienen noodzakelijk te zijn in verband met de doelmatige agrarische bedrijfsvoering ter plaatse; b. de reeds aanwezige bebouwing wordt betrokken bij de beoordeling van de doelmatigheid; c. de gebouwen mogen uitsluitend binnen de bouwvlakken worden gebouwd; d. de gebouwen mogen uitsluitend in 1 bouwlaag worden gebouwd; e. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m; f. de hoogte mag niet meer dan 10 m bedragen. 3.2.2. Bedrijfswoningen Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels: a. de bedrijfswoningen mogen uitsluitend binnen de bouwvlakken worden gebouwd; b. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan zoals aangegeven op de verbeelding; c. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer dan 600 m³ bedragen, tenzij op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan een grotere inhoud aanwezig was, in welk geval de inhoud niet meer mag bedragen dan bedoelde grotere inhoud;

2 d. per bouwvlak mag niet meer dan 1 bedrijfswoning worden gebouwd, tenzij op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan meer bedrijfswoningen aanwezig waren, in welk geval het aantal bedrijfswoningen niet meer mag bedragen dan het aanwezige aantal. e. beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten in de bedrijfswoning zijn toegestaan, met dien verstande dat: 1. het beroep of bedrijf door de bewoner van de woning wordt uitgeoefend welke bewoner maximaal 2 medewerkers mag hebben; 2. het gebruik van de woning en de bijbehorende bouwwerken voor beroep of bedrijf niet mag leiden tot een (onevenredige) afbreuk of aantasting van: het woonkarakter van de woning; de ruimtelijke uitwerking of uitstraling van de (primaire) woonfunctie; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bebouwing; het woongenot en de woonsituatie van de aangrenzende gronden en bebouwing; het woonkarakter en woonmilieu van de straat, buurt of wijk; 3. er geen sprake is van publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis; 4. maximaal 35% van de bebouwde oppervlakte van de woning en de bijbehorende bouwwerken mag worden benut voor het beroep of bedrijf, met een maximum van 75 m²; 5. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen nadelige invloed heeft op de parkeerbehoefte in de openbare ruimte; 6. er geen beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten in de openbare ruimte rond de woning mogen plaatsvinden, met uitzondering van in- en uitladen; 7. het geen milieuvergunningsplichtige of meldingsplichtige bedrijven in het kader van de Wet milieubeheer betreft, zoals deze luidt op het tijdstip van het verkrijgen van rechtskracht van dit plan, met dien verstande dat in ieder geval zijn toegestaan de activiteiten die in de van deze regels deel uitmakende Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging (bijlage 1) zijn aangemerkt als categorie A, dan wel daarmee gelijk kunnen worden gesteld voor wat betreft hun ruimtelijke uitwerking voor de omgeving; 8. geen buitenopslag plaatsvindt; 9. reclame-uitingen maximaal 0,15 m² zijn en plat tegen de gevel worden gemonteerd of vrijstaand op een maximale hoogte van 1 meter op eigen terrein. 3.2.3. Bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels: a. de bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. de goot- en/of boeiboordhoogte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw; c. de goot- en/of boeiboordhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3 m; d. de bijbehorende bouwwerken mogen plat worden afgedekt of met een dakhelling kleiner dan 45 ; indien de dakhelling van het hoofdgebouw groter is dan 45 mogen bijbehorende bouwwerken een dakhelling overeenkomstig het hoofdgebouw hebben; e. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken mag bij elke woning niet meer bedragen dan 75m²; f. in afwijking van het gestelde in a t/m d dient van een waardevol pand dat onderdeel uitmaakt van een op de verbeelding aangegeven cultuurhistorische waarden, de uitwendige hoofdvorm, zoals blijkend uit de bestaande goothoogte, hoogte en dakvorm, te worden gehandhaafd.

3 3.2.4. Veldschuren en/of schuilgelegenheden buiten de bouwvlakken Bestaande bebouwing buiten de bouwvlakken, zoals veldschuren en/of schuilgelegenheden, welke krachtens een bouwvergunning dan wel omgevingsvergunning is opgericht en in overeenstemming is met de bestemming volgens dit plan, maar afwijkend van één of meer bebouwingsregels, wordt geacht aan het plan te voldoen. 3.2.5. Andere bouwwerken Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels: a. de hoogte van de andere bouwwerken buiten het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 1,30 meter; b. (kunst)mest- en/of voedersilo s en kuilvoerplaten en -sleuven mogen uitsluitend binnen de bouwvlakken worden gebouwd; c. de hoogte van de andere bouwwerken binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven: andere bouwwerken torensilo's palen en vlaggenmasten afscheidingen mest- en/of kuilvoerplaten en -sleuven overige andere bouwwerken max. hoogte 12 m 8 m 2 m 1 m 6 m 3.3. Nadere eisen Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen met betrekking tot de plaats en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken ten behoeve van: a. een samenhangend bebouwingsbeeld; b. de instandhouding en de bescherming van de waarden zoals genoemd in lid 3.1. 3.4. Afwijkingen 3.4.1. Intensieve veehouderij 3.1 voor intensieve veehouderij als neventak op een oppervlakte van niet meer dan 750 m², mits dit zich verdraagt met de ter plaatse van belang zijnde omgevingskwaliteiten (landschap, natuur en/of water). 3.4.2. Niet-agrarische nevenactiviteiten 3.1 voor het toestaan van de volgende niet-agrarische nevenactiviteiten: a. agrarische hulp- en loonactiviteiten; b. paardenpension zonder buitenbak; c. paardenpension met buitenbak binnen het gebied met de aanduiding recreatie ; d. bed & breakfast; e. kleinschalig kampeerterrein, binnen het gebied met de aanduiding recreatie, met dien verstande dat er geen stacaravans zijn toegestaan;

4 f. horeca van categorie a ten dienste van extensief recreatief medegebruik, binnen het gebied met de aanduiding recreatie en/of alleen in nabijheid recreatieve routes; g. bezoekers- en/of cursuscentrum, inclusief horeca van categorie c; h. atelierruimte; i. detailhandel overwegend in ter plaatse voortgebrachte of streekeigen producten; j. sociale dienstverlening, zoals een zorgboerderij of kinderdagverblijf; k. zuivelverwerking en andere bewerking van agrarische producten, die op het eigen bedrijf of in de directe omgeving daarvan gelegen agrarische bedrijven zijn geproduceerd; l. ambachtelijke bedrijven, zoals een dakdekker, rietdekker, schildersbedrijf, meubelmaker of installatiebedrijf; m. zakelijke dienstverlening, zoals een adviesbureau of een computerservicebureau; n. andere niet-agrarische bedrijfs- en andere activiteiten, die in ruimtelijk en functioneel opzicht met de hiervoor genoemde activiteiten gelijk kunnen worden gesteld; o. de stalling van caravans, campers, boten en vergelijkbare goederen, met dien verstande dat deze alleen in de gebouwen mag plaatsvinden; Bij het afwijken als bedoeld in 3.4.2 onder a t/m o worden de volgende voorwaarden in acht genomen: 1. de agrarische bedrijvigheid is en blijft als hoofdfunctie aanwezig; 2. de nevenactiviteiten, genoemd onder a,d,g,h,i,k,l,m, en o, mogen uitsluitend plaatsvinden binnen de bestaande bebouwing; 3. de oppervlakte van de activiteiten genoemd onder 3.4.2. a mag niet meer bedragen dan 300 m², gebouwen en onbebouwd samen; 4. de oppervlakte van de activiteiten genoemd onder 3.4.2. b,c,d, h,j,k,l, m en n mag niet meer bedragen dan 300 m² (gebouwen), 5. de oppervlakte van de activiteiten, genoemd onder 3.4.2.f. mag niet meer bedragen dan 150 m², gebouwen en onbebouwd (terras) samen; 6. de oppervlakte van de activiteiten, genoemd onder 3.4.2. i mag niet meer bedragen dan 150 m² (gebouwen); 7. ten behoeve van de niet-agrarische nevenactiviteiten mogen de bestaande gebouwen niet worden uitgebreid en er mogen geen nieuwe gebouwen worden gebouwd; 8. de activiteiten die niet in gebouwen plaatsvinden (zoals kamperen, parkeren, terras en/of buitenbak) moeten binnen het bestaande bouwvlak plaatsvinden; 9. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer; 10. de parkeerbehoefte wordt op eigen terrein en binnen het bestaande bouwvlak opgelost; 11. de activiteiten worden landschappelijk ingepast indien de terreininrichting wordt gewijzigd, wat moet blijken uit een door de aanvrager op te stellen inrichtingsplan; 12. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden worden niet beperkt, waaronder in ieder geval wordt verstaan dat de bedrijfsvoering van de omliggende bedrijven niet op onevenredige wijze wordt gehinderd, waarbij met name wordt gedacht aan de milieu aspecten. 3.4.3. Rustende boer 3.2.2.onder c en d en artikel 1 onder 15 voor een nader te bepalen periode voor inwoning, met dien verstande dat de inhoud van de bedrijfswoning in samenhang daarmee mag worden vergroot tot 700 m³, dan wel, indien een grotere inhoud aanwezig is, de inhoud blijft binnen de bestaande inhoud zoals die bestond op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan;

5 3.4.4. Overschrijding bouwgrenzen 3.2.1 onder c voor de overschrijding van bouwgrenzen tot maximaal 20% van de oppervlakte van het bouwvlak, mits is aangetoond dat dit noodzakelijk is in verband met een goede bedrijfsvoering en er sprake is van een goede landschappelijke inpassing, wat moet blijken uit een door de aanvrager op te stellen inrichtingsplan. Deze afwijking geldt niet indien sprake is van een intensieve veehouderij. 3.4.5. Nieuwe veldschuren en/of schuilgelegenheden buiten bouwvlak 3.2.1 onder c voor de bouw van nieuwe veldschuren en/of schuilgelegenheden buiten de bouwvlakken, met dien verstande dat: a. dit noodzakelijk moet zijn ten behoeve van een doelmatige agrarische bedrijfsvoering; b. de oppervlakte van een veldschuur niet meer mag bedragen dan 100 m² per bedrijf c. de goothoogte van een veldschuur niet meer mag bedragen dan 3 m en de bouwhoogte niet meer dan 5 m; d. de oppervlakte van een schuilgelegenheid niet meer mag bedragen dan 30 m²; e. de bouwhoogte van een schuilgelegenheid niet meer mag bedragen dan 3 m; f. er sprake is van een goede landschappelijke inpassing, wat moet blijken uit een door de aanvrager op te stellen inrichtingsplan. 3.4.6. Andere bouwwerken buiten bouwvlak 3.2.5 onder b voor de bouw van andere bouwwerken zoals kuilplaten en sleufsilo s buiten bouwvlakken, met dien verstande dat: a. dit noodzakelijk moet zijn ten behoeve van een doelmatige agrarische bedrijfsvoering; b. de andere bouwwerken direct grenzend aan het bouwblok worden gesitueerd; c. de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 100 m² per bedrijf; d. de hoogte niet meer mag bedragen dan 1 m; e. er sprake is van een goede landschappelijke inpassing, wat moet blijken uit een door de aanvrager op te stellen inrichtingsplan. 3.5. Gebruiksregels Onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.10, lid 1 Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan het gebruik van: a. teeltondersteunende voorzieningen; b. paardenbakken en/of paddocks, buiten de bouwvlakken. Onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.10, lid 1 Wet ruimtelijke ordening wordt niet verstaan: a. het gebruik van de gronden binnen de bouwvlakken voor de volgende wijzen van (co-)vergisting van mest, voor zover de capaciteit van de(co-)vergistingsinstallatie minder dan 100.000 kg per dag bedraagt en: het bedrijf verwerkt eigen geproduceerde mest en voegt eigen en/of van derden afkomstige co-substraten toe; de co-vergiste mest wordt op tot het bedrijf behorende gronden gebruikt of naar derden afgevoerd;

6 het bedrijf verwerkt aangevoerde mest geproduceerd door derden en voegt eigen en/of van derden afkomstige co-substraten toe; de co-vergiste mest wordt op de tot het bedrijf behorende gronden gebruikt; b. het leveren van energie die vrijkomt bij het onder a bedoelde proces van co-vergisting; c. het trainen van paarden als nevenactiviteit bij een paardenfokkerij. 3.6. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende andere werken en werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen en verharden of wijzigen van het profiel van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; b. het ophogen en egaliseren van de gronden; c. vellen of rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten van handelingen, die de dood of ernstige beschadiging daarvan tot gevolg kunnen hebben d. het aanleggen van een paardenbak en/of paddock. 3.6.1. Uitzondering Het in lid 3.6 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende andere werken en werkzaamheden: a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud; b. werken en werkzaamheden, waarmee is of mag worden begonnen ten tijde van het verkrijgen van rechtskracht van het plan; c. werken en werkzaamheden binnen de bouwvlakken; d. het aanleggen van verhardingen ten behoeve van in- en uitritten tot elk een oppervlakte van 60 m²; e. het aanbrengen van bovengrondse en ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur, voor zover daarvoor een omgevingsvergunning is vereist; f. werken en werkzaamheden binnen de bestemming Waterstaat Waterkering die worden uitgevoerd ten behoeve van de dijkverbetering. 3.6.2. Toelaatbaarheid Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 3.6 zijn niet toelaatbaar, indien door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in lid 3.1 bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen, onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies onevenredig worden of kunnen worden verkleind. 3.7. Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk a. Ter plaatse van de aanduiding cultuurhistorische waarden is het verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk, een bouwwerk geheel of gedeeltelijk te slopen en/of geheel of gedeeltelijk de voorgevel of dakconstructie te wijzigen. Dit verbod heeft geen betrekking op werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud dan wel werken en werkzaamheden waarmee is of mag worden begonnen ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan. b. Burgemeester en wethouders verlenen uitsluitend vergunning als bedoeld onder lid 3.7.a indien het belang van cultuurhistorie hierdoor niet nadelig wordt beïnvloed.

Alvorens zij beslissen over een vergunning als bedoeld onder lid 3.7.a vragen burgemeester en wethouders een schriftelijk advies aan de gemeentelijke monumentencommissie. 7