F - pupillen Mikvormen TRAINEN zo wil geel zwart dat doen!
Mikvormen TRAINEN zo wil geel zwart dat doen! Oefenstof F pupillen Mikvormen Bij de mikvormen gaat het grotendeels om het raken of omverschieten van pionnen van de tegenstander en het raken van het doel. De pupil leert hiermee gericht te schieten en de bal beter te beheersen.
Mikvorm 1 het verbeteren van het richten 25 x 25 meter Er zijn twee ploeg en iedereen heeft een bal. De spelers moeten de pionnen met het hoedje (geel of rood) van hun ploeg omverschieten. De ploeg die het eerst voor elkaar heeft is de winnaar. Variatie: Als het goed loopt kun je elke ploeg van een verdediger voorzien. Deze verdediger mag de ballen van de tegenstander dan tegenhouden of wegschieten. Van dichtbij schieten Niet te zacht schieten
Mikvorm 2 het verbeteren van het richten 25 x 15 meter Verdeel de ploeg in 2 groepjes en iedereen heeft een bal. De spelers moeten de pionnen met de hoedje (geel of rood) van hun tegenstander omverschieten. Als het hoedje eraf geschoten word telt dit alsof de pion is omvergeschoten. De ploeg die dit het eerst heeft is de winnaar. Er wordt geschoten vanaf de zijlijn. Variatie: Als het goed loopt kun je elke ploeg van een verdediger voorzien. Deze verdediger mag de ballen van de tegenstander dan tegenhouden en naar zijn eigen team spelen. Niet te zacht schieten
Mikvorm 3 het verbeteren van het richten 10 x 15 meter Er wordt 3 tegen 3 of 2 tegen 2 gespeeld op 2 of 3 velden. De spelers kunnen scoren door de pionnen van de tegenstander om te schieten. Ze mogen niet op de kant van de tegenstander komen, ook niet om de bal op te halen. Je speelt 2 of drie keer tegen dezelfde of verschillende tegenstanders Niet te zacht schieten
Mikvorm 4 het verbeteren van het richten 25 x 25 meter Iedereen heeft een bal. De trainer wijst een voorwerp aan. (een pion, een doel of een ballencontainer) die dan in zo weinig mogelijk keren geraakt moet worden. Afhankelijk van de hoeveelheid spelers en het raken van het voorwerp kan men tegelijk schieten of om de beurt schieten. Niet te zacht schieten
Mikvorm 5 het verbeteren van het richten met de juiste snelheid 25 x 25 meter Er zijn twee groepen en iedereen heeft een bal. Per veld zijn er twee vakken waar op gemikt moet worden. Iedereen begint op 10 meter. Als de bal in het vak blijft liggen dan hebben ze een punt en moeten ze et van de volgende afstand proberen. Als gemist wordt moeten ze weer terug naar de eerste pion en opnieuw beginnen. Als iemand de 25 meter heeft gehaald is hij of zij de mikkampioen TIP: Je kunt de spelers ook doorlaten rouleren naar het andere veld. Standbeen in de richting van het vak Het schietbeen hier loodrecht op gericht houden Met de juiste snelheid/kracht schieten Zowel links als rechts oefenen
Mikvorm 6 het verbeteren van het richten met de juiste snelheid 5 tot 14 spelers 15-20 minuten niet van toepassing Dit spel kun je ook met drie tweetallen en 1 verdediger spelen. Hierbij moeten de doeltjes dichtbij elkaar staan om de verdediger meer kans te geven. Een tweetal kan scoren door de bal een keer heen en weer door het poortje over te spelen. De verdediger moet de ballen tegenhouden voor deze door het poortje gaat. Lukt dit dan krijgt hij een punt. Nadat de verdediger een aantal keren is door gewisseld, moeten de spelers het met hun andere been proberen. Standbeen in de richting van het poortje Het schietbeen hier loodrecht op gericht houden Voetzool parallel met de grond Met de juiste snelheid/kracht schieten Zowel links als rechts oefenen
Mikvorm 7 het verbeteren van het richten met de juiste snelheid 6 tot 10 spelers 15-20 minuten 15 x 15 meter Er wordt op twee velden gespeeld met twee partijen. De spelers moeten proberen de bal in de schutting van de buurman te schieten. De schutting van de buurman zijn de doeltjes. De schutter dribbelt met de bal naar de middenlijn. Hiervandaan of eerder, mag hij de bal in 1 van de 2 schuttingen schieten. Een speler van de tegenpartij is de buurman en probeert de ballen tegen te houden. Elke keer als er gescoord wordt mogen ze een pion overeind zetten. Welke partij heeft als eerst alle pionnen staan. De keeper moet tussen de bal en de dichtstbijzijnde doeltje gaan staan