2.1 Bekendmaking inzake het deviezenverkeer AW 1999/1 De Centrale Bank van Aruba ("de Bank"), gelet op, het bepaalde in artikel 6, lid 2, van de Landsverordening deviezenverkeer ("Ldv"), AB 1990 no. GT 6, maakt bekend, dat aan de deviezenbanken de volgende aanwijzingen zijn gegeven; a. Aanwijzing no. 1 Algemene bepalingen 1.1 Op alle aanwijzingen die aan deviezenbanken zijn en worden gegeven, zijn de definities van artikel 1 van de Ldv van toepassing. 1.2 In alle aanwijzingen, die aan deviezenbanken zijn en worden gegeven, wordt onder deviezen verstaan: goud, edele metalen, edelstenen, buitenlandse geldswaardige papieren, buitenlandse betaalmiddelen, vorderingen op niet-ingezetenen en buitenlandse effecten, zoals omschreven in artikel 1 van de Ldv. 1.3 De deviezenbanken zijn verplicht bij al hun transacties in het deviezenverkeer de administratieve voorschriften, die op grond van artikel 8 van de Ldv zijn gegeven, in acht te nemen. b. Aanwijzing no. 2 Bevoegdheden deviezenbanken 2.1 Onverminderd de overige aanwijzingen, voorschriften en bepalingen bij of krachtens de Ldv gegeven, zijn deviezenbanken bevoegd tot het verrichten van de volgende werkzaamheden: a. het verkrijgen, aanhouden, bezwaren en vervreemden van deviezen zowel ten behoeve van henzelf als ten behoeve van ingezetenen en niet-ingezetenen;
b. het openen, aanhouden en opheffen van rekeningen op eigen naam bij bank- en giroinstellingen in het buitenland; c. de sub b bedoelde rekeningen te doen crediteren respectievelijk te doen debiteren ter zake van provisies, interesten, dividenden en opgezonden betaalmiddelen; d. bemiddeling te verlenen bij het betalingsverkeer met het buitenland en bij andere financiële transacties tussen ingezetenen en niet-ingezetenen; e. in het kader van de uitoefening van hun buitenlands bankbedrijf met nietingezetenen financiële transacties aan te gaan, waaronder het openen, aanhouden en opheffen van deposito's en het aangaan en opheffen van kredieten; f. ter zake van de onder e. bedoelde financiële transacties interest te betalen respectievelijk te ontvangen. 2.2 De deviezenbanken dienen er voor zorg te dragen dat de onder 2.1 sub b bedoelde rekeningen zonder een daartoe strekkende vergunning van de Bank geen debetstand aanwijzen; kortstondige debetstanden in afwachting van dekkingsremises zijn echter wel toegestaan. 2.3 Deviezen worden door een deviezenbank voor eigen rekening en risico verkregen, aangehouden en vervreemd. 2.4 Het is deviezenbanken toegestaan in hun boeken rekeningen ten name van nietingezetenen te openen, aan te houden en op te heffen zowel in buitenlandse geldsoorten als in Arubaanse florins. De florinrekeningen dienen te worden gevoed hetzij door verkoop van buitenlandse geldmiddelen, hetzij door florins verkregen uit transacties met ingezetenen, behoudens wanneer zulks, naar het oordeel van de Bank, om monetaire redenen niet wenselijk wordt geacht. De niet-ingezetene rekeningen dienen uitsluitend in de kolom buitenland van de bedrijfs- en sociaal-economische maandstaat te worden opgevoerd. Bij betalingen van ingezetenen ten gunste van deze rekeningen dan wel bij betalingen aan het buitenland ten laste van deze rekeningen is deviezenprovisie verschuldigd. In het laatste geval is geen deviezenprovisie verschuldigd indien kan worden bewezen dat de binnenlandse betaalmiddelen zijn verkregen door omwisseling van een of meer buitenlandse geldsoorten. 2.5 Het is deviezenbanken toegestaan in hun boeken florinrekeningen te openen, aan te houden en op te heffen, ten name van ondernemingen, die een ontheffing hebben gekregen van de verplichtingen in artikel 9 tot en met 15 al dan niet met een verklaring van nietingezetenschap als bedoeld in artikel 19 van de Ldv. Ten laste van een zodanige rekening mogen door de betrokken onderneming uitsluitend betalingen worden gedaan aan
ingezetenen wegens het verrichten van arbeid en diensten en het betalen van belasting aan de Landsontvanger. Deze rekeningen dienen in de kolom buitenland te worden opgevoerd. 2.6 Het is niet toegestaan, dat een rekening als bedoeld onder 2.5 een debetstand aanwijst; telkens wanneer een debetstand dreigt te ontstaan is de betrokken onderneming verplicht de rekening aan te vullen door verkoop van vrij te gebruiken valuta's. Het is tevens niet toegestaan om, ook wanneer er geen debetstand dreigt, de florinrekening met florins aan te vullen. c. Aanwijzing no. 3 Koersen buitenlandse geldsoorten 3.1 Dagelijks worden door de Bank de aan- en verkoopkoersen voor de belangrijkste buitenlandse geldsoorten officieel genoteerd exclusief de deviezenprovisie. 3.2 De dagelijks door de Bank vastgestelde koersen van buitenlandse geldsoorten, dienen door de deviezenbanken te worden aangehouden, respectievelijk te worden gebruikt voor het (kruiselings) berekenen van de koersen van buitenlandse geldsoorten onderling, in het betalingsverkeer tussen ingezetenen onderling, tussen ingezetenen en niet-ingezetenen en tussen deviezenbanken onderling, met dien verstande dat in geval van grote koersschommelingen van een valuta ten opzichte van de U.S. dollar gedurende een bepaalde dag, voor transacties met een tegenwaarde van AFL 100.000,-- of meer, op verzoek van een deviezenbank, gedurende die dag een nieuwe notering kan worden vastgesteld. 3.3. De dagelijks door de Bank vastgesteld koersen van buitenlandse geldsoorten behoeven door de deviezenbanken niet te worden aangehouden bij de uitoefening van hun buitenlandse bankbedrijf als bedoeld in aanwijzing 2, onder 2.1, sub b. d. Aanwijzing no. 4 Deviezentransacties met de Bank 4.1 De Bank is tot nader order te allen tijde bereid girale U.S. dollars en andere officieel genoteerde buitenlandse geldsoorten tegen haar verkoopkoers voor banken te verkopen, respectievelijk te kopen tegen haar aankoopkoers voor banken. Een besluit tot opschorting of wijziging van deze mogelijkheid brengt de Bank onmiddellijk ter kennis aan de deviezenbanken. 4.2 De verkoop- respectievelijk aankooporder voor de in het voorgaande artikel genoemde buitenlandse geldsoorten dient schriftelijk aan de Bank te geschieden.
4.3 Bij aan- en verkoop van U.S. dollars geschiedt de valutering en levering op dezelfde dag indien het verzoek de Bank schriftelijk vóór 15.00 uur 's middags bereikt. Bij Nederlands- Antilliaanse guldens dient voor valutering en levering op dezelfde dag het verzoek de Bank te bereiken vóór 11.00 uur 's ochtends. Bij een verkooporder respectievelijk aankooporder die door de Bank na genoemde tijdstippen is ontvangen vindt levering plaats op de eerstvolgende werkdag. Bij verkoop van de overige officieel genoteerde buitenlandse geldsoorten vindt levering plaats op de tweede werkdag volgend op de dag waarop de betrokken deviezenbank haar aankooporder aan de Bank heeft doen toekomen. Voor al deze transacties is de valutadag de dag waarop de aankooporder is ontvangen. Bij aankoop van vreemde valuta door de Bank vindt valutering plaats op de dag waarop de valuta wordt ontvangen. 4.4 Direkt opeisbare vorderingen luidende in een andere geldsoort dan in een geldsoort, waarvan de koers dagelijks officieel wordt genoteerd, worden in principe door de Bank niet verkocht aan respectievelijk gekocht van de deviezenbanken. e. Aanwijzing no. 5 Werksaldo deviezenbanken 5.1 De Bank stelt per deviezenbank het maximale netto saldo vast, dat de betrokken deviezenbank aan buitenlandse betaalmiddelen en vorderingen mag aanhouden. 5.2 De deviezenbanken zijn verplicht op nader te bepalen tijdstippen de Bank opgave te doen van hun deviezenposities en van de mutaties, die daarin sinds de vorige opgave hebben plaats gevonden. 5.3 Indien een deviezenbank buitenlandse betaalmiddelen ontvangt of buitenlandse vorderingen verkrijgt als gevolg waarvan het maximale netto saldo, als bedoeld onder 5.1, wordt overtroffen, dient de deviezenbank het surplus in U.S. dollars aan de Bank te verkopen. De Bank kan toestaan dat het surplus tijdelijk door de deviezenbank mag worden aangehouden. 5.4 Ongeacht het feit dat voor de betrokken deviezenbank een maximaal werksaldo als bedoeld onder 5.1 is vastgesteld blijft de Bank bevoegd een deviezenbank te verplichten haar gehele netto saldo in buitenlandse betaalmiddelen en vorderingen of een gedeelte daarvan in U.S. dollars te converteren en aan de Bank te verkopen, dan wel te storten op een valuta rekening bij de Bank.
Deze Bekendmaking inzake het deviezenverkeer treedt in werking m.i.v. 1 januari 2000 en is voor onbepaalde tijd geldig. Oranjestad, december 1999 Centrale Bank van Aruba President