FEITEN EN CIJFERS 2010/11



Vergelijkbare documenten
Factsheet Arbeidsmarkt en sociale uitkeringen

Personen met een uitkering naar huishoudsituatie

10. Veel ouderen in de bijstand

Werkloosheid 50-plussers

12. Vaak een uitkering

maatschappelijke afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Bijstandsuitkeringen vrijwel onveranderd. Stijging aantal WW-uitkeringen loopt fors terug

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Daling bijstand en WW neemt af. Ruim 300 duizend bijstandsuitkeringen

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen sterk teruggelopen. Vooral minder nieuwe WAO-uitkeringen

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Na de WW stijgt nu ook de bijstand. Vooral meer jonge, alleenstaande mannen in de bijstand

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. WW stijgt naar 204 duizend uitkeringen. Voortdurende stijging WW-uitkeringen

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

Participatie in arbeid

8. Werken en werkloos zijn

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Afhankelijk van een uitkering in Nederland

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal WW-uitkeringen stijgt. Achtduizend WW-uitkeringen erbij

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

maatschappelijke zorg

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Bijlage 1 Ontwikkeling arbeidsmarktpositie jongeren

szw Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal uitkeringen daalt. Daling bijstand vooral bij mannen en jongeren

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht

Inhoudsopgave hoofdstuk 5

Gemiddelde van grootteklasse 1734 Overbetuwe. aantal uitkeringen einde kwartaal laatste kwartaal afgerond op tientallen abs. perc. abs. perc.

STATISTISCH JAARBOEK. 10 maatschappelijke zorg

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal WW-uitkeringen blijft stijgen. Aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen stabiel

Maatschappelijke zorg

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent

Bijlagen bij hoofdstuk 6 Arbeid en inkomen

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

maatschappelijke zorg

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014

Langdurig met een uitkering

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20%

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

Persbericht. Niet-westerse allochtonen tweemaal zo vaak een uitkering. Centraal Bureau voor de Statistiek

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden

Dit hoofdstuk gaat over de arbeidsparticipatie van Leidenaren, over uitkeringen en over huishoudinkomens.

Trendrapportage Inkomen en risico op armoede

Kortetermijnontwikkeling

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland

Ontwikkeling bijstandsuitkeringen Drechtsteden 2014 en ,0% -7,5% -5,0% -2,5% 0,0% 2,5% 5,0% 7,5% 10,0%

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden

Gemiddelde looptijd werkloosheidsuitkeringen nog geen jaar

Sociaal economisch profiel

Monitor jeugdwerkloosheid over. Achtergrondrapportage bij de factsheet Jeugdwerkloosheid. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Nulmeting 60%-doelstelling Uitstroom naar ar werk (voorlopige cijfers)06

Met begeleiding naar werk

Duur van uitkeringssituaties

Kinderopvang. Selectie van een aantal Arnhemse cijfers uit het rapport van het CBS. 15 maart 2015 Onderzoek & Statistiek

SRG-uitstroom Conclusie

Participatie in arbeid

Monitor jeugdwerkloosheid over. Achtergrondrapportage bij de factsheet Jeugdwerkloosheid. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Aan het werk met re-integratieondersteuning

Werkt begeleiding naar werk?

Tweemeting Uitstroomdoelstelling re-integratieondersteuning Voorlopige cijfers 2006 en eerste halfjaar 2007

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Verdere daling langdurige minima. Aandeel langdurige minima gedaald

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017.

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid,

Jeugdwerkloosheid. achtergronddocument

De inkomens- en uitkeringspositie van arbeidsgehandicapten

Bijstand in Amsterdam: weinig concentraties, relatief grote spreiding

Maatwerkrapport WWB in Uw Gemeente

2014 Hoofdstuk 7. Dit hoofdstuk gaat over de arbeidsparticipatie van Leidenaren, over uitkeringen en over huishoudinkomens.

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Na de WW duurzaam aan het werk?

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Midden-Gelderland

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

Jeugdwerkloosheid Nieuw-West

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst

Uitgevoerd in opdracht van de afdeling Beleid, dienst Sociale Zaken en Werk, gemeente Groningen

Vanuit de uitkering naar werk

Trendrapportage Economie Arnhem

Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie

Overzichtsrapport SER Gelderland

de Makassarbuurt De Staat van

Uitkeringsbedragen per 1 juli Nieuwsbericht

Regio in beeld met het oog op huiselijk geweld en kindermishandeling

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO

Wie volgen een re-integratietraject?

jeugdwerkloosheid 64% werklozen volgt opleiding 800 jongeren geregistreerd als werkloze

Vluchtelingen in Nederland Stromen op de arbeidsmarkt Linda Muller, Jeroen van den Tillaart en Caroline van Weert

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009

Transcriptie:

FEITEN EN CIJFERS 2010/11 UITKERINGEN SOCIALE ZEKERHEID STIJGING BIJSTAND, WW EN WAJONG, UITKERINGSAFHANKELIJKHEID HOOG IN ARNHEM Na een jarenlange daling stijgt het aantal bijstandsuitkeringen sinds 2009. Vooral jonge volwassenen tot 35 jaar doen vaker een beroep op de bijstand. Groepen die oververtegenwoordigd zijn in de bijstand zijn: ouderen, vrouwen, eenoudergezinnen, alleenstaanden, eerste generatie niet-westerse allochtonen en laagopgeleiden. In se Broek, Presikhaaf-West, Klarendal, Malburgen, Geitenkamp en Vredenburg/Kronenburg wonen relatief veel bijstandsgerechtigden. In Malburgen-Oost (Noord) en Malburgen-West is het aantal bijstandsgerechtigden sinds 2004 veel sterker afgenomen dan gemiddeld in de stad. heeft veel bijstandsgerechtigden in vergelijking met de regio 1, andere grote steden en. De ontwikkeling van het aantal bijstandsuitkeringen is in echter gunstiger dan elders. heeft relatief veel Wajongers en hun aantal stijgt in ook sneller dan elders. Ook het aantal WW-uitkeringen is het afgelopen jaar sterk toegenomen, maar minder sterk dan elders. Het totale aandeel sociale zekerheidsuitkeringen is hoog in. Op 1 januari 2010 ontving 15% van de potentiële beroepsbevolking een sociale zekerheidsuitkering. Feiten en Cijfers 2010/11 Uitkeringen Sociale Zekerheid Facilitaire Dienst ONDERWERP DIENST Stijging van aantal bijstandsuitkeringen Per 1 januari 2010 hadden 5.119 se huishoudens een bijstandsuitkering bestemd voor aanvragers onder de 65 jaar 2. Hiermee is een einde gekomen aan de daling van het aantal bijstandsuitkeringen vanaf 2004 (zie figuur 1). Die daling hing samen met conjunctuurverbetering en beleidsmatige inspanningen na invoering van de WWB. De kredietcrisis heeft een einde gemaakt aan de daling van de WWB. Vanaf 2009 stijgt het aantal bijstandsuitkeringen weer. Een voorlopig cijfer van eind oktober 2010 laat zien dat het aantal uitkeringen in de loop van 2010 verder toegenomen is. Het aantal uitkeringen is echter nog altijd onder het niveau van begin 2008. 9.000 8.000 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 Figuur 1: Aantal bijstandsuitkeringen aan huishoudens met aanvrager onder de 65 jaar per 1 januari 1998-2010 en eind oktober 2010 (voorlopig cijfer). Bron: Dienst IZ, bewerking O&S. 2005 2006 2007 2008 2009 2010 oktober 2010 Leeswijzer Deze factsheet beschrijft ontwikkelingen in diverse sociale zekerheidsuitkeringen. Eerst wordt uitgebreid ingegaan op de uitkering die door de gemeente verstrekt wordt: de uitkering in het kader van de Wet Werk en Bijstand (WWB). Daarna wordt de omvang van de WWB in vergeleken met omliggende gemeenten, andere grote steden en. Dat gebeurt ook met andere uitkeringen zoals de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen Wajong en WAO en de Werkloosheidswet (WW)-uitkeringen. De factsheet wordt afgesloten met een totaaloverzicht van uitkeringen in het kader van sociale zekerheid. WWB Bijstand wordt toegekend aan huishoudens waarbij één persoon als aanvrager wordt aangemerkt. De gegevens over persoonskenmerken van uitkeringsgerechtigden hebben betrekking op de aanvrager. Arbeidsongeschiktheid en WW Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en WW-uitkeringen zijn werknemersverzekeringen, die aan individuen toegekend worden. Meer informatie Deze fact sheet staat met bijlagen op www.arnhem.nl/onderzoekencijfers. Op www.arnhem.incijfers.nl treft u meer cijfermateriaal over bijstandsuitkeringen. Voor verdere informatie kunt u e-mailen naar statistiek@arnhem.nl. 1 Doesburg, Duiven, Lingewaard, Montferland, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rijnwaarden, Rozendaal, Westervoort en Zevenaar. 2 Dit betreft alleen uitkeringen aan mensen in particuliere huishoudens. Uitkeringen aan bewoners van instellingen en tehuizen zijn hier buiten beschouwing gelaten. In bijlage 1 staat een overzicht van alle gemeentelijke uitkeringen.

BIJSTAND NADER BEKEKEN UITKERINGSDUUR Veel nieuwe bijstandsuitkeringen Na een jarenlange daling is er sinds 2009 veel nieuwe instroom van uitkeringsgerechtigden; het aantal uitkeringen met een looptijd van minder dan een jaar is met circa 260 toegenomen (zie figuur 2 en bijlage 2). Het aantal uitkeringen met een langere looptijd, bijna driekwart van alle uitkeringen, is wel verder afgenomen met circa 200. Het is op basis van deze data niet mogelijk te zeggen of deze uitkeringen beëindigd zijn vanwege het vinden van werk of vanwege andere redenen. Een gedeelte van deze uitstroom heeft in ieder geval te maken met de overheveling van een aantal uitkeringen naar de Sociale Verzekeringsbank (SVB). In 2009 zijn alle uitkeringen aan (echt)paren waarvan een van de partners boven de 65 jaar is, overgegaan naar de SVB. De algemene conclusie is dat de instroom in de bijstand na 2009 hoger is geworden en de uitstroom (naar werk) lager is geworden. Dat blijkt ook uit de kernkaart van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (zie figuur 3). Het aantal nieuwe bijstandsuitkeringen is nu hoger dan in 2007 (er zijn geen data voor 2008) en het aantal beëindigde uitkeringen is afgenomen. Data van het CBS voor die kernkaart 3 geven ook aan dat het aantal uitkeringen dat beëindigd werd vanwege werk in 2008 nog op 850 lag en in 2009 op 800. PERSOONSKENMERKEN BIJSTANDSGERECHTIGDEN 4 Bijstand onder jongeren toegenomen Sinds 2009 is vooral het aantal uitkeringen aan jonge volwassenen tot 35 jaar toegenomen (zie figuur 4 en bijlage 2). Zij hebben slechts een kort arbeidsverleden en zijn daardoor bij verlies van werk eerder op bijstand aangewezen. Sinds 2004 is het aantal uitkeringen het sterkst gedaald onder jongeren. Sinds de invoering van de WWB in 2004 wordt er sterker op ingezet om hen terug te laten gaan naar school of hen direct door te laten stromen naar werk 5. Daarnaast is een gedeelte van de jongeren terecht gekomen in de Wajong (zie pagina 5 van deze fact sheet). Ondanks de toename sinds 2009 is het aantal uitkeringen onder jongeren nog steeds veel lager dan onder ouderen. Bijstandsafhankelijkheid neemt toe met de leeftijd: oudere mers zitten vaker in de bijstand dan jongere mers. Vrouwen vaker in bijstand dan mannen Het afgelopen jaar daalde het aantal uitkeringen onder vrouwen en steeg het aantal uitkeringen onder mannen. Vrouwen hebben vaker een bijstandsuitkering dan mannen. In werkelijkheid zijn nog meer vrouwen afhankelijk van een uitkering doordat bijstandsuitkeringen worden toegekend aan huishoudens en bij (echt)paren meestal de man als aanvrager wordt aangemerkt. Dat er meer vrouwen afhankelijk zijn van de bijstand, komt echter vooral doordat er veel alleenstaande moeders in de bijstand zitten (zie figuur 5). 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 < 1 jaar 1-3 jaar > 3 jaar Figuur 2: Aantal uitkeringen naar uitkeringsduur, 1 januari 2004-2010. Bron: IZ, bewerking O&S. 2.500 2.000 1.500 1.000 2004 2005 2006 2007 2008 2009 nieuwe uitkeringen beëindigde uitkeringen Figuur 3: Nieuwe en beëindigde bijstandsuitkeringen, 2004-2009. Bron: kernkaart, Ministerie SZW 1 18-24 25-34 35-44 45-54 55-64 Figuur 4: Percentage bijstandsuitkeringen naar leeftijd in, 1 januari 2004-2010. Bron: IZ, bewerking O&S. man alleenstaand gezin-aanvrager vrouw eenoudergezin gezin-medeontvanger Figuur 5: Aandeel bijstandsuitkeringen als % van de 15 tot 65-jarigen in naar geslacht, 1 januari 2010. Bron IZ, bewerking O&S. 3 http://www.kernkaart.nl/ en publicatie overgang van bijstand naar werk 2008-2009 (CBS). 4 WWB wordt toegekend aan huishoudens. Persoonskenmerken hebben betrekking op de aanvrager. 5 Vanaf 1 oktober 2009 is de WIJ (de Wet Investeren in Jongeren) ingevoerd. Nieuwe aanvragen van jongeren tot en met 27 jaar vallen vanaf die datum onder de WIJ. Het deel van de jongeren dat met WIJ een inkomensuitkering ontvangt, is ook opgenomen in de WWB. Vanaf 1 juli 2010 zijn alle jongeren met WWB-uitkering ingevoerd in de WIJ. Voor betrof dit circa 240 jongeren. 2

BIJSTAND NADER BEKEKEN Eenoudergezinnen oververtegenwoordigd in bijstand Eenoudergezinnen zijn duidelijk oververtegenwoordigd in de bijstand. In totaal is van de huishoudens in afhankelijk van bijstand. Voor eenoudergezinnen is dat 23%. Van alleenstaanden is dat 11% en voor gezinnen (met of zonder kinderen) is dat 3%. Het aantal uitkeringen is sinds 2004 wel sterker gedaald onder eenoudergezinnen dan onder alleenstaanden en (echt)paren. Het afgelopen jaar is alleen het aantal uitkeringen aan alleenstaanden toegenomen (zie bijlage 2). Turken Marokkanen Surinamers Antillianen Overig niet-w esters Overig Westers ers 4 % 3 % 10 % 12 % 12 % 11 % 13 % Eerste generatie niet-westerse allochtonen vaker in bijstand mers met een niet-westerse achtergrond zijn relatief vaak afhankelijk van de bijstand (zie figuur 6). In totaal heeft 1 van de nietwesterse allochtonen een uitkering in het kader van de WWB tegenover 3% van de autochtone mers. Van de verschillende categorieën niet-westerse allochtonen hebben overige niet-westerse allochtonen het vaakst een uitkering (13%). Onder vluchtelingengroepen is het bijstandspercentage nog hoger: Somalië (2), Irak (21%), Afghanistan (17%) en Iran (1). mers afkomstig uit de Dominicaanse Republiek hebben ook vaak een bijstandsuitkering (2). Onder Chinezen, een grote groep binnen de niet-westerse allochtonen, is de bijstandsafhankelijkheid juist relatief laag (5%). Het zijn vooral niet-westerse allochtonen van de eerste generatie die vaak afhankelijk zijn van de bijstand. Allochtonen van de tweede generatie zijn veel minder vaak afhankelijk van een uitkering dan die van de eerste generatie (in totaal respectievelijk 3% en 15%). Dat hangt gedeeltelijk samen met de jonge leeftijd van de tweede generatie. Ook als daarvoor gecorrigeerd wordt, heeft de tweede generatie minder vaak een uitkering dan de eerste generatie, maar wel vaker dan mers van se komaf (zie bijlage 2b). Het aantal uitkeringen onder niet-westerse allochtonen is tot 2009 duidelijk afgenomen. De daling was beduidend minder sterk voor eerste generatie dan voor tweede generatie (zie figuur 7 en bijlage 2). 5% 1 15% 2 etnische groepen totaal Figuur 6: Aandeel bijstandsuitkeringen als % van de bevolking 15 tot 65 jaar naar etniciteit, 1 januari 2010. Bron: IZ, bewerking O&S. 2 15% 1 5% 2006 2007 2008 2009 2010 niet-westerse allochtonen w.v. 1e generatie w.v. 2e generatie Figuur 7: Aandeel bijstandsuitkeringen als % van de bevolking van 15 tot 65 jaar naar etniciteit, 1 januari 2006 tot en met 2010. Bron: IZ, bewerking O&S Laag opgeleiden oververtegenwoordigd in bijstand Laagopgeleiden zijn duidelijk oververtegenwoordigd in de bijstand. Van alle uitkeringsgerechtigden heeft zeker 65% een laag opleidingsniveau 6 (zie figuur 8), terwijl dat geldt voor 31% van de potentiële beroepsbevolking. Onder laagopgeleiden is het aantal bijstandsuitkeringen sinds 2004 minder afgenomen dan onder middelbaar opgeleiden en hoogopgeleiden (zie bijlage 2). Het is een landelijk bekend gegeven dat het voor laagopgeleiden moeilijker is om een plaats op de arbeidsmarkt te vinden. In de rapportage Leefbaarheid Doorgrond 7 wordt naast laag opleidingsniveau ook gewezen op een gebrek aan elementaire en laagopgeleide banen in en omgeving als verklaring voor het hoge aantal bijstandsgerechtigden. Doordat opleidingsniveau voor nieuwe uitkeringen vaak niet geregistreerd wordt, valt niet te zeggen of de recessie laagopgeleiden harder treft dan hoogopgeleiden. midden; 9% hoog; laag; 65% onbekend; 2 Figuur 8: Opleidingsniveau bijstandsgerechtigden < 65 jaar, 1 januari 2009. Bron: IZ, bewerking O&S. 6 Leefbaarheid Doorgrond, Atlas voor gemeenten, 2007. 7 Opleidingsniveau wordt steeds slechter geregistreerd bij inschrijving, waardoor ontwikkelingen naar opleidingsniveau niet meer goed te volgen zijn. 3

BIJSTAND PER WIJK Veel bijstand in krachtwijken en Vredenburg/Kronenburg Het aandeel bijstandsgerechtigden verschilt per wijk. Het aandeel varieert van 0, in Schaarsbergen tot 12,9% in Malburgen-Oost (Zuid). Wijken waar het aandeel structureel hoog is, zijn de drie Malburgse wijken, Klarendal, Presikhaaf-West, se Broek en Geitenkamp. Ook in Vredenburg/Kronenburg ligt het aandeel bijstandsgerechtigden sinds 2004 boven het stadsgemiddelde (zie figuur 9 en bijlage 3). Malburgen-Oost (Noord), Malburgen-West en Klarendal lopen in Van 2004 tot 2010 is het aantal bijstandsgerechtigden in alle wijken gedaald. Gemiddeld daalde het aandeel sinds 2004 met ruim een kwart. In Malburgen-Oost (Noord) halveerde het aandeel bijna. Ook het aantal bijstandsgerechtigden nam er sterk af. In Malburgen-West was ook een sterke daling te zien. Dit hangt waarschijnlijk samen met de grootschalige nieuwbouw en herstructuring in deze delen van Malburgen waardoor de samenstelling van de bevolking sterk is veranderd. In Klarendal nam het aantal bijstandsgerechtigden ook sterk af. In Malburgen-Oost (Zuid), Geitenkamp, Presikhaaf-West en se Broek daalde het aandeel bijstandsgerechtigden sinds 2004 minder sterk dan gemiddeld. De ontwikkeling van de bijstand in Vredenburg/Kronenburg bleef ook achter bij de ontwikkeling in de rest van de stad. In de andere zuidelijke GSO-III-wijken Elderveld en De Laar is het aandeel bijstandsgerechtigden nog altijd benedengemiddeld, maar ook daar is de ontwikkeling ongunstig. Schakering binnen wijken Binnen de verschillende buurten in een wijk zijn soms grote verschillen in bijstandsniveau (zie bijlage 4). Zo is het bijstandsniveau in de hele wijk Malburgen-Oost (Zuid) hoog, maar in de buurt Immerloo II nog beduidend hoger dan gemiddeld in de wijk. Binnen de wijk Vredenburg/Kronenburg is het vooral de buurt Kronenburg waar het bijstandsniveau hoog is. ontwikkeling 2004-2010 gunstig ongunstig Malburgen-Oost (N) Geitenkamp se Broek Malburgen-Oost (Z) Heijenoord/Lombok Malburgen-West Klarendal St.Marten/Sonsb.-Zuid Spijkerkw artier Presikhaaf-West Vredenb./Kronenb. stadsgemiddelde Centrum De Laar Monnikenhuizen Presikhaaf-Oost Burgem.w ijk/hoogkamp Schaarsbergen e.o. Alteveer/Cranevelt Velperw eg e.o. stadsgemiddelde Elden Klingelbeek Rijkersw oerd hoog (ongunstig) niveau 2010 Elderveld laag (gunstig) Figuur 9: Aandeel bijstandsgerechtigden < 65 jaar in de potentiële beroepsbevolking, niveau 2009 en procentuele ontwikkeling tussen 2004 en 2009. Bron: IZ, bewerking O&S. 4

ARNHEM IN IN LANDELIJK PERSPECTIEF Veel bijstand in, maar relatief gunstige ontwikkeling De ontwikkelingen in de bijstand zijn in gunstiger dan elders: het aantal bijstandsuitkeringen is in in de periode 2004-2009 sterker gedaald en na 2009 minder toegenomen dan in de regio 8, grote steden gemiddeld en (zie figuur 10 en bijlage 5). Toch is het bijstandspercentage in nog steeds hoog in vergelijking met elders. Vooral langdurige bijstandsafhankelijkheid komt veel voor in (zie bijlage 5c). wijkt niet af van het gemiddelde van grote steden met het aandeel kortlopende uitkeringen (zie bijlage 5b). Volgens de rapportage Leefbaarheid Doorgrond wordt het hoge bijstandsniveau in grotendeels verklaard door de demografische samenstelling van de bevolking. Zo heeft in vergelijking met veel alleenstaanden en die zijn vaker afhankelijk van bijstand dan (echt)paren. Aanvullende verklaringen zijn de etnische samenstelling van de bevolking, de lage kansen op de arbeidsmarkt voor laagopgeleiden en het opleidingsniveau van de bevolking. Toename Wajongers zet door Op 1 januari 2010 hadden 2.850 mers een Wajong-uitkering. Dat is bijna 3% van de potentiële beroepsbevolking. De Wajong is een arbeidsongeschiktheidsvoorziening voor jonggehandicapten die nog niet gewerkt hebben. De uitkering houdt men in principe tot men 65 jaar is. In ontvangen relatief veel mensen een Wajonguitkering en het aantal stijgt sneller dan elders (zie figuur 11 en bijlage 7). Het hoge aantal Wajongers kan samenhangen met de aanwezigheid van instellingen voor gehandicapten. Dat verklaart echter niet de sterkere toename. Uit landelijke publicaties 9 blijkt dat niet alleen lichamelijk gehandicapten en zwaar verstandelijk gehandicapten instromen in de Wajong. Sterke toename van de Wajong hangt vooral samen met de instroom van mensen met een lichte verstandelijke handicap en mensen met autisme, ADHD en andere psychische of ontwikkelingsstoornissen. Een deel van de Wajongers stroomt in vanuit de WWB. Een gedeelte stroomt in vanuit het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) of praktijkonderwijs (PRO). Er is dan ook een samenhang tussen Wajong en deelname aan VSO/PRO. Daling WAO zet door Het aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen in de vorm van WAO daalt. In totaal hadden op 1 januari 2010 4.570 mers een WAO-uitkering. Dat is ruim van de potentiële beroepsbevolking. De WAO is een gesloten regeling en is een gesloten regeling die per 1-1-2004 vervangen door de WIA, de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen 10. Het aandeel WAO-ers is sinds 2005 sterker gedaald dan elders, zodat het aandeel WAO-ers in inmiddels lager is dan in de regio, grote steden en (zie figuur 12 en bijlage 8). Figuur 10: Aandeel bijstandsuitkeringen < 65 jaar als % van 15 tot 65-jarigen in,, grote steden en, 1 januari 2004-2010. Bron: CBS. 3% 1% Figuur 11: Aandeel Wajongers als % van de 15 tot 65- jarigen in,, grote steden en, 1 januari 2004-2010. Bron: CBS. 7% 5% Figuur 12: Aandeel WAO als % van de 15 tot 65-jarigen in,, grote steden en, 1 januari 2004-2010. Bron: CBS. 8 De regio is Doesburg, Duiven, Lingewaard, Montferland, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rijnwaarden, Rozendaal, Westervoort en Zevenaar. 9 Zie bijvoorbeeld: Beperkt aan het werk, SCP, 2010; Verdubbeling van de instroom in de Wajong: oorzaken en beleidsopties, SCP, 2007 en UWV kwartaalverkenningen 2010-IV, UWv, 2010 10 Het CBS publiceert hierover nog geen regionale cijfers. 5

ARNHEM IN IN LANDELIJK PERSPECTIEF Stijging WW, maar minder dan elders Begin 2010 hadden 3.000 mers een uitkering in het kader van de Werkloosheidswet (WW). Dat is bijna 3% van de potentiële beroepsbevolking. In ligt het aandeel mensen met een WWuitkering iets hoger dan in de regio, landelijk en gemiddeld in de grote steden (zie figuur 13 en bijlage 9). Van 2005 tot 2009 daalde het aandeel WW-uitkeringen. In daalde het aantal WWuitkeringen zelfs wat sterker dan gemiddeld in de regio, grote steden en. De toename van de WW na 2009 is in juist minder sterk dan elders. Stijging sociale uitkeringen, niveau blijft hoog In totaal ontvingen op 1 januari 2010 bijna 16.000 mers een sociale zekerheidsuitkering in de vorm van algemene bijstand, een arbeidsongeschiktheidsuitkering of een WW-uitkering (zie tabel 1). Dit komt overeen met 15, van de potentiële beroepsbevolking. Het percentage mers dat afhankelijk is van een sociale zekerheidsuitkering ligt zeker nog een procentpunt hoger doordat men ook als partner afhankelijk kan zijn van een sociale zekerheidsuitkering (zie tabel 1). Alleen van de bijstand is dit bekend. Het aandeel sociale zekerheidsuitkeringen ligt in hoog in vergelijking met de regio, en het gemiddelde van de grote steden (zie figuur 14 en bijlage 9). Vanaf 2005 tot 2009 is het aantal sociale zekerheidsuitkeringen sterk afgenomen en daarna is het weer toegenomen. weerspiegelt met deze ontwikkeling het beeld in de grote steden gemiddeld, en de regio. Tabel 1: Aantal bijstandsuitkeringen < 65 jaar, Arbeidsongeschiktheidsuikeringen (AO), WAO, Wajong en WW, 1 januari 2004-2010. WWB < 65 jaar 6.665 6.622 6.386 6.003 5.504 5.061 5.119 AO 9.270 9.020 8.370 7.710 7.610 7.530 7.580 w.v. WAO 7.180 6.910 6.200 5.440 5.150 4.860 4.570 w.v. Wajong 1.830 1.840 1.940 2.060 2.270 2.500 2.850 WW 3.470 3.910 3.650 2.810 2.170 2.100 3.000 Totaal 19.405 19.552 18.406 16.523 15.284 14.691 15.699 Totaal % 19% 2 1 1 15% 1 15% WWB partner 1.265 1.267 1.227 1.182 1.086 958 860 Totaal 20.670 20.819 19.633 17.705 16.370 15.649 16.559 Totaal % 2 21% 2 17% 1 15% 1 Bron: dienst IZ (WWB)/CBS (AO (WAO, WAZ en Wajong) en WW) 5% 3% 1% Figuur 13: Aandeel WW-uitkeringen als % van de 15 tot 65-jarigen in,, grote steden en, 1 januari 2004-2009. Bron: CBS. 2 1 1 1 1 1 Figuur 14: Aandeel sociale zekerheidsuitkeringen (WWB, AO en WW) als % van de 15 tot 65-jarigen in,, grote steden en, 1 januari 2004-2009. Bron: CBS. Bronbeschrijving Voor gegevens over WWB in is gebruik gemaakt van zogenaamde bevroren bestanden van de dienst Inwonerszaken die O&S jaarlijks opvraagt. Om te kunnen vergelijken met andere gemeenten is voor WWB-uitkeringen, arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en WW-uitkeringen gebruik gemaakt van gegevens van het CBS. 6